Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in Zaak COMP/M.3975 — Cargill/Degussa

(opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21)

(2007/C 290/08)

Op 21 oktober 2005 hebben de partijen overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad („de concentratieverordening”) de Commissie in kennis gesteld van de transactie, op grond waarvan de onderneming Cargill de activiteiten op het gebied van voedingsingrediënten van de Duitse onderneming Degussa AG zou verwerven.

Op 23 november 2005 hebben de partijen een voorstel met toezeggingen gedaan. Hierdoor werd de uiterste termijn voor het afsluiten van de eerste fase van het onderzoek tot 14 december 2005 verlengd.

Na onderzoek van het door de partijen bij de voorgenomen concentratie verstrekte bewijsmateriaal en na een marktonderzoek concludeerde de Commissie dat de concentratie aanleiding gaf tot ernstige twijfels omtrent de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt en besloot zij derhalve op 14 december 2005 de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in te leiden.

In overeenstemming met de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings dienden de partijen op 19 december 2005 en 17 januari 2006 belangrijke documenten in.

Na een diepgaand onderzoek concludeerden de diensten van de Commissie dat de in de beschikking en artikel 6, lid 1, onder c) geuite potentiële mededingingsbezwaren voor de relevante markten waren weggenomen. Bijgevolg is de partijen geen mededeling van punten van bezwaar gezonden.

Ten aanzien van deze zaak hoeven geen bijzondere opmerkingen te worden gemaakt wat betreft het recht van de partijen te worden gehoord.