20.3.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 66/71


De zaak van de Afghaanse journalist Perwiz Kambakhsh

P6_TA(2008)0106

Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2008 over de zaak van de Afghaanse journalist Perwiz Kambakhsh

(2009/C 66 E/13)

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Afghanistan,

gezien de in 2004 goedgekeurde Afghaanse grondwet,

gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 18 december 2007 waarin wordt verzocht om een wereldwijd moratorium op het gebruik van de doodstraf (A/RES/62/149),

gelet op de Universele Verklaring van de mensenrechten van de Verenigde Naties, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten,

gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat op 22 januari 2008 een regionale rechtbank in de Noord-Afghaanse provincie Balkh de 23-jarige Afghaanse journalist Sayed Perwiz Kambakhsh ter dood veroordeelde wegens de verspreiding van een artikel over vrouwenrechten in de islam dat hij had gedownload van het internet; overwegende dat de rechtbank oordeelde dat het artikel godslasterlijk was en de heer Kambakhsh ter dood veroordeelde,

B.

overwegende dat de heer Kambakhsh rechtsbijstand is geweigerd en dat zijn veroordeling is uitgesproken zonder dat hij naar behoren is gehoord, overwegende dat hij zou zijn geslagen en bedreigd met terechtstelling tot hij een bekentenis ondertekende,

C.

overwegende dat een delegatie van de Vereniging van onafhankelijke journalisten in Afghanistan (Afghanistan Independent Journalists Association, AIJA) op 6 februari 2008 in Kabul een ontmoeting heeft gehad met de Afghaanse president Hamid Karzai, waarbij zij hem details over de zaak-Kambakhsh heeft verstrekt en hem gevraagd in deze zaak tussenbeide te komen,

D.

overwegende dat artikel 34 van de Afghaanse grondwet duidelijk het recht op vrije meningsuiting garandeert, overeenkomstig de Universele Verklaring van de mensenrechten, en bepaalt dat de vrijheid van meningsuiting onschendbaar is en dat iedere Afghaan het recht heeft gedachten te uiten zowel mondeling als in geschriften en illustraties, alsmede via andere middelen overeenkomstig de bepalingen van deze grondwet,

E.

overwegende dat journalisten in Afghanistan, in het bijzonder vrouwen, steeds meer te maken krijgen met intimidatie, doodsbedreigingen, ontvoering en geweld,

F.

overwegende dat de doodstraf tegen de heer Kambakhsh is uitgesproken ondanks de goedkeuring door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van de hoger vermelde resolutie waarin wordt opgeroepen tot een wereldwijd moratorium op het gebruik van de doodstraf en op een moment dat in totaal 135 landen de doodstraf in hun rechtsstelsel of in de praktijk hebben afgeschaft,

1.

herhaalt onvoorwaardelijk tegen de doodstraf te zijn gekant en aan de eerbiediging van de rechtsstaat te zijn gehecht;

2.

veroordeelt de arrestatie van Perwiz Kambakhsh en het besluit van de rechtbank van eerste aanleg van de provincie Balkh om hem ter dood te veroordelen wegens godslastering; roept op tot de vrijlating van de heer Kambakhsh;

3.

verzoekt de Afghaanse autoriteiten met aandrang te tonen dat zij aan mensenrechten en democratische rechten zijn gehecht door alles te doen wat in hun mogelijkheden ligt om de terechtstelling van de betrokkene te voorkomen en diens zaak te laten herzien; verzoekt president Hamid Karzai zijn gratierecht uit te oefenen ingeval de terdoodveroordeling door de beroepsinstantie zou worden bevestigd;

4.

herinnert aan de garanties met betrekking tot de veiligheid van de heer Kambakhsh die president Karzai op 6 februari 2008 aan de AIJA-delegatie heeft gegeven;

5.

spreekt zijn solidariteit uit met al degenen die zich inzetten voor onafhankelijke journalistiek in Afghanistan;

6.

verzoekt de president en het parlement van Afghanistan adequate stappen te ondernemen om de ontwikkeling van een functioneel strafrechtelijk en gerechtelijk stelsel op basis van internationale normen en beste praktijken te bespoedigen; is tevreden met de aankondiging van de EU-commissaris voor externe betrekkingen op de conferentie van Rome over de rechtsstaat in Afghanistan in juli 2007 dat onmiddellijke financiële steun zou worden verstrekt om Afghanistan te helpen de rechtsstaat te versterken en zijn gerechtelijk stelsel te hervormen;

7.

verzoekt de Afghaanse regering de Universele Verklaring van de mensenrechten van de Verenigde Naties onverkort te eerbiedigen en ervoor te zorgen dat de vrijheid van meningsuiting volledig is gegarandeerd en volledig wordt gehandhaafd voor alle burgers in Afghanistan;

8.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regering van de Islamitische Republiek Afghanistan.