19.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 279/80


Tragische situatie in Birma

P6_TA(2008)0231

Resolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2008 over de tragische situatie in Birma

(2009/C 279 E/16)

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Birma,

gezien de conclusies van de buitengewone Raad algemene zaken en buitenlandse betrekkingen van 13 mei 2008 over de humanitaire situatie in Birma/Myanmar,

gezien resolutie 60/1 van de Algemene Vergadering van de VN van 24 oktober 2005 over de resultaten van de World Summit, waarvan punt 139 instemt met de mogelijkheid van collectief, samenhangend optreden tegen afzonderlijke staten „in het geval nationale autoriteiten er duidelijk niet in slagen hun bevolking te beschermen tegen volkerenmoord, oorlogsmisdaden, etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid”,

gelet op artikel 103, lid 4, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat het zuiden van Birma, inclusief de belangrijkste stad van het land, Rangoon, en het gebied van de Irrawaddydelta, waar bijna de helft van de Birmese bevolking woont, op 2 en 3 mei 2008 getroffen werd door de zware wervelstorm Nargis,

B.

overwegende dat de Birmese staatsmedia melding maken van 77 738 doden en 55 917 vermisten tot nu toe, terwijl onafhankelijke waarnemers en internationale hulporganisaties uitgaan van ten minste 100 000 doden; overwegende dat de VN schat dat 1,6 tot 2,5 miljoen mensen zwaar zijn getroffen en zo snel mogelijk hulp nodig hebben;

C.

overwegende dat de regerende staatsraad voor vrede en ontwikkeling waarschuwingen in de wind heeft geslagen, uitermate traag op de ramp heeft gereageerd en pas in een laat stadium buitenlandse hulp heeft aanvaard: tot nu toe heeft deze staatsraad slechts heel weinig internationale hulpleveringen tot het land toegelaten, met als argument dat de hulp door het leger moet worden gedistribueerd, en heeft de raad de afgifte van visa aan hulpverleners van de VN en andere rampenbestrijdingsteams en logistieke deskundigen vertraagd;

D.

overwegende dat het humanitair recht bepaalt dat humanitaire hulp neutraal en onafhankelijk moet zijn;

E.

overwegende dat de junta het referendum op 10 mei 2008 heeft doorgezet, ondanks het lot van de tienduizenden slachtoffers van de vernietigende wervelstorm, met uitzondering van de zwaarst getroffen gebieden, waar het referendum tot 24 mei 2008 is uitgesteld, ondanks de oproep van de onder-secretaris-generaal van de VN voor Humanitaire Zaken om het referendum te annuleren of later te laten plaatsvinden;

F.

overwegende dat de Birmese regering de internationale hulpinspanningen volledig heeft gedwarsboomd, daarmee voorbijgaand aan het feit dat het gebrek aan schoon water, voedsel en medische zorg waarschijnlijk tot besmettelijke ziekten zal leiden, met als gevolg een veel groter aantal slachtoffers;

G.

overwegende dat etnische groepen en met name de Karen, die reeds met ongebreidelde discriminatie en armoede te kampen hadden, in het deltagebied zwaar zijn getroffen;

H.

overwegende dat het gebied waarin humanitaire hulp kon worden geboden reeds aanzienlijk was beperkt door de nieuwe richtsnoeren van de Birmese regering van februari 2006, die tot ingewikkelde reis- en toezichtprocedures voor buitenlands personeel leidden;

I.

overwegende dat de Commissie twee dagen na de wervelstorm EUR 2 miljoen heeft uitgetrokken voor het financieren van de eerste behoeften van de overlevenden in het rampgebied; overwegende dat de EU tot nu toe EUR 17 miljoen aan hulp heeft toegezegd en dat dit bedrag tot EUR 30 miljoen kan worden opgetrokken indien de Birmese leiders internationale hulp toelaten;

J.

overwegende dat de commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking de toegang tot de zwaarst getroffen gebieden is ontzegd en dat geen gehoor is gegeven aan zijn oproepen om de toegang van hulpverleners tot de Irrawaddydelta te vergemakkelijken;

K.

overwegende dat meerdere regeringen, waaronder die van lidstaten van de EU, erop hebben aangedrongen om in het geval van Birma het beginsel „responsibility to protect” in te roepen, dat door de VN is ontwikkeld om slachtoffers van volkerenmoord en misdaden tegen de menselijheid te beschermen;

1.

spreekt zijn welgemeende condoleances en zijn solidariteit uit aan de bevolking van Birma en het grote aantal slachtoffers; spreekt zijn medeleven uit aan allen die te maken hebben met de gevolgen van de natuurramp;

2.

veroordeelt in krachtige bewoordingen de onaanvaardbaar trage reactie op deze ernstige humanitaire crisis door de Birmese autoriteiten, die het handhaven van de eigen macht zwaarder laat wegen dan het overleven van de Birmese bevolking;

3.

dringt er bij de Birmese regering met klem op aan het leven van haar bevolking voorop te stellen en de door de wervelstorm getroffen gebieden vrij te geven voor internationale hulpinspanningen door hulpverleners visa te verstrekken, de VN en andere humanitaire organisaties toe te staan hulp rechtstreeks aan de hulpbehoevenden te distribueren en landen in de regio hulp via de lucht en de zee te laten geven aan de slachtoffers die niet snel op een andere manier kunnen worden bereikt;

4.

betreurt het feit dat het regime zijn prioriteiten verkeerd heeft gesteld door het zogenaamde referendum over de pseudo-grondwet doorgang te laten vinden, en verwerpt de onwaarschijnlijke resultaten op het moment dat een groot deel van het land is verwoest en miljoenen leiden onder wat treffend is beschreven als een natuurramp die veranderd is in een door mensen gecreëerde katastrofe;

5.

herhaalt dat de soevereiniteit van een land niet zwaarder mag wegen dan de mensenrechten van zijn bevolking, zoals vastgelegd in het VN-beginsel „responsibility to protect”; roept de regering van het VK, dat in mei de VN-Veiligheidsraad voorzit, op de situatie in Birma onverwijld op de agenda van de Veiligheidsraad te zetten en roept de Veiligheidsraad op te onderzoeken of de zending van hulpgoederen naar Birma kan worden goedgekeurd zonder de instemming van de militaire junta van Birma;

6.

is verheugd over het feit dat ASEAN, India en China op 19 mei 2008 op hun top in Singapore een akkoord hebben bereikt over de coördinatie van de internationale hulp door ASEAN, alsook over het besluit betreffende een internationale donorconferentie in samenwerking met de VN in Rangoon op 25 mei 2008, teneinde de hulp voor de slachtoffers te groeperen;

7.

dringt er in dit verband op aan snel een speciaal fonds in het leven te roepen, onder auspiciën van de VN, om de daadwerkelijke distributie van hulp in het land in goede banen te leiden;

8.

spoort de regeringen van China en India aan hun invloed op de Birmese autoriteiten te gebruiken om Birma onverwijld open gesteld te krijgen voor alle humanitaire hulp;

9.

beklemtoont dat de hulp zo snel mogelijk bij de getroffen bevolking moet worden afgeleverd, aangezien de weersomstandigheden door het begin van het regenseizoen verslechteren en een bijkomende bedreiging vormen voor de slachtoffers; acht het belangrijk dat getroffen boeren hulp krijgen, teneinde ze in staat te stellen op tijd opnieuw rijst aan te planten om nóg een ramp te voorkomen;

10.

steunt de EU, de VN, afzonderlijke landen en de internationale en niet-gouvernementele organisaties in hun inspanningen om toegang tot het getroffen gebied te krijgen, en beklemtoont dat zonder de volledige medewerking van de Birmese autoriteiten er een reëel gevaar van een nog grotere ramp bestaat; verwacht veel van het aanstaande bezoek van de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-moon, aan de Birmese autoriteiten; spoort de secretaris-generaal van de VN aan zijn invloed op de Birmese autoriteiten te gebruiken om Birma onverwijld open gesteld te krijgen voor alle humanitaire hulp;

11.

is van oordeel dat indien de Birmese autoriteiten steun voor de getroffenen blijven tegenhouden zij voor het Internationaal Strafhof verantwoordelijkheid moeten afleggen voor misdaden tegen de menselijkheid; verzoekt de lidstaten van de EU aan te dringen op een resolutie van de VN-Veiligheidsraad waarin de zaak aan de openbaar aanklager van het Internationaal Strafhof wordt doorverwezen voor onderzoek en vervolging;

12.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, de speciaal afgezant van de EU voor Birma, de Birmese staatsraad voor vrede en ontwikkeling, de regeringen van de lidstaten van de ASEAN en de ASEM, de interparlementaire Myanmar-groep van de ASEAN, Aung San Suu Kyi, de NLD, de secretaris-generaal van de VN, de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN en de speciale mensenrechtenrapporteur van de VN voor Birma.