31.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 27/6


Reglement van de Conferentie van de Commissies voor de Communautaire en Europese Aangelegenheden van de Parlementen van de Europese Unie

(2008/C 27/02)

Dit reglement is bedoeld om de werkzaamheden van de op 16 en 17 november 1989 in Parijs ingestelde Conferentie van de commissies voor Europese aangelegenheden, hierna „COSAC” genoemd, te vergemakkelijken en te verbeteren.

Het Reglement kan worden toegepast voor de vergaderingen van andere parlementaire commissies die door het parlement van het land dat het voorzitterschap van de EU bekleedt worden bijeengeroepen.

Op grond van de XXVIIe COSAC (Kopenhagen, 16 t/m 18 oktober 2002) werd op de buitengewone XXVIIIe COSAC (Brussel, 27 januari 2003) besloten de samenwerking tussen de nationale parlementen in de EU te versterken, het Reglement uit te breiden met de nieuwe bepalingen betreffende de stemming en de goedkeuring van richtsnoeren voor een doeltreffend parlementair toezicht op regeringen in verband met communautaire kwesties (parlementaire richtsnoeren van Kopenhagen).

De leden van de COSAC streven naar de tenuitvoerlegging van de parlementaire richtsnoeren van Kopenhagen conform hun eigen parlementaire gebruiken (1). De richtsnoeren zijn neergelegd in een aparte verklaring.

Dit Reglement, dat werd goedgekeurd op de XXIXe COSAC (Athene, 5 en 6 mei 2003) vervangt het Reglement dat op 11 en 12 oktober 1999 in Helsinki werd goedgekeurd.

1.   TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN COSAC

De COSAC is een forum voor geregelde gedachtewisselingen zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de bevoegdheden van de parlementaire organen in de Europese Unie.

Ingevolge het Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie dat is gehecht aan het Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, is de COSAC bevoegd om bijdragen aan de instellingen van de Europese Unie te richten en om de wetgevende activiteiten, voorstellen en initiatieven van de Unie te bestuderen.

De bijdragen van de COSAC zijn geenszins bindend voor de nationale parlementen en laten hun standpuntbepaling onverlet.

2.   FREQUENTIE EN DATA VAN DE VERGADERINGEN

2.1.   Gewone vergaderingen

Tijdens elk voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie wordt een gewone vergadering van de COSAC georganiseerd, rekening houdend met de parlementaire gebruiken van de lidstaten, de verkiezingsperioden en de wettelijke feestdagen. De datum ervan wordt uiterlijk tijdens de voorgaande vergadering vastgesteld en aangekondigd.

2.2.   Buitengewone vergaderingen

De buitengewone vergaderingen van de COSAC worden gehouden als de noodzaak ervan wordt vastgesteld bij volstrekte meerderheid van de voorzitters van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden van de nationale parlementen en van de bevoegde instantie van het Europees Parlement.

2.3.   Vergaderingen van de voorzitters

Na overleg met de trojka van voorzitters wordt voor de vergaderingen van de COSAC een voorbereidende vergadering georganiseerd van de voorzitters van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden en van de afgevaardigde van het Europees Parlement. Elke delegatie bestaat uit twee leden van haar parlement.

2.4.   Buitengewone vergaderingen van de voorzitters

Buitengewone vergaderingen van de voorzitters van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden en van de bevoegde instantie van het Europees Parlement worden georganiseerd hetzij op initiatief van het voorzitterschap na overleg met de trojka van voorzitters, hetzij als de noodzaak ervan wordt vastgesteld bij volstrekte meerderheid van de voorzitters van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden van de nationale parlementen en van de bevoegde instantie van het Europees Parlement.

2.5.   De trojka van voorzitters van COSAC

De trojka van voorzitters van de COSAC bestaat uit de huidige voorzitter, de vorige voorzitter, de volgende voorzitter en het Europees Parlement. Elke delegatie bestaat uit twee leden van haar parlement.

Agenda's voor vergaderingen van de trojka worden niet later dan twee weken voor de vergaderingen aan alle nationale parlementen en het Europees Parlement toegezonden. Notulen van vergaderingen van de trojka worden niet later dan twee weken na deze vergaderingen aan alle nationale parlementen en aan het Europees Parlement toegezonden.

2.6.   Werkgroepen

De COSAC kan beslissen een werkgroep op te richten om een welbepaald onderwerp met betrekking tot de activiteiten van de Europese Unie te onderzoeken. Een dergelijke werkgroep wordt tevens ingesteld als de noodzaak ervan wordt vastgesteld bij volstrekte meerderheid van de voorzitters van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden van de nationale parlementen en van de bevoegde instantie van het Europees Parlement. De werkgroep wordt voorgezeten door de voorzitter van de commissie voor communautaire en Europese aangelegenheden van het parlement dat het voorzitterschap bekleedt. Het secretariaat van het parlement van de lidstaat die het voorzitterschap bekleedt, zorgt voor het secretariaat van de werkgroep.

2.7.   Planning van de vergaderingen

De COSAC stelt een regelmatig vergaderrooster voor de lange termijn vast.

3.   PLAATS VAN DE VERGADERINGEN

De vergaderingen worden gehouden in de lidstaat die het voorzitterschap bekleedt. De buitengewone vergaderingen, de vergaderingen van de voorzitters en de vergaderingen van de werkgroepen kunnen elders plaatsvinden.

4.   AMENSTELLING

4.1.   Gewone en buitengewone vergaderingen

Elk nationaal parlement wordt vertegenwoordigd door ten hoogste zes leden van zijn commissie(s) voor communautaire en Europese aangelegenheden. Het Europees Parlement wordt vertegenwoordigd door zes leden. Elk parlement bepaalt de samenstelling van zijn delegatie.

4.2.   Waarnemers van de parlementen van de kandidaat-lidstaten

Drie waarnemers van het parlement van elk van de kandidaat-lidstaten worden uitgenodigd op de gewone vergaderingen en kunnen worden uitgenodigd op de buitengewone vergaderingen, op voorwaarde dat de Europese Unie met het betrokken land officieel besprekingen of onderhandelingen is begonnen met het oog op de toetreding tot de Europese Unie en dat het betrokken parlement een officiële aanvraag heeft ingediend om deel te nemen aan de COSAC. Deze waarnemers mogen deelnemen aan de debatten over bepaalde, door de vergadering vastgestelde, agendapunten.

4.3.   Andere waarnemers, deskundigen en speciale genodigden

Het voorzitterschap nodigt waarnemers uit van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en van de Europese Commissie en kan tevens waarnemers uitnodigen van de ambassades van de lidstaten van de Europese Unie en, na overleg met de trojka van voorzitters, deskundigen en speciale genodigden.

4.4.   Openbaarheid van de vergaderingen

De vergaderingen van de conferentie zijn openbaar, tenzij anders wordt beslist.

5.   BIJEENROEPING

De gewone vergaderingen en de vergaderingen van de voorzitters en van de werkgroepen worden bijeengeroepen door het secretariaat van het parlement van de lidstaat die het voorzitterschap bekleedt.

De buitengewone vergaderingen worden bijeengeroepen door het secretariaat van het parlement van de lidstaat waar de betrokken vergadering plaatsheeft.

6.   BENAMING VAN DE VERGADERINGEN

De gewone en buitengewone vergaderingen krijgen de naam „Conferentie van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden (van de nationale parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van het Europees Parlement) — COSAC”, voorafgegaan door het volgnummer van de vergadering en gevolgd door de plaats van de vergadering en de datum.

7.   AGENDA

7.1.

Voor de laatste gewone vergadering van elk jaar stellen de delegaties de onderwerpen voor die tijdens het volgende jaar zullen worden behandeld. Dat punt wordt besproken op het einde van de vergadering. Bij het begin van elk halfjaar stelt de trojka van voorzitters, met inachtneming van de bepalingen van deel II van het Protocol van het Verdrag van Amsterdam betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, een of meer onderwerpen voor. Daartoe gaat de trojka uit van het werkschema van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en van de Europese Commissie, evenals van de voorstellen die tijdens de bovengenoemde vergadering werden gedaan.

7.1.A.

De belangrijkste punten op een ontwerpagenda vloeien voort uit de rol van de COSAC als instantie voor de uitwisseling van informatie, met name over de praktische aspecten van het parlementaire toezicht.

7.2.

De ontwerpagenda wordt opgesteld door de voorzitter van de commissie voor communautaire en Europese aangelegenheden van het gastparlement, na overleg met de voorzitters van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden en met de afgevaardigde van het Europees Parlement. De nationale delegaties kunnen het voorzitterschap voorstellen om een bepaald onderwerp te agenderen.

7.3.

De vergadering zelf stelt de agenda vast.

8.   VOORBEREIDING VAN DE VERGADERINGEN

8.1.

De nationale delegaties kunnen het secretariaat van het gastparlement documenten bezorgen die betrekking hebben op de agendapunten.

8.2.

De nationale delegatie van het gastparlement kan ten behoeve van de Conferentie documenten ter bespreking opstellen.

9.   TALEN

9.1.

Elke delegatie zorgt voor de vertaling naar het Frans of het Engels van de documenten die ze indient.

9.2.

De deelnemende parlementen ontvangen de conferentiedocumenten in het Frans of het Engels. Elk parlement zorgt voor de vertaling ervan in zijn landstaal of landstalen.

9.3.

Tijdens de vergaderingen wordt gezorgd voor simultaanvertolking in de officiële talen van de Europese Unie.

9.4.

De bijdragen van de COSAC worden in het Frans en in het Engels samengebracht in één origineel. Beide teksten zijn rechtsgeldig.

10.   BIJDRAGEN VAN DE COSAC

10.1.

De COSAC kan bijdragen voorleggen aan de instellingen van de Europese Unie overeenkomstig het aan het Verdrag van Amsterdam gehechte Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie.

10.2.

Elke nationale delegatie kan voorstellen dat de COSAC een bijdrage goedkeurt. De beslissing een bijdrage voor te bereiden wordt genomen door het voorzitterschap, na raadpleging van de trojka van voorzitters, door de volstrekte meerderheid van de voorzitters van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden van de nationale parlementen en van de bevoegde instantie van het Europees Parlement, of door een vergadering van de COSAC.

10.3.

De ontwerpbijdrage wordt voldoende lang voor de COSAC-vergadering die ze zal behandelen aan de delegaties bekendgemaakt, opdat deze over een redelijke termijn beschikken om het ontwerp te onderzoeken en te becommentariëren.

10.4.

De definitieve ontwerpbijdrage wordt voorbereid op de voorbereidende vergadering van de voorzitters voorafgaand aan de COSAC-vergadering die ze zal behandelen. Het ontwerp bevat de opmerkingen en commentaren van alle delegaties, met inbegrip van eventuele stemverklaringen.

10.5.

Over het algemeen streeft de COSAC naar goedkeuring van de bijdragen door middel van een ruime consensus. Als dit niet mogelijk is, worden de bijdragen goedgekeurd met een gekwalificeerde meerderheid van tenminste 3/4 van de uitgebrachte stemmen. De meerderheid van 3/4 van de uitgebrachte stemmen moet terzelfder tijd tenminste de helft van alle stemmen bedragen.

10.6.

Elke delegatie heeft twee stemmen.

10.7.

Na goedkeuring wordt de bijdrage in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

11.   ROL VAN HET VOORZITTERSCHAP

11.1.

De commissie voor communautaire en Europese aangelegenheden van de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie uitoefent, bekleedt gedurende die periode het voorzitterschap van de COSAC.

11.2.

Het secretariaat van het gastparlement bereidt de documenten voor de vergaderingen voor. Het wordt bijgestaan door het COSAC-secretariaat.

11.3.

Het debat wordt ingeleid door de voorzitter van de commissie voor communautaire en Europese aangelegenheden van het gastparlement.

11.4.

De voorzitter van de commissie voor communautaire en Europese aangelegenheden van het gastparlement doet een voorstel voor het verloop van de vergadering en de spreektijd; deze laatste is beperkt tot vier minuten, tenzij de vergadering anders beslist.

11.5.

Het secretariaat van het gastparlement redigeert bondige notulen van de vergadering. Het ontwerp wordt door het COSAC-secretariaat ter beschikking gesteld.

11.6.

De voorzitter van de commissie voor communautaire en Europese aangelegenheden van het gastparlement stelt de door de trojka van voorzitters uitgewerkte conclusies van het debat voor.

11.7.

Het secretariaat van het parlement dat het voorzitterschap bekleedt, staat gedurende dat voorzitterschap in voor de administratieve ondersteuning van de COSAC-activiteiten. De secretariaten van de nationale parlementen en van het Europees Parlement verlenen assistentie.

11 bis.   HET COSAC-SECRETARIAAT

Het COSAC-secretariaat wordt samengesteld uit ambtenaren van de parlementen van de trojka van voorzitters en één permanent lid, dat de secretariaatswerkzaamheden ondersteunt.

De ambtenaren van de parlementen van de trojka van voorzitters worden door elk van de desbetreffende parlementen benoemd voor een periode van achttien maanden, die niet verlengd kan worden.

Het permanente lid wordt door de COSAC-voorzitters benoemd op voorstel van de trojka van voorzitters. Hij of zij dient ambtenaar van een nationaal parlement te zijn en blijft in functie gedurende een periode van twee jaar, die éénmaal verlengd kan worden.

Het COSAC-secretariaat staat het voorzitterschap en het secretariaat van het gastparlement in al hun taken bij. De leden van het COSAC-secretariaat verrichten hun taken onder de politieke verantwoordelijkheid van het COSAC-voorzitterschap en de trojka van voorzitters of overeenkomstig de door de COSAC-vergaderingen genomen besluiten. Het permanente lid coördineert de werkzaamheden van het COSAC-secretariaat onder leiding van het parlement dat het voorzitterschap bekleedt.

De kosten van de detachering van het permanente lid van het secretariaat in Brussel en andere noodzakelijke technische kosten van het secretariaat komen voor de gezamenlijke rekening van de parlementen die wensen bij te dragen. De hoogte en de betalingsvoorwaarden van de gezamenlijk gefinancierde kosten worden in een overeenkomst tussen de deelnemende parlementen omschreven.

12.   CONCLUSIE VAN HET DEBAT

Wanneer de vergadering beslist een communiqué te publiceren, stelt de trojka van voorzitters een ontwerp op, waaraan de eventuele goedgekeurde bijdragen zijn gehecht.

13.   DE ONTVANGERS VAN DE COMMUNIQUÉS

Het secretariaat van het gastparlement zendt de communiqués aan de parlementen van de lidstaten, alsmede aan het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie.

14.   HERZIENING VAN HET REGLEMENT

14.1.

Een of meer delegaties van een of meer parlementen kunnen voorstellen tot wijziging van het reglement indienen. Deze moeten ten minste één maand voor de bijeenkomst van de COSAC schriftelijk ter kennis gebracht van alle nationale parlementen van de lidstaten en het Europees Parlement.

14.2.

Een voorstel tot herziening van het reglement wordt behandeld tijdens de eerste vergadering van de COSAC die volgt op de indiening van het voorstel.

14.3.

Wijzigingen van het reglement dienen met algemene stemmen te worden goedgekeurd door de op de vergadering aanwezige delegaties. Onthoudingen van delegaties vormen geen beletsel voor de goedkeuring van de amendementen.

14.4.

Het quorum is ten minste 2/3 van de delegaties.

14.5.

Elke delegatie heeft een stem.

15.   INWERKINGTREDING

Dit reglement treedt in werking zodra het in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt. Één enkele originele tekst bestaat in het Engels en in het Frans. Beide teksten zijn rechtsgeldig.

De tekst van dit reglement wordt geredigeerd in het Deens, het Duits, het Engels, het Ests, het Fins, het Frans, het Grieks, het Hongaars, het Italiaans, het Lets, het Litouws, het Maltees, het Nederlands, het Pools, het Portugees, het Sloveens, het Slowaaks, het Spaans, het Tsjechisch en het Zweeds voor de legalisering ervan. De vertalingen worden goedgekeurd door de nationale parlementen die deze talen hanteren en door het Europees Parlement. Wat de interpretatie van dit reglement betreft, hebben alleen de Engelse en de Franse versie een officiële status.


(1)  Zoals verklaard in het protocol betreffende de rol van de nationale parlementen is het de taak van elk nationaal parlement te besluiten in welke mate de parlementaire richtsnoeren van Kopenhagen, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie C 154 van 2 juli 2003, moeten worden toegepast.


BIJLAGE

Verklaring van het Europees Parlement met betrekking tot regel 10.5

Het Europees Parlement kan zich bij de stemming over een bijdrage die onder andere aan hem is gericht onthouden.