26.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 285/74


Donderdag, 5 juni 2008
Communautair systeem ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij *

P6_TA(2008)0245

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 5 juni 2008 over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (COM(2007)0602 — C6-0454/2007 — 2007/0223(CNS))

2009/C 285 E/16

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0602),

gelet op artikel 37 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0454/2007),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie visserij en het advies van de Commissie internationale handel (A6-0193/2008),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENT

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

 

(2 bis)

Ter wille van de verenigbaarheid met de regels van de Wereldhandelsorganisatie inzake niet-discriminatie en nationale behandeling mag niets in deze verordening discriminerende behandeling bij de toepassing van maatregelen ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) tot gevolg hebben.

Amendement 2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

 

(3 bis)

De ultraperifere gebieden van de Europese Unie, als bedoeld in artikel 299 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hebben speciale aandacht nodig in de strijd tegen IOO-visserij als gevolg van de uitzonderlijke kwetsbaarheid van hun ecosystemen.

Amendement 3

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

(5)

In overeenstemming met het in 2001 door de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) aangenomen internationaal actieplan om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen wordt onder IOO-visserij verstaan visserijactiviteiten die als illegaal, ongemeld of ongereglementeerd worden beschouwd , waarbij het volgende geldt:

1.

Illegale visserij betreft visserijactiviteiten die:

door nationale of buitenlandse vaartuigen in wateren onder de jurisdictie van een staat worden verricht zonder de toestemming van die staat of in strijd met zijn wet- en regelgeving,

worden verricht door vaartuigen die de vlag van een bij een relevante regionale organisatie voor visserijbeheer aangesloten staat voeren, maar handelen in strijd met instandhoudings- en beheersmaatregelen die door die organisatie zijn aangenomen en waaraan die staat is gebonden, of in strijd met relevante bepalingen van het geldende internationale recht, of

in strijd zijn met het nationale recht of internationale verplichtingen, met inbegrip van die welke zijn aangegaan door staten die samenwerken met een relevante regionale organisatie voor visserijbeheer.

2.

Ongemelde visserij betreft visserijactiviteiten die:

in strijd met nationale wet- en regelgeving niet of onjuist zijn gemeld bij de relevante nationale autoriteit, of

zijn ondernomen in het gebied waar een relevante regionale organisatie voor visserijbeheer bevoegd is, en in strijd met de meldprocedures van die organisatie niet of onjuist zijn gemeld.

3.

Ongereglementeerde visserij betreft visserijactiviteiten die:

in het werkgebied van een relevante regionale organisatie voor visserijbeheer door vaartuigen zonder nationaliteit of vaartuigen die de vlag voeren van een staat die geen partij is bij die organisatie, of een visserijentiteit worden verricht op een wijze die niet in overeenstemming of in strijd is met de instandhoudings- en beheersmaatregelen van die organisatie, of

in gebieden of op visbestanden waarvoor geen instandhoudings- of beheersmaatregelen gelden, worden verricht op een wijze die niet in overeenstemming is met de verantwoordelijkheid die staten op grond van het internationale recht dragen voor de instandhouding van levende mariene hulpbronnen.

(5)

In overeenstemming met het in 2001 door de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) aangenomen internationaal actieplan om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen wordt onder IOO-visserij verstaan visserijactiviteiten die als illegaal, ongemeld of ongereglementeerd worden beschouwd.

Amendement 4

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

(13)

De invoer in de Gemeenschap van visserijproducten die afkomstig zijn van IOO-visserij, moet worden verboden. Om dat verbod doeltreffend te maken en te garanderen dat alle ingevoerde producten zijn geoogst in overeenstemming met de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen en, in voorkomend geval, de andere relevante voorschriften die voor het betrokken vissersvaartuig gelden, dient een certificeringsregeling te worden ingesteld die geldt voor alle importen van visserijproducten in de Gemeenschap.

(13)

De invoer in de Gemeenschap van visserijproducten die afkomstig zijn van IOO-visserij, moet worden verboden. Om dat verbod doeltreffend te maken, traceerbaarheid te waarborgen en te garanderen dat alle ingevoerde producten zijn geoogst in overeenstemming met de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen en, in voorkomend geval, de andere relevante voorschriften die voor het betrokken vissersvaartuig gelden, dient een certificeringsregeling te worden ingesteld die geldt voor alle importen van visserijproducten in de Gemeenschap.

Amendement 5

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

(14)

De Gemeenschap moet bij de uitvoering van de certificeringsregeling rekening houden met de capaciteitsbeperkingen in de ontwikkelingslanden.

(14)

De Gemeenschap moet bij de uitvoering van de certificeringsregeling rekening houden met alle capaciteitsbeperkingen in de ontwikkelingslanden en deze landen helpen om mogelijke niet-tarifaire handelsbelemmeringen te voorkomen .

Amendement 6

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

 

(14 bis)

Steun kan onder andere worden verleend in de vorm van financiële steun en technische assistentie, alsmede opleidingsprogramma’s.

Amendement 7

Voorstel voor een verordening

Overweging 34

(34)

Samenwerking tussen de lidstaten, de Commissie en derde staten is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat in geval van IOO-visserij een behoorlijk onderzoek wordt ingesteld en dat de bij deze verordening vastgestelde maatregelen kunnen worden toegepast. Ter verbetering van die samenwerking moet een systeem voor wederzijdse bijstandsverlening worden opgezet.

(34)

Samenwerking, coördinatie en uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten, de Commissie en derde staten is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat in geval van IOO-visserij een behoorlijk onderzoek wordt ingesteld en dat de bij deze verordening vastgestelde maatregelen in de toekomst kunnen worden toegepast. Ter verbetering van die samenwerking moet een systeem voor wederzijdse bijstandsverlening worden opgezet.

Amendement 8

Voorstel voor een verordening

Overweging 37

(37)

Uitgangspunt bij de onderhavige verordening is dat het bij IOO-visserij gaat om overtredingen van geldende wet- of regelgeving die bijzonder ernstig zijn omdat zij de verwezenlijking van de doelstellingen van de geschonden regels sterk bemoeilijken en de duurzaamheid van de betrokken visbestanden of de instandhouding van het mariene milieu in gevaar brengen. Gezien de beperkte werkingssfeer van de onderhavige verordening, moet de uitvoering ervan zijn gebaseerd, en een aanvulling vormen, op die van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad, bij welke verordening het basiskader voor de controle en het toezicht op de visserijactiviteiten in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid is vastgesteld. In overeenstemming daarmee versterkt de onderhavige verordening de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2847/93 op het gebied van de inspectie in de haven van vaartuigen van derde landen (artikelen 28 sexies, 28 septies en 28 octies), die nu worden geschrapt en vervangen door de in hoofdstuk II van de onderhavige verordening opgenomen regeling betreffende de inspectie in de haven. Bovendien bevat hoofdstuk X van de onderhavige verordening een sanctieregeling die specifiek geldt voor IOO-visserijactiviteiten. De bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2847/93 die betrekking hebben op sancties (artikel 31), blijven derhalve van toepassing op de andere overtredingen van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid dan die waarop de onderhavige verordening betrekking heeft.

(37)

Uitgangspunt bij de onderhavige verordening is dat het bij IOO-visserij gaat om overtredingen van geldende wet- of regelgeving die bijzonder ernstig zijn omdat zij de verwezenlijking van de doelstellingen van de geschonden regels sterk bemoeilijken en het voortbestaan van legaal opererende vissers , de duurzaamheid van de sector en van de betrokken visbestanden en de instandhouding van het mariene milieu in gevaar brengen. Gezien de beperkte werkingssfeer van de onderhavige verordening, moet de uitvoering ervan zijn gebaseerd, en een aanvulling vormen, op die van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad, bij welke verordening het basiskader voor de controle en het toezicht op de visserijactiviteiten in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid is vastgesteld. In overeenstemming daarmee versterkt de onderhavige verordening de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2847/93 op het gebied van de inspectie in de haven van vaartuigen van derde landen (artikelen 28 sexies, 28 septies en 28 octies), die nu worden geschrapt en vervangen door de in hoofdstuk II van de onderhavige verordening opgenomen regeling betreffende de inspectie in de haven. Bovendien bevat hoofdstuk X van de onderhavige verordening een sanctieregeling die specifiek geldt voor IOO-visserijactiviteiten. De bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2847/93 die betrekking hebben op sancties (artikel 31), blijven derhalve van toepassing op de andere overtredingen van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid dan die waarop de onderhavige verordening betrekking heeft.

Amendement 9

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 — lid 2

2.

Daartoe neemt elke lidstaat overeenkomstig het Gemeenschapsrecht passende maatregelen om de doeltreffendheid van het systeem te waarborgen. Hij stelt voldoende middelen beschikbaar aan zijn bevoegde autoriteiten om deze in staat te stellen hun taken zoals vastgesteld bij deze verordening te verrichten.

2.

Daartoe neemt elke lidstaat overeenkomstig het Gemeenschapsrecht en zowel zijn multilaterale als zijn bilaterale internationale verplichtingen passende maatregelen om de doeltreffendheid van het systeem te waarborgen. Hij stelt voldoende middelen beschikbaar aan zijn bevoegde autoriteiten om deze in staat te stellen hun taken zoals vastgesteld bij deze verordening te verrichten.

Amendement 10

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 — letter –a) (nieuw)

 

–a)

onder IOO-visserij wordt verstaan illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij, waarbij het volgende geldt:

1.

Illegale visserij betreft visserijactiviteiten die:

door nationale of buitenlandse vaartuigen in wateren onder de jurisdictie van een staat worden verricht zonder de toestemming van die staat of in strijd met zijn wet- en regelgeving,

worden verricht door vaartuigen die de vlag van een bij een relevante regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) aangesloten staat voeren, maar handelen in strijd met instandhoudings- en beheersmaatregelen die door die organisatie zijn aangenomen en waaraan die staat is gebonden, of in strijd met relevante bepalingen van het geldende internationale recht, of

in strijd zijn met het nationale recht of internationale verplichtingen, met inbegrip van die welke zijn aangegaan door samenwerkende staten aangesloten bij een relevante ROVB.

2.

Ongemelde visserij betreft visserijactiviteiten die:

in strijd met nationale wet- en regelgeving niet of onjuist zijn gemeld bij de relevante nationale autoriteit, of

zijn ondernomen in het gebied waar een relevante ROVB bevoegd is, en in strijd met de meldprocedures van die organisatie niet of onjuist zijn gemeld.

3.

Ongereglementeerde visserij betreft visserijactiviteiten die:

in het werkgebied van een relevante ROVB door vaartuigen zonder nationaliteit of vaartuigen die de vlag voeren van een staat die geen partij is bij die organisatie, of een visserijentiteit worden verricht op een wijze die niet in overeenstemming of in strijd is met de instandhoudings- en beheersmaatregelen van die organisatie, of

in gebieden of op visbestanden waarvoor geen instandhoudings- of beheersmaatregelen gelden, worden verricht op een wijze die niet in overeenstemming is met de verantwoordelijkheid die staten op grond van het internationale recht dragen voor de instandhouding van levende mariene rijkdommen.

Amendement 11

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 — letter a)

a)

„vissersvaartuig”: elk vaartuig van welke omvang dan ook dat wordt, of bestemd is om te worden, gebruikt voor de commerciële exploitatie van visserijhulpbronnen, met inbegrip van ondersteunende schepen, transportvaartuigen, schepen voor de be- of verwerking van vis en vaartuigen voor overlading;

a)

„vissersvaartuig”: elk vaartuig van welke omvang dan ook dat wordt, of bestemd is om te worden, gebruikt voor de commerciële exploitatie van visserijhulpbronnen, voor het koelen, bevriezen of be- of verwerken aan boord of voor vervoer , met inbegrip van ondersteunende schepen, transportvaartuigen, schepen voor de be- of verwerking van vis en vaartuigen voor overlading;

Amendement 12

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 — letter h)

h)

„regionale organisatie voor visserijbeheer”: een subregionale of regionale organisatie of regeling met een krachtens internationaal recht erkende bevoegdheid om instandhoudings- en beheersmaatregelen vast te stellen voor grensoverschrijdende of over grote afstanden trekkende visbestanden die voorkomen in het gebied van de volle zee waarvoor zij op grond van het verdrag of de overeenkomst waarbij zij is opgericht of ingesteld, verantwoordelijkheid draagt;

h)

„regionale organisatie voor visserijbeheer”: een subregionale of regionale organisatie of regeling met een krachtens internationaal recht erkende bevoegdheid om instandhoudings- en beheersmaatregelen vast te stellen voor visbestanden die voorkomen in het gebied van de volle zee waarvoor zij op grond van het verdrag of de overeenkomst waarbij zij is opgericht of ingesteld, verantwoordelijkheid draagt;

Amendement 13

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 — lid 1 — letter j)

j)

ondermaatse vis heeft gevangen of aangeland of

j)

ondermaatse vis heeft aangeland of

Amendement 14

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 — lid 2 — letter a)

a)

in het gebied van een regionale organisatie voor visserijbeheer visserijactiviteiten heeft verricht op een wijze die onverenigbaar is met of indruist tegen de instandhoudings- en beheersmaatregelen van die organisatie, en de vlag voert van een staat die geen partij is bij die organisatie, of

a)

in het gebied van een regionale organisatie voor visserijbeheer visserijactiviteiten heeft verricht op een wijze die onverenigbaar is met of indruist tegen de instandhoudings- en beheersmaatregelen van die organisatie, of de vlag voert van een staat die geen partij is bij die organisatie, of

Amendement 15

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 — lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis.

Toegang tot havens van lidstaten, het verlenen van havendiensten en het verrichten van activiteiten op het gebied van aanlanding, overlading of be- of verwerking aan boord in dergelijke havens is verboden voor visserijvaartuigen van derde landen die overeenkomstig de artikelen 26 en 29 zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-visserijvaartuigen.

Amendement 16

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 — lid 2

2.

Behalve in geval van overmacht is voor de vissersvaartuigen van derde landen de toegang tot de havens van de lidstaten verboden, is het verboden havendiensten aan dergelijke vaartuigen te verlenen en is het voor dergelijke vaartuigen verboden in die havens activiteiten op het gebied van aanlanding, overlading of be- of verwerking aan boord te verrichten tenzij de betrokken vaartuigen voldoen aan de in dit hoofdstuk gestelde eisen en aan de andere relevante bepalingen van deze verordening.

2.

Voor de vissersvaartuigen van derde landen is de toegang tot de havens van de lidstaten verboden, is het verboden havendiensten aan dergelijke vaartuigen te verlenen en is het voor dergelijke vaartuigen verboden in die havens activiteiten op het gebied van aanlanding, overlading of be- of verwerking aan boord te verrichten anders dan die bedoeld in lid 1 bis , tenzij de betrokken vaartuigen voldoen aan de in dit hoofdstuk gestelde eisen en aan de andere relevante bepalingen van deze verordening.

Amendement 17

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 — lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis.

In geval van overmacht of van een noodsituatie mogen visserijvaartuigen als bedoeld in de leden 1 bis en 2 toegang krijgen tot havens in lidstaten, om gebruik te maken van havendiensten en maatregelen die strikt noodzakelijk zijn om de noodsituatie op te lossen.

Amendement 18

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 — lid 3

3.

Overladingen tussen vissersvaartuigen van derde landen of tussen dergelijke vaartuigen en vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, zijn in de communautaire wateren verboden en mogen uitsluitend in een haven overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk plaatsvinden .

3.

In de communautaire wateren zijn overladingen tussen vissersvaartuigen van derde landen of tussen vissersvaartuigen van derde landen en vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, verboden behalve in aangewezen havens , overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.

Amendement 19

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 — lid 4

4.

Buiten de communautaire wateren is het vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, niet toegestaan overladingen van vangsten van vissersvaartuigen van derde landen te verrichten op zee .

4.

Buiten de communautaire wateren zijn overladingen op zee tussen vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en tussen vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en vissersvaartuigen van derde landen verboden .

Amendement 20

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 — lid 1

1.

De lidstaten wijzen een voor aanlandingen te gebruiken plaats of een plaats dicht bij de kust aan (aangewezen havens) waar aanlandingen of overladingen van vis zoals bedoeld in lid 2 zijn toegestaan.

1.

De lidstaten wijzen aanlandingshavens of plaatsen dicht bij de kust aan (aangewezen havens) waar havendiensten en aanlandingen of overladingen van vis zoals bedoeld in lid 2 zijn toegestaan.

Amendement 21

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 — lid 1 — inleidende formule

1.

De kapiteins van vissersvaartuigen van derde landen of hun vertegenwoordigers verstrekken de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarvan zij een haven of aanlandingsvoorzieningen wensen te gebruiken, tenminste 72 uur voor de geschatte tijd van aankomst in de haven de volgende informatie:

1.

De kapiteins van vissersvaartuigen van derde landen of hun vertegenwoordigers verstrekken de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarvan zij een haven of aanlandingsvoorzieningen wensen te gebruiken, tenminste 72 uur voor de geschatte tijd van aankomst in de haven, behoudens overmacht , de volgende informatie:

Amendement 22

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 — lid 1 — letter g bis) (nieuw)

 

g bis)

de hoeveelheden die moeten worden gelost of overgeladen.

Amendement 23

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 — lid 3

3.

Volgens de in artikel 52 bedoelde procedure kan de Commissie bepaalde categorieën vissersvaartuigen van derde landen voor een beperkte en verlengbare periode ontheffing van de in lid 1 bepaalde verplichting verlenen of kan zij een andere mededelingstermijn vaststellen met inachtneming van onder meer de afstand tussen de visgronden, de aanlandingsplaatsen en de havens waar de betrokken vaartuigen zijn geregistreerd of in een lijst zijn opgenomen.

Schrappen.

Amendement 24

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 — lid 4

4.

In afwijking van de leden 2 en 3 kan de havenlidstaat het binnenvaren van de haven en een volledige of gedeeltelijke aanlanding toestaan hoewel de in lid 1 bedoelde informatie niet volledig is of de verificatie ervan nog hangende is, maar houdt hij in dergelijke gevallen de betrokken vis in opslag onder controle van de bevoegde autoriteiten. De vis wordt pas vrijgegeven om te worden verkocht, overgenomen of vervoerd zodra de in lid 1 bedoelde informatie is ontvangen of hert verificatieproces is voltooid. Wordt dit proces niet binnen 14 dagen na de aanlanding voltooid, dan kan de havenlidstaat de vis in beslag nemen en zich ervan ontdoen overeenkomstig de nationale voorschriften.

4.

In afwijking van de leden 2 en 3 kan de havenlidstaat het binnenvaren van de haven en een volledige of gedeeltelijke aanlanding toestaan hoewel de in lid 1 bedoelde informatie niet volledig is of de verificatie ervan nog hangende is, maar houdt hij in dergelijke gevallen de betrokken diepvriesvis in opslag onder controle van de bevoegde autoriteiten. De vis wordt pas vrijgegeven om te worden verkocht, overgenomen of vervoerd zodra de in lid 1 bedoelde informatie is ontvangen of hert verificatieproces is voltooid. Wordt dit proces niet binnen 14 dagen na de aanlanding voltooid, dan kan de havenlidstaat de vis in beslag nemen en zich ervan ontdoen overeenkomstig de nationale voorschriften. Opslagkosten komen voor rekening van de exploitant.

Amendement 25

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 — lid 4 bis (nieuw)

 

4 bis.

In geval de in lid 4 bedoelde vis vers is, wordt de vis langs de reguliere kanalen verkocht. De opbrengst van deze verkoop blijft onder beheer van de bevoegde autoriteiten totdat de periode als bedoeld in lid 4 is verstreken.

Amendement 26

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 — lid 1

1.

Elk jaar voeren de lidstaten in hun havens inspecties uit die betrekking hebben op ten minste 15 % van de door vissersvaartuigen van derde landen verrichte aanlandingen, overladingen en activiteiten op het gebied van be- of verwerking aan boord.

1.

Elk jaar voeren de lidstaten in hun havens inspecties uit die betrekking hebben op ten minste 50 % van de door vissersvaartuigen van derde landen verrichte aanlandingen, overladingen en activiteiten op het gebied van be- of verwerking aan boord.

Amendement 27

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 — lid 2 — letter d)

d)

de vissersvaartuigen die staan op een door een regionale organisatie voor visserijbeheer vastgestelde lijst van vermoedelijke IOO-vaartuigen die overeenkomstig artikel 29 is meegedeeld.

d)

de vissersvaartuigen die staan op een door een regionale organisatie voor visserijbeheer vastgestelde lijst van vermoedelijke IOO-vaartuigen die overeenkomstig artikel 29 is meegedeeld en die nog niet zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-visserijvaartuigen als bedoeld in artikel 26.

Amendement 28

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 — lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis.

Deze inspecties moeten voldoen aan de regels en doelstellingen die in een eerder stadium door de Commissie zijn vastgesteld en moeten in de respectieve lidstaten op een uniforme manier worden uitgevoerd en geïmplementeerd. Elke lidstaat legt conform de door de Commissie vastgestelde criteria een databank aan waarin alle inspecties die op zijn grondgebied zijn uitgevoerd worden vastgelegd. De lidstaten verlenen de Commissie telkens wanneer zij daartoe een verzoek ontvangen toegang tot hun databanken.

Amendement 29

Voorstel voor een verordening

Artikel 10

Artikel 10 — Inspecteurs

1.

De lidstaten verstrekken een identiteitsdocument aan elke inspecteur. Wanneer inspecteurs een vissersvaartuig inspecteren, hebben zij dit document bij zich en leggen zij het over.

2.

De lidstaten zien erop toe dat de inspecteurs hun taken verrichten overeenkomstig het bepaalde in deze afdeling.

Schrappen.

Amendement 30

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 — lid 1 — inleidende formule

1.

Indien een inspecteur een ernstige reden heeft om aan te nemen dat een vissersvaartuig volgens de in artikel 3 bepaalde criteria een IOO-visserijactiviteit heeft verricht, handelt hij als volgt:

1.

Indien de tijdens een inspectie verzamelde gegevens de inspecteur voldoende reden geven om te vermoeden dat een vissersvaartuig volgens de in artikel 3 bepaalde criteria een IOO-visserijactiviteit heeft verricht, handelt hij als volgt:

Amendement 31

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 — lid 1 — letter a)

a)

hij noteert de overtreding in het inspectieverslag;

a)

hij noteert de veronderstelde overtreding in het inspectieverslag;

Amendement 32

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 — lid 1 — letter a bis) (nieuw)

 

a bis)

hij gaat over tot opschorting van het aanlanden, overladen of het be- of verwerken aan boord;

Amendement 33

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 — lid 1

1.

De invoer in de Gemeenschap van visserijproducten die zijn verkregen door illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij, is verboden.

1.

De invoer in de Gemeenschap van visserijproducten die zijn verkregen door illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij volgens de in artikel 3 genoemde criteria is verboden.

Amendement 36

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 — lid 4

4.

Elke persoon heeft het recht beroep aan te tekenen tegen de overeenkomstig lid 1 of 2 door de bevoegde autoriteiten genomen besluiten die hem rechtstreeks en individueel aangaan. Het recht van beroep wordt uitgeoefend overeenkomstig de in de betrokken lidstaat geldende bepalingen.

4.

Elke natuurlijke of rechtspersoon heeft het recht beroep aan te tekenen tegen de overeenkomstig lid 1 of 2 door de bevoegde autoriteiten genomen besluiten die hem rechtstreeks en individueel aangaan. Het recht van beroep wordt uitgeoefend overeenkomstig de in de betrokken lidstaat geldende bepalingen.

Amendement 37

Voorstel voor een verordening

Artikel 20

Artikel 20 — Wederuitvoer

1.

De wederuitvoer van producten die overeenkomstig dit hoofdstuk onder dekking van een vangstcertificaat zijn ingevoerd, wordt op verzoek van de wederuitvoerder toegestaan door middel van de validering van een wederuitvoercertificaat door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waaruit de wederuitvoer moet plaatsvinden.

2.

De wederuitvoercertificaten bevatten alle gegevens die worden verlangd in het in bijlage II opgenomen formulier, en gaan vergezeld van een kopie van de vangstcertificaten die voor de invoer van de producten zijn aanvaard.

3.

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van hun autoriteiten die bevoegd zijn voor de validering en de verificatie van wederuitvoercertificaten.

Schrappen.

Amendement 38

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 — lid 3 — letter b)

b)

zij informeert de vlaggenstaat en in voorkomend geval de staat van wederuitvoer over de intrekking;

b)

zij informeert de vlaggenstaat over de intrekking;

Amendement 39

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 — lid 4 — letter b)

b)

zij informeert de vlaggenstaat en in voorkomend geval de staat van wederuitvoer ;

b)

zij informeert de vlaggenstaat;

Amendement 40

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 — titel

Beweerde IOO-visserijactiviteiten

Procedure voor het opsporen van IOO-visserijactiviteiten

Amendement 41

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 — lid 1 — inleidende formule

1.

De Commissie of een door haar aangewezen instantie verzamelt en analyseert alle informatie over IOO-visserijactiviteiten, waarbij het gaat om:

1.

De Commissie of een door haar aangewezen instantie verzamelt en analyseert alle informatie over IOO-visserijactiviteiten volgens de in artikel 3 genoemde criteria :

Amendement 42

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 — lid 1 — letter b bis) (nieuw)

 

b bis)

informatie over de sancties en boetes die zijn opgelegd voor IOO-vaartuigen.

Amendement 43

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 — titel

Vermoedelijke IOO-visserijactiviteiten

Onderzoek naar IOO-visserijactiviteiten

Amendement 44

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 — lid 2 — letter –a) (nieuw)

 

–a)

wordt door de Commissie de informatie verstrekt die door haar is verzameld met betrekking tot de vermeende IOO-visserijactiviteiten en geeft zij kennis van de precieze redenen waarom het vaartuig is opgenomen in de EU-lijst van IOO-visserijvaartuigen;

Amendement 46

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 — lid 1

1.

De Commissie stelt de lijst van IOO-vaartuigen van de Europese Gemeenschap op. Deze lijst bevat de vaartuigen waarvoor, na de overeenkomstig de artikelen 24 en 25 ondernomen stappen, aan de hand van de overeenkomstig deze verordening verkregen informatie vast is komen te staan dat zij IOO-visserijactiviteiten verrichten, en wier vlaggenstaten geen doeltreffende actie hebben ondernomen in antwoord op die activiteiten.

1.

De Commissie stelt de lijst van IOO-vaartuigen van de Europese Gemeenschap op. Deze lijst bevat de vaartuigen waarvoor, na de overeenkomstig de artikelen 24 en 25 ondernomen stappen, aan de hand van de overeenkomstig deze verordening verkregen informatie vast is komen te staan dat zij IOO-visserijactiviteiten volgens de in artikel 3 genoemde criteria verrichten, en wier vlaggenstaten geen doeltreffende actie hebben ondernomen in antwoord op die activiteiten.

Amendement 47

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 — lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis.

De Commissie informeert de vlaggenstaat omtrent de opname van een vaartuig in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen en geeft daarbij in detail aan welke redenen daartoe aanleiding hebben gegeven.

Amendement 48

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 — lid 4 bis (nieuw)

 

4 bis.

Wanneer een van de vaartuigen van een reder op de communautaire IOO-vaartuigenlijst wordt geplaatst, worden alle vaartuigen waarvan hij eigenaar is aan een uitvoerige inspectie onderworpen.

Amendement 49

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 — lid 1 — letter h)

h)

de datum van de eerste opneming in de lijst van IOO-vaartuigen;

h)

de datum van de eerste opneming in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen en, indien van toepassing, de datum van eerste opneming in de lijst van IOO-vaartuigen van een of meer ROVB’s ;

Amendement 50

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 — lid 1 — letter i bis) (nieuw)

 

i bis)

De technische specificaties van het bewuste vaartuig.

Amendement 51

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 — lid 2

2.

De Commissie neemt alle nodige maatregelen om bekendheid te geven aan de lijst van IOO-vaartuigen van de Europese Gemeenschap, waaronder plaatsing ervan op de website van het directoraat-generaal Visserij.

2.

De Commissie publiceert de communautaire lijst van IOO-vaartuigen in het Publicatieblad van de Europese Unie en neemt alle nodige maatregelen om bekendheid te geven aan de lijst van IOO-vaartuigen van de Europese Gemeenschap, waaronder plaatsing ervan op de website van het Directoraat-generaal visserij.

Amendement 52

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 — lid 1

1.

Volgens de in artikel 52 bedoelde procedure identificeert de Commissie de derde staten die naar haar mening niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserijactiviteiten.

1.

Volgens de in artikel 52 bedoelde procedure identificeert de Commissie de derde staten die naar haar mening niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserijactiviteiten, op grond van duidelijke, transparante en objectieve criteria .

Amendement 53

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 — lid 6 — letter b bis) (nieuw)

 

b bis)

of de betrokken staat al dan niet ooit is onderworpen aan door een ROVB vastgestelde handelsbeperkende maatregelen voor visserijproducten;

Amendement 54

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 — lid 7

7.

Waar dat passend is, worden specifieke beperkingen waarmee ontwikkelingslanden te kampen hebben, in het bijzonder wat het toezicht, de controle en de bewaking met betrekking tot visserijactiviteiten betreft, naar behoren in aanmerking genomen bij de toepassing van dit artikel.

7.

Waar dat passend is, worden specifieke beperkingen waarmee ontwikkelingslanden te kampen hebben, in het bijzonder wat het toezicht, de controle en de bewaking met betrekking tot visserijactiviteiten betreft, naar behoren in aanmerking genomen bij de toepassing van dit artikel. Binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening publiceert de Commissie een evaluatie van de mogelijke effecten die deze regeling kan hebben voor ontwikkelingslanden, en komt zij met een voorstel voor de financiering van specifieke programma’s om de tenuitvoerlegging van deze verordening te ondersteunen en de eventuele negatieve gevolgen daarvan ongedaan te maken.

Amendement 55

Voorstel voor een verordening

Artikel 34

De Commissie neemt alle nodige maatregelen om bekendheid aan de lijst van niet-meewerkende staten te geven op een wijze die in overeenstemming is met eventuele geldende vertrouwelijkheidseisen , waaronder plaatsing ervan op de website van het directoraat-generaal Visserij. De lijst wordt regelmatig bijgewerkt en de Commissie zorgt voor een systeem om de bijwerkingen automatisch ter kennis te brengen van de lidstaten, de regionale organisaties voor visserijbeheer en elk lid van de civiele samenleving dat daarom verzoekt. Bovendien doet de Commissie de lijst van niet-meewerkende staten toekomen aan de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en aan de regionale organisaties voor visserijbeheer met het oog op versterking van de op het voorkomen, tegengaan en beëindigen van IOO-visserij gerichte samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en die organisaties.

De Commissie publiceert de lijst van niet-meewerkende staten in het Publicatieblad van de Europese Unie en neemt alle nodige maatregelen om bekendheid aan die lijst van niet-meewerkende staten te geven, waaronder plaatsing ervan op de website van het directoraat-generaal Visserij op een wijze die in overeenstemming is met eventueel geldende vertrouwelijkheidseisen . De lijst wordt regelmatig bijgewerkt en de Commissie zorgt voor een systeem om de bijwerkingen automatisch ter kennis te brengen van de lidstaten, de regionale organisaties voor visserijbeheer en elk lid van de civiele samenleving dat daarom verzoekt. Bovendien doet de Commissie de lijst van niet-meewerkende staten toekomen aan de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en aan de regionale organisaties voor visserijbeheer met het oog op versterking van de op het voorkomen, tegengaan en beëindigen van IOO-visserij gerichte samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en die organisaties.

Amendement 56

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 — letter h bis) (nieuw)

 

h bis)

de lidstaten weigeren toestemming te verlenen voor de export van een vaartuig dat hun vlag voert en dat in de IOO-vaartuigenlijst is opgenomen;

Amendement 57

Voorstel voor een verordening

Artikel 36 — letter j bis) (nieuw)

 

j bis)

De lidstaten mogen onder geen enkele voorwaarde overheidssteun of -subsidies verlenen voor IOO-vaartuigen.

Amendement 58

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 — letter h)

h)

de lidstaten informeren importeurs, overladers, afnemers, leveranciers van uitrusting, bankiers en marktdeelnemers die andere diensten verrichten, over de risico’s die zijn verbonden aan het samen met onderdanen van een dergelijke staat verrichten van zakelijke activiteiten die verband houden met visserijactiviteiten;

h)

elke lidstaat informeert de op zijn grondgebied gevestigde importeurs, overladers, afnemers, leveranciers van uitrusting, bankiers en marktdeelnemers die andere diensten verrichten over de risico’s die zijn verbonden aan het samen met onderdanen van een dergelijke staat verrichten van zakelijke activiteiten die verband houden met visserijactiviteiten;

Amendement 59

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 — letter i)

i)

de Commissie stelt de opzegging voor van alle bestaande bilaterale visserijovereenkomsten of partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied met dergelijke staten;

i)

de Commissie stelt de opzegging voor van alle bestaande bilaterale visserijovereenkomsten of partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied met dergelijke staten wanneer de tekst van de betreffende overeenkomst verplichtingen omvat inzake het bestrijden van IOO-visserij ;

Amendement 60

Voorstel voor een verordening

Artikel 41 — letter a)

a)

de activiteiten die op grond van de in artikel 3 bepaalde criteria worden beschouwd als IOO-visserijactiviteiten;

a)

de activiteiten die op grond van de in artikel 3 bepaalde criteria worden beschouwd als IOO-visserijactiviteiten en die voorkomen op de lijst in bijlage (…) betreffende ernstige overtredingen ;

Amendement 61

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 — lid 1

1.

De lidstaten zorgen ervoor dat een natuurlijke persoon die een ernstige overtreding heeft begaan, of een rechtspersoon die aansprakelijk blijkt te zijn voor een ernstige overtreding, kan worden gestraft met doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, waartoe behoren boeten met een maximum dat voor natuurlijke personen ten minste 300 000euro en voor rechtspersonen ten minste 500 000euro bedraagt.

1.

De lidstaten zorgen ervoor dat een natuurlijke persoon die een ernstige overtreding heeft begaan, of een rechtspersoon die aansprakelijk blijkt te zijn voor een ernstige overtreding, een doeltreffende, evenredige en afschrikkende administratieve sanctie krijgt opgelegd in de vorm van boeten met een maximum dat voor natuurlijke personen ten minste 300 000 EUR en voor rechtspersonen ten minste 500 000 EUR bedraagt.

Amendement 62

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 — lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis.

De lidstaten kunnen ook kiezen voor het opleggen van strafrechtelijke sancties, mits het bedrag van dergelijke sancties minimaal gelijk is aan dat van de administratieve sancties.

Amendement 63

Voorstel voor een verordening

Artikel 45 bis (nieuw)

 

Artikel 45 bis

Andere begeleidende sancties

De in dit hoofdstuk bedoelde sancties kunnen vergezeld gaan van andere sancties of maatregelen, in het bijzonder:

a)

een tijdelijke ontzegging voor ten minste de duur van de programmeringsperiode, of een permanente ontzegging van toegang tot overheidssteun of -subsidies;

b)

het terugbetalen van overheidssteun of -subsidies die voor IOO-vaartuigen zijn ontvangen tijdens de desbetreffende financieringsperiode.

Amendement 64

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 — lid –1 (nieuw)

 

–1.

Tijdens het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze verordening worden er halfjaarlijkse controles uitgevoerd om te beoordelen in hoeverre de lidstaten in staat zijn de bepalingen ervan volledig na te leven. Wanneer er inbreuken worden geconstateerd, kunnen de lidstaten worden verzocht de nodige aanpassingen door te voeren.

Amendement 65

Voorstel voor een verordening

Bijlage II

 

De bijlage wordt geschrapt.