19.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 309/116


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2006, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

(2007/C 309/20)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-9

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van de Stichting

INLEIDING

1.

De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (hierna: „Stichting”) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 (1). Zij dient bij te dragen aan het uitwerken en verwezenlijken van betere levens- en arbeidsomstandigheden in de Europese Unie door de ontwikkeling en verspreiding van kennis op dit gebied.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Stichting. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door de Stichting opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2006 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Stichting.

4.

De rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2006 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlenormen en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en INTOSAI, voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2006 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Stichting zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De uitvoeringsgraad bij de vastleggingskredieten voor 2006 bedroeg meer dan 97 %. De overdrachten beliepen 43 % bij de administratieve uitgaven (titel II) en 45 % bij de beleidsactiviteiten (titel III). Aldus werd het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit niet strikt in acht genomen.

8.

Ultimo 2006 sloot de Stichting twee contracten voor in 2007 te leveren diensten voor een totale waarde van 305 987 euro. Deze contracten werden gedekt door vastleggingskredieten van 2006 uit titel II — Administratieve uitgaven. Ondanks het feit dat de bedoelde contracten betrekking hadden op diensten die uitsluitend in 2007 zouden worden geleverd, werden zij niet ten laste van de begroting van het desbetreffende begrotingsjaar gebracht.

9.

Voor wervingsprocedures werden de selectiecriteria niet bij aanvang daarvan vastgelegd door selectiecomités; ook stemden zij niet overeen met de kennisgeving van vacature. Transparante en niet-discriminerende procedures waren dan ook niet gewaarborgd.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 27 september 2007.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 15 mei 2007 opgesteld en zijn op 3 juli 2007 bij de Rekenkamer ingekomen.


 

Tabel  1

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Stichting zoals omschreven in Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1111/2005 van de Raad van 24 juni 2005

Organisatie

Ter beschikking van de Stichting gestelde middelen

(gegevens over 2005)

In 2006 geleverde producten en diensten

„De Gemeenschap en de lidstaten stellen zich, indachtig de sociale grondrechten (…) ten doel (…) de gestage verbetering van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, (…) het optreden van de lidstaten [wordt] op de volgende gebieden door de Gemeenschap ondersteund en aangevuld: (…) b) de arbeidsvoorwaarden; c) de sociale zekerheid en de sociale bescherming van werknemers; d) de bescherming van werknemers bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst; e) de informatie en de raadpleging van de werknemers; f) de vertegenwoordiging en collectieve verdediging van de belangen van werknemers en werkgevers, met inbegrip van de medezeggenschap; g) de werkgelegenheidsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen; h) de integratie van personen die van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten; i) de gelijkheid van mannen en vrouwen (…)”

(Samenvatting van de artikelen 136 en 137 van het Verdrag)

Doelstelling

De Stichting heeft als opdracht betere levens- en arbeids-omstandigheden te verwezenlijken door de ontwikkeling en verspreiding van de kennis op dit gebied. Zij dient zich in het bijzonder bezig te houden met:

de arbeids-omstandigheden van de mens,

de organisatie van het werk en met name de wijze waarop gestalte wordt gegeven aan de arbeidstaak,

de specifieke problemen van bepaalde categorieën werknemers,

de aspecten op lange termijn van de milieu-verbetering,

de spreiding van de menselijke activiteiten in de tijd en in de ruimte.

Taken

De uitwisseling van informatie en ervaring op deze gebieden bevorderen;

de samenwerking tussen universiteiten, studie- en onderzoeksinstellingen, overheidsinstellingen en organisaties uit het sociaal-economische leven vergemakkelijken;

studies verrichten of laten verrichten en bijdragen tot de verwezenlijking van proefprojecten;

zo nauw mogelijk samenwerken met de in de lidstaten en op internationaal niveau bestaande gespecialiseerde instanties.

1.

Raad van bestuur

Per lidstaat: een vertegenwoordiger van de regering, een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties en een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties,

drie vertegenwoordigers van de Commissie.

2.

Presidium van de raad van bestuur

bestaat uit elf leden: drie leden van elk van de sociale partners en de regeringen, twee van de Commissie;

houdt toezicht op de uitvoering van besluiten van de raad van bestuur en neemt in de tijd tussen twee vergaderingen van de raad van bestuur alle voor het beheer noodzakelijke maatregelen.

3.

Directeur Benoemd door de Commissie op basis van een door de raad van bestuur ingediende kandidatenlijst; voert de beslissingen van de raad van bestuur uit en leidt de Stichting.

4.

De raadgevende comités bestaan uit maximaal drie leden van de Commissie, regeringen en de sociale partners, en hebben tot doel advies te geven over de uitvoering van grote projecten en de resultaten ervan te evalueren.

5.

Externe controle

Rekenkamer.

6.

Kwijtingverlenende autoriteit Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting 2006:

19,8 (19,3) miljoen euro

waarvan communautaire subsidie: 98,9 % (98,8 %).

Personeelsbestand in december 2006:

94 (94) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 89 (82) bezet.

Andere dienstverbanden: gedetacheerde nationale deskundigen en uitzendkrachten: 1 (12).

Arbeidscontractanten: 9 (3).

Totaal aantal werknemers: 99 (94),

waarvan er:

58 (54) uitvoerende,

32 (32) administratieve, en

4 (5) gemengde taken vervullen.

Toezicht en onderzoeken:

Opzetten van één Netwerk van Europese waarnemingscentra (NEO) dat de voormalige drie netwerken omvat die verbonden zijn aan de Europese waarnemingspost voor arbeidsverhoudingen (EIRO), Europees Waarnemingscentrum voor arbeidsomstandigheden (EWCO) en de „European Restructuring Monitor” (ERM).

Vierde onderzoek naar arbeidsomstandigheden: eerste resultaten.

Eerste bedrijvenonderzoek: eerste resultaten.

Werkgelegenheid en reorganisatie:

Studies naar de levensmiddelen- en drankensector en naar kennisintensieve zakelijke diensten.

„Geographical and Labour Market Mobility in Europe” (Geografische en arbeidsmobiliteit in Europa): verslag.

Een aantrekkelijke werkplek voor iedereen: een bijdrage aan de strategie van Lissabon op bedrijfsniveau.

„Labour Supply in Care Services” (arbeidsaanbod in de zorgsector): verslag.

Evenwicht tussen werk en privéleven, en arbeidsomstandigheden:

Vierde onderzoek naar arbeidsomstandigheden.

15 jaar Europese onderzoeken naar werk: trendverslag.

Meting in onderzoeken van tevredenheid met het werk.

Verslagen over werktijden, gebaseerd op bedrijvenonderzoek.

Arbeidsverhoudingen en Partnerschap:

Werktijden en loonontwikkelingen.

Europese ondernemingsraden: verslagen en case studies.

Landenprofielen over arbeidsverhoudingen.

Capaciteitsopbouw voor de sociale dialoog: verslagen over de nieuwe lidstaten en Turkije.

Sociale samenhang en levenskwaliteit:

Actualiseringen van database EurLIFE.

„Ageing Workforce and Age Management” (vergrijzende beroepsbevolking en leeftijdsmanagement): verslagen en case studies.

Begeleiding bij het zoeken naar werk voor personen met een handicap.

Communiceren en uitwisselen van ideeën en ervaring:

332 publicaties, 53 persberichten, 40 % meer gebruikmaking van het web, 16 % meer krantenknipsels.

Promotiecampagnes „Your work, your life; balance company needs with worker satisfaction” (uw werk, uw leven; bedrijfsbehoeften in balans met tevredenheid van de werknemer) en „Fourth Working Conditions survey: what workers say” (vierde onderzoek naar arbeidsomstandigheden: wat vinden werknemers?).

Foundation Forum 2006 (Forum 2006 van de Stichting) „Competitive Europe, Social Europe — Partners or Rivals?” (Een concurrerend Europa, een sociaal Europa — partners of rivalen?).

Seminars bedrijvennetwerk.

Reeks seminars van de Stichting „Flexicurity and Employability” (flexizekerheid en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt).

National Outreach Centres (landelijke dienstverleningscentra) die AU, BE, ES, FI, FR, HU, IT, LUX, SP, UK bestrijken.

Exposities tijdens de Employment Week (werkgelegenheidsweek) in Brussel en tijdens de PES-conferentie in Oporto.

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens.

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.

Tabel 2

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2006

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidie

19 000

19 000

Titel I

Personeel

9 931

9 894

9 774

120

37

157

152

5

Overige subsidies

540

241

Titel II

Administratie

1 530

1 463

862

634

34

507

482

24

Andere ontvangsten

220

265

Titel III

Beleidsactiviteiten

8 299

7 860

4 612

3 558

129

3 954

3 713

241

Totaal

19 760

19 506

Totaal

19 760

19 217

15 248

4 312

200

4 618

4 347

270

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2006 en 2005

(1000 euro)

 

2006

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidie

19 000

18 600

Overige subsidies

517

Overige ontvangsten

248

366

Totaal (a)

19 765

18 966

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

8 908

8 035

Uitgaven in verband met vaste activa (1)

724

576

Overige administratieve uitgaven

2 106

2 117

Beleidsuitgaven

7 409

8 581

Totaal (b)

19 147

19 309

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

618

– 343

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

10

9

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

–10

–9

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

608

– 352


Tabel 4

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin) — Balans per 31 december 2006 en 31 december 2005

(1000 euro)

 

2006

2005

Vaste activa

Immateriële vaste activa

84

22

Materiële vaste activa

2 388

2 778

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

344

539

Vorderingen op korte termijn

690

505

Kasmiddelen

3 111

3 244

Totaal activa

6 617

7 088

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

274

189

Crediteuren

1 643

2 806

Totaal passiva

1 917

2 995

Netto activa

Gecumuleerd overschot/tekort

4 093

4 445

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

608

– 352

Totaal netto activa

4 701

4 093

Totaal passiva en netto activa

6 618

7 088


(1)  Stijging door correcties na een in 2006 gedane fysieke inventarisatie.


ANTWOORDEN VAN DE STICHTING

7.

Er zullen maatregelen worden getroffen om in 2007 het percentage overdrachten voor titel II te beperken. Rekening houdend met de gemiddelde duur van onderzoekscontracten (18 maanden) en ons betalingsschema was het onvermijdelijk dat ongeveer 35 % van de kredieten van titel III moesten worden overgedragen.

8.

Gezien het feit dat de voornoemde contracten moesten ingaan op 1 januari 2007 en dat de begroting voor 2007 op dat moment nog niet was vastgesteld, moesten de voornoemde diensten uiterlijk in december 2006 zijn toegewezen. Met ingang van het jaar 2007 zullen deze echter worden toegewezen ten laste van de kredieten van het volgende begrotingsjaar.

9.

Sinds maart 2007 bevatten alle vacatureaankondigingen een duidelijke aanwijzing of het noodzakelijk is de tests met goed gevolg te hebben afgelegd om voor het examen te kunnen slagen.