24.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 249/31


Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 249/14)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„JIHOČESKÁ ZLATÁ NIVA”

EG-nummer: CZ/PGI/005/0406/20.10.2004

BOB ( ) BGA ( X )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Úřad průmyslového vlastnictví

Adres:

Antonína Čermáka 2a

CZ-160 68 Praha 6-Bubeneč

Tel.

(420) 220 383 111

Fax

(420) 224 324 718

E-mail:

posta@upv.cz

2.   Groepering:

Naam:

MADETA a.s.

Adres:

Rudolfovská 246/83

CZ-370 50 České Budějovice

Tel.

(420) 389 136 111

Fax

(420) 387 411 944

E-mail:

info@madeta.cz

Productiebedrijf:

MADETA a.s., závod Český Krumlov, Česká republika

Tel.

(420) 380 779 111

Fax

(420) 380 711 485

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere ( )

Doel van deze aanvraag is een afwijking te krijgen van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad, aangezien dit product door slechts één producent in de regio wordt vervaardigd. Aan de voorschriften van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1898/2006 van de Commissie wordt voldaan.

3.   Productcategorie:

Categorie 1.3: Kaas

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „Jihočeská Zlatá Niva”.

4.2.   Beschrijving: De basisgrondstof voor de productie van deze schimmelkaas is verwerkte koemelk. De kaas wordt uitsluitend met uit het afgebakende gebied afkomstige melk vervaardigd.

Buitenkant: Een wiel kaas heeft een doormeter van 180-200 mm, is ca. 10 cm hoog en weegt ongeveer 2,8 kg. Sporen van het wassen of schrapen van de korst, blauwgroene schimmel doorheen de kaas en een wasachtige laag op de kaas worden niet als tekortkomingen beschouwd. De buitenkant van de kaas kan romig tot lichtbruin gekleurd zijn.

Binnenkant: Binnenin is deze kaas romig wit tot boterkleurig en vertoont hij herkenbare priksporen en een groene tot blauwgroene marmering als gevolg van de in de kaas aanwezige schimmel.

Vastheid: Zachter dan „Jihočeská Niva”, met een vetgehalte in de droge stof van 50 %, smeuïg, gelijkmatig gerijpt; de aanwezigheid van uitwendige schimmel is verboden.

Smaak, aroma: De zoute, pikante, aromatische en scherpe afsmaak is typisch voor de schimmelcultuur Penicillium roqueforti.

Aanbiedingsvorm: Uitsluitend als wiel, met een gewicht van ca. 2,8 kg.

Fysische en chemische vereisten:

gehalte aan droge stof: 52 %;

toegestane afwijking naar beneden: – 1;

afwijkingen naar boven worden niet als tekortkomingen beschouwd;

vetgehalte in de droge stof: 60 %;

toegestane afwijkingsmarge: 60 % tot < 65 %;

zoutgehalte: 2,5-6 %.

Microbiologische eigenschappen: De kaas bevat culturen van de schimmel Penicillium roqueforti PY of PV, CB of PR1 (tot PR4). Bovendien voldoet de kaas op het gebied van microbiologische vereisten aan de standaardcriteria voor voedselveiligheid en hygiëne van het productieproces.

Verpakking: De verpakking moet schoon en intact zijn, het product volledig bedekken en de voorgeschreven vermeldingen bevatten.

4.3.   Geografisch gebied: De streek in Zuid-Bohemen binnen de grenzen die zijn vastgesteld bij de laatste versie van Besluit nr. 36/1960 inzake de territoriale verdeling van het grondgebied.

4.4.   Bewijs van oorsprong: Naast de standaardcontroles ondergaat elke tank geleverde melk een controle om na te gaan of geen resten van schimmelwerende producten in de tank aanwezig zijn. De individuele partijen worden tijdens het volledige rijpings- en verpakkingsproces gemarkeerd. Op elke partij worden gedurende het volledige proces laboratoriumtests uitgevoerd, beginnend met de melk tot de kaas die aan de distributeur wordt geleverd. Het gaat dan met name om controles van het product tijdens de verschillende bewerkingen in het bedrijf en bij het verlaten van het bedrijf. Alle tests worden nauwkeurig gedocumenteerd.

Bovendien wordt een centraal register van de melkleveranciers en de kopers van de eindproducten bijgehouden.

Alle grondstoffen die in het productieproces worden gebruikt, moeten overeenstemmen met de specificaties van de betrokken producent (leverancier). Deze specificaties worden bijgewerkt. De leveranciers van de grondstoffen moeten aan de producent twee verklaringen overleggen waarin respectievelijk staat dat de grondstoffen geen genetisch gemodificeerde organismen bevatten en welke allergenen erin aanwezig zijn.

De gebruikte verpakking is geschikt voor contact met levensmiddelen.

De productie van „Jihočeská Zlatá Niva” vindt plaats overeenkomstig het HACCP-systeem en wordt gecontroleerd aan de hand van de regeling die is vastgesteld in de richtsnoeren inzake goede hygiënische productiemethoden. Alle uitgevoerde tests worden gedocumenteerd (in laboratoriumlogboeken, technische dossiers, elektronische LAB-systeemregisters en testregisters).

Het eindproduct moet voldoen aan de desbetreffende hygiënenormen.

De controleautoriteit, de voor Zuid-Bohemen bevoegde Krajská veterinární správa (de regionale veterinaire dienst), oefent permanent toezicht uit op alle productieactiviteiten en op de naleving van de specificaties.

Naast andere gegevens wordt informatie over de producent (naam en adres van het bedrijf) op de verpakking aangegeven.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De verwerkte melk met een vetgehalte van 5,35 % wordt in de kaasmachine gegoten, waarna culturen worden toegevoegd die algemeen worden gebruikt voor een goede verzuring in het hele productie- en rijpingsproces. De typische smaak van „Jihočeská Zlatá Niva” is afkomstig van de reeds tientallen jaren in de voedingsindustrie gebruikte schimmelcultuur Penicillium roqueforti (zie punt 4.2). Wanneer de melk na toevoeging van het stremsel gecoaguleerd is, wordt de gestremde massa in wielvormige vormen gegoten. De volgende fasen zijn het uitlekken van de wei en de ontwikkeling van de microfloracultuur bij een beperkte temperatuur. De kaas wordt in twee fasen gepekeld: eerst in een zoutwaterpekel en vervolgens door inwrijven met grofkorrelig zout. Vroeger vond de rijping plaats in uit de kalkrots gehouwen rijpingskelders. Vanwege de toenemende productie van dit soort kaas werden in 2005 rijpingskelders gebouwd die zijn uitgerust met lucht-, temperatuur- en vochtigheidsregeling. De kaas moet ten minste zes weken in deze kelders rijpen. De korst van de gerijpte kaas wordt gewassen of geschraapt, waarna de kaas in aluminiumfolie wordt verpakt. De verpakking moet intact, schoon en correct gemarkeerd zijn.

Vanwege zijn biotechnologische eigenschappen moet de kaas onmiddellijk in het productiebedrijf worden verpakt. Dit is ook nodig om de kaas kwalitatief goed, hygiënisch en schoon te houden, te voorkomen dat hij wordt verward met kaas uit een andere regio, en, niet in het minst, om hem beter te kunnen traceren.

4.6.   Verband: Deze kaas wordt reeds sinds 1951 op steeds dezelfde wijze geproduceerd in het bedrijf in Český Krumlov. Het bedrijf is begonnen met de productie van blauwe kaas met een vetgehalte van 50 % in de droge stof; enkele jaren later volgde dan de soort met een vetgehalte van 60 %. De kaas ontleent zijn naam aan de Zuid-Boheemse weiden en het grasland van Šumava, één van de minst verontreinigde regio's in het land en leverancier van de belangrijkste grondstof voor de kaas, de koemelk. De weiden liggen in de beschermde gebieden Novohradské Hory, Blanský les en Šumava en geven met hun unieke flora een lekkere smaak aan de melk.

De flora is niet alleen typisch voor de streek, maar ook zeer gevarieerd: een groot aantal soorten kortstengelige planten (nardu, zwenkgras, enz.) komen voor naast zeldzame soorten die kenmerkend zijn voor de regio. Een andere bijzondere endemische plant is Phyteuma nigrum. Voorts vindt men er Gentiana pannonica, Ligusticum mutellina, Arnica montana, Gentianella praecox subsp. Bohemica en sommige soorten terrestrische orchideeën, om er maar enkele te noemen.

De milieuomstandigheden in dit gevarieerde, woeste gebied zijn uitermate goed, vooral in de regio Český Krumlov en de heuvels van Šumava (in 1990 door de UNESCO uitgeroepen tot biosfeerreservaat). Dat de natuur in Zuid-Bohemen zeer waardevol is, wordt bewezen door de talrijke landschappen die als officieel beschermd gebied zijn ingedeeld en waarvan er twee onder de bescherming van de UNESCO vallen.

Vanzelfsprekend is natuurlijk ook dat de expertise die de plaatselijke bevolking in de productie van deze blauwe kaas heeft opgedaan en van generatie aan generatie heeft doorgegeven, bepalend is geweest voor de kwaliteit en de kenmerken van „Jihočeská Zlatá Niva”.

Deze kaas geniet een zeer goed reputatie, zowel bij de gewone Tsjech als bij de industriële zuivelspecialist. Op nationale kaasbeurzen deelde de vakjury „Jihočeská Zlatá Niva” steevast in bij de allerbeste schimmelkazen:

2003: tweede plaats;

2004: tweede plaats;

2006: tweede plaats;

2007: derde plaats.

Maar ook de leek slaat „Jihočeská Zlatá Niva” zeer hoog aan.

Blauwe kazen worden (doorgaans) zeer gesmaakt door de consument. De productie en de verkoop van „Jihočeská Zlatá Niva” halen weliswaar niet het niveau van „Jihočeská Niva”, maar hebben zich (volgens gegevens van de producent) sinds 2004 kunnen handhaven:

2003: 126 680 kg verkocht;

2004: 115 703 kg verkocht;

2005: 117 314 kg verkocht;

2006: 112 400 kg verkocht.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Krajská veterinární správa pro Jihočeský kraj

Adres:

Inspektorát Český Krumlov

Domoradice 126

CZ-381 25 Český Krumlov

Tel.

(420) 380 711 333, (420) 380 711 941

Fax

(420) 380 711 759

E-mail:

nsp.cesky-krumlov.kvsc@svscr.cz

4.8.   Etikettering: —


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.