52009PC0413

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over een besluit van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat over samenwerking op het gebied van statistiek ingestelde gemengd comité tot wijziging van bijlage A bij de overeenkomst /* COM/2009/0413 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 31.7.2009

COM(2009) 413 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt van de Gemeenschap over een besluit van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat over samenwerking op het gebied van statistiek ingestelde gemengd comité tot wijziging van bijlage A bij de overeenkomst

TOELICHTING

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat over samenwerking op het gebied van statistiek[1] (hierna "de overeenkomst" genoemd) is op 1 januari 2007 in werking getreden. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie.

Bij artikel 3 van de overeenkomst is een "Statistisch Comité Gemeenschap/Zwitserland" (hierna "het gemengd comité" genoemd) opgericht, dat verantwoordelijk is voor het beheer van de overeenkomst en zorg draagt voor een goede uitvoering ervan.

Artikel 2 van Besluit 2006/233/EG bepaalt dat de Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie, en dat het door de Gemeenschap in te nemen standpunt ten aanzien van besluiten van het gemengd comité over de financiële bijdrage van Zwitserland wordt vastgesteld door de Raad.

Artikel 4 van de overeenkomst bepaalt dat het gemengd comité kan besluiten bijlage B bij de overeenkomst inzake regels betreffende de financiële bijdrage van Zwitserland te herzien.

Uit de ervaring die sinds het begin van de uitvoering van de overeenkomst in 2007 is opgedaan, is gebleken dat bijlage B moet worden aangepast om de toepassing ervan te vereenvoudigen en de administratieve lasten in verband daarmee te verminderen.

Dit voorstel heeft financiële gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap, aangezien het voorziet in een vereenvoudiging van de methode om de Zwitserse bijdrage te berekenen. Deze wijziging leidt niet tot een onmiddellijke verandering in de inkomsten, die naar verwachting op hetzelfde niveau zullen blijven.

Het besluit van het gemengd comité wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt van de Gemeenschap over een besluit van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat over samenwerking op het gebied van statistiek ingestelde gemengd comité tot wijziging van bijlage A bij de overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Besluit 2006/233/EG[2] van de Raad van 27 februari 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat over samenwerking op het gebied van statistiek (hierna "de overeenkomst" genoemd), en met name op artikel 2,

Gezien het voorstel van de Commissie[3],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 3 van de overeenkomst voorziet in de oprichting van een comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat, het "Statistisch Comité Gemeenschap/Zwitserland" geheten (hierna het "gemengd comité" genoemd).

(2) Artikel 2 van Besluit 2006/233/EG bepaalt dat het door de Gemeenschap in te nemen standpunt ten aanzien van besluiten van het gemengd comité over de financiële bijdrage van Zwitserland door de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid wordt vastgesteld.

(3) Ter dekking van alle kosten van zijn deelneming draagt Zwitserland op jaarbasis financieel bij aan de kosten van het communautair statistisch programma.

(4) Artikel 4 van de overeenkomst bepaalt dat het gemengd comité kan besluiten bijlage B bij de overeenkomst inzake regels betreffende de financiële bijdrage van Zwitserland te herzien.

(5) Uit de ervaring die sinds het begin van de uitvoering van de overeenkomst is opgedaan, is gebleken dat de financiële toepassing moet worden vereenvoudigd en dat de administratieve lasten in verband daarmee moeten worden verminderd, waarbij de financiële bijdrage van Zwitserland op hetzelfde niveau moet blijven. Bijlage B bij de overeenkomst moet dan ook worden herzien,

BESLUIT:

Artikel 1

Het door de Europese Gemeenschap in te nemen standpunt ten aanzien van een besluit van het gemengd comité tot wijziging van bijlage B bij de overeenkomst wordt gebaseerd op het aan het onderhavige besluit gehechte ontwerpbesluit van het gemengd comité.

Artikel 2

Het besluit van het gemengd comité wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, op […]

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

- O N T W E R P -

Besluit van het Statistisch Comité Gemeenschap/Zwitserland

nr. 1/2009 van …. 2009

tot wijziging van bijlage B bij de Overeenkomst tussen de

Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat over samenwerking op het gebied van statistiek

HET STATISTISCH COMITÉ GEMEENSCHAP/ZWITSERLAND,

Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat over samenwerking op het gebied van statistiek[4], en met name op artikel 4, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat is op 1 januari 2007 in werking getreden en bevat bijlage B inzake regels betreffende de financiële bijdrage van Zwitserland.

(2) Uit de ervaring die sinds het begin van de uitvoering van de overeenkomst is opgedaan, is gebleken dat de toepassing ervan moet worden vereenvoudigd en dat de administratieve lasten in verband daarmee moeten worden verminderd. Bijlage B moet dan ook worden herzien,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage B bij de overeenkomst wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Luxemburg,

Voor het gemengd comité

Het hoofd van de EG-delegatie

Het hoofd van de Zwitserse delegatie

BIJLAGE B

FINANCIËLE REGELING BETREFFENDE DE BIJDRAGE VAN ZWITSERLAND ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8

1. Vaststelling van de financiële bijdrage

1.1. Zwitserland levert ieder jaar een financiële bijdrage aan het communautair statistisch programma.

1.2. Deze bijdrage wordt gebaseerd op twee elementen:

— de totale kosten van Eurostat [kosten];

— het aantal lidstaten van de Europese Unie [# lidstaten].

1.3. De financiële bijdrage beloopt: [kosten] /[# lidstaten].

1.4. De afzonderlijke elementen worden als volgt berekend:

1.4.1. De totale kosten van Eurostat worden vastgesteld op 85% van het bedrag aan vastleggingskredieten voor het beleidsterrein Statistiek (titel 29) van de begroting van de Europese Unie, volgens de classificatie van het op activiteiten gebaseerde begrotingssysteem. Hiertoe behoren de uitgaven voor beheer en ondersteuning voor het beleidsterrein Statistiek (uitgaven voor personeel in actieve dienst, extern personeel en andere beheersuitgaven, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven en ondersteunende uitgaven voor maatregelen) en de financiële steun voor de productie van statistische informatie. [kosten]

1.4.2. Het aantal lidstaten wordt gedefinieerd als het aantal lidstaten van de Europese Unie op 1 januari van het desbetreffende jaar. [# lidstaten]

1.5. Onmiddellijk na de goedkeuring van het voorontwerp van begroting van de Europese Unie voor het desbetreffende jaar wordt een ontwerpberekening van de financiële bijdrage gemaakt. De definitieve berekening wordt onmiddellijk na de goedkeuring van de begroting voor dat jaar gemaakt.

2. Betalingsprocedures

2.1. Uiterlijk op 15 juni van elk begrotingsjaar doet de Commissie aan Zwitserland een verzoek tot storting in verband met de bijdrage van Zwitserland in het kader van deze overeenkomst. Dit verzoek tot storting betreft de betaling van de bijdrage van Zwitserland uiterlijk op 15 juli. Als het verzoek tot storting te laat wordt gedaan, wordt de vastgelegde betalingsdatum met een even lange termijn uitgesteld, zodat de betalingstermijn ten minste dertig dagen bedraagt.

2.2. De bijdrage van Zwitserland wordt uitgedrukt en betaald in euro.

2.3. Zwitserland betaalt zijn bijdrage in het kader van deze overeenkomst volgens het in punt 2.1 vermelde tijdschema. Bij achterstallige betalingen wordt rente in rekening gebracht op basis van de rentevoet die op de eerste kalenderdag van de maand van de vervaldag door de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, zoals bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, verhoogd met anderhalf procentpunt. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand. De interest is evenwel pas verschuldigd als de betaling meer dan dertig dagen na de in punt 2.1 genoemde termijn plaatsvindt.

2.4. De kosten van Zwitserse vertegenwoordigers en deskundigen die deelnemen aan vergaderingen die door de Commissie in het kader van deze overeenkomst worden bijeengeroepen, worden niet door de Commissie vergoed. Zoals in artikel 6, lid 2, wordt bepaald, komen de kosten in verband met de detachering van Zwitserse nationale ambtenaren bij Eurostat geheel ten laste van Zwitserland.

Onder voorbehoud van een overeenkomst tussen Eurostat en het Bundesamt für Statistik mag Zwitserland de kosten van gedetacheerde nationale deskundigen van zijn financiële bijdrage aftrekken. Het maximumbedrag dat per ambtenaar mag worden afgetrokken, is niet hoger dan het maximum dat wordt afgetrokken voor ambtenaren uit de EER-EVA-landen die in het kader van de EER-overeenkomst bij Eurostat gedetacheerd zijn. Dit bedrag wordt jaarlijks overeengekomen door het gemengd comité.

2.5. Betalingen door Zwitserland worden gecrediteerd als begrotingsontvangsten die bestemd zijn voor de desbetreffende begrotingsregel van de staat van ontvangsten van de algemene begroting van de Europese Unie. Het financieel reglement[5] dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, is ook van toepassing op het beheer van de kredieten.

3. Uitvoeringsvoorwaarden

3.1. Normaliter wordt de financiële bijdrage van Zwitserland overeenkomstig artikel 8 in de loop van het begrotingsjaar in kwestie niet gewijzigd.

3.2. Bij de afsluiting van de rekeningen over elk begrotingsjaar (n) gaat de Commissie in het kader van de opstelling van de jaarrekening over tot een regularisering van de rekeningen in verband met de bijdrage van Zwitserland; daarbij houdt zij rekening met de wijzigingen die zich in de loop van het begrotingsjaar hebben voorgedaan door overschrijvingen, annuleringen, overboekingen of aanvullende en gewijzigde begrotingen. Met deze regularisering, die geschiedt in het kader van de opstelling van de begroting voor het volgende jaar (n+2), moet rekening worden gehouden in het verzoek tot storting.

4. Informatie

Uiterlijk op 31 mei van elk begrotingsjaar (n+1) wordt de staat van de kredieten voor de operationele en administratieve financiële verplichtingen van Eurostat in verband met het voorgaande begrotingsjaar (n) opgesteld en ter informatie aan Zwitserland toegezonden in de voor de jaarrekening van de Commissie gebruikelijke opmaak.

4.2. De Commissie verstrekt Zwitserland alle andere algemene financiële gegevens met betrekking tot Eurostat die ook beschikbaar worden gesteld aan de EVA-EER-landen.

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Besluit tot wijziging van bijlage B bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat over samenwerking op het gebied van statistiek.

2. BEGROTINGSONDERDELEN

Hoofdstuk en artikel: 29 0203 "Communautair Statistisch programma 2008-2012"

Begroot bedrag voor het betrokken jaar: 3,8 miljoen euro

3. FINANCIËLE GEVOLGEN

( Het voorstel heeft geen financiële gevolgen

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:

(in miljoen euro, tot op 1 decimaal)

Begrotingsonderdeel | Ontvangsten[6] | periode van 12 maanden vanaf 01/01/2009 |

Artikel 29 0203 | Gevolgen voor de eigen middelen | 3,8 |

Artikel … | Gevolgen voor de eigen middelen |

Situatie na de actie |

[n+1] | [n+2] | [n+3] | [n+4] | [n+5] |

Artikel 29 0203 | 3,8 | 3,8 | 3,9 | 3,9 | 3,9 |

4. ANDERE OPMERKINGEN

Het doel van dit voorstel is de berekeningmethode voor de bijdrage van Zwitserland aan het communautair statistisch programma te vereenvoudigen.

Deze bijdrage is niet afhankelijk van de vaststelling van een specifiek jaarlijks werkprogramma voor de Gemeenschap en Zwitserland, maar wordt een vast percentage.

Dit voorstel heeft financiële gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap, aangezien het voorziet in een vereenvoudiging van de methode om de Zwitserse bijdrage te berekenen. Deze wijziging leidt niet tot een onmiddellijke verandering in de inkomsten, die naar verwachting op hetzelfde niveau zullen blijven. Het vaste percentage (85%) stemt overeen met de gebruikelijke hoogte van de bijdrage van Zwitserland aan het communautair statistisch programma. Naar verwachting zal het bedrag van het programma tot 2013 min of meer gelijk blijven.

De financiële bijdrage van Zwitserland sinds het begin van de uitvoering van de overeenkomst varieerde tussen 3,6 miljoen en 3,8 miljoen euro per jaar, hetgeen overeenstemt met ongeveer 85% van het statistisch programma.

Opgemerkt moet worden dat in Zwitserland gevestigde instellingen aan specifieke door Eurostat beheerde communautaire programma's mogen deelnemen met dezelfde contractuele rechten en plichten als in de Gemeenschap gevestigde instellingen. In Zwitserland gevestigde instellingen hebben evenwel geen recht op financiële bijdragen van Eurostat.

De kosten in verband met de detachering van nationale deskundigen uit Zwitserland bij Eurostat, waaronder lonen, sociale premies, pensioenbijdragen en reis- en dagvergoedingen, worden volledig gedragen door Zwitserland.

[1] PB L 90 van 28.3.2006, blz. 2.

[2] PB L 90 van 28.3.2006, blz. 1.

[3] PB C […] van […], blz. […].

[4] PB L 90 van 28.3.2006, blz. 2.

[5] Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 over het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

[6] Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.