52008DC0204

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Centrale Bank - De invoering van de euro op Cyprus en Malta /* COM/2008/0204 def. */


NL

Brussel, 18.4.2008

COM(2008) 204 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

De invoering van de euro op Cyprus en Malta

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

De invoering van de euro op Cyprus en Malta

1. Inleiding

Op 10 juli 2007 heeft de Raad besloten om de derogatie van Cyprus en Malta voor de invoering van de euro met ingang van 1 januari 2008 op te heffen.

De geslaagde overgang van beide landen bewijst dat een zorgvuldig voorbereide periode van dubbele omloop van vier weken voldoende kan zijn, zelfs voor landen met veel contant geld in omloop [1]. Een overgrote meerderheid van de Cyprioten (95%) en Maltezen (90%) vindt dat de overschakeling in hun land (vrij) soepel en efficiënt is verlopen.

In de voorliggende mededeling wordt ingegaan op de belangrijkste overschakelingsaspecten, en met name op de overgang naar de chartale euro, op de omschakeling van de administratieve en financiële systemen, op de werkelijke en de subjectief ervaren gevolgen van de invoering van de euro voor de prijzen en op de publieke opinie over de voorlichtings- en communicatiecampagnes. Voorts worden enkele lessen getrokken die van belang kunnen zijn voor toekomstige overschakelingen.

2. Overgang naar de chartale euro

De overgang naar de chartale euro vormt het meest zichtbare element in het overschakelingsproces omdat praktisch alle financiële instellingen, bedrijven en burgers erbij betrokken zijn. Voor het welslagen van een dergelijke operatie is het nodig dat alle betrokken partijen op tijd worden voorzien van euro´s en dat de inname van het oude geld grondig wordt voorbereid.

2.1 Bevoorrading vóór €-dag

A) Cyprus

De centrale bank van Cyprus (CBC) is op 22 oktober 2007 en 19 november 2007 gestart met de bevoorrading van de commerciële banken met respectievelijk euromunten en eurobiljetten. Vóór €-dag was al zo´n 80% van het bedrag aan eurobiljetten (950 miljoen euro) en 64% van het bedrag aan euromunten (64 miljoen euro) aan de banken geleverd. Alle bankfilialen op Cyprus (ongeveer 900) waren bij de operaties betrokken.

Tegelijkertijd zijn de banken op hun beurt gestart met de bevoorrading van de detailhandelaren met euro´s. Hoewel de CBC aan de bedrijven die met contant geld te maken hebben, heeft uitgelegd waarom ze van tevoren voldoende euro´s achter de hand moesten hebben, bleven de bestellingen van eurobiljetten en -munten ver achter bij de verwachtingen. Veel kleine ondernemers vonden de gestelde eisen ingewikkeld. Ook zouden ze veel kosten meebrengen. Daarom boden de banken na ruggespraak met de CBC deze bedrijven de mogelijkheid om een eenvoudigere procedure te volgen waarbij het eurogeld op 31 december werd geleverd. Uiteindelijk is bijna 58% van de in totaal 1 377 bedrijven op deze eenvoudigere wijze bevoorraad met in totaal 3,3 miljoen euro (tegen 11,1 miljoen euro op de standaardwijze).

Voorts is een aantal banken ten behoeve van hun klanten al op 1 november 2007 gestart met de gratis omwisseling van Cyprische ponden in eurobiljetten tegen de omrekeningskoers, zodat de bedrijven die de bevoorradingskosten te hoog vonden, toch vooraf aan euro´s konden komen.

Ook zijn circa 40 000 voorverpakte starterkits met elk 172 euro aan munten aan de bedrijven aangeboden, maar daarvan zijn maar 22 000 verkocht. Omdat deze kits alleen uit muntrollen bestonden, konden de banken de resterende kits na €-dag nog gebruiken.

Daarnaast zijn vanaf 3 december 250 000 minikits met een waarde van 10 Cyprische pond (17,09 euro) aangeboden aan het grote publiek. Daarvan zijn zo´n 189 000 kits verkocht. Volgens de Eurobarometer-enquête [2] heeft meer dan 70% van de burgers een minikit gekocht en de munten na de overschakeling ook daadwerkelijk gebruikt en heeft ongeveer 20% van hen er niets mee gedaan.

Na de overschakeling zijn de onverkochte minikits uitgevoerd in verband met de vraag van muntenverzamelaars uit het buitenland: na de eerste drie weken van januari bevond zich al een bedrag van 3,5 miljoen aan Cypriotische euromunten buiten de landsgrenzen.

B) Malta

Op 15 september 2007 is een begin gemaakt met de bevoorrading van commerciële banken met eurobiljetten en -munten. 107 bankfilialen ontvingen vóór €-dag 540 miljoen euro aan biljetten en 27,81 miljoen euro aan munten.

Vanaf 1 december 2007 hebben de banken de bedrijven bevoorraad. 134 bedrijven ontvingen 3,9 miljoen euro aan biljetten en 1,9 miljoen euro aan munten. Dat zo weinig bedrijven vooraf euro´s hebben aangeschaft, is waarschijnlijk te wijten aan de strenge voorwaarden.

Vanwege het zeer hoge bedrag aan contant geld dat in omloop was, heeft de centrale bank van Malta het publiek opgeroepen om overtollig contant geld vanaf 1 december bij de banken te storten, die de Maltese munten en biljetten gratis omwisselden in euro´s. Op deze wijze konden kleine bedrijven vóór de overschakeling aan eurobiljetten en –munten komen.

Veel bedrijven kochten echter liever starterkits om voldoende euromunten achter de hand te hebben. Alle 33 000 voor bedrijven bestemde starterkits van 131 euro zijn verkocht. Ook stelden de banken vast dat er vraag was naar kits met munten én biljetten en naar kits met een andere samenstelling dan die welke standaard werden aangeboden.

Daarnaast hebben muntenverzamelaars uit het buitenland grote bestellingen op Malta geplaatst. Van €-dag tot 25 januari hebben de particuliere banken van elke denominatie zo´n 1,2 miljoen stuks naar het buitenland verzonden. Tegelijkertijd heeft de centrale bank van Malta circa 32 000 europresentatiesets in het buitenland verkocht en van elke denominatie 10 000 stuks geruild met andere centrale banken van het eurogebied.

Uit de geringe belangstelling van het bedrijfsleven om vooraf eurogeld geleverd te krijgen, blijkt dat de strenge informatie- en veiligheidseisen een grote belasting vormen. Dit geldt met name voor het kleinbedrijf. Daarom onderzoekt de ECB thans de mogelijkheid om in navolging van de vereenvoudigde regels die eind december op Cyprus zijn toegepast, bij toekomstige overschakelingen minder complexe eisen te stellen aan deze leveringen.Uit de mismatch tussen de vraag naar en het aanbod aan kits met munten blijkt hoe belangrijk het is om het productievolume zorgvuldig te plannen. Een kit per huishouden lijkt een redelijke productienorm.Met name bij kleine landen moet er rekening mee worden gehouden dat relatief grote hoeveelheden munten in verband met de vraag van verzamelaars naar het buitenland verdwijnen. Bestellingen van verzamelaars kunnen duidelijk van invloed zijn op de hoeveelheid munten die tijdens de overschakeling beschikbaar is. |

2.2 Periode van dubbele omloop

Cyprus en Malta hebben gekozen voor een periode van dubbele omloop van één maand. De soepele overgang in deze twee landen bewijst dat vier weken voldoende zijn om de nieuwe munt in te voeren en een flinke hoeveelheid oud geld in te nemen [3].

2.2.1 Verspreiding van eurobiljetten en -munten na €-dag

In de eerste dagen na de overschakeling kwamen het publiek en het bedrijfsleven vooral via geldautomaten en het bankloket aan euro´s. In beide landen ging men echter ook massaal naar detailhandelszaken om van het oude geld af te komen en aan euro´s te komen.

A) Cyprus

Normaal gesproken zijn banken op 1 januari gesloten, maar om de omwisseling van Cyprische ponden in euro´s te vergemakkelijken, was een groot aantal bankfilialen dit jaar op 1 januari gewoon open.

In de eerste tien dagen van dit jaar gingen de Cyprioten circa 336 000 keer naar de bank en werd door hen meer dan 578 miljoen euro opgenomen dan wel omgewisseld (gemiddeld 1 177 euro per transactie).

Op 1 januari waren de 550 geldautomaten om 00.30 uur allemaal aangepast. In de eerste weken na de overschakeling gaven ze alleen kleine coupures uit om ervoor te zorgen dat detailhandelaren minder wisselgeld moesten teruggeven bij transacties in contanten. In de eerste tien dagen na de overschakeling namen de Cyprioten in zo´n 251 000 transacties meer dan 32 miljoen euro op, ofwel gemiddeld 127 euro per transactie.

Evenals in Slovenië en in een aantal landen dat de euro al in 2002 heeft ingevoerd (bv. Duitsland en Spanje) gingen velen in de dagen na de overschakeling liever naar het loket van een bank dan naar een geldautomaat om aan het nieuwe geld te komen. Als de cijfers voor de gehele periode van dubbele omloop (januari 2008) worden afgezet tegen die van januari 2007, dan blijkt het totale bedrag dat is opgenomen en omgewisseld, met 55% te zijn gestegen en blijkt het aantal lokettransacties met 61%, maar het aantal geldautomaattransacties met slechts 23% te zijn gestegen [4].

Het relatief hoge gemiddelde bedrag van 1 177 euro per banktransactie (opname of omwisseling) op Cyprus wijst erop dat de mensen veel geld hadden opgepot. Daardoor ontstonden bij de banken in de eerste dagen na de overschakeling rijen ook al waren ze op 1 januari gewoon open. De situatie normaliseerde er echter al weer snel.

B) Malta

Van 1 tot 10 januari werd in totaal bijna 230 000 keer geld gewisseld aan het loket. Daarmee was een bedrag gemoeid van ongeveer 165 miljoen euro. Gemiddeld werd zo´n 720 euro omgewisseld. Op Malta vonden meer geldopnames plaats via de geldautomaat dan aan het bankloket. Wel lag het totale bedrag dat aan het bankloket is opgenomen, viermaal zo hoog.

Rond de 90% van alle geldautomaten op Malta (154 in totaal) gaf op 1 januari tegen middernacht alleen nog eurobiljetten uit. De rest werd in de uren daarna aangepast. Tot en met 10 januari werden zo´n 316 000 opnames voor in totaal 40 miljoen euro gedaan. Evenals op Cyprus is dus per transactie circa 126 euro opgenomen.

Omdat men nauwelijks kon wachten om het nationale geld dat men nog had, om te wisselen en euro´s op te nemen, ontstonden bij een aantal bankfilialen lange rijen. Diverse banken hadden speciaal voor bedrijven loketten geopend om de wachttijden te beperken. Zelfs een week na de overschakeling waren er nog lange rijen. Daaruit blijkt dat de getroffen voorbereidingen niet altijd toereikend waren. Ondanks de inzet van 600 kassiers waren de banken niet goed voorbereid op zoveel extra werk.

2.2.2 Ontwikkeling van contante betalingen

Uit de cijfers blijkt dat de euro op Malta en Cyprus al snel de gangbare munt voor contante betalingen is geworden. Het gebruik ervan nam de eerste drie dagen veel sneller toe dan bij de eerste groep eurolanden (zie grafiek 1). In beide landen werd op 4 januari al 70% van alle contante betalingen in de winkel verricht in euro, terwijl dit bij de overschakeling in 2002 pas op 6 januari het geval was. Meer dan 90% van de detailhandelaren gaf vanaf 2 januari 2008 alleen nog terug in euro.

Grafiek 1

(...PICT...)

Bron: diensten van de Commissie

Daardoor liep het percentage contante betalingen in de oude munt snel terug, namelijk van 100% op 29 december 2007 naar slechts 7-10% op 12 januari 2008. Op 20 januari 2008 (d.w.z. tien dagen voor het eind van de periode van dubbele omloop) werd nog maar 3% van de betalingen in de winkel verricht in de oude munt (zie grafiek 2).

Grafiek 2

(...PICT...)

Bron: diensten van de Commissie

Een aantal detailhandelaren had de eerste dagen op een gegeven moment te weinig geld in kas omdat velen werden afgeschrikt door de lange rijen bij de banken en in de winkels probeerden af te komen van hun oude geld. Daardoor hadden kassières meer munten met een hoge denominatie en meer kleine coupures nodig dan oorspronkelijk gepland.

Een aantal detailhandelaren en dienstverleners op Malta (zoals buschauffeurs) konden niet tot op de cent teruggeven omdat ze geen munten van 1 en 2 eurocent meer hadden. Omdat het bij wet verboden was om de prijzen naar boven af te ronden, was de vraag naar bepaalde denominaties onverwacht groot, zodat extra bestellingen bij de centrale bank van Malta moesten worden geplaatst.

Uit een enquête van de Commissie (zie grafiek 3) blijkt dat twaalf dagen na de overschakeling al meer dan 90% van de Maltezen en Cyprioten (vrijwel) alleen nog euromunten en -biljetten in de portemonnee had. De overschakeling verliep verrassend snel, zeker gezien het feit dat in vergelijking met Slovenië minder mensen vóór €-dag al in het bezit waren van euro´s. Op 29 december 2007 bezat 7% van de Cyprioten vrijwel alleen eurobiljetten en 8% vrijwel alleen euromunten. Op Malta was dit 4% en 12%. In Slovenië lagen deze percentages in de vergelijkbare periode al op 20% (eurobiljetten) en 27% (euromunten).

Grafiek 3

(...PICT...)

Bron: diensten van de Commissie

De mensen raakten snel gewend aan hun nieuwe munt. Begin februari 2008 had bijna 90% van de Maltezen en 95% van de Cyprioten weinig moeite om de eurobiljetten van elkaar te onderscheiden. Meer dan de helft van de Maltezen (53%) rekende bij de dagelijkse boodschappen voornamelijk in euro en 40% deed dit al bij de niet-dagelijkse aankopen. De Cyprioten rekenden bij grotere aankopen meestal nog in ponden, maar bij hun dagelijkse boodschappen dachten ze al voornamelijk in euro [5].

2.2.3 Inname van het oude geld

Het oude geld begon in de laatste maanden van 2007 terug te vloeien. Op 1 januari 2008 was op Malta circa 40% en op Cyprus circa 10% van het bedrag aan biljetten in omloop al terug. Dit proces versnelde in de eerste dagen van januari met een dagelijkse inname van 5 à 6% van de uitstaande hoeveelheid oude bankbiljetten op Cyprus en circa 3% op Malta.

Op respectievelijk 15 en 17 januari was ongeveer 50% van het bedrag aan Cyprische ponden en Maltese lires dat op 1 januari nog in omloop was, ingeleverd [6]. In beide landen vloeide het oude geld sneller terug dan in 2002, toen de grens van 50% pas op 21 januari werd overschreden. Eind januari was ongeveer 25% van het Cypriotische en 35% van het Maltese oude geld nog in omloop, een resultaat dat vergelijkbaar is met dat van 2002 [7].

De geldtransporteurs en banken hebben geen problemen gemeld bij de inzameling en opslag van het oude geld.

Grafiek 4

(...PICT...)

Bron: ECB

De overgang naar de chartale euro op Cyprus en Malta bewijst dat een korte periode van dubbele omloop zelfs voor landen met veel contant geld in omloop technisch haalbaar is. Hoewel de banken zich hadden voorbereid op de extra werkdruk, kon in de eerste weken na de overschakeling niet altijd worden voorkomen dat er rijen ontstonden. Om een overgang nog soepeler te doen verlopen, moet er voortaan sterk op worden aangedrongen dat opgepot oud geld vóór €-dag wordt ingeleverd, de banken vooraf op grote schaal euro´s verspreiden en op andere wijze wordt betaald dan met contant geld. |

3. Omschakeling van de financiële en administratieve systemen

Overeenkomstig het door Cyprus en Malta gekozen big-bang-scenario werkten alle administratieve en financiële systemen tot 31 december 2007 uitsluitend met de nationale munt en werd op 1 januari 2008 overgeschakeld op de euro.

Afgaande op de beschikbare gegevens hebben overheid en bedrijfsleven op Cyprus en Malta zich tijdig en goed op de komst van de euro voorbereid. Deskundigen uit beide lidstaten hebben deelgenomen aan voorlichtings- en opleidingsacties van de Commissie/OLAF, de ECB en Europol om hen vertrouwd te maken met de wijze waarop de euro tegen valsemunterij wordt beschermd.

Bijna alle in september 2007 geënquêteerde bedrijven in beide landen [8] waren op de hoogte van de komst van de euro en waren begonnen met hun voorbereidingen.

De banken en detailhandelaren hebben geen grote technische problemen gemeld tijdens de overschakeling. De omschakeling van geldautomaten, betaalkaartsystemen en bankrekeningen verliep eveneens soepel.

4. Prijsontwikkelingen

4.1 Prijsbewaking tijdens de overgangsfase

Uit de Eurobarometer-enquête van september 2007 over de perceptie van de euro bij het publiek blijkt dat meer dan drie kwart van de Cyprioten en Maltezen beducht was voor misbruik en prijsbedrog in de overgangsfase. Om deze bezorgdheid weg te nemen, hebben beide landen uitgebreide maatregelen getroffen.

Op Cyprus zagen vijf eurowaarnemingsposten nauwlettend toe op een correcte dubbele prijsaanduiding [9] en hielden het ministerie van Financiën en consumentenorganisaties de prijzen van veelgekochte goederen in het oog. De door 7 579 bedrijven onderschreven gedragscode voor een billijke prijsstelling heeft wat de beperking van prijsverhogingen betreft duidelijk vrucht afgeworpen: de meeste gevallen van misbruik zijn ontdekt bij bedrijven die de code niet hadden ondertekend. De eurowaarnemingsposten hebben detailhandelaren en dienstverleners die de prijzen abnormaal sterk hadden verhoogd (voornamelijk kappers, kebabzaken, particuliere verhuurders van parkeerplaatsen, artsen, cafés en bioscopen) om uitleg gevraagd en bij misbruik op internet bekendgemaakt om wie het ging.

Op Malta wordt de prijssituatie in het oog gehouden door het nationale comité voor de overgang naar de euro (National Euro Changeover Committee – NECC) [10], dat ook in het kader van het FAIR-initiatief met meer dan 7 900 bedrijven afspraken heeft gemaakt over een billijke prijsstelling.

Malta is het eerste land waar het bij wet verboden is om de prijzen in de overgangsfase af te ronden tot gemakkelijke bedragen [11]. Als via de eurolijn of per e-mail een melding binnenkomt over een afgeronde prijs, wordt onmiddellijk een onderzoek ingesteld. In de eerste zeven weken van het jaar hebben zo´n 107 winkeleigenaren, dienstverleners en anderen (onder wie veel artsen en een aantal verhuurders van parkeerplaatsen) hun prijzen neerwaarts moeten bijstellen na een waarschuwing van het NECC dat ze hun prijzen of tarieven na de overschakeling te sterk hadden opgeschroefd. Drie bedrijven kregen een boete vanwege onterechte prijsverhogingen. 96 klachten bleken ongegrond.

4.2 Prijsontwikkelingen

De ontwikkeling van de inflatie op Cyprus en Malta werd in 2007 grotendeels beïnvloed door mondiale factoren. De betrekkelijk lage inflatie in de eerste helft van het jaar was vooral te danken aan gunstige basiseffecten van de energieprijzen. Vanaf augustus/september 2007 sloeg het beeld om en hebben ongunstige basiseffecten van de energieprijzen in combinatie met stijgende grondstoffenprijzen geleid tot een opwaartse inflatietrend.

De inflatie op Cyprus bedroeg over 2007 gemiddeld 2,2% en was in de eerste helft van het jaar laag en in de tweede helft van het jaar hoog. De stijgende trend in de HICP-inflatie in 2007 zette de eerste maand van 2008 door. Daarmee liep de inflatie op jaarbasis op van 4,1% in januari 2008 naar 4,7% in februari 2008. De inflatie op Malta bedroeg over 2007 gemiddeld 0,7%, maar vertoonde wel grote schommelingen: op een vertraging in de eerste helft van het jaar volgde een versnelling in de tweede helft van het jaar. In februari was het cijfer 4,0% op jaarbasis, tegen 3,8% in januari 2008.

Volgens een voorlopige raming van Eurostat (zie: "Euro changeover and inflation in Cyprus and Malta", april 2008) bedraagt zowel op Cyprus als op Malta het totale (eenmalige) effect van de overschakeling op de nominale inflatie tijdens en direct na de overschakeling waarschijnlijk 0,2 à 0,3 procentpunt. Deze ramingen voor Cyprus en Malta komen overeen met de ervaring van de eerste groep eurolanden in 2002 en van Slovenië in 2007. Volgens Eurostat waren de gevolgen van de overschakeling op de euro op Cyprus en op Malta dus wel duidelijk te bespeuren, maar waren ze in geen van beide landen zo groot dat ze de nominale inflatie flink hebben kunnen opdrijven. Indien nodig zal Eurostat zijn conclusies betreffende de gevolgen van de overgang naar de euro op Cyprus en Malta bijstellen naarmate verdere informatie beschikbaar komt.

4.3 Prijspercepties

Uit de gegevens van de diensten van de Commissie blijkt dat de gevoelsinflatie op Cyprus en Malta de afgelopen jaren de trend in de HICP-inflatie doorgaans heeft gevolgd. Op Cyprus volgde de gevoelsinflatie de nominale inflatie op de voet en vertonen beide sinds begin 2007 een opwaartse trend. Ook op Malta bewoog de gevoelsinflatie mee met de HICP-inflatie, zij het minder sterk. Zo vertoonde de HICP-inflatie in april een sterke daling, maar de gevoelsinflatie niet.

Volgens de gegevens die vanaf de overgang naar de euro beschikbaar zijn gekomen, is de gevoelsinflatie in eerste instantie niet negatief beïnvloed. Ondanks een stijgende HICP-inflatie is de gevoelsinflatie op Cyprus teruggelopen van 45,7 procentpunt in december 2007 naar 42,3 procentpunt in januari 2008 en op Malta van 51,0 procentpunt in december 2007 naar 40,5 procentpunt in januari 2008. Het lijkt er dus op dat de versnelling van de HICP-inflatie noch de mogelijke gevolgen van de invoering van de euro voor de prijzen van invloed zijn geweest op de gevoelsinflatie van de consument. De daling van de gevoelsinflatie in de twee nieuwe eurolanden is mogelijk ook te danken geweest aan andere factoren, zoals de voorlichtingscampagnes. In het geval van Malta hing deze waarschijnlijk ook samen met het verbod om de prijzen af te ronden tot gemakkelijke bedragen, en met de strenge handhaving van dit verbod.

Grafiek 5

(...PICT...)

(...PICT...)

Bron: diensten van de Commissie

Wel is het beeld in februari 2008 deels gewijzigd. Terwijl de gevoelsinflatie op Malta verder is teruggelopen van 40,5 procentpunt in januari 2008 naar 34,0 procentpunt, is deze op Cyprus juist aangetrokken van 42,3 procentpunt in januari 2008 naar 48,2 procentpunt. Het is echter nog te vroeg om een oordeel te vormen over de verdere ontwikkeling van de gevoelsinflatie op Cyprus en Malta.

Sinds medio 2007 is de inflatie op Cyprus en Malta voornamelijk door de mondiale stijging van de energie- en levensmiddelenprijzen onder opwaartse druk komen te staan. Tegelijk volgde de gevoelsinflatie doorgaans de trend in de HICP-inflatie. In de eerste maanden na de komst van de euro bleef de gevoelsinflatie ondanks de stijging van de werkelijke inflatie onder controle. In februari is de gevoelsinflatie op Cyprus aangetrokken, maar op Malta verder gedaald. |

5. Voorlichtingscampagne over de overgang naar de euro en perceptie bij het publiek

Op 31 mei 2006 is het officiële startschot gegeven voor de Cypriotische voorlichtingscampagne en de nationale website over de euro (www.euro.cy). De campagne in de massamedia ging pas in het voorjaar van 2007 van start. Dit kwam voor een deel door problemen bij de selectie van een reclamebureau. De campagne richtte zich met name op het MKB, plattelandsgebieden en kwetsbare groepen en ging vooral over het tijdschema van de overschakeling, de voordelen van de euro, de omrekeningskoers en de vrees voor onterechte prijsverhogingen. De belangrijkste communicatiekanalen waren de radio (10 225 spotjes), televisie (3 260 spotjes) en de geschreven pers (206 tijdschrift- en 241 krantenadvertenties). Op het eiland reden "eurobussen" rond om de mensen in afgelegen gebieden te informeren. Omdat de steun voor de euro gering bleef, voerden de Cypriotische autoriteiten hun voorlichtingsinspanningen in de laatste maanden op. Daarbij richtten zij zich vooral op kwetsbare groepen. De Europese Commissie steunde een reeks activiteiten, zoals de presentatie van de nieuwe eurotentoonstelling, een modelconferentie en een seminar voor journalisten, een nationale scholenwedstrijd en de productie van promotiemateriaal.

De informatiecampagne blijkt zeer succesvol te zijn geweest. Volgens de Eurobarometer van februari 2008 achtten negen van de tien Cyprioten zich goed tot zeer goed geïnformeerd over de komst van de euro. De media waren voor de meesten de voornaamste informatiebron (61%), gevolgd door de commerciële banken (16%) en de centrale bank van Cyprus (10%). Ook was men tevreden (44%) tot zeer tevreden (49%) over de overheidsvoorlichting over de euro. Acht van de tien Cyprioten vonden de eurocalculator die zij hadden ontvangen, zeer nuttig. Niettemin wenste zo´n 80% van de ondervraagden in de Eurobarometer van februari 2008 meer informatie over wat billijk en correct was bij de afronding en omrekening van prijzen, over de sociale, economische en politieke gevolgen van de euro en over de veiligheidskenmerken ervan.

Op Malta was de steun voor de euro aanvankelijk gering, maar de stemming sloeg om dankzij een uitgebreide, gefaseerde campagne waarin eerst bekendheid werd gegeven aan de euro en de voordelen ervan en later de praktische aspecten aan de orde kwamen. De campagne bestond uit een mix van massamedia-activiteiten (4 750 tv-spotjes, 20 125 radiospotjes en 1 465 advertenties in kranten en tijdschriften) en persoonlijke voorlichting (een eurotelefoonlijn, contacten met de pers, NGO´s, gemeentes en parochies, consumenten- en ondernemingsorganisaties, scholen en kwetsbare groepen). In de campagne werd voortdurend getracht de bezorgdheid over oneerlijke praktijken weg te nemen. Een aparte website (www.euro.gov.mt) bevatte een toelichting op de acties en een systematisch overzicht van alle eurogerelateerde informatie.

De Europese Commissie steunde in het kader van een partnerschapsovereenkomst twee eurotentoonstellingen en een euroconferentie, een publieksenquête, een enquête over de dubbele omloop en een scholenwedstrijd.

De lange en intensieve informatiecampagne blijkt zeer succesvol te zijn geweest. Volgens de Eurobarometer van februari 2008 achtten negen van de tien Maltezen zich goed tot zeer goed geïnformeerd over de komst van de euro. De media vormden voor de meerderheid (68%) de voornaamste informatiebron. Daarbij werd de televisie als de meest efficiënte bron gezien. 87% heeft de tv-spotjes gezien en 90% van hen vond ze nuttig tot zeer nuttig. 56% van de ondervraagden in de Eurobarometer van februari 2008 wenste meer informatie over wat billijk en correct was bij de afronding en omrekening van prijzen en over de veiligheidskenmerken van de euro.

De voorlichtingscampagne over de overgang naar de euro en alles wat daarmee verband houdt, wordt in beide landen als vlot en efficiënt aangemerkt. Een goed gevoerde, intensieve communicatiecampagne kan dus leiden tot een grotere steun van het publiek voor de euro. Voorts heeft de Maltese campagne aangetoond dat het mogelijk is om de bezorgdheid over prijsverhogingen bij de komst van de euro met gerichte en uitgebreide voorlichting weg te nemen. |

[1] Het overgangsplan van Cyprus en Malta voorzag in een zogeheten big-bang-scenario en een periode van dubbele omloop van één maand. De eerste groep eurolanden waren nog te werk gegaan volgens het scenario van "Madrid", waarin drie jaar was uitgetrokken voor de overschakeling (één jaar voor Griekenland). Slovenië was het eerste land met een big-bang-scenario: op de dag waarop de euro wettig betaalmiddel werd (1 januari 2007) werden eurobiljetten en -munten ook fysiek ingevoerd.

[2] Flash Eurobarometer 223 van februari 2008.

[3] De periode van dubbele omloop begint op €-dag en is de periode waarin zowel de euro als de oude munt wettig betaalmiddel zijn. Deze periode mag hooguit zes maanden duren. Een lidstaat mag deze periode echter inkorten. De eerste landen die zijn overgestapt op de euro, hebben in de meeste gevallen gekozen voor een periode van dubbele omloop van twee maanden. In Slovenië duurde deze slechts veertien dagen.

[4] Het bedrag dat met de geldautomaat is opgenomen, is met slechts 15% gestegen, vooral omdat de geldautomaten in januari 2008 alleen kleine coupures uitgaven.

[5] Flash Eurobarometer 222 voor Cyprus en Flash Eurobarometer 223 voor Malta, beide februari 2008.

[6] Op 1 januari 2008 was in totaal 994 miljoen euro aan Cypriotische biljetten en 66 miljoen euro aan Cypriotische munten in omloop. Voor Malta was dit 635 miljoen euro aan Maltese biljetten en 44 miljoen euro aan Maltese munten.

[7] De centrale bank van Cyprus zal tot tien jaar na €-dag de oude bankbiljetten en tot twee jaar na €-dag de oude munten kosteloos blijven omwisselen. De centrale bank van Malta zal dit tot 2 februari 2010 doen voor Maltese munten en tot 1 februari 2018 voor Maltese bankbiljetten.

[8] Flash Eurobarometer 218 (september 2007) voor Cyprus, NECC Business Survey (september 2007) voor Malta.

[9] De dubbele prijsaanduiding in Cyprische pond en in euro is op Cyprus verplicht van 1 september 2007 tot en met 30 september 2008. Op Malta is de dubbele prijsaanduiding in Maltese lire en in euro verplicht van 11 juli 2007 tot en met 30 juni 2008.

[10] De prijzen worden tot juni 2008 gemonitord.

[11] Ingevolge de Maltese wet op de invoering van de euro (CAP.485) mogen geldbedragen alleen tot gemakkelijke bedragen worden afgerond als het resulterende geldbedrag in euro lager is dan de tegenwaarde in Maltese lire vóór de overschakeling. Bij geldbedragen die deel uitmaken van een continuüm met drempelwaarden, mogen deze bedragen bij de omrekening in euro wel worden afgerond tot gemakkelijke bedragen als dit nodig is om de continuïteit in de drempelwaarden van de aangrenzende klassen te waarborgen en de klasse met een bepaalde drempelwaarde duidelijk af te bakenen. In uitzonderlijke gevallen, d.w.z. bij technische beperkingen, kan de eurowaarnemingspost op verzoek toestemming verlenen om de bedragen op een andere wijze tot gemakkelijke bedragen af te ronden. Wel kan de waarnemingspost daaraan bepaalde voorwaarden verbinden.

--------------------------------------------------