31.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 76/23 |
Advies van het Comité van de Regio's over Het voorstel voor een aanbeveling van de raad over mobiliteit van jonge vrijwilligers in Europa
(2009/C 76/05)
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
— |
ziet dat er momenteel grote verschillen bestaan tussen de lidstaten onderling wat betreft de manier waarop het vrijwilligerswerk georganiseerd is en merkt op dat statistische data en gedegen onderzoek naar vrijwilligerswerk grotendeels ontbreekt. |
— |
vraagt de Europese Commissie om het bevorderen van samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties te ondersteunen door niet alleen een Europees portaal voor jonge vrijwilligers te ontwikkelen, maar ook een databank met een overzicht van best practices, projecten, mogelijkheden en gegevens. Hierbij zou de Europese Commissie gebruik moeten maken van en verwijzen naar nationale, regionale en lokale informatie, zodat de informatie dichterbij de jongeren wordt gebracht. |
— |
ondersteunt het initiatief van het Europees Parlement e.a. om 2011 uit te roepen tot Europees Jaar voor Vrijwilligerswerk van harte. Het Comité is bereid om hieraan actief mee te werken. Tijdens dit jaar zou er in het bijzonder aandacht besteed moeten worden aan jongeren en inclusie. |
— |
vraagt de Commissie, de lidstaten en de lokale en regionale overheden om zich sterk te maken voor vrijwilligerswerk binnen het onderwijssysteem, zodat jongeren al in een vroeg stadium in aanraking komen met vrijwilligersactiviteiten en het als een normale bijdrage aan het maatschappelijke leven gaan zien. Dergelijke vrijwilligersactiviteiten zouden onderdeel kunnen uitmaken van het curriculum. |
— |
vrijwilligerswerk biedt een bijzonder waardevolle kans op mobiliteit aan jongeren. Met name kansarme jongeren die vrijwilligerswerk willen doen en die anders minder of helemaal geen gebruik zouden maken van mobiliteitsmogelijkheden hebben dan ook verschillende vormen van steun nodig. Steun aan de opleiding en mobiliteit van jongerenwerkers en jeugdleiders zal in dit verband bijzonder nuttig zijn. Daarnaast moet gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die lokale en regionale overheden hebben om deze doelgroep beter te bereiken. |
Rapporteur |
: |
Rinda DEN BESTEN (NL/PSE), Wethouder in Utrecht |
Referentiedocument
COM(2008) 424 final
Voorstel voor een aanbeveling van de Raad over mobiliteit van jonge vrijwilligers in Europa
I. BELEIDSAANBEVELINGEN
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
1. |
ziet dat er momenteel grote verschillen bestaan tussen de lidstaten onderling wat betreft de manier waarop het vrijwilligerswerk georganiseerd is en merkt op dat statistische data en gedegen onderzoek naar vrijwilligerswerk grotendeels ontbreekt. Omdat harmonisatie van wet-en regelgeving niet mogelijk en ook niet gewenst is, stelt het Comité van de Regio's voor om in fases te werken aan een perspectief. De eerste fase bestaat uit gedegen onderzoek naar de verschillende systemen en wet-en regelgeving die in de verschillende lidstaten bestaan met betrekking tot vrijwilligerswerk, naar de wensen van (potentiële) jonge vrijwilligers en obstakels die zij tegenkomen wanneer zij grensoverschrijdend vrijwilligerswerk willen doen en naar hetgeen vrijwilligerswerk de jonge vrijwilliger, de uitzendende en ontvangende regio's oplevert. Deze data kunnen de discussie verder brengen en nieuw beleid genereren dat goed aansluit bij de realiteit van het vrijwilligerswerk van jongeren in Europa. |
2. |
verwelkomt het initiatief van de Europese Commissie om de mobiliteit van jonge vrijwilligers in Europa te bevorderen. |
3. |
waardeert de creativiteit van de Europese Commissie in haar zoektocht naar een manier om vrijwilligerswerk voor jonge mensen in een ander Europese land te faciliteren, maar is bang dat het interoperabel maken van nationale regelingen voor vrijwilligersactiviteiten niet de oplossing is vanwege de uiteenlopende vormen van organisatie van vrijwilligerswerk in de diverse Europese landen. Om die reden pleiten we voor het bevorderen van samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties (of dat nu maatschappelijke organisaties zijn of overheden) in of van verschillende Europese landen en moedigen we de lidstaten aan om grensoverschrijdende vrijwilligersprojecten te stimuleren. |
4. |
vraagt de Europese Commissie om het bevorderen van samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties te ondersteunen door niet alleen een Europees portaal voor jonge vrijwilligers te ontwikkelen, maar ook een databank met een overzicht van best practices, projecten, mogelijkheden en gegevens. Hierbij zou de Europese Commissie gebruik moeten maken van en verwijzen naar nationale, regionale en lokale informatie, zodat de informatie dichterbij de jongeren wordt gebracht. |
5. |
benadrukt de rol van lokale en regionale overheden wanneer het gaat om vrijwilligerswerk en in het bijzonder het betrekken van minder kansrijke jongeren. Vrijwilligerswerk kan een ingang naar inclusie vormen voor minder kansrijke jongeren en aangezien in veel lidstaten de lokale en regionale overheden direct verantwoordelijk zijn voor het jeugdbeleid en er zich een grote hoeveelheid kennis en ervaring bevindt, is dit het niveau waar innovatieve en creatieve oplossingen veelal worden gevonden en waar belangrijke partnerschappen worden aangegaan. Bovendien spelen de lokale en regionale overheden een belangrijke rol bij het stimuleren van jongeren aangezien zij zich nabij de organisaties bevinden die de vrijwilligers ontvangen en hen kunnen motiveren om jonge vrijwilligers uit te wisselen. |
6. |
vraagt de lidstaten om adequate financiering toe te wijzen aan lokale en regionale overheden voor de implementatie van de gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwillige activiteiten van jonge mensen en moedigt de lidstaten aan om gebruik te maken van EU-fondsen en programma's (zoals het Europees Sociaal Fonds en het Jeugd in Actie programma) om de kwaliteit van internationale vrijwilligersprojecten te vergroten door ondersteuning en begeleiding te bieden aan nationale, regionale en lokale vrijwilligersorganisaties. Deze ondersteuning is bedoeld om organisaties te helpen met het opbouwen van internationale contacten, het ontwikkelen van specifieke competenties die nodig zijn voor het begeleiden van jongeren uit andere landen en het opzetten van internationale projecten. |
7. |
adviseert dat de lokale en regionale overheden zich sterk maken om een infrastructuur te ontwikkelen om vrijwilligerswerk te ondersteunen, terwijl men uiteraard de autonomie van het vrijwilligerswerk intact laat. Het opzetten van lokale en regionale vrijwilligerscentra kan bijvoorbeeld helpen bij de promotie van vrijwilligerswerk, het verstrekken van informatie, het motiveren van jonge mensen om grensoverschrijdend vrijwilligerswerk te doen en het wegen van de kwaliteit en effectiviteit van vrijwilligerswerk. |
8. |
vindt het erg jammer dat er nog steeds sociaaleconomische en administratieve obstakels bestaan die de mobiliteit van jonge vrijwilligers bemoeilijken en stelt dan ook voor om het voortouw te nemen bij een inventarisatie van deze obstakels in een breder onderzoek naar vrijwilligerswerk (zoals omschreven in punt 1 van dit advies). Vanwege het gebrek aan data wat vrijwilligerswerk betreft vraagt het Comité ook de lidstaten om voor 2011 de resultaten van breder onderzoek te presenteren, zodat beleid op het gebied van vrijwilligerswerk kan worden bijgesteld. |
9. |
ondersteunt het initiatief van het Europees Parlement e.a. om 2011 uit te roepen tot Europees Jaar voor Vrijwilligerswerk van harte. Het Comité is bereid om hieraan actief mee te werken. Tijdens dit jaar zou er in het bijzonder aandacht besteed moeten worden aan jongeren en inclusie. |
10. |
wil nadrukkelijk het belang van het verkleinen van de taalbarrières in Europa naar voren brengen door vrijwilligers aan te moedigen om talen te leren. |
11. |
wijst erop dat vrijwilligerswerk een bredere definitie behoeft dan in het voorstel naar voren komt. Vrijwilligerswerk kan zowel in voltijd als deeltijd gedaan worden, voor langere of kortere termijn, onbetaald of met zakgeld en/of dekking van uitgaven, zonder of met eigen bijdrage afhankelijk van de doelgroep en de omstandigheden. |
12. |
benadrukt het belang van het erkennen van eerder verworven competenties, zodat ze gebruikt kunnen worden in het vervolgtraject (werk of studie). Vrijwilligerswerk is tenslotte een belangrijke vorm van niet-formeel leren en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van en de toegankelijkheid van het onderwijs voor de jeugd. Om die reden zouden scholen, maar ook maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven een (grotere) rol kunnen spelen bij het erkennen van door vrijwilligerswerk verworven competenties en het implementeren van de huidige instrumenten hiervoor, Europass en Youthpass. |
13. |
vraagt de Commissie, de lidstaten en de lokale en regionale overheden om zich sterk te maken voor vrijwilligerswerk binnen het onderwijssysteem, zodat jongeren al in een vroeg stadium in aanraking komen met vrijwilligersactiviteiten en het als een normale bijdrage aan het maatschappelijke leven gaan zien. Dergelijke vrijwilligersactiviteiten zouden onderdeel kunnen uitmaken van het curriculum. |
14. |
vindt het erg belangrijk dat de balans goed in de gaten gehouden wordt wanneer het gaat om de meerwaarde van vrijwilligerswerk voor jonge mensen en voor de maatschappij (in al haar facetten). Het belang en de ontwikkeling van jonge mensen gaat altijd voor en het belang voor de maatschappij vloeit daaruit voort door actievere inzet en betrokkenheid van jongeren bij de maatschappij. |
15. |
spreekt haar waardering uit voor het Europees Vrijwilligerswerk (EVW) en hoopt op verder ontwikkeling van EVW in de toekomst, zodat zoveel mogelijk jongeren de mogelijkheid krijgen om grensoverschrijdend vrijwilligerswerk te doen. |
II. VOORGESTELDE WIJZIGINGEN
Wijzigingsvoorstel 1
Artikel 7
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Het concept interoperabel behoeft te veel uitleg en is moeilijk toepasbaar op vrijwilligerssystemen in sommige landen. Harmonisatie en centralisatie van vrijwilligerswerk is niet het doel van het voorstel van de Europese Commissie, maar het interoperabel maken van vrijwilligersactiviteiten kan wel zo geïnterpreteerd worden. Wat gewenst is, is dat jonge mensen — als zij dat willen — vrijwilligerswerk in een ander EU land kunnen doen en door het stimuleren van samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties moet dit meer dan nu mogelijk worden.
Wijzigingsvoorstel 2
Artikel 13
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
In niet alle Europese landen is er sprake van nationale regelingen op het gebied van vrijwilligerswerk. Dit zou betekenen dat sommige landen nationale regelingen moeten optuigen en dit zou afbreuk doen aan het subsidiariteitsbeginsel. Door het woord „regelingen” te vervangen door „vrijwilligersactiviteiten” of „mogelijkheden” is de tekst toepasbaar voor alle EU-landen en in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel zonder veel aan betekenis te verliezen.
Wijzigingsvoorstel 3
Artikel 14
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
In sommige gevallen hebben jongeren wel middelen om zelf bij te dragen aan een vrijwilligersproject. Bovendien schept een eigen bijdrage (hoe groot of klein ook) een „verplichting” en een vorm van eer voor de jongeren om het vrijwilligerswerk in het buitenland ook daadwerkelijk te gaan doen.
Wijzigingsvoorstel 4
Artikel 15
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
In veel lidstaten wordt het jeugdbeleid grotendeels vorm gegeven door de lokale en regionale overheden. Bovendien staan de lokale en regionale overheden het dichtst van alle overheden tot de jonge burgers. Dit is dan ook het niveau bij uitstek om minder kansrijke jonge mensen te bereiken.
Wijzigingsvoorstel 5
Artikel 16
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Zie motivering wijzigingsvoorstel 1 en 2.
Wijzigingsvoorstel 6
Artikel 17
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Zie motivering wijzigingsvoorstel 1 en 2.
Wijzigingsvoorstel 7
Artikel A
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Zie motivering wijzigingsvoorstel 1 en 2.
Wijzigingsvoorstel 8
Artikel B1
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Zie motivering wijzigingsvoorstel 2.
Wijzigingsvoorstel 9
Artikel B4
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Zie motivering wijzigingsvoorstel 2.
Wijzigingsvoorstel 10
Artikel B7
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Zie motivering wijzigingsvoorstel 2.
Vrijwilligerswerk kan een ingang naar inclusie vormen voor minder kansrijke jongeren. Zij met name hebben een extra duwtje in de rug nodig om grensoverschrijdend vrijwilligerswerk te doen.
Wijzigingsvoorstel 11
Artikel B14
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 12
Artikel 2
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
2. in samenwerking met de lidstaten een stelselmatige uitwisseling van informatie en ervaringen over de interoperabiliteit van de nationale regelingen voor vrijwilligerswerk van maatschappelijke organisaties of overheden aan te moedigen en te organiseren; |
2. in samenwerking met de lidstaten een stelselmatige uitwisseling van informatie en ervaringen over de interoperabiliteit van de nationale regelingen voor bevordering van de Europese samenwerking inzake vrijwilligerswerk van maatschappelijke organisaties of overheden aan te moedigen en te organiseren; |
Motivering
Zie motivering wijzigingsvoorstellen 1 en 2.
Wijzigingsvoorstel 13
Artikel 4
Tekst van de Commissie |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
4. de Raad vier jaar na de goedkeuring van deze aanbeveling verslag uit te brengen om vast te stellen of de voorgestelde maatregelen effectief werken en de noodzaak van verdere acties te beoordelen. |
4. de Raad vier jaar na de goedkeuring van deze aanbeveling voor 2011 verslag uit te brengen om vast te stellen of de voorgestelde maatregelen effectief werken en de noodzaak van verdere acties te beoordelen. |
Motivering
In het Europees Parlement is een initiatief om 2011 uit te roepen als het Europees jaar van het vrijwilligerswerk door 454 volksvertegenwoordigers ondertekend. Ook het Comité van de Regio's ondersteunt dit initiatief. In 2011 is het bovendien 10 jaar geleden dat het Internationale Jaar van de Vrijwilliger plaats vond. Een uitstekend moment voor de Europese Commissie om kort daarvoor verslag uit te brengen inzake vrijwilligerswerk.
Brussel, 26 november 2008
De voorzitter
van het Comité van de Regio's
L. VAN DEN BRANDE