15.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 304/6


VERSLAG

over de jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2008, vergezeld van het antwoord van het Agentschap

2009/C 304/02

INHOUD

 

Paragraaf

Bladzijde

INLEIDING…

1-2

7

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING…

3-12

7

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER…

13

8

Antwoord van het Agentschap

9

INLEIDING

1.

Het Voorzieningsagentschap van Euratom (hierna „het Agentschap” genoemd), gevestigd te Luxemburg, werd opgericht in 1958 (1). Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 (2) verving de eerdere statuten van het Agentschap. Het heeft als voornaamste taken de Gemeenschap te voorzien van deskundigheid betreffende de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten en de markt te volgen.

2.

In 2008 ontving het Agentschap geen subsidies voor zijn werkzaamheden. De Commissie nam alle uitgaven van het Agentschap ter uitvoering van de begroting 2008 voor haar rekening. De uit het jaar 2007 overgedragen vastleggingen werden betaald met het ongebruikte deel van de subsidie van 2007.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 248 van het Verdrag controleerde de Rekenkamer de jaarrekening (3) van het Agentschap, die bestaat uit de „financiële staten” (4) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting” (5) betreffende het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

4.

Deze betrouwbaarheidsverklaring is krachtens artikel 8 van Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 (6) aan het Europees Parlement en de Raad gericht.

De verantwoordelijkheid van de directeur-generaal

5.

Als ordonnateur voert de directeur-generaal (7) de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van het Agentschap, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten. De directeur-generaal is verantwoordelijk voor het opzetten van de organisatorische structuur en van de systemen en procedures voor beheer en interne controle die van belang zijn om definitieve rekeningen te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn.

De verantwoordelijkheid van de Rekenkamer

6.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle een verklaring af te geven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Agentschap en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

7.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (8). Volgens die standaarden moet de Rekenkamer voldoen aan ethische voorschriften en de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de rekeningen geen afwijkingen van materieel belang bevatten en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

8.

De controle van de Rekenkamer houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De keuze van de procedures is afhankelijk van haar controleoordeel, waaronder de beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang in de rekeningen of van onwettige of onregelmatige verrichtingen als gevolg van fraude of fouten. Bij deze risicobeoordelingen wordt gekeken naar de interne controle met betrekking tot de opstelling en presentatie van de rekeningen door de entiteit om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. De controle van de Rekenkamer houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

9.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

10.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap (9) op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2008 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

11.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap betreffende het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

12.

De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER

13.

Daar het Agentschap geen eigen begroting heeft, maakt het de facto deel uit van de Commissie. Deze situatie doet de vraag rijzen of het nodig is het Agentschap in zijn huidige vorm en organisatie in stand te houden.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 oktober 2009.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President

ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

13.

De huidige situatie vloeit voort uit het evenwicht dat overeenkomstig het Euratom-Verdrag moet worden gehandhaafd tussen:

enerzijds de duidelijke verhouding met de Europese Commissie (zo kan de Commissie richtlijnen uitvaardigen en benoemt zij de directeur-generaal van het agentschap), en

anderzijds een bepaald niveau van juridische en financiële autonomie (zo is het agentschap mede-ondertekenaar van alle commerciële contracten met betrekking tot de aankoop van kernmateriaal, waardoor het uitvoering kan geven aan het beleid van diversificatie van de voorzieningsbronnen.)

In samenwerking met de Commissie kunnen aldus initiatieven worden genomen waardoor de werking en de efficiëntie van de activiteiten van het agentschap worden versterkt.


(1)  PB L 27 van 6.12.1958, blz. 534.

(2)  PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15.

(3)  Bij deze rekening is een verslag gevoegd over het begrotings- en financieel beheer tijdens het jaar, dat onder meer de uitvoeringsgraad van de kredieten vermeldt en beknopte informatie geeft over de kredietoverschrijvingen tussen de verschillende begrotingsonderdelen.

(4)  De financiële staten omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van het eigen vermogen en de bijlage bij de financiële staten met een beschrijving van de voornaamste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(5)  De verslagen over de begrotingsuitvoering omvatten ook de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(6)  PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15.

(7)  De verantwoordelijkheden van de directeur-generaal worden beschreven in de artikelen 7 en 8 van Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008.

(8)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(9)  De definitieve jaarrekening is op 15 mei 2009 opgesteld en op 19 juni 2009 bij de Rekenkamer ingekomen. Ze is te vinden op de website http://eca.europa.eu of op http://ec.europa.eu/euratom/accounts_en.html