19.11.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 279/84 |
Wapens die (verarmd) uranium bevatten
P6_TA(2008)0233
Resolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2008 over wapens die (verarmd) uranium bevatten en de gevolgen daarvan voor de menselijke gezondheid en het milieu — naar een wereldwijd verbod op het gebruik van dergelijke wapens
(2009/C 279 E/18)
Het Europees Parlement,
— |
onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de schadelijke gevolgen van het gebruik van uranium (met inbegrip van verarmd uranium) in conventionele wapens, |
— |
onder verwijzing naar de toespraak van de Secretaris-generaal van de VN op 6 november 2002 ter gelegenheid van de Internationale dag ter voorkoming van schade aan het milieu in oorlogsituaties en tijdens gewapende conflicten, |
— |
onder verwijzing naar de op 5 december 2007 aangenomen resolutie A/RES/62/30 van de Algemene Vergadering van de VN waarin aandacht werd besteed aan de ernstige gezondheidsproblemen als gevolg van het gebruik van wapens met verarmd uranium, |
— |
gelet op artikel 108, lid 5, van zijn Reglement, |
A. |
overwegende dat (verarmd) uranium in de moderne oorlogsvoering in ruime mate wordt gebruikt als munitie tegen versterkte doelen in landelijke en stedelijke gebieden en als bepantserde bescherming tegen raket- en artillerie-aanvallen, |
B. |
overwegende dat sinds het gebruik ervan door de geallieerde strijdkrachten in de eerste oorlog tegen Irak, er ernstige zorg bestaat over de radiologische en chemische giftigheid van de fijne uraniumdeeltjes die vrijkomen als deze wapens inslaan op harde doelen; en dat er voorts bezorgdheid bestaat over de besmetting van bodem en grondwater door gebruikte munitie die zijn doel heeft gemist en de gevolgen ervan voor de burgerbevolking, |
C. |
overwegende dat ondanks het feit dat wetenschappelijk onderzoek tot dusverre geen afdoende bewijs heeft opgeleverd dat schade wordt aangericht, er talloze getuigenissen bestaan over de schadelijke en vaak dodelijke gevolgen voor militairen en burgers; |
D. |
overwegende dat men zich de laatste jaren steeds meer bewust is geworden van de gevaren van verarmd uranium voor het milieu en de gezondheid en dat het de hoogste tijd is dat dit wordt weerspiegeld in de ontwikkeling van de internationale militaire normen, |
E. |
overwegende dat het gebruik van verarmd uranium in oorlogshandelingen indruist tegen de grondregels en -beginselen die zijn vastgelegd in het geschreven en het gewoonterecht inzake internationale, humanitaire en milieukwesties, |
1. |
dringt er bij de lidstaten op aan zich te houden aan paragraaf 1 van de bovengenoemde VN-resolutie en een verslag voor te leggen met hun opvattingen over de gevolgen van het gebruik van wapens en munitie die verarmd uranium bevatten; |
2. |
beveelt de Hoge Vertegenwoordiger van de EU aan in de komende herziene versie van de Europese Veiligheidsstrategie te wijzen op de noodzaak om grondig na te denken over het nut, in de toekomst, van ongeleide munitie alsmede clusterbommen, mijnen en andere wapens met een niet-onderscheidende werking, zoals wapens met verarmd uranium; |
3. |
verzoekt de Raad en de Commissie opdracht te geven tot wetenschappelijke studies over het gebruik van verarmd uranium in alle gebieden waar Europees en internationaal militair en burgerpersoneel wordt ingezet; |
4. |
dringt er bij de lidstaten op aan om in het kader van toekomstige operaties geen gebruik te maken van wapens met verarmd uranium tijdens acties in het kader van het Europees Veiligheids- en defensiebeleid en geen militair en burgerpersoneel in te zetten in gebieden waarvan geen garantie kan worden gegeven dat verarmd uranium er niet is gebruikt en niet gebruikt zal worden; |
5. |
dringt er bij de lidstaten, de Raad en de Commissie op aan hun militair en burgerpersoneel dat aan missies deelneemt, en hun beroepsorganisaties volledig te informeren over de mogelijkheid dat verarmd uranium gebruikt is of gebruikt kan worden in het gebied waar zij actief zijn, en tevens voldoende beschermingsmaatregelen te treffen; |
6. |
dringt er bij de lidstaten, de Raad en de Commissie op aan een milieuinventarisering op te maken voor gebieden die besmet zijn met verarmd uranium (waaronder proefgebieden) en omvangrijke steun (ook financiële) ter beschikking te stellen aan projecten voor slachtoffers en hun familie, alsmede voor opruimacties in de getroffen gebieden, indien negatieve effecten voor de menselijke gezondheid en het milieu worden bewezen; |
7. |
herhaalt met kracht zijn oproep aan alle lidstaten van de EU en de NAVO om een moratorium in te stellen op het gebruik van wapens met verarmd uranium en de inspanningen ten behoeve van een wereldwijd verbod te verdubbelen, en de productie en verkoop van dit type wapentuig stelselmatig stop te zetten; |
8. |
dringt er bij de lidstaten en de Raad op aan het voortouw te nemen voor het sluiten van een internationaal verdrag — via de VN of een „coalition of the willing” — voor een verbod op de ontwikkeling, productie, opslag, overdracht, het testen en het gebruik van wapens die uranium bevatten en voor de vernietiging of recycling van bestaande voorraden indien er overtuigend wetenschappelijk bewijs is van door dergelijke wapens aangerichte schade; |
9. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de NAVO en de parlementaire vergadering van de NAVO, de VN en het Programma van de Verenigde Naties inzake het milieu, de Europese federatie van militaire vakbonden (Euromil), het Internationaal Comité van het Rode Kruis en de Wereldgezondheidsorganisatie. |