6.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 184/106


Dinsdag, 19 februari 2008
Noord-Kivu

P6_TA(2008)0072

Resolutie van het Europees Parlement van 21 februari 2008 over Noord-Kivu

2009/C 184 E/18

Het Europees Parlement,

gezien zijn resolutie van 17 januari 2008 over de toestand in de Democratische Republiek Kongo en verkrachting als oorlogsmisdaad (1), alsmede zijn voorgaande resoluties over de schendingen van de mensenrechten in de Democratische Republiek Kongo,

gezien de resolutie van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU van 22 november 2007 over de situatie in de Democratische Republiek Congo, met name in het oosten van het land, en de uitwerkingen daarvan op de regio,

gezien zijn resolutie van 15 november 2007 over het antwoord van de EU op onstabiele situaties in ontwikkelingslanden (2),

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's met de titel „Aanzet tot een antwoord van de EU op onstabiele situaties — Engagement voor duurzame ontwikkeling, stabiliteit en vrede onder moeilijke omstandigheden” (COM(2007)0643) en het daaraan gehechte werkdocument van de Commissiediensten (SEC(2007)1417),

gezien resolutie 60/1 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 24 oktober 2005 over de resultaten van de wereldtop van 2005, inzonderheid de paragrafen 138 tot en met 140 over de verantwoordelijkheid voor de volkenbescherming,

gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat het conflict in de Democratische Republiek Kongo sinds 1998 het leven heeft gekost aan 5 400 000 mensen en nog steeds direct of indirect tot de dood van 1 500 mensen per dag leidt,

B.

overwegende dat de gevechten tussen het Kongolese leger, de rebellen van de ontslagen generaal Laurent Nkunda en de strijders van de Forces démocratiques pour la libération du Rwanda (FDLR, ook bekend als Interhamwes) al maandenlang leiden tot enorme ontreddering onder de burgerbevolking van Noord-Kivu,

C.

overwegende dat de laatste 18 maanden in het oosten van de Democratische Republiek Kongo op grote schaal is gemoord, kleine meisjes, moeder en grootmoeders zijn verkracht, burgers en kinderen onder dwang tot soldaat zijn gemaakt en tal van andere gewelddadigheden en ernstige schendingen van de mensenrechten zijn begaan, zowel door de troepen van de rebellenleider Laurent Nkunda als door strijders van de FDLR en het Kongolese leger zelf,

D.

eraan herinnerend dat het mandaat van MONUC (United Nations Mission in the Democratic Republic of Congo) onder hoofdstuk VII van het Handvest van de VN valt, wat betekent dat zij alle nodige middelen mag inzetten om een halt toe te roepen aan elke poging tot geweldpleging die het politieke proces zou bedreigen, van de kant van welke buitenlandse of Kongolese gewapende groep dan ook en met name de strijders van de voormalige FAR (Forces armées rwandaises) en de Interhamwes, en om de voortdurend onder bedreiging van lichamelijk geweld levende burgerbevolking te beschermen,

E.

overwegende dat de vertegenwoordiger van de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Kongo op 25 januari 2008 heeft aangekondigd waarnemers te zullen sturen om toe te zien op het staakt-het-vuren in de tot nu toe door gewapende groepen bezette gebieden en te zullen zorgen voor militaire en civiele versterking van het bureau van MONUC in Goma,

F.

overwegende dat er toezeggingen op 23 januari 2008 aan het slot van de conferentie voor vrede, veiligheid en ontwikkeling in Goma zijn gedaan ten aanzien van een geleidelijke demobilisatie en uitvoering van het staakt-het-vuren, en met name het neerleggen van de wapens door alle strijdende partijen, ontwapening van alle niet-regeringstroepen, de terugkeer en hernieuwde vestiging van alle ontheemden in het oosten van de Democratische Republiek Kongo en de instelling van een tijdelijk mechanisme voor toezicht op het staakt-het-vuren,

G.

overwegende dat de praktische details van dit staakt-het-vuren nog nader geregeld moeten worden in het kader van de gemengde technische commissie Vrede en veiligheid, die onder gezamenlijk voorzitterschap staat van de regering van de Democratische Republiek Kongo en de internationale instanties die instaan voor de uitvoering van de overeenkomst,

H.

overwegende dat de strijders van de FDLR, die toevlucht in de regio hebben gezocht, betrokken zijn bij de gevechten,

I.

overwegende dat het Kongolese leger niet over de nodige personele, technische en financiële middelen beschikt om zijn taken in Noord-Kivu te vervullen en dat dit de voornaamste reden is dat het een gevaar voor de bevolking vormt in plaats van in dienst te staan van de bevolking en de vrede,

J.

overwegende dat het absoluut noodzakelijk is een politieke oplossing voor de crisis in Noord-Kivu te vinden, de vrede en de democratie te consolideren en de stabiliteit en de ontwikkeling in de regio te bevorderen ten behoeve van het welzijn van alle volkeren in het gebied van de Grote Meren,

K.

overwegende dat Mbusa Nyamwisi en Charles Murigande, respectievelijk de ministers van Buitenlandse Zaken van Kongo en Rwanda, elkaar 3 september 2007 in Kinshasa hebben ontmoet om een oplossing te vinden voor het conflict in Noord-Kivu,

L.

overwegende dat er van 28 tot en met 30 januari 2008 in Beni een ontmoeting heeft plaatsgevonden onder gezamenlijk voorzitterschap van de ministers van Defensie van de Democratische Republiek Kongo, Chikez Diemu, en Oeganda, Crispus Kiyonga,

M.

overwegende dat het conflict in de Democratische Republiek Kongo sinds eind 2006 er ook toe heeft geleid dat bijna 400 000 mensen gevlucht zijn en de provincie Noord-Kivu nu in totaal 800 000 ontheemden telt,

N.

overwegende dat de burgeroorlog die nu al drie jaar woedt, gekenmerkt wordt door een systematische plundering van de rijkdommen van het land door vrienden zowel als vijanden van de Kongolese regering,

O.

overwegende dat jarenlange inspanningen nodig zijn en aanzienlijk bedragen geïnvesteerd moeten worden, zowel door de Kongolese regering als door de internationale gemeenschap, om de gezondheidstoestand aanzienlijk te verbeteren en de sterfte te laten dalen in de Democratische Republiek Kongo in het algemeen en in Noord-Kivu in het bijzonder,

P.

overwegende dat het gebied van de Grote Meren en in het bijzonder de steden Bukavu en Goma en de omgeving daarvan, die toch al zwaar te lijden hadden onder de gevechten, op 3 februari 2008 zijn getroffen door een aardbeving met een kracht van 6 op de schaal van Richter, waarbij doden en gewonden zijn gevallen en aanzienlijke materiële schade is aangericht,

Q.

overwegende dat verschillende humanitaire organisaties als gevolg van de vijandelijkheden eind 2007 gedwongen waren hun activiteiten te staken, en dat gezondheidscentra niet meer worden bevoorraad of zelfs zijn verlaten door het verplegend personeel,

R.

overwegende dat Artsen zonder grenzen vaststelt dat de gezondheidstoestand van de lokale en de ontheemde bevolking steeds slechter wordt en dat het doorgaan van de gevechten verhindert dat de hulpverleners toegang hebben tot bepaalde gebieden, die niettemin dringend voedselhulp en medische verzorging behoeven,

S.

overwegende dat de bevolking van Noord-Kivu op dit moment bijzonder kwetsbaar is als gevolg van ondervoeding en dat de gegevens van de medische hulpprogramma's van Artsen zonder grenzen een alarmerend beeld geven van de ondervoeding in Noord-Kivu en het ergste doen vrezen voor de mensen die de hulp niet langer kan bereiken,

1.

is diep geschokt over de moordpartijen en misdaden tegen de mensheid die al jarenlang in Noord-Kivu plaatsvinden en verzoekt alle bevoegde nationale en internationale autoriteiten de daders, wie zij ook zijn, stelselmatig te vervolgen en te berechten, en verzoekt de VN-Veiligheidsraad met spoed alle nodige maatregelen te nemen die kunnen verhinderen dat wie dan ook de burgerbevolking van Noord-Kivu aanvalt;

2.

stelt vast dat MONUC ondanks haar ruime mandaat niet over voldoende middelen kon beschikken om deze moordpartijen, verkrachtingen, plunderingen, gedwongen rekrutering van burgers en kindsoldaten te verhinderen, noch de vele andere gewelddaden en schendingen van de mensenrechten; verzoekt de Raad en de Commissie daarom ervoor te zorgen dat de recente versterking van MONUC leidt tot een aanzienlijke verbetering van de veiligheid voor de burgerbevolking van Noord-Kivu en, voor zover dat nog niet is gebeurd, er bij de VN-Veiligheidsraad op aan te dringen dat MONUC haar missie kan vervullen, in de eerste plaats de daadwerkelijke en duurzame bescherming van de burgerbevolking in de regio;

3.

pleit voor zero tolerance voor seksueel geweld tegen meisjes en vrouwen, dat als wapen in de strijd wordt gebruikt, en eist harde bestraffing van de daders van deze misdaden; wijst nogmaals op het belang van de toegang tot reproductieve gezondheidszorg in conflictsituaties en in vluchtelingenkampen,

4.

is gezien de noodzaak dat een politieke oplossing wordt gevonden voor de strijd in het oosten van de Democratische Republiek Kongo, blij dat in Goma een vredesconferentie heeft plaatsgevonden; onderstreept echter dat de toezeggingen voor demobilisatie en een staakt-het-vuren die, ondanks de opvallende afwezigheid van vertegenwoordigers van de Interhamwes (FDLR), aan het slot van de conferentie op 23 januari 2008 zijn gedaan wankel zijn, en blijft daarom alle partijen in dit conflict oproepen om zich onverwijld in te zetten voor de vrede en een eind te maken aan de schendingen van de mensenrechten en, uit respect voor het internationale humanitaire recht, alle aanvallen op burgers te stoppen en toe te staan dat humanitaire organisaties de burgerbevolking te hulp komen;

5.

herinnert eraan dat de praktische details van het staakt-het-vuren nog nader geregeld moeten worden in het kader van de gemengde technische commissie vrede en veiligheid, die onder gezamenlijk voorzitterschap staat van de regering van de Democratische Republiek Kongo en de internationale instanties die instaan voor de uitvoering van de overeenkomst, en spreekt daarom de wens uit dat deze commissie zo snel mogelijk wordt gevormd, zodat de demobilisatie afgerond kan worden;

6.

is verheugd over de ontmoeting tussen de ministers van Buitenlandse Zaken van Kongo en Rwanda in september 2007 en verzoekt de Rwandese autoriteiten concreet mee te werken bij de diverse pogingen om het conflict in Noord-Kivu op te lossen, met name in termen van rechtsvervolging, ontwapening, demobilisatie en repatriëring van de in Noord-Kivu aanwezige Interhamwes;

7.

verzoekt de Raad en de Commissie noodhulp vrij te maken vanwege de zeer ernstige humanitaire situatie waarin de bevolking van Noord-Kivu verkeert, niet alleen als gevolg van de voortdurend gevechten in het gebied maar ook van de aardbeving van 3 februari 2008, en ervoor te zorgen dat de hulpverleners in de best mogelijke omstandigheden hun werk kunnen doen;

8.

verzoekt de Raad en de Commissie nu al grootschalige medische hulpprogramma's voor de burgerbevolking in het oosten van de Democratische Republiek Kongo uit te voeren, zowel om te voorzien in de onmiddellijke behoeften van de bevolking als ter voorbereiding van de wederopbouw van de regio straks;

9.

pleit voor de daadwerkelijke invoering van controlemechanismen, zoals het proces van Kimberley, ter bepaling van de herkomst van grondstoffen die in de EU worden ingevoerd;

10.

verzoekt de Raad en elke lidstaat specifieke hulp te verlenen aan de bevolking in het oosten van de Democratische Republiek Kongo;

11.

verzoekt de missie van de Europese Unie in Noord-Kivu, die op het programma staat voor maart 2008, verslag uit te brengen aan het Parlement;

12.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de instellingen van de Afrikaanse Unie, de hoge vertegenwoordiger voor het GBVB, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de VN-Veiligheidsraad, de raad mensenrechten van de Verenigde Naties, de president, het parlement en de regering van de Democratische Republiek Kongo, alsook de president, het parlement en de regering van de republiek Rwanda.


(1)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0022.

(2)  Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0540.