1.8.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 179/15 |
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2007/C 179/06)
Naar aanleiding van deze bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1). Bezwaren moeten de Commissie binnen zes maanden na deze bekendmaking bereiken.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„MIÓD WRZOSOWY Z BORÓW DOLNOŚLĄSKICH”
EG-nr: PL/PGI/005/0449/18.2.2005
BOB ( ) BGA ( X )
Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi |
Adres: |
ul. Wspólna 30, PL-00-930 Warszawa |
Tel.: |
(48-22) 623 27 07 |
Fax: |
(48-22) 623 25 03 |
E-mail: |
jakub.jasinski@minrol.gov.pl |
2. Aanvragende groepering:
Naam: |
Regionalny Związek Pszczelarzy we Wrocławiu De groepering omvat bovendien heidehoningproducenten uit de volgende organisaties:
|
||||||||
Adres: |
ul. Mazowiecka 17, PL-50-412 Wrocław |
||||||||
Tel.: |
(48-71) 363 28 99 |
||||||||
Fax: |
(48-71) 363 28 99 |
||||||||
E-mail: |
hurtownia@oleje.net |
||||||||
Samenstelling: |
Producenten/verwerkers ( X )andere ( ) |
3. Productcategorie
categorie 1.4 — Honing
4. Overzicht van het productdossier
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam: „Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich”
4.2. Beschrijving:
Organoleptische kenmerken:
Vóór het kristalliseren heeft de honing een amber tot roodbruine kleur; nadien kleurt hij geeloranje tot bruin. De zeer stroperige consistentie is terug te voeren op thixotropie (een bij bepaalde stoffen optreden fenomeen waarbij de stof in colloïdale suspensie overgaat van geltoestand in vloeibare soltoestand). De kristalkorrels van de heidehoning zijn van een gemiddelde dikte. De smaak is licht suikerig, scherp en bitter. Het aroma is uitgesproken en doet denken aan heidegeur.
Fysisch-chemische kenmerken:
— |
gehalte aan water max. 22 %; |
— |
gehalte aan glucose en fructose min. 60 g/100 g; |
— |
gehalte aan sucrose max. 4 g/100 g; |
— |
gehalte aan wateroplosbare stoffen max. 0,1 g/100 g; |
— |
diastase-index (schaal van Schade) min. 8; |
— |
gehalte 5-hydroxymethylfurfural (HMF) max. 40 mg/hg; |
— |
prolinegehalte min. 30 mg/100 g; |
— |
pH tussen 4 en 4,5. |
Het gemiddelde vrije-prolinegehalte van de honing is over het algemeen echter hoger en ligt rond 64,4 mg/100 g. Het kan bovendien aanzienlijk variëren van 30,9 tot 103,3 mg/100 g. Het gehalte aan vrije aminozuren van de honing uit de bossen van Neder-Silezië („Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich”) bedraagt ca. 36 mg/100 g. Het gehalte aan vrije aminozuren en aan door hydrolyse verkregen eiwitten bedraagt per 100 g honing bijna 875 mg, incl. 700 mg fenylanaline, de stof die aan de basis ligt van thixotropie.
Microscopische kenmerken
Het gehalte aan heidekruidpollen als dominante pollenbestanddeel, mag niet lager zijn dan 50 %. Het pollen is afkomstig van heidegewassen van de familie van de ericaceeën (orde van de ericales).
4.3. Geografisch gebied: De gebieden met de heidegewassen op basis waarvan de heidehoning van Neder-Silezië („Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich”) wordt verkregen, zijn als volgt afgebakend:
De zuidgrens strekt zich uit langs weg 353, vanaf de stad Zgorzelec tot de autoweg E 40 richting Bolesławiec, en volgt dan de verbindingsweg tussen Bolesławiec en Chojnów (de E 40 die vanaf Lubkowek overgaat in weg 94);
de oostgrens strekt zich uit langs weg 335, vanaf de stad Chojnów tot Chocianów, via Brunów, Szklary Dolne en Trzmielów. Vanaf Chocianów volgt de grens de weg 331 tot in Parchów aan de noordoostgrens van het boskanton Chocianów. Zij volgt voorts de zuid-, oost- en noordgrens van het boskanton Przemków tot aan de grens van de regionale directie der nationale bossen (Kanał Północny), tot aan weg 328 richting Niegosławice.
De noordgrens van het geografische gebied loopt vanaf Niegosławice lang de weg naar Szprotawa via de plaatsen Sucha Dolna en Henryków Wichlice. Vanaf Szprotawa volgt zij weg 12 richting Żagań, volgt die weg verder via de stad Żary en loopt tot Żarki Wielkie aan de westgrens van Polen met Duitsland.
De westgrens van het geografische gebied loopt vanaf Żarki Wielkie aan de Duits-Poolse grens richting zuiden tot aan de stad Zgorzelec.
4.4. Bewijs van oorsprong: Oorsprong en kwaliteit van „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” worden in verschillende fasen gecontroleerd, van de productie tot de afzet van het afgewerkte product. De controles vormen samen een coherent toezichtssysteem dat borg staat voor de nagestreefde eindkwaliteit.
De beschermde geografische aanduiding „Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich” mag enkel worden gebruikt voor de honingproductie van imkers die zijn geregistreerd in door de controlestructuur bijgehouden registers. Het gaat met name om de volgende registers:
het register van marktdeelnemers die actief zijn in de sector productie en afvullen van de honing, en kasten mogen installeren in de bossen van Neder-Silezië;
het register van de etiketten die worden gebruikt door de marktdeelnemers die actief zijn in de sector productie en afvullen van honing.
De in die registers opgenomen marktdeelnemers worden door de controlestructuur geverifieerd. Nagegaan wordt of de producten met de beschermde geografische aanduiding „Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich” overeenkomstig de verordening en het productdossier zijn geproduceerd. De controles bestaan uit inspecties bij de marktdeelnemers die actief zijn in de sector productie en afvullen van honing. Ook de documenten en de kwaliteit van het eindproduct dat op de markt wordt gebracht, worden geverifieerd. Tot slot wordt nagegaan of de verkochte hoeveelheden overeenstemmen met de geproduceerde.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product: Voordat de kasten naar de heidegronden worden vervoerd, wordt de van vorige voedingsbronnen afkomstige honing geslingerd en worden de kasten voorzien van ramen ter bevordering van de raatbouw. Zo nodig krijgen de bijen suikerstroop als extra. Deze stroop moet in kleine hoeveelheden worden verstrekt, max. 0,5 kg/24 u.. Uiterlijk zeven dagen vóór het vervoer van de bijen naar de heidegronden wordt het bijvoeren met stroop stopgezet. Bijvoeren van bijen in de periode waarin zij nectar voor de productie van „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” inzamelen, is verboden.
Bij het vervoer van de bijen worden de hygiënevoorschriften in acht genomen en moeten de kasten goed worden geventileerd. De nectar moet in de bossen van Neder-Silezië worden geoogst tijdens de bloeiperiode van de heidestruiken (augustus- september). Het slingeren van de honing met speciale daartoe bestemde apparaten (een soort van radiale of tangentiële centrifuge) gebeurt in de inrichtingen van de imker of in een mobiele inrichting bij de plaats waar de honing wordt geoogst.
De honing wordt afgevuld in levensmiddelenrecipiënten die in overeenstemming zijn met de code inzake goede productiepraktijken in de bijenteeltsector en met de toepasselijke bepalingen. De capaciteit van de veelsoortige recipiënten is doorgaans niet groter dan 1 500 g. Filteren, romig opkloppen en pasteuriseren zijn verboden, evenals kunstmatige verhitting. In geen enkele productiefase mag de honing in de raat warmer zijn dan 45 oC.
Alleen bijen van de volgende rassen en kruisingen daarvan mogen worden gebruikt voor de productie van „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich”:
Apis mellifera mellifera (West- en Midden-Europese bij);
Apis mellifera carnica (Carnioolse bij);
Apis mellifera caucasica (Kaukasische bij).
4.6. Verband: De vroegste vermeldingen van de bijenteelt in deze regio dateren uit geschriften uit de tijd van Karel de Grote (eind 8e en begin 9e eeuw). Daarin staat dat de veroverde volkeren een belasting moesten betalen in de vorm van honing en was. De aanwezigheid van honing, en met name van heidehoning, wordt tevens bevestigd door talrijke verwijzingen in de literatuur uit verschillende perioden.
De bij imkers zo populaire heidegronden zijn aanzienlijk uitgebreid na de enorme bosbranden van 1900. De achteruitgang van het bosbestand in Neder-Silezië heeft de ontwikkeling van uitgestrekte heidegronden sterk gestimuleerd. Uit studies over heidehoning uit 1958 blijkt dat de heidehoning uit de bossen van Neder-Silezië het hoogste gehalte aan heidepollen als dominant pollenaandeel bevatten (tussen 59 en 98 %).
De lange honingoogsttraditie in de regio en de hoge kwaliteit van het product liggen aan de basis van de uitstekende reputatie die „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” geniet. Deze reputatie wordt bevestigd door de prijzen die deze honing wegkaapt op het feest van wijn en honing in Przemków, de resultaten van peilingen bij de exposanten, consumenten en bezoekers en door de prijs, die 3 tot 8 PLN/kg hoger ligt dan die van andere soorten heidehoning. Een andere bevestiging van de reputatie van dit product is het feit dat deze honing, als enige van het gewest, deel uitmaakt van de regionale mand die de maarschalk van Neder-Silezië traditioneel overhandigt aan buitenlandse gasten of als geschenk op reis meeneemt. „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” is een zeldzaam product dat het gewest Neder-Silezië vertegenwoordigt op talrijke beurzen en tentoonstellingen over typische producten uit verschillende Poolse gewesten.
Het typische heidekarakter van de bossen van Neder-Silezië blijkt uit de talrijke verbanden tussen deze plant en de in de regio genomen initiatieven. In het dorpje Borówki bevindt zich het „Huis van de heide” (wrzosowa chata), een ecomuseum waar typische producten worden gepresenteerd, en de plaatselijke actiegroep van de regio staat bekend onder de naam „Heideland” (Wrzosowa Kraina).
De bossen van Neder-Silezië, en met name de militaire oefengebieden Świętoszów en Przemków, bestrijken 10 000 ha dichte heidevelden. Kenmerken voor deze gebieden zijn de bijzonder hoge gemiddelde jaartemperatuur en het hoge percentage zonne-uren die samen garant staan voor rijkelijke hoeveelheden heidenectar, vooral in regenachtige jaren.
„Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” heeft niet alleen een uitstekende reputatie, een grote bekendheid en een hechte band met zijn regio van oorsprong, hij bezit tevens een bijzondere samenstelling: een zeer hoog prolinegehalte (min. 30 mg/100 g), en een laag gehalte aan sucrose (max. 4 g/100 g) en aan water (max. 22 %). Tevens typisch voor deze honing is zijn stabiele pH (4 à 4,5), zijn hoge gehalte aan dominante heidebloempollen (ten minste 50 %) en het exclusieve gebruik van zorgvuldig geselecteerde bijenrassen.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
Inspekcja Jakości Handlowej Artykułów Rolno-Spożywczych |
Adres: |
ul. Wspólna 30, PL-00-930 Warszawa |
Tel.: |
(48-22) 623 29 00 |
Fax: |
(48-22) 623 29 98, (48-22) 623 29 99 |
E-mail: |
sekretariat@ijhars.gov.pl |
4.8. Etikettering: Alle producenten die honing met de benaming „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” verkopen, moeten een uniform gemeenschappelijk etiket aanbrengen op de recipiënten waarin de honing is afgevuld. De etiketten worden geleverd via de regionale imkervereniging in Wrocław. De beginselen en de procedures voor de afgifte van de etiketten worden aan de controlestructuur meegedeeld. Deze beginselen en procedures mogen in geen geval discriminerend zijn ten opzichte van producenten die niet bij de regionale imkervereniging in Wrocław zijn aangesloten.
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.