15.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 304/1


VERSLAG

over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole betreffende het begrotingsjaar 2008, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

2009/C 304/01

INHOUD

 

Paragraaf

Bladzijde

INLEIDING…

1-2

2

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING…

3-12

2

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER…

13-14

3

ANDERE KWESTIES…

15-17

3

Tabel…

4

Antwoorden van het Bureau

5

INLEIDING

1.

Het Communautair Bureau voor visserijcontrole (hierna „het Bureau” genoemd), gevestigd te Vigo, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad (1) van 26 april 2005. De belangrijkste taak van het Bureau is het organiseren van de operationele coördinatie van de visserijcontroles en -inspecties van de lidstaten, om ervoor te zorgen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid effectief en uniform worden toegepast. Het Bureau werd op 11 november 2007 financieel onafhankelijk (2).

2.

De begroting 2008 van het Bureau beliep 9,5 miljoen euro, tegen 5 miljoen euro het voorgaande jaar. Aan het eind van het jaar had het Bureau 48 personeelsleden in dienst, tegen 25 het voorgaande jaar.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 248 van het Verdrag controleerde de Rekenkamer de jaarrekening (3) van het Bureau, die bestaat uit de „financiële staten” (4) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting” (5) betreffende het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

4.

Deze betrouwbaarheidsverklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (6) aan het Europees Parlement en de Raad gericht.

De verantwoordelijkheid van de directeur

5.

Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van het Bureau, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten (7). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten (8) van de organisatorische structuur en van de systemen en procedures voor beheer en interne controle die van belang zijn om definitieve rekeningen (9) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn.

De verantwoordelijkheid van de Rekenkamer

6.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle een verklaring af te geven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Bureau en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

7.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (10). Volgens die standaarden moet de Rekenkamer voldoen aan ethische voorschriften en de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de rekeningen geen afwijkingen van materieel belang bevatten en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

8.

De controle van de Rekenkamer houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De keuze van de procedures is afhankelijk van haar controleoordeel, waaronder de beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang in de rekeningen of van onwettige of onregelmatige verrichtingen als gevolg van fraude of fouten. Bij deze risicobeoordelingen wordt gekeken naar de interne controle met betrekking tot de opstelling en presentatie van de rekeningen door de entiteit om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. De controle van de Rekenkamer houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

9.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

10.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Bureau (11) op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2008 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

11.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau betreffende het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

12.

De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER

13.

De procedures voor het opstellen van de begroting waren niet strikt genoeg en leidden tot een aanzienlijk aantal begrotingsoverschrijvingen (12). Sommige van deze overschrijvingen veroorzaakten opeenvolgende verhogingen en verlagingen in dezelfde begrotingsonderdelen. Deze situatie wijst op gebreken in de programmering van de activiteiten van het Bureau en is in strijd met het specificiteitsbeginsel. Tegen de geldende regels in werd de raad van bestuur niet verzocht om goedkeuring van de overschrijvingen wanneer dit vereist was (13), noch daarvan in kennis gesteld.

14.

In vier gevallen werden de juridische verbintenissen aangegaan voordat de betrokken begrotingsvastleggingen waren gedaan (14), en aan het eind van het jaar werd 0,2 miljoen euro voor afgesloten verrichtingen zonder rechtvaardiging overgedragen. In zeven gevallen waren de juridische verbintenissen niet gedekt door begrotingsvastleggingen (15).

ANDERE KWESTIES

15.

Het Bureau stelt geen meerjarig werkprogramma op. Er worden jaarlijks ontwerp-prestatie-indicatoren volgens een algemeen model vastgesteld, ook al wordt bij het Bureau gesproken over langetermijndoelstellingen die een grondige planning van zowel budgettaire als personele middelen over meerdere jaren vergen. Een meerjarig programmeringsdocument is nog steeds nodig om de uitvoering van de strategie en de doelstellingen van het Bureau te organiseren.

16.

De doelstellingen 2008 van het Bureau zijn niet nauwkeurig aangegeven en het toezicht op de uitvoering van zijn werkprogramma blijft informeel. De invoering van een activiteitengeoriënteerd begrotingssysteem zou het gemakkelijker maken een duidelijk verband te leggen tussen het werkprogramma en de financiële prognoses.

17.

In 2008 geschiedde de werving van personeel sneller dan aanvankelijk verwacht. Daar met deze situatie geen rekening was gehouden in de prognoses voor de begroting 2009 (16), werden daarin de kredieten voor salariskosten met meer dan 35 % (ongeveer 1,3 miljoen euro) ondergewaardeerd. Het toezicht op de begrotingsuitvoering moet worden verbeterd.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 oktober 2009.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President

Tabel

Communautair Bureau voor visserijcontrole (Vigo)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad

Organisatie

In 2008 ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

In 2008 geleverde producten en diensten

Artikel 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid verplicht de lidstaten zorg te dragen voor een doeltreffende controle, inspectie en handhaving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid en daartoe met elkaar en met derde landen samen te werken.

Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Doelstellingen

Bij deze verordening wordt een Communautair Bureau voor visserijcontrole opgericht, dat tot doel heeft een operationele coördinatie van de visserijcontroles en -inspecties van de lidstaten te organiseren en de lidstaten bij te staan bij hun samenwerking, teneinde te voldoen aan de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid en ervoor te zorgen dat dit beleid effectief en uniform wordt toegepast.

Opdracht en taken

Opdracht

i)

De controle- en inspectieverplichtingen van de Gemeenschap coördineren;

ii)

de door de lidstaten gebundelde inzet van de nationale controle- en inspectiemiddelen coördineren;

iii)

de lidstaten bij de verslaglegging over de visserijactiviteiten en de controles en inspecties bijstaan;

iv)

de lidstaten bijstaan bij het vervullen van hun taken en verplichtingen uit hoofde van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

v)

de lidstaten en de Commissie bijstaan bij het harmoniseren van de toepassing van het gemeenschappelijk visserijbeleid in de hele Gemeenschap;

vi)

bijdragen tot de werkzaamheden van de lidstaten en de Commissie inzake het onderzoek naar en de ontwikkeling van controle- en inspectietechnieken;

vii)

bijdragen tot de coördinatie van de opleiding van inspecteurs en de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten;

viii)

de operaties ter bestrijding van illegale, niet-gemelde en niet-gereglementeerde visserij overeenkomstig de communautaire voorschriften coördineren.

1.   Raad van bestuur

De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en zes vertegenwoordigers van de Commissie.

2.   Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van bestuur uit een lijst van ten minste twee kandidaten die door de Commissie zijn voorgedragen.

3.   Externe controle

Rekenkamer.

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Begroting

Titel I— 4,5 miljoen euro

Titel II— 1,6 miljoen euro

Titel III— 2,4 miljoen euro

(inclusief 1,2 miljoen euro aan bestemmings-ontvangsten)

Personele middelen

Op 31.12.2007 had het Bureau 25 personeelsleden in dienst; dit aantal steeg continu en kwam eind 2008 op 48: 40 tijdelijke functionarissen en 8 arbeidscontractanten.

Plannen voor een gezamenlijke stationering (PGS's) ter organisatie van de operationele coördinatie van de visserijcontroles van de lidstaten in de volgende communautaire visserijsectoren:

kabeljauwvisserij in de Noordzee;

kabeljauwvisserij in de Baltische Zee;

blauwvintonijnvisserij in de Middellandse Zee en het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan;

bevissing van gereguleerde bestanden in internationale wateren in het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO).

De inspecteurs van de lidstaten kregen een opleiding in verband met de operationele activiteiten teneinde de effectieve en uniforme toepassing van het gemeenschappelijk visserijbeleid in alle onder een PGS vallende sectoren te verbeteren.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.

ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

13.

Het Bureau zal zich blijven inspannen om zijn begrotingsprogrammering en -toezicht te verbeteren en zo het aantal begrotingswijzigingen te beperken. Het wil er echter op wijzen dat het opstellen van de begroting voor het jaar 2008 bijzonder moeilijk was wegens de verhuizing naar zijn definitieve standplaats. Het Bureau heeft in januari 2009 een gestructureerd rapportagesysteem ingevoerd, waarmee het beter toezicht kan houden op de begroting. Ook zal de raad van bestuur regelmatig verslag worden gedaan van overschrijvingen.

14.

Het Bureau zal aanvullende maatregelen treffen om de controle op de begrotingsvastleggingen te versterken. Voorts zal het de financiële werkstroom decentraliseren, de projectmanagers en andere betrokken medewerkers extra training geven en regelmatig bijeenkomsten organiseren over begrotingsprogrammering en -toezicht.

15.

Er zal verder worden gewerkt aan het jaarlijkse en het meerjarige werkprogramma in overeenstemming met de strategie voor de middellange termijn van de raad van bestuur en rekening houdend met de uitkomsten van het debat in de Raad over de controleverordening. Het Bureau ontwikkelt ook een evaluatiesysteem voor zijn werkzaamheden op basis van belangrijke prestatie-indicatoren die voor het eerst in het werkprogramma voor 2009 werden opgenomen.

16.

Het Bureau is begonnen met het uitwerken en invoeren van een activiteitengeoriënteerd managementsysteem en streeft tegelijkertijd naar een verbetering van de programmering van en het toezicht op zijn werkzaamheden.

17.

Het Bureau heeft de programmering van en het toezicht op zijn begroting verbeterd. Daartoe zijn in 2009 nieuwe managementverslagen ingevoerd, waarmee permanent toezicht kan worden gehouden op de begrotingsuitvoering.


(1)  PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1.

(2)  Ter informatie geeft de tabel een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau.

(3)  Bij deze rekening is een verslag gevoegd over het begrotings- en financieel beheer tijdens het jaar, dat onder meer de uitvoeringsgraad van de kredieten vermeldt en beknopte informatie geeft over de kredietoverschrijvingen tussen de verschillende begrotingsonderdelen.

(4)  De financiële staten omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van het eigen vermogen en de bijlage bij de financiële staten met een beschrijving van de voornaamste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(5)  De verslagen over de begrotingsuitvoering omvatten ook de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(7)  Artikel 33 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72).

(8)  Artikel 38 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie.

(9)  De regels inzake de rekening en verantwoording en boekhouding van de agentschappen zijn vastgelegd in hoofdstuk 1 van titel VII van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 van de Commissie van 9 juli 2008 (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 23), en zijn als zodanig opgenomen in het financieel reglement van het Bureau.

(10)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(11)  De definitieve jaarrekening is op 30 juni 2009 opgesteld en op 1 juli 2009 bij de Rekenkamer ingekomen. De definitieve jaarrekening wordt geconsolideerd met die van de Commissie en vervolgens voor 15 november van het volgende jaar in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. Ze is te vinden op de website http://eca.europa.eu of op http://cfca.europa.eu/

(12)  28 besluiten tot kredietoverschrijving in 2008.

(13)  Een overschrijving van meer dan 10 % van de kredieten voor het jaar werd niet goedgekeurd door de raad van bestuur.

(14)  Totale waarde: 1,4 miljoen euro.

(15)  Totale waarde: 76 000 euro.

(16)  De in 2008 vastgestelde begroting 2009 was gebaseerd op veronderstellingen van 2007 die nooit zijn herzien.