3.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 27/12


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de Mededeling van de Commissie — Een agenda voor een duurzaam en concurrerend Europees toerisme

COM(2007) 621 final

(2009/C 27/03)

De Commissie heeft op 19 oktober 2007 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 262 van het EG-Verdrag te raadplegen over de

Mededeling van de Commissie — Een agenda voor een duurzaam en concurrerend Europees toerisme.

De afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 13 juni 2008 goedgekeurd. Rapporteur was de heer Mendoza Castro.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 9 en 10 juli 2008 gehouden 446e zitting (vergadering van 10 juli 2008) onderstaand advies uitgebracht, dat met 108 stemmen vóór en 5 stemmen tegen, bij 5 onthoudingen, werd goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Europees Economisch en Sociaal Comité is ingenomen met de Mededeling van de Commissie betreffende „Een agenda voor een duurzaam en concurrerend Europees toerisme”. Het steunt het voornemen van de Commissie om haar beleid en strategie inzake toerisme de komende jaren aanzienlijk te verbeteren aan de hand van deze agenda, die de leidraad moet vormen voor de concrete toepassing ervan in de dagelijkse praktijk. Al eerder zette de Commissie haar nieuwe beleid terzake uiteen in de Mededeling „Een nieuw EU-toerismebeleid: naar een sterker partnerschap voor het Europees toerisme”.

1.2

De Commissie verdient lof voor de wijze waarop ze de talrijke en belangrijke documenten, standpunten en debatten kort heeft weten samen te vatten. Hiermee komt ze haar belofte na om de samenleving een duidelijk beeld te schetsen van de resultaten van de werkgroep duurzaam toerisme, van het door de deskundigen opgestelde rapport en van de al eerder uitgevoerde openbare raadpleging.

1.3

Het nieuwe beleid is gebaseerd op de hernieuwde Lissabonstrategie en heeft als algemene doelstellingen het verbeteren van de concurrentie en de duurzame ontwikkeling, de versterking van de economische welvaart, sociale rechtvaardigheid en cohesie en de bescherming van het milieu en de cultuur. Het Comité kan zich vinden in elk van deze uitgangspunten.

1.4

Ook stemt het Comité in met de analyse die de Commissie heeft gemaakt van de uitdagingen op dit gebied en met de wijze waarop ze deze het hoofd wil bieden. Ze staat een participatieve aanpak met verschillende vormen van competitieve samenwerking met alle betrokken partijen voor, en maakt deze aanpak tot de rode draad van het nieuwe toerismebeleid en van de uitvoeringsagenda. De Commissie heeft uitdagingen van formaat in kaart gebracht en in de toekomst dient in deze agenda voortdurend centraal te staan wat de gevolgen van broeikasgassen zijn voor duurzame ontwikkeling.

1.5

Het is een goede zaak dat de Commissie zich voor de uitvoering van dit beleid wil laten leiden door dialoog en samenwerking, en steunmaatregelen en coördinatie tussen de betrokken partijen bepleit. Met de „Agenda voor een duurzaam en concurrerend Europees toerisme” is een concrete methodologie uitgewerkt en worden er aan elk van de bij het Europees toerisme betrokken actoren specifieke instrumenten aangereikt. Het spreekt voor zich dat de Commissie via haar DG Ondernemingen een actievere rol kan en moet spelen en moet toezien op het lanceren van allerlei initiatieven op Europees niveau, zoals bijv. het sociaal toerisme, toerisme voor allen en opleidingen op het gebied van toerisme. De Commissie, evenals de andere instellingen zouden zich vooral sterk moeten maken om het MKB en de micro-ondernemingen meer te betrekken bij het streven naar een duurzaam toerisme en bij de uitwerking van de Agenda om dit tot een realiteit te maken. Het idee van de Europese Commissie om Europese topbestemmingen te promoten als voorbeelden van goede praktijken verdient bijval.

1.6

Het Comité wil nogmaals een lans breken voor de oprichting van een Europees Toerismeforum en pleit voor verder onderzoek naar de mogelijkheden om een Europese toerisme-adviesraad en een Europees Agentschap voor Toerisme in het leven te roepen. Deze beide instanties zouden misschien ruimte kunnen bieden voor overleg tussen beleidsmakers en actoren uit de toeristische sector, zodat de informatie over duurzaam en concurrerend toerisme beter verspreid kan worden, er meer toezicht komt op de tenuitvoerlegging van het Europees toerismebeleid en de agenda terzake, en zodat met name de tendensen die zich in de sector voordoen beter in kaart kunnen worden gebracht en de benodigde acties kunnen worden voorgesteld. De instanties zouden zich met name kunnen buigen over de klimaatverandering, de gevolgen ervan voor het toerisme en de te nemen maatregelen.

1.7

Het is verheugend om te constateren dat de Commissie beter gebruik wil maken van de beschikbare financiële middelen. Op het vlak van sociaal toerisme is er al voldoende basis om een proefproject met grensoverschrijdend karakter te starten. Sociaal toerisme en toerisme voor allen, de opleiding van personeel, de ontwikkeling van het toeristische product en marktpenetratie zijn terreinen die zich zeker lenen voor dit soort initiatieven. Daar bestaat immers al voldoende ruimte om enkele grensoverschrijdende ervaringen in proefprojecten samen te brengen.

1.8

Het Comité is ingenomen met de resultaten van de inspanningen op het vlak van agenda 21 voor toerisme zoals neergelegd in de Mededeling van de Commissie inzake „Een Agenda voor een duurzaam en concurrerend Europees toerisme” en die ongetwijfeld een aanvulling op en concretisering zijn van het algemene beleid inzake duurzaamheid en Europees toerisme. Het technische document van de in dit verband opgerichte commissie ligt aan de basis van de Commissiemededeling, dus beide documenten dienen in hun onderlinge samenhang te worden gezien.

1.9

Verder is het Comité ingenomen met de door de Commissie georganiseerde oproep tot het indienen van voorstellen inzake de oprichting van een netwerk van Waarnemingsposten voor Toerisme, iets waar het Comité al vaak op aangedrongen heeft. Deze Waarnemingsposten zouden niet alleen meer gegevens ter beschikking kunnen stellen, maar ook een strategische en toekomstverkennende visie kunnen uitwerken, zodat kan worden aangegeven welke stappen nodig zijn in de toekomst.

1.10

Het Comité zal zich blijven inzetten voor het beleidsterrein van toerisme, in lijn met de richtsnoeren die zijn uitgezet in de Mededeling van de Commissie over de Agenda, en roept de overige Europese instellingen, de lidstaten, de gemeentes en regio's en al diegenen die werkzaam zijn in de sector — ondernemers en vakbonden — evenals de burgers ertoe op, bij te dragen tot vergroting van de kennis rond en de steun voor toerisme, dat een recht is voor iedereen en dat een strategische bedrijfstak vormt voor de toekomst van Europa. Ook is het de taak van allen — actoren en consumenten — om toerisme tot een meer duurzame en concurrerende activiteit te maken.

1.11

Hoewel de Commissie in haar visie op toerisme ook sociale criteria en elementen in aanmerking neemt, ontbreekt er voor het Comité toch iets dat juist wezenlijk is voor de Europese burgers. Toerisme is immers ook een activiteit die culturen en maatschappelijke realiteiten dichter tot elkaar kan brengen en zo het Europese burgerschap kan helpen vormgeven waaraan eenieder geroepen wordt bij te dragen. De variëteit en diversiteit van culturen, talen en natuurlijk en cultureel erfgoed in de verschillende Europese lidstaten vormen een grote rijkdom, die moet en kan worden benut als een middel om elkaar beter te leren kennen en om ons bewust te worden van onze rechten als Europese burgers. Verder zou er ook meer aandacht moeten komen voor de culturele dimensie van toerisme in de debatten en documenten over Europees toerisme, gezien de synergieën die tussen toerisme en cultuur kunnen ontstaan, zoals het Comité al heeft uiteengezet in een voorgaand advies.

1.12

Wat de verbetering van het concurrentievermogen en de duurzaamheid binnen de branche betreft, dient er gekeken te worden naar de specifieke kenmerken van elk van de bestemmingen. Er dient rekening te worden gehouden met het unieke karakter van lidstaten die grotendeels afhankelijk zijn van toerisme. Bij het opstellen van beleidsvoorstellen inzake toerisme dienen de speciale vereisten in de verschillende regio's voldoende in beschouwing te worden genomen. Het zou een goede zaak zijn als de Commissie bij haar effectbeoordelingen de soms buitensporige potentiële impact op de verschillende regio's en sectoren in aanmerking zou nemen, bijvoorbeeld als het gaat om bestemmingen die voornamelijk via de lucht bereikbaar zijn en die niet over andere vervoersmogelijkheden beschikken of bijna uitsluitend van luchtvervoer afhankelijk zijn, zoals bij eilanden het geval is.

1.13

De uitgangspunten en waarden die ten grondslag liggen aan de Mededeling van de Commissie — duurzaamheid, sociaal welzijn, concurrentievermogen, samenwerking, partnerschap, rendement, veiligheid, kwaliteit van het werk, enz. — leiden volgens het Comité in de praktijk tot een Europees Model voor Toerisme, niet in de zin van een geheel van normen, als wel wanneer wordt gekeken naar het resultaat van een algemene toepassing van deze uitgangspunten en waarden in alle streken van de Europese Unie.

1.14

Het Comité spoort de Commissie aan om tegelijkertijd haar inspanningen voor de certifiëring op Europees niveau van kennis en vaardigheden op het vlak van toerisme voort te zetten, met het oog op het creëren van werkgelegenheid in deze branche en de verbetering van de kwaliteit ervan. Verder dient de Europass gepromoot te worden, aangezien dit voor mensen die werk willen vinden en zich professioneel binnen Europa willen verplaatsen, een eenvoudig en in heel Europa (EU, EVA/EEE en kandidaat-lidstaten) goed te begrijpen middel is om persoonlijke vaardigheden en kwalificaties kenbaar te maken.

2.   De Mededeling van de Commissie

Voor alle duidelijkheid wil het Comité hieronder voor alle betrokkenen kort uiteenzetten wat de hoofdpunten zijn uit de Mededeling van de Commissie.

2.1   Inleiding

2.1.1

De uitdaging van het evenwicht tussen duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen. In de eerste paragraaf van haar inleiding geeft de Commissie in de eerste plaats aan dat toerisme van cruciaal en strategisch belang is voor de economie van de EU, hetgeen niet alleen uit de cijfers blijkt, maar ook uit de mogelijkheden die de sector biedt voor werkgelegenheid en waardoor het kan bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de hernieuwde Lissabonstrategie. Zo wordt er een groeipercentage van meer dan 3 % verwacht, hetgeen ongetwijfeld een goede impuls voor de werkgelegenheid betekent, maar waarbij de duurzaamheid op de lange termijn in bepaalde gevallen wel in het gedrang kan komen.

2.1.2

Concurrentievermogen en duurzame ontwikkeling: twee verenigbare voorwaarden. De Commissie geeft duidelijk weer dat concurrentievermogen afhankelijk is van een duurzame ontwikkeling, van de kwaliteit van de ervaringen van de toerist en ze wijst op de vereisten die de klimaatverandering met zich meebrengt voor de branche. Indien ondernemingen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen, kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren aan de inspanningen rond klimaatverandering en tegelijkertijd meewerken aan innoverende en waardevolle toeristische producten in een wereld met grote globale uitdagingen.

2.2

Inhoud van de agenda. De Commissie streeft naar een nieuw evenwicht tussen het welzijn van de toeristen, de omgeving en het concurrentievermogen van ondernemingen en bestemmingen en roept iedereen op hieraan bij te dragen.

2.2.1

De doelstellingen en de uitdagingen. De Commissie stelt de betrokken actoren voor zich te laten leiden door drie fundamentele doelstellingen voor de agenda: economische welvaart, sociale rechtvaardigheid en samenhang en bescherming van het milieu.

Om die doelstellingen te verwezenlijken, moet het hoofd worden geboden aan een reeks belangrijke uitdagingen:

Duurzaam beheer van natuurlijke en culturele hulpbronnen

Beperking van de vervuiling en van het verbruik van grondstoffen

Aansturing van veranderingen in het belang van de gemeenschap

Vermindering van het seizoensgebonden karakter van de vraag

Bestrijding van de milieueffecten van het toeristenverkeer

Deelname aan toeristische ervaringen voor iedereen

Kwaliteit van de werkgelegenheid binnen de toeristische sector

De veiligheid garanderen van de toeristen en van de plaatselijke gemeenschappen.

Deze uitdagingen liggen niet vast in tijd en ruimte en de betrokken partijen uit de sector worden geacht deze voortdurend te blijven volgen, nieuwe prioriteiten te stellen en hiermee in een geest van samenwerking te blijven omgaan.

2.2.2

Een actiekader. Om de doelstellingen te kunnen verwezenlijken en de uitdagingen het hoofd te kunnen bieden is volgens de Commissie een coherent optreden nodig, gebaseerd op samenwerking en een verantwoordelijk beheer van de bestemmingen, de ondernemingen en de toeristen. Ze geeft aan onder welke voorwaarden deze coherentie bereikt kan worden.

2.2.3

De uitgangspunten. De Commissie komt met een reeks van negen uitgangspunten die een duurzaam en concurrerend toerisme moeten garanderen. Drie van deze principes wil het Comité eruit lichten:

vaststelling en naleving van grenzen aan de capaciteit van bestemmingen, aan de infrastructuur of aan de omvang van de toeristenstromen;

het tempo van de ontwikkeling moet recht doen aan de beschikbare natuurlijke, culturele en sociale hulpbronnen op elk moment en de behoeften van de ontvangende gemeenschappen en bestemmingen;

langetermijnplanning als absolute voorwaarde voor het evenwicht tussen duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen.

2.3

Samen de toekomst tegemoet. De Commissie benadrukt de noodzaak van het bundelen van de krachten en geeft aan een dergelijk vrijwillig en doorlopend proces van alle betrokken partijen te willen ondersteunen. Vanuit respect voor het subsidiariteitsbeginsel, zal het accent derhalve worden gelegd op maatregelen op het niveau van de bestemming, zij het in de context van nationale en Europese steun. In overeenstemming met het Verdrag worden in de Mededeling dus zowel de rol van de betrokken partijen als die van de Europese Commissie vermeld.

2.3.1

De rol van de actoren. In navolging van de conclusies van de Werkgroep duurzaam toerisme, meent de Commissie dat er brede verantwoordelijkheden en specifieke taken moeten worden toegewezen op de volgende drie terreinen: bestemmingen, bedrijven en toeristen. Er wordt vooral op aangedrongen dat de oproep tot het vinden van een evenwicht tussen duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen onder de aandacht van microbedrijfjes wordt gebracht.

2.3.2

De rol van de Europese Commissie. De Commissie is zich bewust van haar verantwoordelijkheid om op te treden met inachtneming van de Verdragsbepalingen en zal initiatieven op Europees niveau ontplooien, met de agenda als leidraad. In dit verband verdienen vier groepen maatregelen speciale aandacht:

De actoren aanzetten tot de opbouw en uitwisseling van kennis, met het oog op het evenwicht tussen duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen. Het Europees Forum voor Toerisme is een goed voorbeeld van de uitwisseling van ideeën en ervaringen.

Het promoten en ondersteunen van topbestemmingen als voorbeelden van goede praktijken en het bevorderen van netwerken tussen deze bestemmingen waar duurzaamheid en concurrentievermogen hand in hand gaan.

Het aanboren van heel uiteenlopende financiële instrumenten van de EU, waarbij de Commissie zich zal inzetten voor een grotere verspreiding van de informatie met het oog op een optimale benutting van deze middelen voor de branche.

De integratie van duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen in het communautaire beleid en de toepassing ervan op een diversiteit van landschappen met heel uiteenlopende kenmerken en vereisten: kuststreken, berggebieden, plattelandsgebieden en stedelijke bestemmingen.

2.4   Conclusie

De Commissie besluit met de constatering dat het zaak is dat alle publieke en particuliere belanghebbenden aan de planning en uitvoering van het Europees beleid en Europese maatregelen op dit gebied meewerken. Samenwerking op alle niveaus is een voorwaarde voor de verbetering van het concurrentievermogen dat kan leiden tot een voor de lange termijn duurzaam Europees toerisme. In 2011 wil de Commissie het in de agenda geformuleerde actieplan beoordelen. De reden waarom de Commissie met deze Mededeling is gekomen, is helder.

3.   Algemene opmerkingen

3.1

Alle Europese instellingen hebben het belang van toerisme en zijn strategische bijdrage aan de Europese economie — langs formele of niet-formele weg — al eens benadrukt. Daardoor heeft deze boodschap alle betrokken partijen kunnen bereiken en heeft de branche een belangrijke steun in de rug gekregen. Het gaat hierbij niet alleen om de economische welvaart die toerisme genereert, maar ook om de maatschappelijke relevantie bij de opbouw van het Europa van de burgers. Dus hoewel er sprake is van een duidelijke impuls, heeft de sector waarschijnlijk nog enige weg af te leggen alvorens hij, nu en in de toekomst, de beoogde centrale rol in het Europese beleid kan spelen.

3.2

In het nieuwe Verdrag van Lissabon wordt het belang van toerisme voor de EU heel specifiek onderkend en worden de EU meer bevoegdheden toegekend om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling ervan. Het Verdrag verleent de EU de bevoegdheid en de taak om de acties van de lidstaten in deze te ondersteunen, te coördineren en aan te vullen en zet de Unie ertoe aan om een gunstig ondernemingsklimaat te scheppen en de uitwisseling van goede praktijken te bevorderen.

3.3

Toerisme staat op de agenda van verschillende Europese instellingen:

Het Europees Parlement heeft al verschillende, zeer uiteenlopende resoluties goedgekeurd, over toerisme en de invloed ervan op de werkgelegenheid en de economie. Zo zijn er bijvoorbeeld de resoluties over „Toerisme en ontwikkeling” en over „Nieuwe perspectieven en uitdagingen voor een duurzaam toerisme”.

De Raad van de Europese Unie heeft zich bij verschillende gelegenheden over het vraagstuk gebogen en conclusies en actieplannen aangenomen, hoofdzakelijk ter versterking van de duurzaamheid, het concurrentievermogen en de rol van toerisme als motor voor werkgelegenheid. Er zij met name gewezen op de door de Raad van 7 juli 2006 goedgekeurde aanbevelingen betreffende de Mededeling van de Commissie over het nieuwe toerismebeleid in de EU, waarin steun voor dit beleid wordt uitgesproken en de Commissie wordt opgeroepen een actieve rol te vervullen bij de coördinatie van de verschillende beleidsterreinen.

De Europese Commissie heeft verschillende Mededelingen over het onderwerp opgesteld, de aanzet gegeven tot de oprichting, versterking en voortzetting van de Europese Fora voor Toerisme en heeft, naast nog vele andere activiteiten, conferenties georganiseerd over thema's als het sociaal toerisme en Agenda 21 voor het toerisme.

Het Comité van de Regio's heeft onder meer adviezen uitgebracht over de volgende Mededelingen van de Commissie: „Een gezamenlijke aanpak voor de toekomst van het Europese toerisme” en „Basisrichtsnoeren voor een duurzaam Europees toerisme”.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft toerisme altijd hoog op de agenda staan, zoals moge blijken uit de meer dan 11 adviezen die sinds 1999 zijn uitgebracht, uit de actieve deelname aan de verschillende door de Europese Commissie georganiseerde Europese Fora voor Toerisme, de deelname aan en bevordering van Dagen over uiteenlopende aspecten van het toerisme, zoals de viering van de Mondiale Dag van het Toerisme in Brussel in 2005 en in de Spaanse stad León in 2006. Ook geeft het Comité achter de schermen veel steun wanneer andere instellingen activiteiten organiseren op het vlak van toerisme.

3.4

Met het onderhavige advies wil het Comité zich uitspreken over de bijdrage die de Commissie met deze Mededeling levert aan het beleid evenals aan de wijze waarop ze voorstelt een en ander in goede banen te leiden. Het wil echter ook elementen aandragen voor voorstellen die de tekst eventueel zouden kunnen verrijken, of in ieder geval het debat erover kunnen stimuleren.

3.5

Grotendeels in lijn met wat het Comité in zijn advies CESE INT/317 inzake de Mededeling over het nieuw EU-toerismebeleid heeft geformuleerd, wil het wederom de volgende standpunten naar voren brengen:

Toerisme is een recht voor alle burgers, zoals in de mondiale ethische code voor toerisme staat vermeld, dat verantwoordelijkheden rond goede praktijken met zich meebrengt.

Dit recht levert bovendien directe en indirecte rijkdom op, met name voor het MKB, en vormt dus een strategische en aantoonbaar stabiele bedrijfstak in Europa.

De kwaliteit van de dienstverlening in de sector en het verantwoordelijkheidsgevoel van de toeristen jegens de plaatselijke bevolking zijn waarden die behouden moeten blijven als basis voor de voortzetting van deze sector.

Toerisme heeft — idealiter — een positieve uitwerking op lokaal en regionaal niveau op economisch, maatschappelijk en milieuvlak, alsook voor het stedelijk milieu, en is in dat opzicht een middel om andere culturen en levenswijzen te leren kennen en een stimulans tot interregionale samenwerking.

Toerisme is een dynamische sector die nu al veel werkgelegenheid oplevert, een tendens die zich in de toekomst zal voortzetten, en waarin bovendien betere en stabielere banen kunnen worden gecreëerd, met daaraan verbonden rechten.

Toerisme is een sector die ook te maken heeft met problemen als de toename van het massatoerisme en de seizoensarbeid, die leiden tot verlies van concurrentievermogen.

Agenda 21 is van groot belang voor het Europees toerisme, uitgaand van een duidelijke visie en met ambitieuze doelstellingen.

Een Europees toerismemodel is een interne noodzaak en zou kunnen uitgroeien tot een wereldwijd voorbeeld, niet zozeer door meer regels op te leggen, als wel door het te baseren op door de toeristische bestemmingen en betrokken partijen vrijwillig te aanvaarden waarden als o.m. kwaliteit, duurzaamheid en toegankelijkheid.

Het Europese toerismemodel dient gekenmerkt en verrijkt te worden door de verscheidenheid in bestemmingen, zienswijzen en uitingsvormen.

Het Europese toerismemodel dat het Comité voorstaat is een goed middel om de vrede en het begrip tussen de volkeren te vergroten.

4.   Bijzondere opmerkingen

4.1

De Commissie zet in haar Mededeling duidelijk uiteen wat ze verstaat onder het noodzakelijke evenwicht tussen duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen en de wijze waarop ze een en ander in de praktijk wil brengen. Het was ongetwijfeld geen sinecure om in de relatief beknopte Mededeling een samenvatting en analyse te geven van de talrijke documenten, standpunten en debatten. Er moet gezegd worden dat de Commissie erin is geslaagd haar uitgangspunten over te brengen en uit te leggen welke maatregelen haar voor ogen staan in deze complexe bedrijfstak.

4.2

Het lijkt het Comité logisch dat de Commissie haar nieuwe toerismebeleid zoals geformuleerd in de Agenda enerzijds baseert op de economische impact van toerisme en de banen die deze branche kan opleveren voor jongeren en anderzijds de noodzakelijke balans tussen duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen, aangezien deze twee doelstellingen op de lange termijn hand in hand gaan. Effectstudies zoals de ecologische voetafdruk van de verschillende activiteiten en streken of zoals de grenzen aan vervoers- of opvangcapaciteit zijn essentieel voor het bereiken van het evenwicht tussen deze variabelen en het constant houden ervan. De algemene aanname dat de toeristische bedrijvigheid haar beperkingen kent en zich moet houden aan een bepaald tempo komt voort uit dit noodzakelijke evenwicht tussen duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen.

4.3

Wellicht had de Commissie bij het opstellen van haar Mededeling iets meer aandacht kunnen besteden aan het nieuwe Verdrag van Lissabon, om na te gaan of dit Verdrag ook nieuwe mogelijkheden biedt voor de tenuitvoerlegging van het nieuwe toerismebeleid. Er mag niet uit het oog worden verloren dat de lidstaten en regio's meermalen hebben aangegeven dat ze de bevoegdheden inzake toerisme niet uit handen willen geven, maar dat ze wel voorstander zijn van een aansturende werking van en coördinatie door de Europese Unie ten aanzien van een aantal gemeenschappelijke aspecten, ter verbetering van het concurrentievermogen van de sector. Zo is er overeenstemming over het creëren en bijhouden van een Europees internetportaal ter bevordering van het toerisme in Europa, een initiatief dat momenteel wordt uitgevoerd en al zijn vruchten afwerpt en dat ideaal is om de toerist een overzicht te geven van het kleurrijke en aantrekkelijke palet aan landen dat de Europese Unie rijk is.

4.4

De Commissie heeft de belangrijkste uitdagingen en doelstellingen voor de komende decennia op een rijtje gezet. Het hoofdstreven van duurzame ontwikkeling en de verbetering van het concurrentievermogen is zo breed, dat andere belangrijke uitdagingen — die ook in de agenda worden geformuleerd- zoals de verbetering van de kwaliteit, het vinden van een oplossing voor de seizoensarbeid of de professionalisering van de werknemers in deze sector, daar makkelijk onder kunnen vallen.

4.5

In heel de Mededeling weerklinkt de oproep tot samenwerking aangezien de Commissie een intensievere samenwerking tot de hoeksteen en het kenmerk van het nieuwe toerismebeleid wil maken. Het is zaak dat met name de vakbonden en ondernemersorganisaties worden uitgenodigd voor deelname aan debatten en fora en aan de tenuitvoerlegging van algemene maatregelen ter verbetering van het toerisme. Ook zouden er stabiele netwerken van steden en toeristische bestemmingen kunnen worden opgezet, dit alles met het oog op de versterking van het concurrentievermogen. Het idee om Europese topbestemmingen te promoten verdient bijval. In de beoordeling dient echter wel de kwaliteit van de maatschappelijke en arbeidsverhoudingen te worden meegewogen en de vakbonden en ondernemersorganisaties dienen een stem in het kapittel te hebben ten aanzien van de keuze van de bestemming teneinde de duurzaamheid en het mededingingsvermogen van de toeristische bestemmingen te bevorderen.

Ook de consumentenorganisaties kunnen, binnen hun bevoegdheden, een belangrijke rol spelen.

4.6

De Commissie is voornemens dit nieuwe beleid ten uitvoer te leggen door middel van samenwerking, specifieke steunmaatregelen en coördinatie van de betrokken partijen, die — wil deze agenda tot stand komen — een grotere verantwoordelijkheid aan de dag moeten leggen. Het DG ondernemingen heeft volgens het Comité een belangrijke rol te vervullen op het vlak van coördinatie van alle Europese beleid dat direct of indirect met toerisme te maken heeft en dat gevolgen heeft voor de verschillende bestemmingen die ook allemaal hun eigen kenmerken hebben.

4.7

De Commissie zou dan ook proactiever moeten zijn en initiatieven op Europese schaal moeten lanceren, zoals bijvoorbeeld grensoverschrijdend sociaal toerisme in Europa. Het Comité wil nogmaals een lans breken voor de oprichting van een Europees Toerismeforum en pleit voor verder onderzoek naar de mogelijkheden om een Europese toerisme-adviesraad en een Europees Agentschap voor Toerisme in het leven te roepen, waar informatie kan worden uitgewisseld en het beleid en de maatregelen op het gebied van Europees toerisme op de voet gevolgd kunnen worden. Ook zou het een goede zaak zijn indien de Commissie zou bekijken of er technologische platforms voor de toeristische sector kunnen worden opgericht, waardoor de toeristische activiteiten beter in de markt kunnen worden gezet, vooral met het oog op de stimulering van het toerisme binnen Europa en in de gebieden waar mogelijk toeristen vandaan komen (China, India, Rusland, …).

4.8

De Commissie heeft niet voldoende aandacht voor de rol die Informatie- en Communicatietechnologie (ITC) in toerisme nieuwe stijl speelt, zowel vanuit het oogpunt van de toeristen als van de ondernemers uit de sector. De Commissie zou het de komende jaren tot een prioriteit moeten maken om de mogelijkheden van deze technologie beter te onderzoeken en te benutten. Dit zou ongetwijfeld een verbetering in het beheer van de bestemmingen, de bedrijven en de toeristen bevorderen en leiden tot het gewenste evenwicht.

4.9

Het Comité juicht het toe dat de Commissie zich bereid toont concrete maatregelen door te voeren en de beschikbare financiële middelen beter te benutten, maar mist de uitwerking van een concreet voorstel voor een programma aan de hand waarvan de niet geringe uitdagingen in deze sector, die de Commissie zo helder heeft omschreven, het hoofd kunnen worden geboden. Het beklemtoont dat moet worden gestreefd naar een doeltreffende en efficiënte inzet van de directe of indirecte middelen voor toerisme.

4.10

In de Mededeling van de Commissie weerklinkt duidelijk de stem van de Werkgroep duurzaam toerisme, die belangrijke criteria heeft aangedragen voor het opstellen van de agenda, met name wat de rolverdeling onder de betrokken partijen in de sector betreft. De maandenlange inspanningen van vooraanstaande deskundigen hebben zonder meer vruchten afgeworpen en gezorgd voor aanvullende concrete zienswijzen op tal van punten inzake duurzaamheid en concurrentievermogen.

4.11

De Commissie geeft echter niet duidelijk aan hoe ze de statistieken denkt te gebruiken. Deze zouden moeten worden benut als instrument voor de follow-up van de tenuitvoerlegging van de agenda, waarbij de nadruk vooral moet worden gelegd op gegevens inzake duurzaamheid, concurrentievermogen en werkgelegenheid.

4.12

Uit de Mededeling spreekt duidelijk de intentie van de Commissie om het toerismebeleid voor duurzame ontwikkeling en concurrentievermogen te integreren in het overige beleid van de Commissie en van heel de EU, om zo de verwezenlijking van de in de agenda vastgelegde doelstellingen mogelijk te maken.

4.13

Zoals het Comité al benadrukte in zijn advies over de verklaring van Katowice, evenals in zijn advies over „Toerisme en cultuur: twee motoren voor groei” en het advies over „Een nieuw EU-toerismebeleid” en in andere EESC-documenten, is het ook van belang dat er voorlichtingscampagnes op poten worden gezet met het doel de Europese bevolking, en met name jongeren, bewust te maken en te motiveren.

4.14

Het Comité acht het van groot belang dat zowel het reguliere als het beroepsonderwijs op de behoeften van de bedrijven is afgestemd en meer mensen aan werk helpt. Certifiëring en erkenning op Europees niveau van kennis en vaardigheden dienen te worden ingezet als middel om meer en betere arbeidsvoorwaarden in de toeristische sector te creëren.

4.15

Om de duurzaamheid en het concurrentievermogen van het toerisme te verbeteren, dienen de specifieke kenmerken van elk van de bestemmingen in aanmerking te worden genomen. Het Comité pleit ervoor om bij de uitwerking van beleidsvoorstellen en maatregelen rekening te houden met de specifieke kenmerken van de lidstaten die in grote mate afhankelijk zijn van het toerisme en om de nodige aandacht te schenken aan de vereisten van de verschillende soorten bestemmingen. Tegelijkertijd zij erop gewezen dat toerisme naar verre bestemmingen een zware wissel trekken op klimaatverandering vanwege de impact en de uitstoot die lange-afstandsreizen veroorzaken. In de toekomst zou er meer nadruk kunnen worden gelegd op de voordelen van het zoeken van bestemmingen dichter bij huis, die bereikt kunnen worden met minder CO2-uitstoot.

Brussel, 10 juli 2008

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

D. DIMITRIADIS


BIJLAGE

bij het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité

De volgende passage uit het afdelingsadvies is gewijzigd als gevolg van een door de voltallige vergadering goedgekeurd wijzigingsvoorstel, hoewel meer dan een kwart van de leden hiertegen was:

4.15

Om de duurzaamheid en het concurrentievermogen van het toerisme te verbeteren, dienen de specifieke kenmerken van elk van de bestemmingen in aanmerking te worden genomen. Het Comité pleit ervoor om bij de uitwerking van beleidsvoorstellen en maatregelen rekening te houden met de specifieke kenmerken van de lidstaten die in grote mate afhankelijk zijn van het toerisme en om de nodige aandacht te schenken aan de vereisten van de verschillende soorten bestemmingen.”

Uitslag van de stemming

Vóór: 48 Tegen: 43 Onthoudingen: 16