21.1.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 15/90


Donderdag, 23 oktober 2008
Birma

P6_TA(2008)0527

Resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2008 over Birma

2010/C 15 E/20

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resoluties van 19 juni 2008 (1), 24 april 2008 (2), 27 september 2007 (3), 21 juni 2007 (4) en 14 december 2006 (5) over Birma,

gezien de conclusies van de Raad over Birma/Myanmar van 29 april 2008, aangenomen op de bijeenkomst van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen te Luxemburg en het Gemeenschappelijk Standpunt 2006/318/GBVB van de Raad van 27 april 2006 tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar (6),

gezien het rapport van 3 september 2008 (A/63/341)van Tomás Ojea Quintana, speciale VN-rapporteur over de situatie van de mensenrechten in Birma,

gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat het op 24 oktober 2008 precies 13 jaar geleden is dat Daw Aung San Suu Kyi, secretaris-generaal van de Nationale Liga voor Democratie (NLD), ten onrechte als politieke gevangene werd opgesloten; overwegende dat daarnaast nog steeds 2 120 personen in vreselijke omstandigheden opgesloten blijven, hoofdzakelijk omdat ze de wens te kennen hebben gegeven van Birma een democratisch land te maken; overwegende dat Navanethem Pillay, de pas aangestelde Hoge commissaris van de VN voor de mensenrechten, op 3 oktober 2008 de Birmaanse militaire autoriteiten formeel heeft verzocht alle politieke gevangenen vrij te laten,

B.

overwegende dat leiders van Aziatische en Europese landen op de verjaardag van de gevangenneming van Daw Aung San Suu Kyi de zevende Azië-Europa-bijeenkomst (ASEM) in China op 24 en 25 oktober 2008 zullen bijeenroepen,

C.

overwegende dat de Birmaanse militaire junta met opzet weigert preventieve of beschermende maatregelen te nemen om de deelstaat Chin in het westen van het land te vrijwaren van de dreigende ernstige hongersnood,

D.

overwegende dat de Birmaanse autoriteiten in september 2008 gedurende vijf dagen met geweld wijdverspreid protest hebben onderdrukt dat zes weken eerder was begonnen,

E.

overwegende dat de mensenrechtensituatie is blijven verslechteren, de politieke repressie geëscaleerd is en de militaire junta haar beloften niet is nagekomen die ze na de saffraanrevolutie van september 2007 aan de internationale gemeenschap heeft gedaan,

F.

overwegende dat de Verenigde Staten in 2003 de invoer hebben verboden van alle Birmaanse kledij, die in feitelijke slavernij wordt vervaardigd, en dat de Raad van de Europese Unie er tot nu toe niet is in geslaagd onder de lidstaten een consensus over gelijkaardige maatregelen te bereiken,

G.

overwegende dat de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft aangekondigd dat hij overweegt een gepland bezoek aan Birma in december 2008 te annuleren mocht de nationale situatie de komende maanden niet merkelijk verbeteren,

H.

overwegende dat de Verenigde Naties in augustus 2008 hebben onthuld dat de Birmaanse militaire autoriteiten op frauduleuze wijze een deel van de humanitaire hulp voor Birma aanslaan door te knoeien met wisselkoersen,

I.

overwegende dat de Birmaanse militaire autoriteiten de internettoegang tot vrije media hebben lamgelegd, de verspreiding van onafhankelijke informatie hebben belemmerd en zogenaamde cyberdissidenten gevangen hebben genomen omdat ze probeerden hun politieke mening vrij te uiten,

1.

veroordeelt de voortdurende gevangenhouding van Daw Aung San Suu Kyi, die sedert haar overwinning bij de laatste democratische verkiezingen in 1990 met tussenpozen onder huisarrest staat, en dringt aan op haar onmiddellijke vrijlating;

2.

betreurt dat het aantal politieke gevangenen na de saffraanrevolutie van september 2007 gestegen is van 1 300 tot 2 000, en dat ondanks de vrijlating in september 2008 van U Win Tin, een ervaren journalist en secretaris van de NLD, en zes andere leiders, 23 NLD-leden vervolgens zijn gearresteerd;

3.

laakt de arbitraire beschuldigingen voor de arrestatie van tal van dissidenten, evenals de erbarmelijke omstandigheden waarin politieke gevangenen opgesloten zijn, onder meer het wijdverspreid gebruik van marteling en dwangarbeid; is uitermate bezorgd over het stelselmatig ontzeggen van medische behandelingen aan politieke gevangenen en dringt erop aan dat het Internationale Comité van het Rode Kruis opnieuw bezoeken mag brengen;

4.

dringt er bij de ASEM-landen op aan op hun top de Birmaanse militaire autoriteiten gezamenlijk op te roepen alle politieke gevangenen vrij te laten;

5.

veroordeelt met klem de etnische zuivering tegen de Karen-minderheid, ook tegen diegenen die in het aangrenzende Thailand hun redding zoeken; verzoekt de internationale gemeenschap in dit opzicht meer druk op de junta uit te oefenen om een einde te maken aan militaire acties tegen burgers, en, waar nodig, meer humanitaire steun te verlenen aan de getroffen bevolking, onder meer via grensoverschrijdende mechanismen;

6.

verzoekt de Commissie aan te dringen op de opheffing van alle beperkingen die de Birmaanse militaire autoriteiten hebben opgelegd voor hulpverlening aan door de orkaan Nargis getroffen gebieden, en een gedetailleerd verslag op te stellen over de efficiëntie van haar bijstand en de nog vereiste hoeveelheid bijstand;

7.

verzoekt de Birmaanse autoriteiten dringend hun humanitaire verantwoordelijkheid op te nemen, met name ten aanzien van de dreigende hongersnood in de deelstaat Chin;

8.

wijst erop dat 37 bezoeken van VN-gezanten gedurende de afgelopen 20 jaar tot geen enkele hervorming door de Birmaanse Staatsraad voor vrede en ontwikkeling (SPDC) hebben geleid, en vestigt de aandacht op de verklaring van de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad van 11 oktober 2007 over de situatie in Myanmar (S/PRST/2007/37), die de SPDC eveneens naast zich heeft neergelegd; dringt aan op een tijdschema en referentiepunten voor een hervorming, en verzoekt de VN-Veiligheidsraad verdere acties tegen Birma te ondernemen als dit tijdschema en deze referentiepunten niet worden geëerbiedigd;

9.

verzoekt de Birmaanse regering geleidelijk de vier mensenrechtenpijlers toe te passen waarom de speciale VN-rapporteur heeft verzocht, met name: vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging; invrijheidstelling van gewetensgevangenen; overgang naar een meerpartijendemocratie en een burgerregering; en een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht;

10.

verzoekt de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties in december 2008 hoe dan ook een tweede bezoek aan Birma te brengen, ongeacht de situatie, om persoonlijk dringend op te roepen tot de vrijlating van alle politieke gevangenen en tot volledige betrokkenheid van de NLD bij de voorbereiding van de verkiezingen van 2010, en te benadrukken dat aan de verzoeken van de VN moet worden voldaan;

11.

verzoekt de Europese Raad zijn vergadering van 11-12 december 2008 aan te grijpen om Verordening (EG) nr. 194/2008 van de Raad van 25 februari 2008 tot verlenging en verscherping van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar (7) te herzien, de gerichte sancties uit te breiden tot toegang tot internationale bankdiensten van door het Birmaanse leger gecontroleerde of ermee gelieerde bedrijven, concerns en firma's, een einde te maken aan de invoer van alle in Birma vervaardigde kledij, en uitverkoren generaals en hun familie niet langer toegang te verlenen tot persoonlijke zakentransacties, gezondheidszorg, winkelen en buitenlands onderwijs;

12.

verzoekt de Commissie uit te leggen welke stappen zij denkt te ondernemen ten aanzien van de onthulling van de Verenigde Naties dat een deel van alle humanitaire hulp voor Birma verdwijnt als gevolg van door de staat opgezette wisselkoersfraude;

13.

uit zijn grootste bezorgdheid over het feit dat het 'onderzoeksorgaan' dat de Birmaanse militaire autoriteiten hebben opgericht om een onderzoek in te stellen naar de doden, arrestaties en verdwijningen als gevolg van de vreedzame demonstraties in september 2007, geen antwoorden heeft geformuleerd, en verzoekt de Birmaanse autoriteiten de werking van een onderzoekscommissie met een VN-mandaat te bevorderen;

14.

roept de regeringen van China, India en Rusland op hun grote economische en politieke invloed bij de Birmaanse autoriteiten aan te wenden om substantiële verbeteringen in het land te bewerkstelligen en te stoppen met de levering van wapens en andere strategische goederen;

15.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, de speciaal afgezant van de EU voor Birma, de Birmaanse staatsraad voor vrede en ontwikkeling, de regeringen van de Associatie van Zuidoost-Aziatische landen (ASEAN) en de ASEM, het ASEM-secretariaat, de interparlementaire Myanmar-groep van de ASEAN, Daw Aung San Suu Kyi, de NLD, de secretaris-generaal van de VN, de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN en de speciale mensenrechtenrapporteur van de VN voor Birma.


(1)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0312.

(2)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0178.

(3)  PB C 219 E van 28.8.2008, blz. 311.

(4)  PB C 146 E van 12.6.2008, blz. 383.

(5)  PB C 317 E van 23.12.2006, blz. 902.

(6)  PB L 116 van 29.4.2006, blz. 77.

(7)  PB L 66 van 10.3.2008, blz. 1.