52008DC0449

Verslag van de Commissie - Directoraat-generaal Humanitaire Hulp (ECHO): Jaarverslag 2007 {SEC(2008) 2236} /* COM/2008/0449 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 9.7.2008

COM(2008) 449 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Directoraat-generaal Humanitaire Hulp - (ECHO) Jaarverslag 2007

{SEC(2008) 2236}

INHOUD

1. I NLEIDING 3

2. ALGEMENE BELEIDSASPECTEN 5

3. ALGEMEEN OVERZICHT VAN DE HUMANITAIRE OPERATIES VAN DG ECHO IN 2007 7

3.1. Algemeen 7

3.2. Belangrijkste steunmaatregelen in 2007 naar regio en middelentoewijzing 10

3.3. Vergelijkende analyse 12

3.4 Thematische financiering 12

3.5. Rampenparaatheid 13

3.6. Koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD) 14

3.7. Voornaamste partners bij humanitaire hulp 14

4. BETREKKINGEN MET ANDERE EU-INSTELLINGEN, LIDSTATEN, GROTE HUMANITAIRE PARTNERS EN NIET-EU-DONOREN 14

5. OVERIGE ACTIVITEITEN 15

6. CONCLUSIE 16

Bijlage:

Gedetailleerd overzicht per land van humanitaire operaties, betrekkingen met de partners, evaluatieresultaten en financiële tabellen

1. INLEIDING

DG ECHO IS de dienst van de Europese Commissie die belast is met humanitaire bijstand aan personen die het slachtoffer zijn van conflicten, natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen in derde landen. Deze algemene doelstelling draagt bij tot de strategische doelstelling van de Commissie "Europa als partner in de wereld", die deel uitmaakt van de algemene doelstelling van de buitenlandse betrekkingen[1], die in het Verdrag betreffende de Europese Unie is vastgesteld. Het mandaat van DG ECHO, als omschreven in Verordening nr. 1257/96 van de Raad, is het redden en behouden van mensenlevens, het verminderen of voorkomen van lijden en het beschermen van de integriteit en waardigheid van bevolkingsgroepen die het slachtoffer zijn van een humanitaire crisis .

In 2007 heeft de EU via haar begroting voor humanitaire hulp bijstand verleend aan naar schatting 127 miljoen mensen in derde landen[2]. Bovendien zijn ten gunste van 19,5 miljoen mensen maatregelen voor rampenparaatheid en een verbeterde reactiecapaciteit bij potentiële risico's uitgevoerd.

Uit deze cijfers blijkt dat de Europese Unie nog steeds de grootste donor van humanitaire hulp in de wereld is.

DG ECHO steunt humanitaire hulpoperaties volgens internationaal overeengekomen humanitaire beginselen op neutrale, onpartijdige en niet-discriminerende wijze en onder naleving van het internationaal humanitair recht ("IHR[3]"), en verdedigt de humanitaire ruimte en beginselen die in toenemende mate blootstaan aan bedreigingen. DG ECHO is van oordeel dat het beste middel om deze humanitaire ruimte te beschermen bestaat in de handhaving van een krachtig engagement voor de beginselen van het goed humanitair donorschap (GHD[4]), de blijvende inzet voor bijstand op hoog niveau en de instandhouding van een transparante dialoog met andere belangrijke actoren.

De besluiten en maatregelen die de dienst neemt, worden uitsluitend bepaald door de evaluatie van humanitaire behoeften en niet ingegeven of beïnvloed door andere politieke overwegingen dan de bevestiging van de solidariteit van de Europese Unie met mensen in nood. De hulp moet direct naar mensen in nood gaan, ongeacht ras, religie of politieke overtuiging.

DG ECHO voert zelf geen hulpprogramma's uit. Het is een donor die zijn opdracht uitvoert door de financiering van communautaire humanitaire operaties via partners die ofwel de kader-partnerschapsovereenkomst hebben ondertekend, zoals Europese ngo's en internationale organisaties (het Rode Kruis) of de financiële en administratieve kaderovereenkomst (FAFA) van de VN-organisaties (in 2007 hoofdzakelijk UNICEF[5], UNHCR[6] en het Wereldvoedselprogramma[7]).

De taak van DG ECHO is ervoor te zorgen dat goederen en diensten via deze partners snel de crisisgebieden bereiken. De snelheid van de steunverlening wordt bevorderd door speciale bepalingen in het Financieel Reglement en de uitvoeringsbepalingen daarvan. Deze structurele regelingen stellen DG ECHO eveneens in staat ter plaatse technische assistenten (ECHO-experts) in te zetten, wat het mogelijk maakt kwetsbare geledingen van de samenleving te identificeren, de behoeften nauwkeurig te beoordelen en snel te bepalen welke partners en projecten geschikt zijn om in die behoeften te voorzien. Hierna volgt een controle ter plaatse van de vorderingen van de partners en de projecten met het oog op een gezond financieel beheer ter ondersteuning van de betrouwbaarheidsverklaring dat de middelen voor het beoogde doel zijn gebruikt.

De steun van DG ECHO heeft ook tot doel om waar en wanneer dat mogelijk is, samen met andere steuninstrumenten ervoor te zorgen dat de bevolking opnieuw zelfvoorzienend wordt en de geleidelijke stopzetting van de middelen van DG ECHO onder goede omstandigheden mogelijk te maken. In dat vooruitzicht werkt DG ECHO actief aan de tenuitvoerlegging van een strategie voor de koppeling tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling en aan de totstandbrenging van nauwere samenwerking met andere Commissiediensten of donoren.

Op basis van zijn ervaring met rampenbestrijding bevordert DG ECHO ook de rampenparaatheid teneinde de kwetsbaarheid en de blootstelling van mensen aan risico's en rampen te verminderen en de economische kosten van die rampen te verminderen. Met het oog op de doeltreffende uitvoering van zijn opdracht kan DG ECHO, waar passend en nodig, maatregelen voor de capaciteitsopbouw van zijn uitvoeringspartners ondersteunen.

Dit verslag bevat een overzicht van de belangrijkste activiteiten van DG ECHO in 2007. De bijlage biedt een uitgebreid overzicht van de activiteiten die zijn gefinancierd in de verschillende landen en regio's waar DG ECHO steun verleent via zijn partners alsmede statistieken uit het financieel verslag 2007[8].

Het huidige verslag wordt uitgebracht overeenkomstig artikel 19 van de verordening humanitaire hulp, dat als volgt luidt:

"Na afloop van elk begrotingsjaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag in met een overzicht van de gedurende het begrotingsjaar gefinancierde maatregelen. Dit overzicht bevat met name informatie over de actoren waarmee de humanitaire acties ten uitvoer zijn gelegd. Het verslag bevat tevens een samenvatting van eventuele externe evaluaties van specifieke acties".

2. ALGEMENE BELEIDSASPECTEN

IN de afgelopen decennia is de wereld geconfronteerd met een toename van de omvang, de kracht en het aantal natuurrampen . Er zijn ook meer slachtoffers en de armste bevolkingsgroepen zijn onevenredig zwaar getroffen. Er wordt voorspeld dat deze tendens in de toekomst nog zal versterken.

De conflicten daarentegen zijn niet significant in aantal toegenomen, maar duren meestal langer en zijn steeds gewelddadiger, hoewel het aantal vluchtelingen in de afgelopen jaren is afgenomen.

De internationale context waarbinnen de humanitaire hulp plaatsvindt, is sterk gewijzigd en er zijn nieuwe actoren bij betrokken. In deze context hebben de drie instellingen (Europees Parlement, Raad en Commissie) in december 2007 een Europese consensus over humanitaire hulp [9] ondertekend, waarin wordt gewezen op de steeds grotere problemen bij de humanitaire hulpverlening en wordt aangedrongen op een efficiëntere en beter gecoördineerde aanpak van de EU. Deze consensus zal in 2008 worden gevolgd door een actieplan met de concrete en operationele omzetting van de vele politieke verbintenissen die in de EU-consensus over humanitaire hulp zijn aangegaan.

Teneinde de respons van de Commissie in geval van rampen te verbeteren en in het kader van de strategie van de EU om haar reactievermogen in geval van rampen en crisissituaties in derde landen te versterken[10] heeft DG ECHO het aantal deskundigen ter plaatse verder verhoogd teneinde de behoeften snel te kunnen evalueren en in geval van een ramp snel te kunnen handelen. Door de versterking van de operationele en contractuele procedures van DG ECHO die van toepassing zijn op de uitvoeringspartners (Europese ngo's, VN-organisaties en internationale organisaties) en de verhoogde capaciteit ter plaatse[11] is de reactietijd voor het verstrekken van humanitaire hulp ingekort. Deze verbetering van de werking betekent een belangrijke bijdrage tot de ontwikkeling van de capaciteit van de EU om crisissituaties en rampen aan te pakken. Dit aspect wordt steeds meer een politieke prioriteit, zoals blijkt uit de mededelingen na de tsunami, het verslag-Barnier[12] en de desbetreffende conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van december 2007 in Brussel.

Door het beginsel van " één instrument per beleidsgebied ", dat is vastgesteld in de mededeling van de Commissie[13] om de doeltreffendheid van het communautaire optreden te verbeteren, en de mededeling van de Commissie over de financiële vooruitzichten 2007-2013, is de verantwoordelijkheid voor het beheer van de humanitaire voedselhulp met ingang van 1 januari 2007 van DG AIDCO naar DG ECHO overgedragen. DG ECHO heeft in het kader van zijn mandaat de voedselhulpbegroting geconcentreerd op het redden en in stand houden van levens in noodsituaties en de onmiddellijke nasleep daarvan, volgens hetzelfde beginsel van behoeftenevaluatie dat op al zijn maatregelen wordt toegepast.

Doordat voedselhulp en hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen in DG ECHO zijn opgenomen, is de oorspronkelijke begroting voor humanitaire hulp voor 2007 gestegen tot 722 miljoen euro, met een verwachte jaarlijkse indicatieve stijging van 3% (2% inflatie en 1% netto stijging).

3. ALGEMEEN OVERZICHT VAN DE HUMANITAIRE OPERATIES VAN DG ECHO IN 2007

3.1. Algemeen

In tegenstelling tot de voorgaande jaren hebben zich in 2007 geen grote nieuwe crisissituaties op het gebied van de humanitaire hulp voorgedaan, hetzij natuurrampen, hetzij complexe noodsituaties. Toch doen zich steeds meer en steeds ergere natuurrampen voor, met de klimaatverandering als verzwarende factor, zodat mensen die al kwetsbaar zijn steeds vaker het slachtoffer worden van steeds zwaardere rampen. Sinds 1975 is het aantal natuurrampen gestegen van circa 75 naar meer dan 400 per jaar[14]. Het gemiddelde aantal gerapporteerde hydro-meteorologische rampen bedroeg 195 voor de periode 1987-1998, een cijfer dat met 187% is gestegen tot een gemiddelde van 365 voor de periode 2000-2006[15].

In 2007 hebben natuurrampen ernstige schade veroorzaakt: middelzware aardbevingen in Peru en op de Salomonseilangen; overstromingen in Afrika, India, Indonesië, Noord-Korea, Vietnam en Latijns-Amerika; orkanen in Nicaragua (Felix), Mozambique (Favio) en Bangladesh (Sidr); orkaan Dean in het Caribisch gebied; tropische stormen in Haïti en de Dominicaanse Republiek (Noel) en droogte in Moldavië, Paraguay, Kenia, Somalië en het Sahelgebied. DG ECHO moest snel handelen om duizenden slachtoffers te helpen, waarvan sommigen al door andere crisissituaties waren getroffen.

Ondanks de talrijke complexe noodsituaties en de schade als gevolg van bovengenoemde natuurrampen bleef DG ECHO door het uitblijven van grootschalige crisissituaties binnen de perken van de middelen die door de begrotingsautoriteit waren toegewezen, samen met de toevoegingen van EOF-middelen en opnieuw beschikbaar gestelde middelen. Daarom hoefde DG ECHO in tegenstelling tot vorige jaren geen gebruik te maken van de noodhulpreserve van de Commissie.

Voor de maatregelen van DG ECHO in humanitaire crisissituaties in 2007 zijn 85 financieringsbesluiten genomen. De vastleggingskredieten zijn voor 100% uitgevoerd. De ACS-landen waren de belangrijkste begunstigden van de steun (422,7 miljoen euro, d.w.z. 55% van de totale eindbegroting), gevolgd door Azië en Latijns-Amerika (157,4 miljoen euro – 20,5%) en Oost-Europa, Nieuwe Onafhankelijke Staten, het Midden-Oosten en de mediterrane landen (124,9 miljoen euro – 16,2%).

De toepassing van behoeftengerichte beginselen heeft geleid tot onderstaande geografische verdeling[16] van de middelen die in 2007 voor humanitaire hulp zijn vastgelegd (in 1 000). De cijfers voor 2006 hebben geen betrekking op voedselhulp, aangezien die in dat jaar nog steeds door DG AIDCO werd beheerd:

Humanitaire bijstand in 2007 (inclusief voedselhulp) | Bijstand 2006 |

Eenheid/Regio | Totaal | % | Totaal | % |

A/1: Afrika, Caribisch gebied, Stille Oceaan | 422.760 | 55,0% | 322.060 | 48,0% |

Afrika in zijn geheel | 2.000 |

Hoorn van Afrika | 217.950 | 161.050 |

Grote meren | 89.500 | 84.050 |

West-Afrika | 46.600 | 56.150 |

Caribisch gebied, Stille Oceaan | 16.310 | 1.610 |

Zuidelijk Afrika, Indische Oceaan | 50.400 | 19.200 |

A/2: Nieuwe onafhankelijke staten, Midden-Oosten, Middellandse Zeegebied | 124.897 | 16,2% | 177.900 | 26,5% |

NOS (onder meer Tsjetsjenië, Kaukasus en Tadzjikistan) | 25.807 | 33.000 |

Midden-Oosten, Middellandse Zeegebied | 99.090 | 144.900 |

A/3: Azië & Latijns-Amerika | 157.366 | 20,5% | 124.540 | 18,6% |

Azië | 117.301 | 99.940 |

Latijns-Amerika | 40.065 | 24.600 |

Niet-geografische instrumenten |

Thematische steun + subsidies | 28.900 | 3,8% | 20.500 | 3,1% |

Technische bijstand (experts en plaatselijke kantoren) | 25.400 | 3,3% | 19.000 | 2,8% |

Gebruik van omgeboekte inkomsten | 307 | 817 |

Ondersteuningsuitgaven (audits, evaluatie, informatie, enz.) | 8.900 | 1,2% | 6.189 | 1,0% |

TOTAAL | 768.530 | 100% | 671.006 | 100% |

[pic]

DG ECHO verleent op basis van een evaluatie van de humanitaire behoeften financiële bijstand aan de slachtoffers van conflicten of natuurrampen in derde landen. Volgens de toegepaste methodologie[17] worden derde landen gerangschikt naar hun algemene kwetsbaarheid (= kwetsbaarheidsindex[18]) en het eventuele bestaan van een humanitaire crisis (= crisisindex[19]). Aan de hand daarvan zijn 50 landen/gebieden ingedeeld als crisisgebied. Daarvan zijn er 23 aangemerkt als kwetsbaarste landen/gebieden en 18 in Afrika bezuiden de Sahara gelegen. Deze resultaten worden vervolgens vergeleken met de evaluatie die de experts en de geografische eenheden van DG ECHO ter plaatse verrichten, teneinde de strategie voor de betrokken landen/gebieden uit te stippelen.

Overeenkomstig de gehanteerde methodologie heeft DG ECHO in 2007 94,6% van zijn oorspronkelijk geplande begroting op de algemene begrotingslijn voor humanitaire hulp (23.02 01) vastgelegd voor prioritaire gebieden met grote humanitaire behoeften .

Met het oog op de programmering van de hulp aan de bevolkingsgroepen met de grootste humanitaire behoeften is de steunstrategie van DG ECHO verder toegespitst op vergeten crisissituaties (situaties waarin grote humanitaire behoeften weinig aandacht krijgen van de donoren – wat blijkt uit het geringe steunvolume – of de media). De analyse en methodologie van DG ECHO voor het identificeren van vergeten crisissituaties zijn zowel gebaseerd op kwantitatieve gegevens (gebrek aan media-aandacht of geringe donorsteun gepaard met grote behoeften) als kwalitatieve elementen (evaluatie ter plaatse door experts en desk officers van DG ECHO).

In 2007 zijn de volgende situaties als vergeten crisissituaties geïdentificeerd: Sahraoui-vluchtelingen in Algerije; Tsjetsjenië en de getroffen nabuurrepublieken; de bevolking van India die het slachtoffer is van onrust in Jammu en Kashmir; de aanhoudende crisis van de Bhutaanse vluchtelingen en de maoïstische opstand in Nepal; bevolkingsgroepen die het slachtoffer zijn van het conflict in Birma/Myanmar, zowel in het land zelf als in de buurlanden; de bevolkingsgroepen die getroffen zijn door de crisis in Colombia en in de buurlanden. Afgezien van Colombia waren deze crises al in 2006 aangemerkt als vergeten crisissituaties.

In 2007 is 60,7 miljoen euro steun voor hulp in deze crisissituaties uitgetrokken, wat 13% van de oorspronkelijke operationele begroting vertegenwoordigt[20].

De resultaten van de evaluatie van de totale behoeften en de vergeten crisissituaties zijn te vinden op de website http://ec.europa.eu/echo/policies/strategy_en.htm

3.2. Belangrijkste steunmaatregelen in 2007 naar regio en middelentoewijzing

In 2007 zijn geen nieuwe complexe crisissituaties ontstaan, maar werd de Commissie wel geconfronteerd met verslechterende humanitaire omstandigheden, in sommige gevallen al lang bestaande complexe noodsituaties . Als voorbeelden kunnen worden genoemd Soedan, waar de situatie zorgwekkend blijft: geweld en afdreiging tegenover de burgerbevolking gaan door en hebben opnieuw vele mensen gedwongen te vluchten naar andere delen van het land of de buurlanden. De overstromingen in juli 2007 in het noorden van Soedan, met inbegrip van Darfoer, hebben die situatie nog verergerd.

In de Democratische Republiek Congo zijn de gevechten en de spanningen in het oosten van het land in de zomer van 2007 opnieuw opgeflakkerd, vooral in het noorden en het zuiden van Kivu, wat heeft geleid tot talrijke verplaatsingen van bevolkingsgroepen en nieuwe humanitaire behoeften. Ook Somalië werd geconfronteerd met natuurrampen (droogte) en geweld, waardoor vele mensen gedwongen werden hun woonplaats te verlaten.

De details van de hierna beschreven steunmaatregelen zijn opgenomen in deel I van de bijlage.

3.2.1. Afrika, Caribisch gebied en Stille Oceaan (ACS-landen)

In 2007 heeft DG ECHO in totaal 422 miljoen euro (d.w.z. 55% van zijn totale definitieve begroting) toegewezen aan de ACS-landen , waarbij het grootste deel ging naar Soedan (in totaal 110,45 miljoen euro) en de Democratische Republiek Congo (50 miljoen euro). De andere belangrijke steunmaatregelen voor Afrika waarvoor meer dan 20 miljoen euro nodig was, betroffen Tsjaad (30,5 miljoen euro), Zimbabwe (30,2 miljoen euro), de Sahel (25,5 miljoen euro), Oeganda (24 miljoen euro) en Ethiopië (20 miljoen euro).

3.2.2. Midden-Oosten en NOS

In het Midden-Oosten is de humanitaire situatie in 2007 verder verslechterd. DG ECHO heeft steun verleend door de toewijzing van meer dan 88 miljoen euro, waarmee werd voorzien in de behoeften van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen van de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook en van de Palestijnse vluchtelingen in Libanon, Jordanië en Syrië. Het bedrag werd ook aangewend voor de bestrijding van de binnenlandse crisis in Irak, met inbegrip van hulp aan de vluchtelingen in de buurlanden.

In de Noordelijke Kaukasus heeft de Commissie met de toewijzing van in totaal 20,8 miljoen euro haar financiële steun aan de slachtoffers van het conflict in Tsjetsjenië voortgezet.

3.2.3. Azië

In verschillende Aziatische landen werd 27 miljoen euro uitgetrokken voor kwetsbare bevolkingsgroepen die het slachtoffer waren van de Afghaanse crisis en van natuurrampen in Afghanistan, Iran en Pakistan. 19 miljoen euro werd uitgetrokken ten behoeve van kwetsbare bevolkingsgroepen in Myanmar en Birmaanse vluchtelingen langs de grens Thailand-Myanmar. Voorts werd 19,5 miljoen euro toegewezen aan Zuid-Aziatische landen, voor de wederopbouw van door overstromingen getroffen gemeenschappen. De financiering van maatregelen voor rampenparaatheid is daarbij niet inbegrepen.

3.2.4. Latijns-Amerika

In Latijns-Amerika ten slotte is verder financiële steun verstrekt voor de slachtoffers van het conflict in Colombia (12 miljoen euro). Door een reeks natuurrampen in Zuid- en Midden-Amerika (aardbeving in Peru, orkaan in Nicaragua, overstromingen in Bolivia en Colombia, koudegolf in Peru en droogte en bosbranden in Paraguay) werd ECHO gedwongen niet-geprogrammeerde steun voor een totaalbedrag van 19 miljoen euro te verstrekken.

3.3. Vergelijkende analyse

Onderstaande grafiek bevat een vergelijkende analyse van de geografische verdeling van de financieringsbesluiten voor de jaren 2003-2007 . Daaruit blijkt dat het relatieve aandeel van de financiering voor de ACS-landen ononderbroken is gestegen, behalve in 2005, toen deze tendens werd omgekeerd en het leeuwendeel van de financiële steun naar Azië ging, in verband met de twee belangrijkste crises in dat deel van de wereld, de tsunami en de aardbeving in Kashmir. Bekijkt men de ontwikkeling over een periode van vijf jaar, dan blijkt dat de steun voor de verschillende regio's en gebieden in de wereld zeer wisselvallig is, wat bevestigt dat de bijstand van DG ECHO per definitie een kortetermijnkarakter heeft. Er moet ook worden geconstateerd dat ruim 96% van de begroting voor humanitaire hulp gaat naar humanitaire activiteiten en minder dan 4% naar ondersteuning en administratieve uitgaven (informatie, accountantscontroles, evaluatie, ondersteuningspersoneel, enz.). Zie deel VI van de bijlage.

[pic]

3.4. Thematische financiering

G elet op de centrale rol van de voornaamste internationale humanitaire organisaties (organisaties van de VN, Internationaal Comité van het Rode Kruis, Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan, enz.) bij de materiële verdeling van de humanitaire hulp is DG ECHO in 2007 de versterking van hun institutionele capaciteit via thematische financieringsprogramma's blijven ondersteunen.

In 2007 heeft DG ECHO voor een totaalbedrag van 27,5 miljoen euro steun verleend aan VN-organisaties en het Rode Kruis, die een leidende rol spelen.

Er is bijzondere aandacht besteed aan lacunes op de volgende gebieden teneinde een doeltreffende reactiecapaciteit op poten te zetten: evaluatie van de sectorcapaciteit, versterking van de piekcapaciteit, capaciteitsopbouw, grotere beschikbaarheid van hulpgoederen wanneer zich nieuwe rampen voordoen, ontwikkeling van standaard-hulpprocedures, toepassing van ijkpunten voor het meten van prestaties en verbetering van de coördinatie en steun voor de clusteraanpak van de VN (projectpakketten) om bovenstaande problemen aan te pakken.

3.5. Rampenparaatheid

Overeenkomstig Verordening 1257/96 van de Raad verleent DG ECHO humanitaire hulp en bevordert het daarnaast de rampenparaatheid door coördinatie, bewustmaking en het specifieke DIPECHO-programma. In het licht van de ernstige gevolgen van rampen en de ruimere erkenning van de effecten van de wereldwijde klimaatverandering is dit engagement relevant en adequaat.

Op strategisch niveau heeft DG ECHO de institutionele middelen voor rampenparaatheid verder versterkt. Er wordt verwacht dat dit zal bijdragen tot een coherentere en alomvattende aanpak van de integratie van de rampenparaatheid in de humanitaire nood- en wederopbouwprogramma's. Dit is volledig in overeenstemming met de aandacht die donoren voor humanitaire hulp en ontwikkeling wereldwijd schenken aan risicobeperking bij rampen en met de geplande follow-up van het actiekader van Hyogo 2005-2015.

In 2007 is DG ECHO doorgegaan met zijn bewustmakingsactiviteiten die tot doel hebben dat ontwikkelingsdonoren componenten betreffende risicobeperking bij rampen opnemen in hun werkzaamheden in regio's waar een risico bestaat op natuurrampen zoals aardbevingen, overstromingen of orkanen en praktische maatregelen voor het beperken van deze risico's ondersteunen. DG ECHO spreekt zich ook duidelijk uit voor een lokale aanpak van risicobeperkende maatregelen, waardoor kwetsbare gemeenschappen beter opgewassen zijn tegen de gevolgen van rampen.

Ontwikkelingslanden lopen extra risico's doordat hun nationale responscapaciteit bij rampen erg zwak is en de lokale gemeenschappen nauwelijks het hoofd kunnen bieden aan de gevolgen van rampen. DIPECHO-projecten zijn lokale projecten voor rampenparaatheid die gericht zijn op gemeenschappen die het meest blootgesteld zijn aan natuurrampen en nauwelijks opgewassen zijn tegen de gevolgen daarvan. Het gaat om herhaalbare projecten met een demonstratiekarakter, die kunnen worden geïntegreerd in ontwikkelings- en nationale strategieën op lange termijn. Naast maatregelen op nationaal niveau omvatten de DIPECHO-actieplannen ook regionale projecten. Natuurrampen laten zich immers niet tegenhouden door landsgrenzen. In 2007 heeft DG ECHO in totaal 19,5 miljoen euro vastgelegd voor DIPECHO-actieplannen in Midden-Amerika, Latijns-Amerika, Zuid-Azië en het Caribisch gebied.

Bovendien integreert DG ECHO waar mogelijk en passend componenten van rampenparaatheid in zijn humanitaire maatregelen na natuurrampen. In 2007 is rampenparaatheid geïntegreerd in achttien financieringsbesluiten die zijn genomen na natuurrampen in zeventien landen (Salomonseilanden, Haïti, Jamaica, Dominicaanse Republiek, Belize, Dominica, Saint Lucia, India, Nepal, Bangladesh, Sri Lanka, Afghanistan, Vietnam, Nicaragua, Paraguay, Peru en Colombia). Daarbij zijn contracten voor circa 2,135 miljoen euro gesloten. Bovendien heeft DG ECHO vier miljoen euro uitgetrokken voor de versterking van de reactiecapaciteit van het Internationale Rode Kruis bij natuurrampen in een aantal specifieke bijzonder kwetsbare regio's.

Op internationaal niveau werkt DG ECHO samen met de belangrijkste actoren voor ontwikkelingssamenwerking. Het doel is risicobeperking bij rampen beter te integreren in de ontwikkelingsmaatregelen en te zorgen voor een nauwer verband met de werkzaamheden voor aanpassing aan de klimaatverandering in risicolanden.

3.6. Koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

DG ECHO streeft naar een degelijke strategie voor de overgang van humanitaire hulp naar herstel en ontwikkeling ( koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling). In 2007 zijn nieuwe externe instrumenten geïntroduceerd (het instrument voor ontwikkelingssamenwerking en vooral het stabiliteitsinstrument), waardoor het kader voor de tenuitvoerlegging van deze koppeling is gewijzigd. De betrokken Commissiediensten hebben zich actief ingezet voor een verbetering van de overgang van humanitaire bijstand naar ontwikkelingssamenwerking. Er is een lijst van testlanden opgesteld, waar de LRRD-aanpak bijzondere aandacht heeft gekregen. Deze niet-limitatieve lijst omvat Kenia, Liberia, Mauritanië, Soedan en Oeganda. DG ECHO heeft ook bijgedragen tot de werkzaamheden onder leiding van DG Ontwikkeling voor onstabiele landen.

3.7. Voornaamste partners bij humanitaire hulp

De humanitaire hulp van DG ECHO wordt verstrekt via partners. DG ECHO werkt samen met circa 200 niet-gouvernementele organisaties, VN-organisaties en internationale organisaties zoals het Internationale Comité van het Rode Kruis en de Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan.

Het is voor DG ECHO belangrijk een groot aantal uiteenlopende partners te hebben, omdat het daardoor op efficiënte wijze een groeiende lijst van behoeften wereldwijd kan dekken. DG ECHO heeft nauwe werkrelaties met zijn partners opgebouwd, zowel voor beleidskwesties als voor het beheer van humanitaire acties.

In 2007 heeft DG ECHO zijn activiteiten uitgevoerd via ngo's (47%), VN-organisaties (42%) en internationale organisaties (11%). Nadere gegevens over de jaarlijkse verdeling tussen groepen partners zijn te vinden in punt VI.6 van de bijlage.

4. BETREKKINGEN MET ANDERE EU-INSTELLINGEN, LIDSTATEN, GROTE HUMANITAIRE PARTNERS EN NIET-EU-DONOREN

Zoals in de voorbije jaren heeft DG ECHO intensieve contacten onderhouden met andere instellingen, de lidstaten en internationale organisaties en verder gestreefd naar de eerbiediging van het internationale humanitaire recht en de humanitaire beginselen (menselijkheid, onpartijdigheid, non-discriminatie en neutraliteit), vooral in verband met ontwikkelingen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid zoals EUFOR-Tsjaad.

DG ECHO heeft er ook voor gezorgd dat in het Europese en internationale debat rekening wordt gehouden met de verplichting tot eerbiediging van de humanitaire ruimte in noodsituaties. DG ECHO heeft ook een degelijke werkrelatie ontwikkeld met de onlangs benoemde humanitaire rapporteur van het Europees Parlement.

In het kader van zijn betrekkingen met niet-EU-donoren heeft DG ECHO contacten onderhouden met de VS (USAID[21] en PRM[22]), in het bijzonder via regelmatige videoconferenties. Daarbij werd gesproken over algemene beleidskwesties en humanitaire operaties in specifieke landen met het oog op een coherente en complementaire hulpverlening.

Ten slotte organiseert DG ECHO met het oog op de totstandbrenging van een strategische en betrouwbare dialoog met zijn partners jaarlijks een strategische partnerschapsdialoog op hoog niveau met de verschillende organisaties (VN-organisaties, ngo's en de Rode Kruisbeweging (ICRK en IFRK)).

Meer details over deze partners zijn te vinden in punt VI.6 van de bijlage.

5. OVERIGE ACTIVITEITEN

IN de context van zijn activiteiten moet DG ECHO zich ook bezighouden met andere kwesties teneinde de humanitaire hulpverlening en de kwaliteit daarvan te verbeteren:

1. Ontwikkeling van het veiligheidsbeleid van DG ECHO voor personeel dat bij de verstrekking van humanitaire hulp is betrokken

2. Versterking van zijn snelle-responscapaciteit op het terrein door het opzetten van multisectorale teams

3. Communicatiestrategie en informatie

4. Op het gebied van de opleiding steunt DG ECHO het Netwerk voor humanitaire bijstand (NOHA), dat een multidisciplinaire postdoctorale opleiding aanbiedt.

Nadere gegevens over deze activiteiten zijn te vinden in deel IV van de bijlage.

De correcte tenuitvoerlegging van door DG ECHO gefinancierde activiteiten verloopt via een reeks toetsingen en controles op verschillende niveaus en in verschillende stadia van de projectcyclus. Diverse aspecten van de door DG ECHO ontwikkelde controlestrategie, het toezicht daarop en de controleprocedures worden beschreven in deel V van de bijlage.

6. CONCLUSIE

2007 bleef gespaard van een grote nieuwe humanitaire crisis. Daarentegen hebben natuurrampen zeer zware schade veroorzaakt, en hun omvang, sterkte en frequentie zullen in de toekomst waarschijnlijk nog toenemen, onder meer als gevolg van de klimaatverandering. Het aantal conflicten is niet toegenomen, maar de conflicten duren meestal langer en worden alsmaar gewelddadiger, waardoor steeds vaker kwetsbare bevolkingsgroepen worden getroffen.

[1] Nieuw artikel 10c, lid 2, van het EU-Verdrag.

[2] Daarvan heeft DG ECHO steun verleend aan twaalf miljoen vluchtelingen en 25 miljoen ontheemden in meer dan 50 landen (een stabiel blijvend aantal) – www.internal-displacement.org (IDMC, Internal Displacement Monitoring Centre, Global overview of Trends and Developments in 2006).

[3] http://www.icrc.org/Web/Eng/siteeng0.nsf/htmlall/section_ihl_in_brief?OpenDocument

[4] http://www.goodhumanitariandonorship.org/

[5] Kinderfonds van de Verenigde Naties.

[6] Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen.

[7] Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties.

[8] Zie http://ec.europa.eu/echo/funding/key_figures/echo_en.htm

[9] Op basis van de mededeling " Naar een Europese consensus over humanitaire hulp ", goedgekeurd op 13 juni 2007 (COM(2007)317 definitief).

[10] COM(2005)153.

[11] Het aantal deskundigen is tussen 2005 en 2007 gestegen van 83 tot 96.

[12] Op weg naar een Europese civiele bescherming: Europe aid. http://ec.europa.eu/commission_barroso/president/pdf/rapport_barnier_en.pdf

[13] COM(2004)101.

[14] Bron: Centrum voor onderzoek van de epidemiologie bij rampen (CRED), rampen van 2006 in cijfers. http://www.unisdr.org/eng/media-room/press-release/2007/2006-Disaster-in-number-CRED-ISDR.pdf

[15] Bron: idem. Annual Disaster Statistical Review, Numbers and Trends, 2006 http://www.em-dat.net/documents/Annual%20Disaster%20Statistical%20Review%202006.pdf

[16] Deel VI bevat de verdeling naar begrotingslijn, met inbegrip van het EOF, van de totale vastleggingen in 2007.

[17] http://ec.europa.eu/echo/policies/strategy_en.htm

[18] De kwetsbaarheidsindex meet de nationale capaciteit om de gevolgen van een crisis op te vangen en te verminderen. De index omvat verschillende factoren, gaande van de menselijke ontwikkelingsindex tot het sterftecijfer van kinderen jonger dan vijf. http://ec.europa.eu/echo/files/policies/strategy/strategy_2008_en.pdf

[19] De crisisindex evalueert de nabijheid in de tijd van een ernstig voorval (bijvoorbeeld een oorlog of een natuurramp) of de weging van een populatie vluchtelingen of ontheemden op de totale bevolking van het betrokken land.

[20] Begrotingslijn humanitaire hulp.

[21] United States Agency for International Development (USAID).

[22] Bureau of Population, Refugees, and Migration - VS (PRM).