52009PC0119

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee /* COM/2009/0119 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 12.3.2009

COM(2009) 119 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De Gemeenschap en de Republiek Guinee hebben onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector waarbij aan vissers uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de visserijzone van Guinee, en hebben die overeenkomst op 20 december 2008 geparafeerd. Deze partnerschapsovereenkomst, vergezeld van een protocol en de bijlagen erbij, is gesloten voor de duur van vier jaar en kan worden verlengd. Op de dag van haar inwerkingtreding vervangt deze partnerschapsovereenkomst de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van de Revolutionaire Volksrepubliek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee, die op 27 april 1983 in werking is getreden; laatstgenoemde overeenkomst wordt op die dag ingetrokken.

Bij het bepalen van haar onderhandelingspositie heeft de Commissie zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie achteraf door externe deskundigen.

Het hoofddoel van de nieuwe partnerschapsovereenkomst is de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee te versterken en daartoe, in het belang van beide partijen, een partnerschapskader in te stellen voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Guinee.

Beide partijen hebben besloten zich te verbinden tot het aangaan van een politieke dialoog over visserijaangelegenheden van wederzijds belang. Voorts verbinden zij zich ertoe de duurzame exploitatie van de visbestanden, de controle en de bewaking van de visserijzones van de Republiek Guinee te garanderen en het nodige te doen om de institutionele capaciteit van deze republiek te versterken, opdat Guinee een echt sectoraal visserijbeleid kan voeren.

De in het protocol vastgestelde financiële tegenprestatie bedraagt 450 000 euro per jaar voor vangstmogelijkheden in de categorie sterk migrerende soorten. Het volledige bedrag van deze tegenprestatie wordt toegekend voor de invoering van een nationaal visserijbeleid dat gericht is op een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de visbestanden in de wateren van Guinee.

Voorts wordt een aanvullende specifieke bijdrage van 600 000 euro in het eerste jaar, 400 000 euro in het tweede jaar en 300 000 euro in de volgende jaren toegekend om het toezicht-, controle- en bewakingssysteem in de Guinese visserijzones te helpen versterken en ervoor te zorgen dat Guinee zich tegen 30 juni 2010 met een satellietbewakingssysteem kan uitrusten. Tot slot zal de Gemeenschap ondersteuning bieden voor de inspanningen die Guinee levert om alle middelen waarover het land beschikt, in te zetten en te benutten voor een zo goed mogelijke uitvoering van het bewakingsbeleid.

In het protocol is ook bepaald dat, als de toestand van de garnalenbestanden en het beheer van de Guinese garnalengronden dit mogelijk maken, elk jaar vangstmogelijkheden voor trawlers voor de garnalenvisserij kunnen worden toegekend. Hierbij zou het gaan om 800 brutoregisterton (brt) per kwartaal. Voor deze vangstmogelijkheden zouden de voorwaarden van het protocol gelden, die gericht zijn op een duurzame garnalenvisserij.

Wat de vangstmogelijkheden betreft, is overeengekomen dat 28 vaartuigen voor de zegenvisserij en 12 vaartuigen voor de hengelvisserij toestemming krijgen om te vissen. Op verzoek van de Gemeenschap kunnen in het kader van de overeenkomst experimentele visreizen worden uitgevoerd. Als die positief blijken te zijn, zullen de twee partijen kunnen beslissen nieuwe vangstmogelijkheden aan de communautaire vaartuigen toe te wijzen.

Voorts voorziet de partnerschapsovereenkomst in de bevordering van de economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en aanverwante sectoren.

De Commissie stelt derhalve voor dat de Raad de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee inzake de visserij in de visserijzones van Guinee, bij besluit goedkeurt.

Een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van deze nieuwe partnerschapsovereenkomst in de visserijsector wordt in een aparte procedure behandeld.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Gemeenschap heeft met de Republiek Guinee onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector waarbij aan communautaire vaartuigen vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover Guinee de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden bezit.

(2) Na afloop van die onderhandelingen is op 20 december 2008 een nieuwe partnerschapsovereenkomst in de visserijsector geparafeerd.

(3) De overeenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Guinee wordt ingetrokken bij de nieuwe partnerschapsovereenkomst in de visserijsector.

(4) Om te garanderen dat de communautaire vaartuigen kunnen blijven vissen, is het van belang dat de nieuwe partnerschapsovereenkomst in de visserijsector zo spoedig mogelijk wordt toegepast. Daarom hebben beide partijen een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing vanaf 1 januari 2009 van het geparafeerde protocol bij de nieuwe partnerschapsovereenkomst in de visserijsector geparafeerd.

(5) Het is in het belang van de Gemeenschap de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling goed te keuren.

(6) Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

1. De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

a) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen

Spanje | 15 vaartuigen |

Frankrijk | 11 vaartuigen |

Italië | 2 vaartuigen |

b) vaartuigen voor de hengelvisserij

Spanje | 8 vaartuigen |

Frankrijk | 4 vaartuigen |

2. Als met de aanvragen voor vismachtigingen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie aanvragen voor vismachtigingen van andere lidstaten in overweging nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van de in artikel 1 genoemde overeenkomst vissen, melden de in de visserijzone van Guinee gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie en doen dit, tot de datum van inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen als bedoeld in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee[2], en na die datum overeenkomstig de eerstbedoelde uitvoeringsbepalingen.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee inzake de visserij in de visserijzones van Guinee

A. Brief van de regering van de Republiek Guinee:

Geachte heer,

Het doet mij genoegen dat de onderhandelaars van de Republiek Guinee en van de Europese Gemeenschap overeenstemming hebben bereikt over een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Republiek Guinee en de Europese Gemeenschap, alsmede over een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, en de bijlagen daarbij.

Het resultaat van deze onderhandelingen, dat een positief gevolg is van de vorige overeenkomst, zal onze relaties op visserijgebied intensiveren en leiden tot een volwaardig partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam en verantwoordelijk visserijbeleid in de wateren van Guinee. Ik wil u dan ook voorstellen de procedures ter goedkeuring en ratificatie van de teksten van de overeenkomst, het protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels gelijktijdig in te leiden overeenkomstig de in de Republiek Guinee en de Europese Gemeenschap geldende procedures voor de inwerkingtreding ervan.

Verwijzend naar de overeenkomst en het protocol die op 20 december 2008 zijn geparafeerd en waarbij voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie zijn vastgesteld, heb ik de eer u mee te delen dat de regering van de Republiek Guinee zich, met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten van de communautaire vaartuigen in de wateren van Guinee, bereid verklaart deze overeenkomst en dit protocol met ingang van 1 januari 2009 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 19 van de overeenkomst, op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap bereid is hetzelfde te doen.

In dat geval dient de eerste tranche van de in artikel 2 van het protocol vastgestelde financiële tegenprestatie te worden betaald vóór 30 november 2009.

Mag ik u vragen te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing?

Met de meeste hoogachting,

Voor de regering van de Republiek Guinee

B. Brief van de Europese Gemeenschap

Geachte heer,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden welke als volgt luidt:

“Geachte heer,

Het doet mij genoegen dat de onderhandelaars van de Republiek Guinee en van de Europese Gemeenschap overeenstemming hebben bereikt over een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Republiek Guinee en de Europese Gemeenschap, alsmede over een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, en de bijlagen daarbij.

Het resultaat van deze onderhandelingen, dat een positief gevolg is van de vorige overeenkomst, zal onze relaties op visserijgebied intensiveren en leiden tot een volwaardig partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam en verantwoordelijk visserijbeleid in de wateren van Guinee. Ik wil u dan ook voorstellen de procedures ter goedkeuring en ratificatie van de teksten van de overeenkomst, het protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels gelijktijdig in te leiden overeenkomstig de in de Republiek Guinee en de Europese Gemeenschap geldende procedures voor de inwerkingtreding ervan.

Verwijzend naar de overeenkomst en het protocol die op 20 december 2008 zijn geparafeerd en waarbij voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie zijn vastgesteld, heb ik de eer u mee te delen dat de regering van de Republiek Guinee zich, met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten van de communautaire vaartuigen in de wateren van Guinee, bereid verklaart deze overeenkomst en dit protocol met ingang van 1 januari 2009 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 19 van de overeenkomst, op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap bereid is hetzelfde te doen.

In dat geval dient de eerste tranche van de in artikel 2 van het protocol vastgestelde financiële tegenprestatie te worden betaald vóór 30 november 2009.

Mag ik u vragen te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing?

Met de meeste hoogachting,

Voor de regering van de Republiek Guinee”.

Ik heb de eer u te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing.

Met de meeste hoogachting,

Namens de Europese Gemeenschap

Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Republiek Guinee en de Europese Gemeenschap

DE REPUBLIEK Guinee, hierna “Guinee” genoemd,

en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna “de Gemeenschap” genoemd,

hierna als “de partijen” aangeduid,

GELET OP de nauwe samenwerking tussen de Gemeenschap en Guinee, met name in het kader van de overeenkomst van Cotonou, en op de wens van beide partijen deze betrekkingen te intensiveren,

GELET OP de wens van beide partijen om de verantwoorde exploitatie van de visbestanden via samenwerking te bevorderen,

REKENING HOUDEND MET de bepalingen van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties,

VASTBESLOTEN om de beslissingen en aanbevelingen uit te voeren van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan, hierna de “ICCAT” genoemd,

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de FAO goedgekeurde Gedragscode voor een verantwoorde visserij,

VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen,

ERVAN OVERTUIGD DAT bij deze samenwerking de complementariteit voorop moet staan van de initiatieven en de acties die door beide partijen samen of door elk van de partijen afzonderlijk worden uitgevoerd en dat daartoe de coherentie van de beleidslijnen en de synergie van de inspanningen moeten worden gegarandeerd,

VASTBESLOTEN daartoe een dialoog op gang te brengen over het door de regering van Guinee vastgestelde sectorale visserijbeleid, en passende middelen te kiezen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van communautaire vaartuigen die actief zijn in de wateren van Guinee en met betrekking tot de steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij in die wateren,

VASTBERADEN te streven naar een nog nauwere economische samenwerking op visserijgebied en in de daarvan afhankelijke sectoren door de oprichting en ontwikkeling van joint ventures tussen ondernemingen van beide partijen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 - Onderwerp

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake:

- de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op visserijgebied, die tot doel heeft om, ter bevordering van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, een verantwoorde visserij in de visserijzones van Guinee in te voeren en de visserijsector van Guinee te ontwikkelen;

- de toegang van de communautaire vissersvaartuigen tot de visserijzones van Guinee;

- de samenwerking betreffende de regelingen voor de controle van de visserij in de visserijzones van Guinee, met als doel de naleving van de bovengenoemde voorschriften te garanderen, ervoor te zorgen dat de maatregelen op het gebied van de instandhouding en het beheer van de visbestanden hun doel treffen en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden;

- partnerschappen tussen bedrijven voor de ontwikkeling, in hun gemeenschappelijk belang, van economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1. “autoriteiten van Guinee”: het voor visserij bevoegde ministerie;

2. “autoriteiten van de Gemeenschap”: de Europese Commissie;

3. “visserijzone van Guinee”: de wateren waarover Guinee op visserijgebied de jurisdictie heeft. De in deze overeenkomst bedoelde visserijactiviteiten van communautaire vaartuigen mogen alleen worden uitgeoefend in de zones waarin visserij is toegestaan op grond van de wetgeving van Guinee;

4. “vissersvaartuig”: elk vaartuig dat is uitgerust voor de commerciële exploitatie van levende aquatische hulpbronnen;

5. “communautair vaartuig”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;

6. “gemengde commissie”: een commissie van vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Guinee als omschreven in artikel 10 van deze overeenkomst;

7. “overlading”: het overbrengen, in een haven en/of op een rede, van alle vis aan boord van een vissersvaartuig of een gedeelte daarvan, naar een ander vissersvaartuig;

8. “abnormale omstandigheden”, andere omstandigheden dan natuurverschijnselen die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen en de uitoefening van de visserijactiviteiten in de wateren van Guinee verhinderen;

9. “ACS-zeelieden”, elke zeeman die onderdaan is van een niet-Europees land dat de overeenkomst van Cotonou heeft ondertekend. In die zin is een Guinese zeeman een ACS-zeeman;

10. “de toezichthoudende autoriteit”: het “Centre National de Surveillance et de Protection des Pêches” (CNSP);

11. “de delegatie”: de delegatie van de Europese Commissie in Guinee;

12. “reder”: elke persoon die juridisch aansprakelijk is voor een vissersvaartuig;

13. “vismachtiging”: het recht om overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst visserijactiviteiten te verrichten in een bepaalde periode, in een bepaalde zone of voor een bepaalde soort van visserij.

Artikel 3 - Beginselen en doelstellingen van deze overeenkomst

1. De partijen verbinden zich tot het bevorderen van een verantwoorde visserij in de visserijzones van Guinee, zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en zonder afbreuk te doen aan de overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden van één bepaald geografisch gebied, met inbegrip van wederzijdse visserijovereenkomsten.

2. De partijen verbinden zich ertoe de beginselen van dialoog en voorafgaand overleg tot regel te verheffen, met name wat betreft de uitvoering van het sectorale visserijbeleid enerzijds en van het beleid en de maatregelen van de Gemeenschap die een impact kunnen hebben op de visserijsector van Guinee, anderzijds.

3. De partijen werken ook samen aan gezamenlijke en individuele evaluaties voor, tijdens en na maatregelen, programma’s en acties die worden uitgevoerd op grond van deze overeenkomst.

4. De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur en beogen daarbij in Guinee banen te scheppen, rekening houdend met de toestand van de visbestanden.

5. Met name geldt voor het werk dat ACS-zeelieden op communautaire vaartuigen verrichten, de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

Artikel 4 - Wetenschappelijke samenwerking

1. Tijdens de duur van de overeenkomst doen de Gemeenschap en Guinee het nodige om de ontwikkeling van de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Guinee te volgen.

2. De twee partijen plegen, op basis van de aanbevelingen en resoluties van alle bevoegde internationale organisaties voor de exploitatie en het beheer van de visserij en in het licht van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in de in artikel 10 van deze overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, eventueel na een wetenschappelijke vergadering en in onderlinge overeenstemming, maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden vast te stellen die van belang zijn voor de activiteiten van de communautaire vaartuigen.

3. De partijen verbinden zich ertoe om, hetzij rechtstreeks, inclusief op subregionaal niveau, hetzij binnen de bevoegde internationale organisaties, te overleggen met het oog op het beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen in de Atlantische Oceaan en op samenwerking in het kader van het wetenschappelijk onderzoek ter zake.

Artikel 5 – Toegang van communautaire vaartuigen tot de visgronden in de wateren van Guinee

1. Guinee verbindt zich ertoe communautaire vaartuigen in zijn visserijzone te laten vissen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en van het aan de overeenkomst gehechte protocol en de daarbij horende bijlage.

2. De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de in Guinee geldende wetten en voorschriften. De autoriteiten van Guinee stellen de Gemeenschap in kennis van elke wijziging in voornoemde wetgeving. Onverminderd bepalingen die de partijen onder elkaar zouden kunnen overeenkomen, moeten de communautaire vaartuigen deze wijzigingen in de regelgeving binnen één maand na de kennisgeving ervan in acht nemen.

3. Guinee verbindt zich ertoe al het nodige te doen voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol opgenomen bepalingen inzake visserijtoezicht. De communautaire vaartuigen werken samen met de voor de uitvoering van dit toezicht bevoegde autoriteiten van Guinee.

4. De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren onder de jurisdictie van Guinee in acht nemen, conform het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties.

Artikel 6 – Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij – exclusiviteitsclausule

1. De communautaire vaartuigen mogen slechts visserijactiviteiten in de visserijzone van Guinee uitoefenen indien zij in het bezit zijn van een geldige vismachtiging die door Guinee in het kader van deze overeenkomst en het daaraan gehechte protocol is afgegeven.

2. Voor niet in het geldende protocol opgenomen visserijtypes en voor de experimentele visserij kan het ministerie vismachtigingen afgeven aan communautaire vaartuigen. Dergelijke machtigingen mogen echter alleen worden afgegeven indien beide partijen daarover gunstig hebben geadviseerd.

3. De procedure voor het verkrijgen van een vismachtiging voor een vaartuig, de geldende bedragen en de wijze van betaling door de reder zijn vermeld in de bijlage bij het protocol.

Artikel 7 - Financiële tegenprestatie

1. De Gemeenschap betaalt Guinee een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijlagen vastgestelde voorwaarden en regelingen. Deze financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van twee elementen, namelijk:

a) de toegang van communautaire vaartuigen tot de wateren en de visbestanden van Guinee, en

b) de financiële steun van de Gemeenschap voor het voeren van een nationaal visserijbeleid dat gericht is op een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de visbestanden in de Guinese wateren.

2. Het in lid 1, onder b), bedoelde gedeelte van de financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van doelstellingen die de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig de bepalingen van het protocol vaststellen voor het door de Guinese regering omschreven sectorale visserijbeleid, en op basis van de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering van de uitvoering.

3. De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap wordt ieder jaar betaald overeenkomstig de bepalingen van het protocol en onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst en van het protocol inzake eventuele wijzigingen van het bedrag van de tegenprestatie op grond van:

a) abnormale omstandigheden;

b) een verlaging van de vangstmogelijkheden voor communautaire vaartuigen die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld met het oog op de toepassing van maatregelen voor het beheer van de betrokken bestanden die op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen;

c) een verhoging van de vangstmogelijkheden voor communautaire vaartuigen die in onderlinge overeenstemming door de partijen wordt vastgesteld voor zover dit gezien de toestand van de betrokken bestanden volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

d) een gezamenlijke herziening van de voorwaarden voor de financiële steun voor de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Guinee, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de door de partijen geconstateerde resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering;

e) de opzegging van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 15;

f) de schorsing van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 14.

Artikel 8 - Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren en in het maatschappelijk middenveld

1. De partijen bevorderen economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren.

2. De partijen verbinden zich ertoe de uitwisseling van informatie over visserijtechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de verwerking van visserijproducten te bevorderen.

3. De partijen spannen zich in om omstandigheden te creëren die bevorderlijk zijn voor de technische, economische en commerciële betrekkingen tussen hun bedrijven; hiertoe bieden zij stimulansen die een klimaat scheppen dat aanzet tot zaken doen en investeren.

4. De partijen stimuleren met name de oprichting van joint ventures die gericht zijn op het wederzijdse belang, met voortdurende inachtneming van de vigerende Guinese en communautaire wetgeving.

Artikel 9 - Administratieve samenwerking

De overeenkomstsluitende partijen, die zich willen verzekeren van de doeltreffendheid van de maatregelen voor beheer en instandhouding van de visbestanden:

- ontwikkelen een administratieve samenwerking om er elk van hun kant op toe te zien dat hun vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de regelgeving betreffende de maritieme visserij van Guinee respecteren;

- werken samen om met name via gegevensuitwisseling en nauwe administratieve samenwerking illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te voorkomen en te bestrijden.

Artikel 10 - Gemengde commissie

1. Er wordt een gemengde commissie opgericht die wordt belast met de follow-up en de controle van de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie moet:

a) toezicht houden op de uitvoering, de interpretatie en de goede werking van de overeenkomst, en op het oplossen van geschillen;

b) toezicht houden op de bijdrage van de partnerschapsovereenkomst aan de tenuitvoerlegging van het sectoraal visserijbeleid van Guinee en deze evalueren;

c) optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

d) fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of toepassing van de overeenkomst;

e) indien nodig de vangstmogelijkheden herzien, en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie;

f) de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij vaststellen overeenkomstig het protocol;

g) praktische bepalingen vaststellen voor de in artikel 9 van deze overeenkomst bedoelde administratieve samenwerking;

h) elke andere taak vervullen die de partijen haar in onderlinge overeenstemming opleggen, inclusief taken in verband met de strijd tegen de illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst en met administratieve samenwerking.

2. De gemengde commissie komt minstens eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Guinee en in de Gemeenschap, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van één van beide partijen wordt een buitengewone vergadering belegd.

Artikel 11 - Geografisch toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van Guinee en de wateren onder Guinese jurisdictie.

Artikel 12 - Duur

Deze overeenkomst is geldig voor een periode van vier jaar vanaf de datum van inwerkingtreding; zij wordt stilzwijgend verlengd voor telkens een periode van vier jaar, tenzij zij overeenkomstig artikel 15 wordt opgezegd.

Artikel 13 - Regeling van geschillen

Bij geschillen betreffende de interpretatie en/of de toepassing van deze overeenkomst plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg.

Artikel 14 – Schorsing

1. De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van een van de partijen worden geschorst wanneer tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op de minnelijke schikking van hun geschil.

2. De in artikel 7 bedoelde financiële bijdrage wordt voor de duur van de schorsing evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 15 - Opzegging

1. Deze overeenkomst kan door elke partij wegens abnormale gebeurtenissen worden opgezegd, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de door Guinee aan communautaire vaartuigen toegekende vangstmogelijkheden afnemen of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen.

2. De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen.

3. Na de in lid 2 bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.

4. De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt, wordt evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 16 – Protocol en bijlage

Het protocol en de bijlage vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 17 Geldend nationaal recht

De activiteiten van de communautaire vissersvaartuigen die in de wateren van Guinee actief zijn, ressorteren onder Guinees recht, tenzij anders is bepaald in deze overeenkomst, het protocol of de daarbij horende bijlage en aanhangsels.

Artikel 18 - Intrekking

Op de dag van haar inwerkingtreding vervangt de onderhavige overeenkomst de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee van 28 maart 1983; laatstgenoemde overeenkomst wordt op dat moment ingetrokken.

Artikel 19 – Inwerkingtreding

Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan schriftelijk in kennis stellen dat hun respectieve daartoe vereiste interne procedures zijn afgewikkeld.

Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee

Artikel 1 Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

1. De op grond van artikel 5 van de overeenkomst toegekende vangstmogelijkheden worden voor een op 1 januari 2009 ingaande periode van vier jaar vastgesteld voor sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982), meer bepaald:

- vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen: 28 vaartuigen,

- vaartuigen voor de hengelvisserij: 12 vaartuigen.

2. Vanaf het tweede jaar waarin dit protocol van toepassing is, kunnen elk jaar, na een gezamenlijke evaluatie van de toestand van de garnalenbestanden en van het beheer van de Guinese garnalengronden, vangstmogelijkheden voor trawlers voor de garnalenvisserij worden toegekend ten belope van 800 brutoregisterton (brt) per kwartaal, voor zover aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

- een transparant beheer van de toegang tot de garnalenvisserij en met name van de visserijinspanning van de nationale en de buitenlandse vloten met betrekking tot deze soort. Hiertoe legt Guinee elk jaar vóór 31 oktober een overzicht voor van de visserijinspanning voor deze soort in de wateren van Guinee;

- de uitvoering van een bewakings-, toezichts- en controleplan in de wateren van Guinee;

- een wetenschappelijke analyse van de toestand van de bestanden en van de resultaten van wetenschappelijke campagnes, met dien verstande dat die resultaten elk jaar moeten worden meegedeeld, samen met de gegevens over de visserijinspanning.

De voorwaarden voor de garnalenvisserij worden elk jaar gezamenlijk vastgesteld vóór de afgifte van de vismachtigingen, en in elk geval vóór de betaling van de in artikel 2 van dit protocol bedoelde jaarlijkse aanvullende financiële tegenprestatie die in verhouding staat tot de verhoging van de vangstmogelijkheden.

3. De leden 1 en 2 zijn van toepassing onder voorbehoud van de artikelen 4 en 5 van dit protocol.

4. Vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren, mogen slechts visserijactiviteiten beoefenen in de visserijzone van Guinee als zij in het bezit zijn van een geldige vismachtiging die door Guinee in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen in de bijlage bij dit protocol is afgegeven.

Artikel 2 Financiële tegenprestatie - Betalingswijze

1. De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie bestaat voor de in artikel 1, lid 1, bedoelde periode uit een bedrag van 325 000 euro per jaar enerzijds, dat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 5 000 ton per jaar, en een specifiek bedrag van 125 000 euro per jaar anderzijds, dat wordt uitgetrokken voor de ondersteuning en de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Guinee. Dit specifieke bedrag maakt integrerend deel uit van de in artikel 7 van de overeenkomst vastgestelde financiële tegenprestatie [3].

Als overeenkomstig artikel 1, lid 2, aanvullende vangstmogelijkheden worden toegekend, omvat de in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie, voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde periode, ook een bedrag van 300 000 euro per jaar, dat in verhouding staat tot de verhoging van de vangstmogelijkheden.

Bij de hierboven bedoelde bedragen komt een specifieke bijdrage van de Gemeenschap ten belope van 600 000 euro voor het eerste jaar, 400 000 euro voor het tweede jaar en 300 000 euro voor de volgende jaren, die wordt toegekend om het toezicht-, controle- en bewakingssysteem in de Guinese visserijzones te versterken en om ervoor te zorgen dat Guinee zich tegen 30 juni 2010 met een satellietbewakingssysteem kan uitrusten. Deze bijdrage wordt beheerd overeenkomstig artikel 7 van dit protocol.

2. Lid 1 is van toepassing onder voorbehoud van de artikelen 4, 5, 6 en 7 van dit protocol.

3. De Gemeenschap betaalt het in lid 1 vastgestelde totale bedrag (1 050 000 euro voor het eerste jaar en in voorkomend geval 1 150 000 euro voor het tweede jaar en 1 050 000 euro voor de volgende jaren) elk jaar gedurende de hele periode waarin dit protocol van toepassing is[4]. Met deze bedragen wordt niet vooruitgelopen op wijzigingen bij de vangstmogelijkheden of de aanbieding van nieuwe vangstmogelijkheden waartoe kan worden besloten overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van dit protocol.

4. Als de totale vangst van de communautaire vaartuigen in de Guinese visserijzones meer bedraagt dan de referentiehoeveelheid, wordt het bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie met 65 euro per extra gevangen ton verhoogd. De Gemeenschap mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 3 vermelde bedrag (d.i. 1 050 000 euro voor het eerste jaar en in voorkomend geval 1 150 000 euro voor het tweede jaar en 1 050 000 euro voor de volgende jaren). Als de communautaire vaartuigen meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.

5. De in lid 1 bedoelde financiële tegenprestatie wordt voor het eerste jaar uiterlijk op 30 november 2009 betaald en voor de volgende jaren uiterlijk op 1 februari.

6. Onder voorbehoud van artikel 6 wordt de bestemming van deze middelen vastgesteld in het kader van de financieringswet van Guinee, behalve als het gaat om de in artikel 2, lid 1, derde alinea, van dit protocol vastgestelde specifieke bijdrage, die krachtens die bepaling onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Guinee valt.

7. De in dit artikel vastgestelde bedragen worden overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij de Centrale Bank van Guinee, waarvan de referenties elk jaar door het ministerie worden meegedeeld, tenzij het gaat om de in artikel 2, lid 1, derde alinea, vastgestelde specifieke bijdrage, die rechtstreeks wordt overgemaakt op een rekening van het “Centre National de Surveillance et de Protection des Pêches”, met dien verstande dat de betaling voor het eerste jaar pas wordt verricht nadat de programmering voor deze middelen door beide partijen is goedgekeurd.

Artikel 3 Samenwerking met het oog op een verantwoorde visserij - Wetenschappelijke samenwerking

1. Beide partijen verbinden zich hierbij tot het bevorderen van een verantwoorde visserij in de wateren van Guinee zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren aanwezig zijn.

2. Tijdens de duur van dit protocol doen de Gemeenschap en de autoriteiten van Guinee het nodige om de ontwikkeling van de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Guinee te volgen.

3. Beide partijen verbinden zich ertoe de samenwerking op subregionaal niveau op het gebied van de verantwoorde visserij te bevorderen, met name in het kader van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en iedere andere bevoegde subregionale of internationale organisatie.

4. Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst plegen de partijen, op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, in voorkomend geval na een wetenschappelijke vergadering die eventueel op subregionaal niveau wordt gehouden, in onderlinge overeenstemming maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden vast te stellen die van belang zijn voor de activiteiten van de communautaire vaartuigen. Bij deze maatregelen wordt rekening gehouden met de aanbevelingen en de resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT).

Artikel 4 Herziening van de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming

1. De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd voor zover uit de conclusies van de in artikel 3, lid 4, van dit protocol bedoelde wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Guinee niet schaadt. De in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig en pro rata temporis verhoogd.

2. Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over een verlaging van de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd.

3. De verdeling van de vangstmogelijkheden over de verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden aangepast, mits de partijen daartoe samen na overleg besluiten, en mits eventuele aanbevelingen van de in artikel 3, lid 4, van dit protocol bedoelde wetenschappelijke vergadering inzake het beheer van de bestanden waarvoor die herverdeling negatieve gevolgen zou hebben, in acht worden genomen. Als de herverdeling van de vangstmogelijkheden dit rechtvaardigt, spreken de partijen een overeenkomstige aanpassing van de financiële tegenprestatie af.

Artikel 5 Andere vangstmogelijkheden

1. Als communautaire vissersvaartuigen belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 zijn vermeld, raadpleegt de Gemeenschap Guinee met het oog op een eventuele machtiging voor die nieuwe activiteiten. In voorkomend geval spreken de partijen voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden af en indien nodig passen zij dit protocol en de bijbehorende bijlage aan.

2. De partijen mogen gezamenlijk experimentele visreizen uitvoeren in de Guinese visserijzones, na advies van de in artikel 3, lid 4, van dit protocol bedoelde wetenschappelijke vergadering. Daartoe plegen zij overleg op verzoek van een van de partijen en bepalen per geval de soorten, voorwaarden en andere relevante parameters.

3. Beide partijen beoefenen de experimentele visserijactiviteiten in overeenstemming met de in onderling overleg vastgestelde wetenschappelijke, administratieve en financiële parameters. Machtigingen voor experimentele visserij worden afgegeven voor maximaal twee proefperiodes van zes maanden te rekenen vanaf een door beide partijen in onderling overleg vastgestelde datum.

4. Wanneer de partijen vaststellen dat de experimentele visreizen positieve resultaten hebben opgeleverd zonder aantasting van de ecosystemen maar met instandhouding van de mariene biologische rijkdommen, kunnen volgens de in artikel 4 van dit protocol bedoelde overlegprocedure nieuwe vangstmogelijkheden worden toegekend aan communautaire vaartuigen, zulks tot het verstrijken van het protocol en naargelang van de toegestane visserijinspanning. Daarbij wordt de financiële tegenprestatie dienovereenkomstig verhoogd.

Artikel 6 Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie in abnormale omstandigheden

1. Als abnormale omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, de visserij in de exclusieve economische zone (EEZ) van Guinee onmogelijk maken, kan de betaling van de in artikel 2, lid 1, van dit protocol vastgestelde financiële tegenprestatie door de Europese Gemeenschap worden geschorst.

2. Het besluit tot schorsing in de in lid 1 bedoelde gevallen wordt, na overleg tussen beide partijen, genomen binnen twee maanden volgend op het verzoek van een van beide partijen, en op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald.

3. De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de partijen na overleg in onderlinge overeenstemming constateren dat de omstandigheden die aan de basis van de stopzetting van de visserijactiviteiten lagen, verdwenen zijn en/of dat de situatie zodanig is, dat er weer gevist kan worden.

4. De samen met de betaling van de financiële tegenprestatie geschorste geldigheidsduur van de aan communautaire vaartuigen verleende machtigingen wordt verlengd voor een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten.

Artikel 7 Bevordering van een verantwoorde visserij in de wateren van Guinee

1. De hele financiële tegenprestatie en de specifieke bijdrage, die zijn vastgesteld in artikel 2, lid 1, van dit protocol, dienen elk jaar voor de ondersteuning en de uitvoering van initiatieven die worden genomen in het kader van het door de regering van Guinee omschreven sectorale visserijbeleid en door de twee partijen worden goedgekeurd overeenkomstig de onderstaande bepalingen.

Bij het beheer van het desbetreffende bedrag gaat Guinee uit van de doelstellingen en de daarmee samenhangende jaarlijkse en meerjarige programmering die de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig de huidige, op een duurzaam en verantwoord beheer van de sector gerichte prioriteiten van het visserijbeleid van Guinee overeenkomstig onderstaand lid 2 hebben vastgesteld, met name wat betreft de controle en de bewaking, het beheer van de bestanden, de verbetering van de productieomstandigheden voor visserijproducten en de versterking van de controlecapaciteit van de bevoegde autoriteiten.

2. Op voorstel van Guinee en met het oog op de tenuitvoerlegging van het bovenstaande lid, stellen de Gemeenschap en Guinee in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie uiterlijk drie maanden na de datum van inwerkingtreding van dit protocol een meerjarig sectoraal programma en de daarbij horende uitvoeringsbepalingen vast, waarin met name het volgende is bepaald:

a) de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in bovenstaand lid 1 genoemde deel van de financiële tegenprestatie en voor het gebruik van de specifieke bedragen voor de elk jaar uit te voeren initiatieven;

b) de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om op termijn tot de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten die Guinee heeft geformuleerd in het kader van het nationale visserijbeleid of van andere beleidslijnen die met de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij verband houden of deze kunnen beïnvloeden;

c) de criteria en de procedures voor de jaarlijkse beoordeling van de resultaten.

3. Beide partijen komen evenwel met elkaar overeen bijzondere aandacht te besteden aan alle acties ter ondersteuning van het toezicht, de controle en de bewaking van de visserij, met inbegrip van de bewaking op zee en via de lucht van de wateren van Guinee, de invoering van een satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen (VMS), de verbetering van het rechtskader en van de toepassing daarvan met betrekking tot inbreuken.

4. Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma of van het gebruik van de specifieke bedragen voor de elk jaar uit te voeren initiatieven moeten door de twee partijen in de gemengde commissie worden goedgekeurd.

5. Elk jaar wijst Guinee een met de in lid 1 bedoelde bedragen overeenstemmend bedrag toe aan de tenuitvoerlegging van het meerjarig programma. Voor het eerste jaar van de geldigheidsduur van het protocol moet deze toewijzing zo spoedig mogelijk en in elk geval voordat het meerjarige sectorale programma in de gemengde commissie wordt goedgekeurd, aan de Gemeenschap worden meegedeeld. Voor elk daaropvolgend jaar meldt Guinee de toewijzing uiterlijk op 31 januari van het jaar daarvoor aan de Gemeenschap.

6. Wanneer de jaarlijkse gezamenlijke beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma dat rechtvaardigt, kan de Europese Gemeenschap een aanpassing doorvoeren van het aan de ondersteuning en uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Guinee bestede bedrag dat deel uitmaakt van de in artikel 2, lid 1, van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie om het daadwerkelijk voor de uitvoering van het programma toegewezen bedrag aan die resultaten aan te passen.

7. De Gemeenschap behoudt zich het recht voor de betaling van de in artikel 2, lid 1, derde alinea, van dit protocol vastgestelde financiële tegenprestatie te schorsen als de resultaten die vanaf het eerste jaar van toepassing van het protocol worden verkregen, na een evaluatie in de gemengde commissie niet in overeenstemming met de programmering blijken te zijn, tenzij dit te wijten is aan uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde omstandigheden.

Artikel 8 Geschillen - schorsing van de toepassing van het protocol

1. De partijen moeten in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van de in dit protocol vastgestelde bepalingen.

2. Onverminderd artikel 9 kan de toepassing van het protocol op initiatief van een van de partijen worden geschorst wanneer het geschil tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet is uitgemond in een minnelijke schikking.

3. De toepassing van het protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt.

4. Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Zodra een minnelijke schikking is getroffen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig verlaagd en pro rata temporis , naar gelang van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is geschorst.

Artikel 9 Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling

Onder voorbehoud van artikel 6 kan, wanneer de Gemeenschap de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst:

a) de bevoegde Guinese autoriteiten stellen de Europese Commissie in kennis van het feit dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Commissie verricht de nodige controles en gaat zonodig binnen 60 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving, over tot betaling;

b) als binnen de in artikel 2, lid 5, van dit protocol gestelde termijn het verschuldigde bedrag niet is betaald of niet is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Guinee het recht om de toepassing van het protocol op te schorten. Zij stellen de Europese Commissie daarvan onverwijld in kennis;

c) de toepassing van het protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald.

Artikel 10 Geldend nationaal recht

De activiteiten van de communautaire vissersvaartuigen die in de wateren van Guinee actief zijn, ressorteren onder Guinees recht, tenzij anders is bepaald in de overeenkomst of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels.

Artikel 11 Herzieningsclausule

1. Als de beleidslijnen die tot de sluiting van dit protocol hebben geleid, ingrijpend worden gewijzigd, kan één van de partijen om de herziening van deze bepalingen verzoeken met het oog op de eventuele wijziging daarvan.

2. De betrokken partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van haar voornemen de bepalingen van dit protocol te wijzigen.

3. Uiterlijk 60 werkdagen na deze kennisgeving plegen de twee partijen hiertoe overleg. Als er geen overeenstemming over de herziening van de bepalingen wordt bereikt, kan de betrokken partij het protocol opzeggen overeenkomstig artikel 14.

Artikel 12 Intrekking

Het huidige protocol inzake de visserij en de kaderovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee worden ingetrokken en vervangen door het onderhavige protocol met de bijbehorende bijlage.

Artikel 13 Looptijd

Dit protocol en de bijlage daarbij zijn van toepassing voor een periode van vier jaar met ingang van 1 januari 2009, tenzij zij overeenkomstig artikel 14 worden opgezegd.

Artikel 14 Opzegging

In geval van opzegging stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het protocol op te zeggen. Na de in het voorgaande lid bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.

Artikel 15 Inwerkingtreding

1. Dit protocol en de bijlage daarbij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in dit verband te volgen procedures afgerond zijn.

2. Het protocol en de bijlage zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2009.

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE TONIJNVISSERIJ DOOR COMMUNAUTAIRE VAARTUIGEN IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE

Hoofdstuk I - Procedures voor het aanvragen en de afgifte van vismachtigingen

Deel 1 Afgifte van vismachtigingen

1. Alleen daarvoor in aanmerking komende vaartuigen kunnen een vismachtiging krijgen voor de visserijzone van Guinee.

2. Een vaartuig komt slechts voor een vismachtiging in aanmerking als tegen de reder of de kapitein van het vaartuig of tegen het vaartuig zelf geen verbod op visserijactiviteiten in Guinee is uitgevaardigd. Tevens mogen zij bij Guinee geen verplichtingen hebben uitstaan uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten in het kader van de met de Gemeenschap gesloten visserijovereenkomsten, met name wat de aanmonstering van zeelieden betreft.

3. De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen ten minste 30 werkdagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij het voor visserij bevoegde ministerie van Guinee elektronisch een aanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst wil vissen.

4. Voor het indienen van de aanvragen bij het voor visserij bevoegde ministerie wordt gebruik gemaakt van het formulier volgens het model in aanhangsel I. De autoriteiten van Guinee nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in het kader van de machtigingsaanvraag ontvangen gegevens vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens worden uitsluitend in het kader van de uitvoering van de visserijovereenkomst gebruikt.

5. Elke machtigingsaanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:

- het bewijs van betaling van het forfaitaire voorschot voor de geldigheidsduur van de machtiging;

- elk ander document of attest dat op grond van de bijzondere bepalingen voor de verschillende soorten vaartuigen in het kader van dit protocol vereist is.

6. Het bedrag van de visrechten wordt overgemaakt op de rekening die de autoriteiten van Guinee opgeven overeenkomstig artikel 2, lid 7, van het protocol.

7. De visrechten omvatten alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van de belasting ten behoeve van de bewaking van de visserij, de belasting ten behoeve van het visserijonderzoek en de dienstverleningskosten. De belastingen ten behoeve van de bewaking en het onderzoek zullen worden berekend naar rato van de daadwerkelijke aanwezigheid in de visserijzone van Guinee en zullen overeenkomstig deel 2 van deze bijlage door de marktdeelnemers worden betaald bij de definitieve afrekening van de visrechten.

Zolang er geen VMS-protocol tussen de Gemeenschap en Guinee ondertekend is, verstrekt de Gemeenschap, op verzoek van Guinee, de satellietgegevens met betrekking tot de perioden waarin communautaire vaartuigen in de visserijzone van Guinee aanwezig zijn, zodat op basis daarvan kan worden berekend hoeveel belastingen de reders moeten betalen als bijdrage voor de bewaking.

8. De vismachtigingen voor de vaartuigen worden, uiterlijk 15 werkdagen na de datum van ontvangst van alle in punt 5 bedoelde documenten, door het voor visserij bevoegde ministerie van Guinee afgegeven aan de reders of hun vertegenwoordigers, via de delegatie van de Europese Commissie in Guinee.

9. De vismachtiging wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

10. Wanneer evenwel wordt geconstateerd dat er sprake is van overmacht, kan de machtiging van een bepaald vissersvaartuig op verzoek van de Europese Gemeenschap worden vervangen door een nieuwe machtiging op naam van een ander vaartuig van dezelfde in artikel 1 van het protocol bedoelde categorie als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten hoeven te worden betaald. In dit geval worden de totale vangsten van beide vaartuigen in aanmerking genomen voor het bepalen van de eventueel door de Gemeenschap te verrichten aanvullende betalingen.

11. De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde vismachtiging via de delegatie van de Europese Commissie terug aan het voor visserij bevoegde ministerie van Guinee.

12. De nieuwe vismachtiging gaat in op de datum waarop de reder de geannuleerde machtiging heeft teruggezonden aan het voor visserij bevoegde ministerie van Guinee. De delegatie van de Europese Commissie in Guinee wordt van de machtigingsoverdracht in kennis gesteld.

13. De vismachtiging moet steeds aan boord zijn. De Europese Gemeenschap houdt een ontwerplijst bij van vaartuigen waarvoor een vismachtiging is afgegeven overeenkomstig de in dit protocol vastgestelde bepalingen. Deze ontwerplijst wordt meteen na de vaststelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan aan de autoriteiten van Guinee meegedeeld. Vanaf de ontvangst van deze ontwerplijst alsmede de kennisgeving van de betaling van het voorschot die door de Europese Commissie aan de autoriteiten van de kuststaat is gezonden, wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteit van Guinee ingeschreven op een lijst van visgerechtigde vaartuigen, die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten wordt meegedeeld. In dat geval wordt in afwachting van de afgifte van de vismachtiging aan de reder een gewaarmerkte kopie van die lijst gezonden en aan boord bewaard in plaats van de vismachtiging.

14. De twee partijen spreken met elkaar af de invoering te bevorderen van een vismachtigingssysteem dat uitsluitend steunt op de elektronische uitwisseling van alle hierboven genoemde gegevens en documenten. De twee partijen komen overeen het nodige te doen om de papieren vismachtiging zo spoedig mogelijk te vervangen door een elektronisch equivalent, bijvoorbeeld de lijst van vaartuigen die in de visserijzone van Guinee mogen vissen.

15. De partijen verbinden zich ertoe om in de gemengde commissie alle verwijzingen naar brt in dit protocol te vervangen door verwijzingen naar bt en alle betrokken bepalingen dienovereenkomstig aan te passen. Deze vervanging zal worden voorafgegaan door passende technische besprekingen tussen de partijen.

Deel 2 Voorwaarden betreffende de vismachtiging – visrechten en voorschotten

1. De vismachtigingen zijn een jaar geldig. De geldigheidsduur kan worden verlengd.

2. De visrechten per ton vis die in de visserijzone van Guinee wordt gevangen, bedragen 35 euro voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 25 euro voor de vaartuigen voor de hengelvisserij.

3. De vismachtigingen worden afgegeven na betaling van de volgende forfaitaire bedragen aan de bevoegde nationale autoriteiten :

- 4 025 euro per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 115 ton per jaar;

- 500 euro per vaartuig voor de hengelvisserij, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 20 ton per jaar.

4. De lidstaten delen de Europese Commissie elk jaar uiterlijk op 15 juni de vangstgegevens, uitgedrukt in ton, over het voorgaande jaar mee, welke gegevens door de in onderstaand punt 5 bedoelde wetenschappelijke instellingen zijn bevestigd.

5. De definitieve afrekening van de visrechten die voor een jaar n verschuldigd zijn, wordt uiterlijk op 31 juli van het jaar n+1 door de Europese Commissie opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften, die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografia (IEO), het Instituto Português de Investigaçao Maritima (IPIMAR) en het Centre National des Sciences Halieutiques de Boussoura (CNSHB). Deze afrekening wordt via de delegatie van de Europese Commissie toegezonden.

6. Deze definitieve afrekening wordt terzelfder tijd aan het voor visserij bevoegde ministerie van Guinee en aan de reders toegezonden.

7. Uiterlijk op 31 augustus van het jaar n+1 maken de reders eventuele aanvullende bedragen (de betaling, berekend op 35 euro per ton voor vangsten boven 115 ton voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en op 25 euro per ton voor vangsten boven 20 ton voor vaartuigen voor de hengelvisserij) ten gunste van de bevoegde nationale autoriteiten van Guinee over op de in dit hoofdstuk, deel 1, punt 6, bedoelde rekening.

8. Als het bedrag van de definitieve afrekening kleiner is dan het in punt 3 van dit deel bedoelde voorschot, wordt het verschil echter niet aan de reder terugbetaald.

Hoofdstuk II - Visserijzones

De communautaire vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en voor de hengelvisserij mogen hun visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, en in voorkomend geval buiten de dieptelijn van 20 m.

Hoofdstuk III - Regeling inzake vangstaangiften

1. Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een communautair vaartuig in de visserijzone van Guinee het volgende verstaan:

- hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het uitvaren van de visserijzone van Guinee;

- hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee en het overladen en/of aanlanden van de vangst in Guinee.

2. Alle vaartuigen die op grond van de overeenkomst in de Guinese wateren mogen vissen, moeten hun vangsten aangeven bij het voor visserij bevoegde ministerie van Guinee zodat deze autoriteiten controles kunnen verrichten op de gevangen hoeveelheden die door de bevoegde wetenschappelijke instellingen volgens de in hoofdstuk I, deel 2, punt 5, van deze bijlage bedoelde procedure zijn gevalideerd. De vangsten worden als volgt aangegeven:

2.1 Gedurende het jaar waarin de vismachtiging geldig is in de zin van hoofdstuk I, deel 2, van deze bijlage, hebben de aangiften betrekking op de tijdens elke visreis door het vaartuig gedane vangsten. De op een fysieke drager aangebrachte originele exemplaren van de aangiften worden uiterlijk 45 dagen na de laatste in die periode gemaakte visreis aan het voor visserij bevoegde ministerie van Guinee toegezonden. Daarnaast moeten deze mededelingen ook worden verricht per fax (+ 224/30 41 36 60) of per elektronische post (cnspkaly@yahoo.fr).

2.2 De vaartuigen geven hun vangsten aan met behulp van het formulier volgens het model in aanhangsel 3 (komt overeen met de desbetreffende bladzijde uit het logboek). Met betrekking tot de perioden waarin het vaartuig zich niet in de visserijzone van Guinee bevond, wordt de vermelding “Buiten de visserijzone van Guinee” in het logboek aangebracht.

2.3 De formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden ondertekend.

2.4 De vangstaangiften moeten betrouwbaar zijn teneinde bij te dragen tot de follow-up van de ontwikkeling van de bestanden.

3. Wanneer de bepalingen van dit hoofdstuk niet worden nageleefd, behoudt de regering van Guinee zich het recht voor om de vismachtiging van het betrokken vaartuig te schorsen totdat de formaliteit is vervuld, en om de reder de sanctie op te leggen waarin de regelgeving van Guinee voorziet. De Europese Commissie en de betrokken vlaggenlidstaat worden hierover ingelicht.

4. De twee partijen komen overeen een systeem voor vangstaangiften te bevorderen waarbij uitsluitend wordt gewerkt met de elektronische uitwisseling van alle hierboven vermelde gegevens en documenten. Voorts komen zij overeen de snelle vervanging te bevorderen van de schriftelijke aangifte (het logboek) door een equivalent in de vorm van een elektronisch bestand.

Hoofdstuk IV – Overlading en aanlanding

De twee partijen werken samen om de overladings- en aanlandingsmogelijkheden in de Guinese havens te verbeteren.

1. Aanlandingen:

De communautaire vaartuigen voor de tonijnvisserij die vrijwillig hun vangsten in een haven van Guinee aanlanden, hebben op het in hoofdstuk I, deel 2, punt 2, van de bijlage vermelde visrecht een korting van 5 euro per ton vis die in de visserijzone van Guinee gevangen is.

Een extra korting van 5 euro wordt verleend bij de verkoop van de visserijproducten aan een visverwerkingsfabriek van Guinee.

Dit mechanisme is, vanaf het eerste jaar van dit protocol, voor elk communautair vaartuig van toepassing voor maximaal 50% van de definitieve afrekening van de vangsten (zoals omschreven in hoofdstuk III van de bijlage).

2. De uitvoeringsbepalingen voor de controle van de aangelande of overgeladen tonnen vis worden tijdens de eerste bijeenkomst van de gemengde commissie vastgesteld.

3. Evaluatie:

Het niveau van de financiële prikkels en het maximumpercentage van de definitieve afrekening van de vangsten worden in het kader van de gemengde commissie aangepast, rekening houdend met het sociaaleconomische effect van de aanlanding van vis in het betrokken jaar.

Hoofdstuk V - Aanmonstering van zeelieden

1. De reders verbinden zich ertoe om voor het seizoen waarin in de visserijzone van Guinee op tonijn wordt gevist, ten minste 20% zeelieden uit de ACS-landen aan te monsteren, en bij voorkeur Guinese zeelieden. Als de reders deze bepalingen niet in acht nemen, kunnen zij, overeenkomstig de bepalingen van deel 1 van deze bijlage, worden geacht niet in aanmerking te komen voor een door Guinee afgegeven vismachtiging.

2. De reders spannen zich in om een nog groter aantal zeelieden uit Guinee in dienst te nemen.

3. De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op communautaire vaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

4. De arbeidsovereenkomsten van de ACS-zeelieden, waarvan de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

5. Het loon van de ACS-zeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de ACS-zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor bemanningen uit hun land, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen. Het gegarandeerde brutosalaris van niet-communautaire zeelieden die zijn aangemonsterd aan boord van vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen waarmee wordt gevist in het kader van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de EG en een derde land, is gelijk aan het minimale basissalaris dat is vastgesteld in de resolutie van de IAO voor de koopvaardij, die deel uitmaakt van het Verdrag betreffende arbeid op zee. Deze loongarantie wordt in de arbeidsovereenkomst vermeld. Als het Verdrag voor de visserijsector op het gebied van minimumloon of sociale rechten gunstiger is dan het Verdrag betreffende arbeid op zee, is evenwel het eerste verdrag van toepassing.

6. De op de communautaire vaartuigen aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren.

Hoofdstuk VI - Technische maatregelen

De vaartuigen nemen de maatregelen en aanbevelingen die de ICCAT voor de regio heeft vastgesteld met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen.

Hoofdstuk VII – Waarnemers

1. De vaartuigen die op grond van de overeenkomst een machtiging hebben om in de wateren van Guinee te vissen, nemen overeenkomstig de onderstaande voorwaarden waarnemers aan boord die door de bevoegde regionale visserijorganisatie (RVO) zijn aangewezen:

1.1 Op verzoek van de bevoegde autoriteit nemen de communautaire vaartuigen een door deze autoriteit aangewezen waarnemer aan boord om de in de wateren van Guinee gedane vangsten te controleren.

1.2 De bevoegde autoriteit stelt de lijst vast van de vaartuigen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen, alsmede de lijst van de waarnemers die zijn aangewezen om aan boord te gaan. Beide lijsten worden bijgewerkt. Zij worden meteen na de opstelling ervan en vervolgens om de drie maanden na eventuele wijziging ervan, aan de Europese Commissie meegedeeld.

1.3 Bij de afgifte van de vismachtiging of uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord moet gaan, deelt de bevoegde autoriteit aan de betrokken reder of diens vertegenwoordiger de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het desbetreffende vaartuig.

2. De waarnemer blijft gedurende één visreis aan boord. Op expliciet verzoek van de bevoegde autoriteiten van Guinee kan de periode aan boord, naar gelang van de verwachte gemiddelde duur van de visreizen voor een bepaald vaartuig, evenwel tot meerdere visreizen worden uitgebreid. Een dergelijk verzoek wordt door de bevoegde autoriteit gedaan bij de opgave van de naam van de waarnemer die is aangewezen om aan boord van het desbetreffende vaartuig te gaan.

3. De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteit in onderling overleg vastgesteld.

4. De waarnemer gaat in een door de reder gekozen haven aan boord bij het begin van de eerste visreis die na de mededeling van de lijst van aangewezen vaartuigen plaatsvindt in de viswateren van Guinee.

5. De betrokken reders krijgen twee weken de tijd om de data en de havens in de subregio te melden die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn vastgesteld, met dien verstande dat deze melding ten minste tien dagen vóór de waarnemers aan boord gaan, plaatsvindt.

6. Als de waarnemer in een land buiten de subregio aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig dat een regionale waarnemer aan boord heeft, de regionale visserijzone verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk kan terugkeren; de kosten hiervan zijn voor rekening van de reder.

7. Als de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen.

8. De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Wanneer het vaartuig zich in de wateren van Guinee bevindt, verricht hij de volgende taken:

8.1 hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen;

8.2 hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

8.3 hij verricht bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's;

8.4 hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

8.5 hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de Guinese viswateren zijn gedaan;

8.6 hij controleert de percentages van de bijvangsten en schat de hoeveelheden teruggegooide verhandelbare vis;

8.7 hij deelt aan zijn bevoegde autoriteit met alle geschikte middelen de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst.

9. De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen.

10. De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat de waarnemer de communicatiemiddelen gebruiken die deze voor zijn werk nodig heeft, stelt hem de documenten ter beschikking die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak.

11. Tijdens zijn verblijf aan boord gedraagt de waarnemer zich als volgt:

11.1 hij zorgt ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen,

11.2 hij gaat zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord van het vaartuig, en bewaart geheimhouding over alle documenten van het betrokken vaartuig.

12. Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt hij, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op dat wordt overgelegd aan de bevoegde autoriteiten en waarvan een kopie wordt bezorgd aan de Europese Commissie. Hij ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er de door hem nuttig geachte opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De wetenschappelijke waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein.

13. De reder zorgt, op zijn kosten en volgens de praktische mogelijkheden van het vaartuig, voor kost en logies van de waarnemers, die op dit punt als officier worden behandeld.

14. Het loon en de sociale premies voor deze waarnemer zijn voor rekening van het voor visserij bevoegde ministerie. De reder betaalt het “Centre National de Surveillance et de Protection des Pêches” 15 euro voor iedere dag die een waarnemer aan boord van een vaartuig doorbrengt.

15. De twee partijen gaan zo snel mogelijk met de belanghebbende derde landen aan tafel zitten om een systeem van regionale waarnemers vast te stellen en de bevoegde regionale visserijorganisatie te kiezen. Zolang er nog geen systeem van regionale waarnemers opgezet is, nemen de vaartuigen die op grond van de overeenkomst een machtiging hebben om in de visserijzone van Guinee te vissen, overeenkomstig de hierboven uiteengezette regels, in plaats van regionale waarnemers, waarnemers aan boord die door de bevoegde autoriteiten van Guinee zijn aangewezen.

Hoofdstuk VIII - Controle

1. Overeenkomstig deel 1, punt 13, van deze bijlage houdt de Europese Gemeenschap een ontwerplijst bij van vaartuigen waarvoor een vismachtiging is afgegeven overeenkomstig de in dit protocol vastgestelde bepalingen. Deze lijst wordt meteen na de vaststelling en vervolgens na elke bijwerking ervan meegedeeld aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Guinee.

2. Vanaf de ontvangst van deze ontwerplijst en van de in hoofdstuk I, deel 2, punt 3, van deze bijlage bedoelde kennisgeving van de betaling van het voorschot, die door de Europese Commissie aan de autoriteiten van de kuststaat is gezonden, wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteit van Guinee ingeschreven op een lijst van visgerechtigde vaartuigen, die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten wordt meegedeeld. In dit geval kan de reder een gewaarmerkte kopie van die lijst krijgen, die hij in afwachting van de afgifte van de vismachtiging aan boord kan bewaren in plaats van de vismachtiging.

3. Binnenvaren en verlaten van de zone

3.1. De communautaire vaartuigen die voornemens zijn de visserijzone van Guinee binnen te varen of te verlaten, delen dit ten minste drie uur van tevoren mee aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Guinee. Zij delen eveneens de gevangen hoeveelheden en soorten aan boord mee.

3.2 Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de wateren te verlaten meedeelt, geeft het tegelijkertijd zijn positie door. Deze mededelingen worden bij voorkeur per fax doorgestuurd (+224/30 41 36 60) of per e-mail (cnspkaly@yahoo.fr) of, als dat niet kan, per radio (oproepcode van het “Centre National de Surveillance et de Protection des Pêches”).

3.3 Vaartuigen die hun aanwezigheid niet bij de bevoegde autoriteit van Guinee hebben gemeld en toch op de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, worden beschouwd als vaartuigen in overtreding.

3.4 De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens meegedeeld bij de afgifte van de vismachtiging.

4. Controles

4.1 De kapiteins van de communautaire vaartuigen die in de visserijwateren van Guinee vissen, moeten iedere met de inspectie en controle van de visserijactiviteiten belaste ambtenaar van Guinee het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken.

4.2. Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is.

4.3 Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven.

5. Satellietcontrole

Alle op grond van deze overeenkomst visgerechtigde communautaire vaartuigen worden overeenkomstig de bepalingen in aanhangsel 2 gevolgd via satelliet. Die bepalingen treden in werking op de tiende dag nadat de regering van Guinee aan de delegatie van de Europese Commissie in Guinee heeft gemeld dat het “Centre National de Surveillance des Pêches” (CNSP) van Guinee met zijn activiteiten van start is gegaan.

6. Aanhouding

6.1 Wanneer een communautair vaartuig in de visserijwateren van Guinee wordt aangehouden of een sanctie op een dergelijk vaartuig wordt toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten van Guinee de vlaggenstaat en de Europese Commissie daarvan binnen 36 uur in kennis.

6.2 Tezelfdertijd ontvangen de vlaggenstaat en de Europese Commissie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding.

7. Proces-verbaal van de aanhouding

7.1 De kapitein van het vaartuig moet het proces-verbaal waarin de geconstateerde feiten door de bevoegde autoriteit van Guinee zijn opgetekend, ondertekenen.

7.2 Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd. Als hij weigert het document te ondertekenen, moet hij dit schriftelijk motiveren en brengt de inspecteur de vermelding “weigert te ondertekenen” aan.

7.3 De kapitein brengt zijn vaartuig naar de door de autoriteiten van Guinee opgegeven haven. Bij een lichte overtreding kan de bevoegde autoriteit van Guinee het aangehouden vaartuig toestaan zijn visserijactiviteiten voort te zetten.

8. Overlegvergadering bij aanhouding

8.1 Voordat ten aanzien van de kapitein, de bemanning van het vaartuig, de lading of de uitrusting van het vaartuig maatregelen in overweging worden genomen - tenzij het maatregelen betreft om bewijsmateriaal over de vermoedelijke overtreding veilig te stellen - wordt één werkdag na ontvangst van de hierboven bedoelde gegevens een overlegvergadering gehouden tussen de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten van Guinee, eventueel in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat.

8.2 Tijdens dit overleg verstrekken de partijen elkaar alle documenten of inlichtingen die de omstandigheden van de geconstateerde feiten kunnen helpen ophelderen. De reder of zijn vertegenwoordiger wordt in kennis gesteld van de uitkomst van dit overleg en van alle maatregelen die naar aanleiding van de aanhouding kunnen worden getroffen.

9. Afwikkeling van de aanhouding

9.1 Vóór een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een minnelijke schikking af te handelen. Deze procedure moet uiterlijk binnen drie werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld.

9.2 Bij een schikkingsprocedure wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de regelgeving van Guinee.

9.3 Als de zaak niet volgens een schikkingsprocedure kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder bij een door de bevoegde autoriteiten van Guinee opgegeven bank een bankgarantie die wordt vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die verantwoordelijk zijn voor de overtreding.

9.4 De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid. Zij wordt vrijgegeven zodra de procedure is beëindigd zonder veroordeling. Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, geven de bevoegde autoriteiten van Guinee het saldo na de uitspraak vrij.

9.5 Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten:

- zodra aan de bij de schikkingsprocedure vastgestelde verplichtingen is voldaan, of

- zodra, in afwachting van de voltooiing van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 9.3 is gesteld en deze door de bevoegde autoriteiten van Guinee is aanvaard.

10. Overlading

10.1 Communautaire vaartuigen die hun vangsten in de wateren van Guinee willen overladen, doen dat in de havens of/en op de rede van de havens van Guinee.

10.2 De reders van die vaartuigen stellen de bevoegde autoriteiten van Guinee ten minste 24 uur van tevoren in kennis van:

- de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen;

- de naam, het IMO-nummer en de vlag van het vrachtschip;

- de overgeladen hoeveelheid (in tonnen) van elke soort;

- dag en plaats van de overlading.

10.3. Overladen wordt beschouwd als het uitvaren van de visserijzone van Guinee. De kapiteins van de vaartuigen moeten de vangstaangiften derhalve bij de bevoegde autoriteiten van Guinee indienen en meedelen of zij voornemens zijn door te gaan met vissen dan wel de visserijzone van Guinee te verlaten.

10.4 Overladen op andere wijze dan hierboven beschreven is niet toegestaan in de visserijzone van Guinee. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende regelgeving van Guinee voorziet.

11. De kapiteins van de communautaire vaartuigen die hun vangst in een haven van Guinee aanlanden of overladen, moeten de controle op deze verrichtingen door Guinese inspecteurs toestaan en vergemakkelijken. Na elke inspectie en controle in de haven wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven.

AANHANGSELS

1. Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

2. Bepalingen betreffende het satellietvolgsysteem (VMS) en coördinaten van de visserijzone van Guinee

3. ICCAT-logboek

Aanhangsel 1

FORMULIER VOOR DE AANVRAAGVAN EENVISMACHTIGING

Door de overheid in te vullen vak | Opmerkingen |

Nationaliteit :………………………………………….. Nummer van de machtiging: ……………………… Datum van de ondertekening: ……………………. Datum van afgifte: …………………………………..... | ……………………………………………………… ………………………………………………………. ……………………………………………………….. ……………………………………………………….. |

AANVRAGER

Bedrijfsnaam: ………………………………………………………………………………………………….....

Nummer van het handelsregister: ………………………………………………………………………………

Naam en voornaam van de verantwoordelijke persoon: ……………………………………………….

Geboorteplaats en –datum: ……………………………………………..........………………………………..…

Beroep: ………………………………………………………......………………………………………………….

Adres: …………………………………………………………………………………………………………….....

……………………………………………………………………………………………………………………….

Aantal werknemers: ……………………………………………………………………………………………….

Naam en adres van de gemachtigde: ……………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………….

VAARTUIG

Vaartuigtype: …………………………. Registratienummer: …………………………………………….

Nieuwe naam: ………………………….. Voormalige naam: …………………………………………

Bouwjaar en plaats van constructie: ……………………………………………………………………….

Oorspronkelijke nationaliteit: ……………………………………………………………………………..

Lengte: ………………………… Breedte: ………………………… Holte :………………………………............

Brutotonnage: ………………………….. Nettotonnage: ……………………..

Aard constructiemateriaal: ……………………………………………………………………………….................

Merk hoofdmotor: ………………............... Type: …………………… Vermogen (in PK) : ……………………..

Schroef: vast ( verstelbaar ( met straalbuis (

Kruissnelheid: …………………………………………………………………………………………………….....

Roepnaam: ………………………….......……… Frequentie: ………………………………………………….......

Lijst van de beschikbare opsporings-, navigatie- en communicatiemiddelen:

Radar: ( Sonar: ( Sonde bovenpees (

VHF: ( BLU: ( Satellietnavigatie: ( Andere: ……………..

Aantal zeelieden: ……………………………………………………………………………………………....……

CONSERVERINGSMETHODE

IJs: ( IJs + koeling: (

Invriezen: in pekel ( droog ( in gekoeld zeewater (

Totaal koelvermogen (in frigorieën): ………………………………………………….....………………

Invriescapaciteit/24 uur (in tonnen): ……………………….....................………………………………………….

Inhoud visruimen: …………………………………………………………………………………………………..

TYPE VISSERIJ

A. Demersale visserij

Demersale visserij in de kustwateren: ( Demersale visserij in volle zee: (

Trawltype: vangst van koppotigen: ( garnaalvangst: ( voor vis (

Lengte van de trawl:………………………. Lengte van de bovenpees:………………………................

Maaswijdte bij de kuil: …………………………………………………………………………....................

Maaswijdte bij de vleugels: …………………………………………………………….......……………….

Trawlsnelheid: ……………………………………………….......…………………………………………...

B. Visserij op grote pelagische soorten (tonijnvisserij)

Met de hengel: ( Aantal hengels: (

Met de zegen: ( Lengte van het net:……………………… Hoogte: …………………...

Aantal tanks: …………………………… Capaciteit (in tonnen): ………………………

C. Beuglijnen en korven

Met de drijvende beug ( Met de grondkubbe: (

Lengte van de beug: ……………………………………Aantal haken: …………………………………….

Aantal beuglijnen: ……………………………………………………………………………………………...

Aantal grondkubben: ……………………………………………………..…………………………..

INSTALLATIES AAN WAL

Adres en nummer van de vergunning: ………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Bedrijfsnaam: ……………………………………………………………………………………………………...

Activiteiten: ………………………………………………………………………………………………………...

Voor binnenlandse handel: ( voor uitvoer: (

Bedrijfstype en nummer groothandelaar: ………………………………………………………………………...

Beschrijving van de behandelings- en conserveringsinstallaties:

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Aantal werknemers: ……………………………………………………………………………………………….

NB: Het desbetreffende hokje aankruisen.

Opmerkingen van technische aard

Goedkeuring van het voor visserij bevoegde ministerie

Aanhangsel 2

De twee partijen plegen vervolgens overleg in de gemengde commissie om de bepalingen voor het satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS) en de coördinaten van de visserijzone van Guinee vast te stellen.

Aanhangsel 3 ICCAT-LOGBOEK VOOR DE VISSERIJ OP TONIJN |

Beug Levend aas Ringzegen Trawlnetten Andere |

Vlaggenstaat:. …………………………………………………........................... | Capaciteit (MT): …………………………………………........ |

Registratienummer: ………………………………………………………………................................... | Kapitein: …………………………………………………….... |

Reder: ………………………………………………………….......................... | Aantal bemanningsleden: ...……………………........................ |

Adres: ………………………………………………………………………….... | Datum van het verslag: ……………………………………...... |

(Auteur van het verslag): ...………………................................. | Aantal dagen op zee | Aantal visdagen: Aantal uitzetten: | Nummer visreis: |

Datum | Sector | Temp. opper-vlakte-water (ºC) | Visserij-inspanning Gebruikt aantal haken | Vangsten | Isco usado na pesca (Gebruikt aas) |

1 - Gebruik één blad per maand en één regel per dag. | 3 - Met "dag" wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de lijn. | 5 - Onderste regel -aangeland gewicht- pas invullen op het einde van de reis. Op te geven is het daadwerkelijke gewicht bij het lossen van het vaartuig. |

2 - Na afloop van elke reis een afschrift van het formulier bezorgen aan uw correspondent of aan ICCAT, Calle Corazón de María, 8, 28002 Madrid Spanje. | 4 - "Visserijzone" betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en breedte- en lengtegraden opgeven. N/Z en O/W vermelden. | 6 - Alle gegevens van dit logboek worden strikt vertrouwelijk behandeld. |

[1] PB C [...] van [...], blz. [...].

[2] PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.

[3] Bij het bedrag van de in artikel 1 bedoelde financiële tegenprestatie komt het bedrag van de in hoofdstuk II van de bijlage bedoelde rechtstreeks door Guinee geïnde bijdragen, geraamd op 118 000 euro per jaar, exclusief de belastingen ten behoeve van bewaking en onderzoek.

[4] Bij deze bedragen komt het bedrag van de in hoofdstuk II van de bijlage bedoelde rechtstreeks door Guinee geïnde bijdragen, geraamd op 118 000 euro per jaar, exclusief de belastingen ten behoeve van bewaking en onderzoek.