5.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 212/321


Woensdag, 6 mei 2009
Programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie ***I

P6_TA(2009)0366

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 6 mei 2009 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (COM(2009)0035 – C6-0049/2009 – 2009/0010(COD))

2010/C 212 E/46

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2009)0035),

gelet op artikel 251, lid 2, artikel 156 en artikel 175, lid 1, van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0049/2009),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie regionale ontwikkeling (A6-0261/2009),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

neemt kennis van de als bijlage aan deze resolutie gevoegde verklaring van de Commissie;

3.

is van mening dat het in het wetgevingsvoorstel vermelde referentiebedrag alleen maar in overeenstemming is met het meerjarig financieel kader zodra dit is herzien;

4.

wijst er nogmaals op dat iedere herschikking die voor andere beleidssectoren van de EU negatieve gevolgen zou hebben doordat zij ten koste zou gaan van de daarvoor toegewezen middelen, moet worden vermeden;

5.

herinnert eraan dat het jaarlijks bedrag overeenkomstig de bepalingen van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1) wordt vastgesteld in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure;

6.

merkt op dat het wetgevingsproces kan worden afgerond, na dat er overeenstemming is bereikt over de financiering van het programma;

7.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

8.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.


Woensdag, 6 mei 2009
P6_TC1-COD(2009)0010

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 6 mei 2009 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. …/2009 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement in eerste lezing overeen met het definitieve wetsbesluit: Verordening (EG) nr. 663/2009.)

Woensdag, 6 mei 2009
BIJLAGE

VERKLARING VAN DE COMMISSIE

„De Commissie benadrukt dat energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen zowel om ecologische redenen als om redenen van voorzieningszekerheid hoofdprioriteiten van het EU-energiebeleid zijn. De verordening zal tot deze prioriteiten bijdragen door te voorzien in aanzienlijke steun voor offshore-windenergieprojecten.

De Commissie memoreert in dit verband de diverse andere nieuwe initiatieven ter ondersteuning van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen, die zij met name heeft voorgesteld in haar Europees herstelplan waaraan de Europese Raad van december 2008 zijn goedkeuring heeft gehecht. Het gaat daarbij onder meer om:

 

Een wijziging van de EFRO-verordening om investeringen tot 8 miljard EUR in energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in woningen mogelijk te maken in alle lidstaten. Een publiek-privaat partnerschap inzake een „Europees initiatief voor energie-efficiënte gebouwen”, ter bevordering van groene technologieën en van de ontwikkeling van energie-efficiënte systemen en materialen in nieuwe en gerenoveerde gebouwen. De begrotingsmiddelen voor deze actie worden op 1 miljard EUR geraamd: 500 miljoen EUR uit de bestaande begroting voor het zevende EG-kaderprogramma voor de periode 2007-2013, en 500 miljoen EUR van het bedrijfsleven.

 

Het EG-EIB-initiatief „EU-initiatief voor de financiering van duurzame energie”, dat investeringen voor projecten op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in stedelijke milieus mogelijk moet maken. De Commissie financiert een faciliteit voor technische bijstand uit het programma Intelligente energie voor Europa (toewijzing van 15 miljoen EUR voor 2009). Deze door de EIB beheerde faciliteit zal de toegang tot EIB-leningen met een aanzienlijk hefboomeffect vergemakkelijken.

 

De oprichting door institutionele beleggers uit de EU – onder leiding van de EIB – van een marktgeoriënteerd beleggingsfonds „Marguerite”: het Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur. Dit fonds investeert op de gebieden energie en klimaatverandering (TEN-E, duurzame energieproductie, hernieuwbare energie, nieuwe technologieën, energie-efficiëntie, voorzieningszekerheid en milieu-infrastructuur). De Commissie steunt dit initiatief.

Voorts zal de Commissie voor eind november 2009 de herziening van het actieplan inzake energie-efficiëntie presenteren, zoals gevraagd door de Raad (conclusies van de Europese Raad van maart 2009) en het Europees Parlement (EP-Resolutie P6_TA(2009)0064).

Deskundigen zijn het erover eens dat energie-efficiëntie de goedkoopste beschikbare optie is om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De Commissie zal tegen november 2009 een gedetailleerde analyse voorleggen van de elementen die meer investeringen in energie-efficiëntie in de weg staan. Zij zal daarin met name nagaan of er behoefte is aan meer financiële stimulansen in de vorm van leningen met een lage rentevoet en/of subsidies en hoe de Europese begroting daartoe kan worden gebruikt, en zij zal, indien nodig, onder meer voorzien in extra middelen voor de financiering van energie-efficiëntie in het nieuwe EU-instrument voor energiezekerheid en –infrastructuur dat in 2010 zal worden voorgelegd.

Bij de herziening van het actieplan inzake energie-efficiëntie zal de Commissie bijzondere aandacht besteden aan de nabuurschapsdimensie van energie-efficiëntie. Zij zal nagaan hoe zij met stimulansen op financieel en regelgevend gebied buurlanden ertoe kan aanzetten hun investeringen in energie-efficiëntie op te voeren.

Indien de Commissie, bij de rapportage over de uitvoering van de verordening in 2010 conform artikel 28 daarvan, constateert dat een deel van de middelen voor de in de bijlage bij de verordening vermelde projecten niet tegen eind 2010 zal kunnen worden vastgelegd, dan stelt zij in voorkomend geval een geografisch evenwichtige wijziging van de verordening voor, zodat naast de bovengenoemde initiatieven ook projecten op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen kunnen worden gefinancierd, mede aan de hand van soortgelijke subsidiabiliteitscriteria als die voor de projecten welke staan vermeld in de bijlage bij deze verordening.”