8.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 184/111


Vrijdag, 24 april 2009
Verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met een handicap

P6_TA(2009)0334

Resolutie van het Europees Parlement van 24 april 2009 over de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met een handicap en het daarbij gaande facultatieve protocol

2010/C 184 E/23

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2008)0530),

onder verwijzing naar het verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met een handicap („het Verdrag”), aangenomen op 13 december 2006 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties,

onder verwijzing naar het facultatief protocol bij verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met een handicap („het Facultatief Protocol”), aangenomen op 13 december 2006 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 3 september 2003 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Op weg naar een wettelijk bindend instrument van de Verenigde Naties ter bevordering en bescherming van de rechten en de waardigheid van personen met een handicap” (1),

gezien de mededeling van de Commissie van 30 oktober 2003 getiteld „Kansengelijkheid voor personen met een handicap: een Europees Actieplan” (COM(2003)0650) en de resolutie van het Parlement van 20 april 2004 daarover (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 19 januari 2006 over invaliditeit en ontwikkeling (3),

gezien de mededeling van de Commissie van 28 november 2005 getiteld „De situatie van personen met een handicap in de Europese Unie van na de uitbreiding: een Europees Actieplan” (COM(2005)0604) en de resolutie van het Parlement van 30 november 2006 daarover (4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 april 2007 over de situatie van vrouwen met een handicap in de Europese Unie (5),

gezien zijn resolutie van 23 mei 2007 over het bevorderen van menswaardig werk voor allen (6),

gezien de mededeling van de Commissie van 26 november 2007 getiteld „De situatie van personen met een handicap in de Europese Unie: Europees Actieplan 2008-2009” (COM(2007)0738),

gezien zijn standpunt van 17 juni 2008 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) (7),

gezien de resolutie van de Raad van de Europese Unie en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad in vergadering bijeen, van 17 maart 2008 over de situatie van personen met handicaps in de Europese Unie (8),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 mei 2008 over de vooruitgang op het gebied van gelijke kansen en non-discriminatie in de EU (omzetting van de Richtlijnen 2000/43/EG en 2000/78/EG) (9),

onder verwijzing naar zijn standpunt van 24 april 2009 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het facultatieve protocol bij het Verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met handicaps (10),

onder verwijzing naar zijn standpunt van 24 april 2009 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het facultatieve protocol bij het Verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met handicaps (11),

gezien het verslag van zijn Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van zijn Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0229/2009 en A6-0230/2009),

gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat alle lidstaten het Verdrag en het Facultatieve Protocol hebben ondertekend, maar dat tot dusver slechts zeven van hen deze teksten hebben geratificeerd,

B.

overwegende dat het Verdrag strekt tot bevordering en bescherming van de mensenrechten van alle personen met handicaps, waaronder ook zij die een meer intensieve steun nodig hebben,

C.

overwegende dat het Facultatief Protocol aan personen (of groepen personen) met een handicap de mogelijkheid geeft om klachten bij de Commissie in te dienen wanneer partijen bij het Verdrag de daarin vastgelegde rechten schenden,

1.

stemt in met de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag en het daarbij gaande Facultatieve Protocol;

2.

verzoekt de Commissie en de Raad, als wettelijke vertegenwoordigers van de Gemeenschap om uiterlijk op 3 december 2009 instrumenten van ratificatie in te dienen bij de Verenigde Naties;

3.

dringt bij alle lidstaten aan op snelle ratificatie van het volledige Verdrag, om de inhoud ervan in werking te laten treden, en om de noodzakelijke materiële infrastructuur te scheppen;

4.

doet een beroep op de lidstaten om zich aan te sluiten bij het Facultatieve Protocol, of dit te ratificeren, teneinde personen met handicaps wier rechten werden geschonden de noodzakelijke rechtsmiddelen te verschaffen om zich tegen dergelijke schendingen te verweren en zich te beschermen tegen alle vormen van discriminatie;

5.

verzoekt de Commissie om duidelijkheid te verstrekken over de reikwijdte van bevoegdheid van de Gemeenschap ten aanzien van dit Verdrag; stelt voor de indicatieve aard te beklemtonen van de communautaire wetsteksten die worden genoemd in de Verklaringen (12); benadrukt het belang om in de Verklaringen duidelijk te vermelden welke bevoegdheden de Gemeenschap heeft bij het ondersteunen van de rechten en het bevorderen van de sociale integratie van personen met handicaps in de ontwikkelingssamenwerking en de humanitaire hulp, alsook in gezondheids- en consumentenaangelegenheden;

6.

doet een beroep op de Commissie om artikel 3 van het EG-Verdrag te gebruiken als grondslag voor de reikwijdte van de bevoegdheden van de Gemeenschap ten aanzien van het Verdrag, welke in de Verklaring van de Europese Gemeenschap worden opgesomd, in toepassing van artikel 44, lid 1, van het Verdrag, zoals uiteengezet wordt in Bijlage 2 bij het ontwerpbesluit van de Raad; benadrukt het grote belang om bij de toepassing van deze Verklaring de nadruk te leggen op ontwikkelingssamenwerking, gezondheidszorg en consumentenbescherming;

Uitvoering van het Verdrag en het Facultatieve Protocol

7.

steunt de lidstaten die een begin hebben gemaakt met het proces van de stapsgewijze uitvoering van het Verdrag en het Facultatieve Protocol en dringt er bij de andere lidstaten op aan om hetzelfde te doen;

8.

doet een beroep op de Commissie en de lidstaten om alle bepalingen van het Verdrag in wetsbepalingen om te zetten en om binnen specifieke termijnen de maatregelen te nemen en de financiële middelen beschikbaar te stellen die nodig zijn voor de uitvoering en om kwantitatieve doelstellingen hiervoor vast te stellen; moedigt de lidstaten aan tot uitwisseling van informatie over beste praktijken bij de tenuitvoerlegging;

9.

dringt er bij de lidstaten op aan gendermainstreaming toe te passen bij besluiten over beleidsmaatregelen ten gunste van vrouwen en mannen, meisjes en jongens met handicaps, en deze op alle gebieden toe te passen, met name inzake integratie op de arbeidsplaats, scholing en discriminatiebestrijding, en om wetgeving goed te keuren om de rechten van gehandicapte vrouwen en meisjes te beschermen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik en geestelijk en lichamelijk geweld op openbare plaatsen of in hun huiselijke omgeving, en om steun te verlenen aan vrouwen en meisjes die aan een dergelijk geweld werden onderworpen;

10.

dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan zorg te dragen voor vrije toegang voor de burgers van de Europese Unie en organisaties van personen met handicaps tot informatie over hun rechten uit hoofde van het Verdrag en het Facultatieve Protocol, en voor informatieverstrekking daarover aan die burgers en organisaties, in een vorm die toegankelijk is voor de burgers;

11.

onderstreept het belang om de Commissie de beschikking te geven over alle noodzakelijke financiële middelen en human resources om haar in staat te stellen op te treden als centraal punt in de met de uitvoering van het Verdrag samenhangende kwesties die binnen de bevoegdheden van de Gemeenschap vallen; dringt aan op opstelling van een procedure die het mogelijk maakt een goed overzicht te krijgen van alle beleidsmaatregelen die van invloed zijn op de tenuitvoerlegging van het Verdrag; verzoekt de Commissie om regelmatig aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over de voortgang van deze tenuitvoerlegging;

12.

verzoekt de lidstaten om overeenkomstig hun eigen organisatiesystemen één of meer centrale punten binnen hun respectieve regeringen vast te stellen voor kwesties die verband houden met de uitvoering van het Verdrag en het toezicht daarop en om de oprichting of benoeming te overwegen van een coördinatiemechanisme binnen de regering om activiteiten in de verschillende sectoren te vergemakkelijken, zulks overeenkomstig artikel 33, lid 1, van het Verdrag; verzoekt om speciale aandacht te schenken aan de oprichting van een adequaat en onafhankelijk toezichtmechanisme overeenkomstig artikel 33, lid 2, van het Verdrag en overeenkomstig het beginsel met betrekking tot de rechtspositie van nationale instellingen - de Beginselen van Parijs - zoals door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties goedgekeurd in haar resolutie 48/134 van 20 december 1993;

13.

dringt er bij de Gemeenschap en de lidstaten op aan om een goed gecoördineerde sociale dialoog op gang te brengen tussen de belanghebbende partijen en om organisaties van personen met handicaps actief te betrekken bij het toezicht en tenuitvoerlegging van het Verdrag, zulks overeenkomstig artikel 4 en artikel 33, lid 2, van het Verdrag;

*

* *

14.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de regeringen en parlementen van de lidstaten.


(1)  PB C 76 E van 25.3.2004, blz. 231.

(2)  PB C 104 E van 30.4.2004, blz. 148.

(3)  PB C 287 E van 24.11.2006, blz. 336.

(4)  PB C 316 E van 22.12.2006, blz. 370.

(5)  PB C 74 E van 20.3.2008, blz. 742.

(6)  PB C 102 E van 24.4.2008, blz. 321.

(7)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0286.

(8)  PB C 75 van 26.3.2008, blz. 1.

(9)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0212.

(10)  Aangenomen teksten, P6_TA(2009)0312.

(11)  Aangenomen teksten, P6_TA(2009)0313.

(12)  Verklaring van de Europese Gemeenschap in toepassing van artikel 44, lid 1 van het Verdrag (bijlage 2 bij ontwerpsbesluit van de Raad, deel I) en verklaring van de Europese Gemeenschap in toepassing van artikel 12, lid 1 van het Facultatief Protocol (bijlage 2 bij het ontwerpsbesluit van de Raad, deel II).