52007PC0747




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 28.11.2007

COM(2007) 747 definitief

2007/0267 (CNS)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten

(door de Commissie ingediend) {SEC(2007) 1554}{SEC(2007) 1555}

TOELICHTING ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

110 | Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel heeft een tweeledig doel, namelijk: - marktdeelnemers en nationale belastingdiensten meer rechtszekerheid bieden door de administratieve lasten voor een juiste toepassing van de regels betreffende de vrijstelling van btw voor verzekerings- en financiële diensten te verminderen; - de gevolgen van verborgen btw voor de kosten van verzekerings- en financiëledienstverleners beperken. Dit tweeledige doel wordt bereikt met behulp van drie maatregelen: - een verduidelijking van de btw-vrijstellingsregels voor verzekerings- en financiële diensten; - een verruiming van de bestaande mogelijkheid om voor belastingheffing te kiezen, door het keuzerecht over te dragen van de lidstaten naar de marktdeelnemers; - de introductie van een samenwerkingsverband, dat marktdeelnemers in staat stelt hun investeringen te poolen en de kosten ervan met vrijstelling van btw van het samenwerkingsverband over de leden om te slaan. Verduidelijking van de regels De verduidelijking van de btw-vrijstellingsregels voor verzekerings- en financiële diensten strekt ertoe om meer uniformiteit in de toepassing van de btw-vrijstelling te bewerkstelligen, marktdeelnemers meer rechtszekerheid te bieden en de nalevingslasten te verminderen. Deze verduidelijking behelst het volgende: - de toepassing van de btw-vrijstelling wordt van objectieve economische criteria afhankelijk gesteld en hoeft dus niet meer te worden uitgelegd aan de hand van begrippen van nationaal privaatrecht, wat één van de belangrijkste oorzaken van de verschillende uitlegging en toepassing in de lidstaten is (zo moet een verzekering betrekking hebben op een risico en in een vergoeding of uitkering voorzien); deze objectieve economische criteria garanderen dat ook nieuwe diensten die in de toekomst worden ontwikkeld, onder de btw-vrijstelling zullen vallen als zij aan deze criteria voldoen; - met de nieuwe regels wordt het concept ingevoerd dat de vrijstelling van toepassing is op iedere component van een verzekerings- of financiële dienst die een afzonderlijk geheel vormt en het kenmerkende en essentiële karakter van de vrijgestelde dienst in kwestie heeft; - voor verzekerings- en financiële diensten wordt het gemeenschappelijke geharmoniseerde begrip "bemiddeling" ingevoerd; - waar dit mogelijk was, is met de nieuwe definities ook nauwer aansluiting gezocht bij de regelgeving van de interne markt (bv. beleggingsfondsen). Bij dit voorstel voor een richtlijn gaat een voorstel voor een verordening waarin een niet-uitputtende opsomming is gegeven van gevallen die onder de btw-vrijstelling voor verzekerings- en financiële diensten vallen dan wel van deze vrijstelling zijn uitgesloten. Mogelijkheid om voor belastingheffing te kiezen Onder de verruimde mogelijkheid om voor belastingheffing te kiezen, is het de marktdeelnemer zelf die beslist of hij volledig belastingplichtig wil zijn; als hij daarvoor kiest, zal hij de voorbelasting op zijn investeringen in aftrek kunnen brengen zoals iedere andere marktdeelnemer. Op die manier worden voor de financiële sector gelijke marktvoorwaarden gecreëerd die tot dusver niet bestonden omdat slechts een handvol lidstaten bedrijven deze keuzemogelijkheid heeft gegeven, en dan nog onder verschillende voorwaarden. Tegelijkertijd krijgen de lidstaten de nodige speelruimte om de regels voor de toepassing van die mogelijkheid zelf nader in te vullen door deze aan hun nationale structuren voor fiscaal toezicht aan te passen. Als het nodig blijkt, kan ook worden overwogen om op basis van artikel 397 van de richtlijn uitvoeringsbepalingen op communautair niveau vast te stellen. Kostendeling Met het voorgestelde kostendelingsmodel kunnen met name kleinere marktdeelnemers hun investeringen poolen (bv. voor computertechnologie van gespecialiseerd personeel) in een samenwerkingsverband dat deze investeringen onder betere marktvoorwaarden kan doen en vervolgens met vrijstelling van btw over de leden van het samenwerkingsverband kan omslaan. |

120 | Algemene context De definities van de verzekerings- en financiële diensten waarvoor vrijstelling geldt, zijn achterhaald en hebben geleid tot een verschillende uitlegging en toepassing door de lidstaten. De stakeholders worden geconfronteerd met een uiterst complexe juridische situatie met uiteenlopende administratieve praktijken, wat voor rechtsonzekerheid bij de marktdeelnemers en de belastingautoriteiten zorgt. Deze rechtsonzekerheid heeft geresulteerd in een groeiend aantal rechtszaken en hogere administratieve lasten voor de marktdeelnemers en de belastingdiensten in verband met de toepassing van de vrijstellingen. Daarom moeten de btw-vrijstellingsregels voor verzekerings- en financiële diensten worden verduidelijkt, teneinde meer rechtszekerheid te creëren en de administratieve lasten voor marktdeelnemers en belastingdiensten te verminderen. Dezelfde conclusie werd getrokken in een openbare raadpleging van de stakeholders in 2006 en in een in opdracht van de Commissie verrichte onafhankelijke studie ("Study to increase the Understanding of the Economic Effects of the VAT Exemption for Financial and Insurance Services"). Het tweede probleem is dat van de verborgen btw in de kostenstructuur van verzekerings- en financiële diensten. Zowel voor financiële als voor verzekeringsdiensten proberen marktdeelnemers hun concurrentievermogen te versterken, omdat de concurrentie steeds groter wordt, niet alleen binnen de EU door de geleidelijke ontwikkeling van een pan-Europese markt, maar ook daarbuiten. Het consolidatieproces in de sector wordt grotendeels gedreven door de behoefte aan efficiency, maar strategieën voor kostenverlaging worden op verschillende manieren ingevuld. Deze ontwikkelingen worden versneld door de totstandkoming van een breder regelgevingskader voor een geïntegreerde Europese markt voor financiële diensten, zoals uiteengezet in het Actieplan voor financiële diensten. Dit regelgevingskader versterkt de concurrentie tussen de verzekerings- en financiëledienstverleners, doordat de marktvoorwaarden in steeds grotere mate worden gelijkgetrokken. Tegen deze achtergrond hebben marktdeelnemers verschillende technieken ontwikkeld om hun eigen concurrentievermogen te verbeteren, maar tot de basistechnieken die een bredere toepassing hebben gevonden, behoren: - outsourcing van activiteiten (met het doel de administratie- en arbeidskosten te verminderen, bv. effectenbewaring, administratievoering enz.); - pooling van activiteiten (met het doel kosten te delen, bv. de gezamenlijke ontwikkeling van computersystemen en –software voor verschillende banken, de oprichting van zogenaamde credit factories in combinatie met of op basis van een consolidatie); - subcontracting (invoeging van een extra distributieniveau voor financiële producten en verzekeringen). Deze technieken houden in dat er intern minder waarde wordt gecreëerd maar dat deze als dienst wordt geleverd door onafhankelijke derden aan de aanbieders van verzekerings- en financiële producten. Het probleem is dat dergelijke diensten soms niet meer onder de vrijstelling voor financiële en verzekeringsdiensten vallen en dus met btw worden belast. De afnemer van de dienst kan deze btw vaak niet aftrekken omdat hij geen recht op aftrek heeft, aangezien hij zelf vrijgestelde verzekerings- en financiële diensten verricht. Deze niet-aftrekbare btw wordt een deel van de kosten. Het voorstel bevat elementen die deze kostengevolgen beperken. |

130 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Artikel 135, lid 1, onder a) tot en met g), artikel 137, lid 1, onder a), en artikel 137, lid 2. |

140 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Waar dit mogelijk was, is met de nieuwe definities nauwer aansluiting gezocht bij de regelgeving van de interne markt (bv. beleggingsfondsen, ratings, derivaten). Dit voorstel maakt deel uit van de strategie van de Commissie voor de vereenvoudiging van de regelgeving (maatregel 66 van COM(2006) 690). De vereenvoudigingen komen zowel de marktdeelnemers als de belastingautoriteiten van de lidstaten ten goede. De "winst" kan evenwel niet in cijfers worden uitgedrukt. Het voorstel verhoogt de rechtszekerheid en vermindert de administratieve lasten van marktdeelnemers en nationale belastingautoriteiten. Aangezien de kostengevolgen positief zijn, zouden er ook geen negatieve gevolgen mogen zijn voor de prijs van verzekerings- en financiële diensten voor de eindverbruiker. |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

211 | Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Fiscalis-seminar in december 2004 in Dublin met vertegenwoordigers van de verzekerings- en financiëledienstensector en van de belastingautoriteiten van de lidstaten. Belastingconferentie op 11 mei 2006 in Brussel met vertegenwoordigers van de verzekerings- en financiëledienstensector en van de belastingautoriteiten van de lidstaten. Openbare raadpleging van de stakeholders in juni 2006. Fiscalis-seminar in maart 2007. Publicatie van werkdocumenten met eerste wetgevingsvoorstellen op de website van het directoraat-generaal in juni 2007. Rondetafel met de stakeholders in juli 2007. |

212 | Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Op het Fiscalis-seminar in december 2004 in Dublin zijn de verschillende knelpunten voor de marktdeelnemers geanalyseerd, met name het fenomeen van de outsourcing, en hebben zowel de marktdeelnemers als de lidstaten de conclusie getrokken dat een wetgevingsinitiatief van de diensten van de Commissie noodzakelijk is. In het vervolg op dit seminar heeft DG Taxud een onafhankelijk deskundige een studie laten verrichten om meer inzicht te verwerven in de economische gevolgen van de btw-vrijstelling voor financiële en verzekeringsdiensten, en heeft het met de lidstaten en DG Markt bilateraal overleg gevoerd, wat heeft geresulteerd in een basisdocument (Taxud-werkdocument 1802/06) met een overzicht van de fundamentele problemen die in kaart waren gebracht en mogelijke technische oplossingen. Dit document is besproken met de stakeholders en de lidstaten op de belastingconferentie van mei 2006 in Brussel. In maart 2007 heeft een tweede Fiscalis-seminar plaatsgevonden met als doel de betrokken ambtenaren van de nationale belastingdiensten vertrouwd te maken met het beleid waarop de wijzigingen in het regelgevingskader zijn gegrondvest en de economische factoren die de grensoverschrijdende financiële integratie voortstuwen. Ook problemen in verband met de praktische uitvoering van de huidige wetgeving zijn aan bod gekomen. De wetgevingsvoorstellen zijn uitvoerig besproken met alle stakeholders. |

213 | Van 9 mei 2006 tot 9 juni 2006 heeft via het internet een openbare raadpleging plaatsgevonden. De Commissie heeft 82 reacties ontvangen. De resultaten zijn beschikbaar op http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/consultations/tax/article_2447_en.htm. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

221 | Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden Studie om meer inzicht te verwerven in de economische gevolgen van de btw-vrijstelling voor financiële en verzekeringsdiensten (opdracht Taxud/2005/AO-006). |

222 | Gebruikte methode Onafhankelijke externe studie. |

223 | Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen Price Waterhouse Coopers |

2249 | Samenvatting van de ontvangen en gebruikte adviezen Er zijn geen mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen genoemd. |

225 | De conclusies van de studie, de eigen analyse van de Commissie in Taxud-werkdocument 1802/06 en de reacties van de stakeholders in de openbare raadpleging waren grotendeels gelijkluidend, waardoor DG Taxud de noodzakelijke prioriteiten kon vastleggen en zich op de meest passende oplossingen kon concentreren. |

226 | Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek Publicatie op de website van het DG: http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/publications/studies/index_en.htm. |

230 | Effectbeoordeling De onderzochte mogelijkheden zijn uitvoerig beschreven in de effectbeoordeling. Heffing tegen nultarief – blz. 31. Uitbreiding van het toepassingsgebied van vrijgestelde diensten - blz. 32. Uniforme beperkte aftrek van voorbelasting – blz. 33. Mogelijkheid om voor belastingheffing te kiezen – blz. 34. Grensoverschrijdende btw-entiteiten – blz. 37. Juridische eenheden en grensoverschrijdende transacties – blz. 37. Btw-samenwerkingsverbanden – blz. 38. Kostendelingsregelingen – blz. 41. Verlaagd btw-tarief voor ingekochte diensten – blz. 44. Andere mogelijkheden – blz. 44. |

231 | De Commissie heeft een effectbeoordeling volgens het werkprogramma verricht en haar rapport is beschikbaar als Taxud-document 15570. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel Dit voorstel omvat drie maatregelen: - een verduidelijking van de btw-vrijstellingsregels voor verzekerings- en financiële diensten; - een verruiming van de bestaande mogelijkheid om voor belastingheffing te kiezen, door het keuzerecht over te dragen van de lidstaten naar de marktdeelnemers; - de introductie van een samenwerkingsverband, dat marktdeelnemers in staat stelt hun investeringen te poolen en de kosten ervan met vrijstelling van btw van het samenwerkingsverband over de leden om te slaan. |

310 | Rechtsgrondslag Artikel 93 van het Verdrag. |

329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: |

331 | De voorstellen zijn opgenomen in een ontwerp-richtlijn. Er kan slechts één juiste uitlegging van de btw-vrijstellingsregels voor verzekerings- en financiële diensten bestaan die in de gehele Gemeenschap van toepassing is. Dit doel kan alleen worden verwezenlijkt door een aanpassing van de bestaande regels in Richtlijn 2006/112/EG. Om verleners van vrijgestelde verzekerings- en financiële diensten in staat te stellen hun investeringen te poolen en vervolgens met vrijstelling van btw van het samenwerkingsverband over de leden om te slaan, moet een passend mechanisme worden opgezet dat ook in grensoverschrijdende situaties functioneert. Een dergelijk mechanisme kan alleen worden opgezet door Richtlijn 2006/112/EG te wijzigen. |

332 | Duidelijke regels op basis van economische criteria beperken het conflictgehalte en scheppen zo een klimaat van rechtszekerheid waarin de administratieve lasten om, eventueel met meerdere lidstaten, overeenstemming te bereiken over de uitlegging en de toepassing van de regels, aanzienlijk worden verminderd. |

Keuze van instrumenten |

341 | Voorgesteld(e) instrument(en): richtlijn. |

342 | Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn: De bestaande Richtlijn 2006/112/EG van de Raad kan slechts met een andere richtlijn worden gewijzigd. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

AANVULLENDE INFORMATIE |

510 | Vereenvoudiging |

511 | Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van wetgeving. |

512 | Deze vereenvoudiging behelst het volgende: - de toepassing van de btw-vrijstelling wordt afhankelijk gesteld van objectieve economische criteria waardoor de vrijstelling beter kan worden beheerd; - er wordt verduidelijkt dat de vrijstelling geldt voor iedere component van een verzekerings- of financiële dienst die een afzonderlijk geheel vormt en het kenmerkende en essentiële karakter van de vrijgestelde dienst in kwestie heeft, waardoor er minder aanleiding tot geschillen is; - voor verzekerings- en financiële diensten wordt het gemeenschappelijke geharmoniseerde begrip "bemiddeling" ingevoerd, waardoor voor verzekeringen en financiële diensten dezelfde beginselen gelden. |

550 | Transponeringstabel De lidstaten moeten de Commissie de tekst van de nationale bepalingen tot omzetting van de richtlijn meedelen, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |

1. 2007/0267 (CNS)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Gezien het advies van het Europees Parlement[2],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[3],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De financiëledienstensector levert een belangrijke bijdrage aan de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, maar kan zijn rol slechts vervullen wanneer op de interne markt neutrale concurrentievoorwaarden heersen. Er moet worden voorzien in een kader dat rechtszekerheid biedt voor de btw-behandeling van financiële producten en van de verkoop en het beheer van die producten.

(2) De bestaande btw-vrijstellingsregels voor financiële en verzekeringsdiensten die zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[4], zijn achterhaald en worden op uiteenlopende wijze uitgelegd en toegepast. De complexiteit van de regelgeving en de verschillen in administratieve praktijken veroorzaken rechtsonzekerheid bij de marktdeelnemers en de belastingautoriteiten. Deze onzekerheid heeft aanleiding gegeven tot talrijke geschillen en heeft de administratieve lasten verhoogd. Er moet derhalve worden verduidelijkt welke verzekerings- en financiële diensten zijn vrijgesteld, om aldus meer rechtszekerheid te creëren en de administratieve lasten voor de marktdeelnemers en de autoriteiten te verminderen.

(3) Om de neutraliteit van de belasting te garanderen, moeten de vrijstellingen worden gekoppeld aan de aard van de betrokken diensten, op basis van objectieve economische criteria, en niet aan de personen die deze diensten verrichten.

(4) Er bestaat met name onzekerheid ten aanzien van de outsourcing van activiteiten aan onafhankelijke partijen en ten aanzien van de pooling van activiteiten met meerdere marktdeelnemers. Om dit te verhelpen, moet worden verduidelijkt dat activiteiten die een component van een verzekerings- of financiële dienst zijn, een afzonderlijk geheel vormen en het kenmerkende en essentiële karakter van de vrijgestelde dienst hebben, onder de vrijstelling vallen die van toepassing is op de dienst in kwestie.

(5) Bemiddeling bij verzekeringsdiensten en bemiddeling bij financiële diensten vereisen vergelijkbare werkwijzen. Daarom moeten beide vormen van bemiddeling op dezelfde wijze worden behandeld.

(6) Met de modernisering van de vrijstellingen voor verzekerings- en financiële diensten is ook aansluiting gezocht bij de regelgeving van de interne markt, met name het Actieplan voor financiële diensten[5] en de regels betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten. Teneinde evenwel rekening te houden met het vereiste dat btw-vrijstellingen strikt dienen te worden uitgelegd, moeten vrijgestelde verzekerings- en financiële diensten in sommige gevallen enger worden omschreven dan in de regelgeving van de interne markt.

(7) Verzekerings- en financiëledienstverleners kunnen steeds vaker de voorbelasting op de door hen ingekochte prestaties precies toerekenen aan de te belasten diensten die zij verrichten. Wanneer deze diensten op een vergoeding zijn gebaseerd, kan de maatstaf van heffing voor deze diensten gemakkelijk worden bepaald. Daarom moeten ook deze marktdeelnemers de mogelijkheid krijgen om voor belastingheffing te kiezen.

(8) Door de grensoverschrijdende samenwerking te versterken kunnen verzekerings- en financiëledienstverleners hun concurrentievermogen verbeteren en de interne markt tot stand helpen brengen. Op voorwaarde dat het beginsel van belastingneutraliteit in acht wordt genomen, moeten deze marktdeelnemers derhalve het recht krijgen om voor belastingheffing te kiezen en samen te werken op basis van kostendeling.

(9) Richtlijn 2006/112/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 135 wordt als volgt gewijzigd:

(a) In lid 1 worden de punten a) tot en met g) vervangen door:

"a) verzekering en herverzekering;

b) verlening van krediet en garantiestelling voor schuldvorderingen uit hoofde van de verlening van krediet;

c) handelingen betreffende financiële deposito's en rekeningbeheer;

d) wisselen van valuta's en terbeschikkingstelling van contant geld;

e) levering van effecten;

f) bemiddeling bij verzekerings- en financiële handelingen als bedoeld in de punten a) tot en met e);

g) beheer van beleggingsfondsen;".

(b) De volgende leden 1 bis, 1 ter en 1 quater worden ingevoegd:

"1 bis. De in lid 1, punten a) tot en met e), vastgestelde vrijstellingen gelden voor iedere component van een verzekerings- of financiële dienst die een afzonderlijk geheel vormt en het kenmerkende en essentiële karakter van de vrijgestelde dienst heeft.

1 ter. Wanneer een samengestelde handeling een op zichzelf staande verzekeringscomponent omvat, geldt de verzekering als een afzonderlijke dienst die is vrijgesteld krachtens lid 1, punt a).

1 quater. Wanneer de levering van goederen of diensten een niet op zichzelf staande verlening van krediet omvat, geldt de verlening van krediet niet als een afzonderlijke dienst die is vrijgesteld krachtens lid 1, punt b).".

(2) Het volgende artikel 135 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 135 bis

Met het oog op de toepassing van de in artikel 135, lid 1, punten a) tot en met g), vastgestelde vrijstellingen gelden de volgende definities:

(1) "verzekering en herverzekering": een overeenkomst waarbij een partij zich tegen betaling ertoe verbindt een andere partij een in de overeenkomst bepaalde vergoeding of uitkering te verstrekken indien een risico intreedt;

(2) "verlening van krediet": het lenen van geld of de toezegging tot het lenen van geld;

(3) "garantiestelling voor schuldvorderingen": het aanvaarden van de aansprakelijkheid voor de schuldvorderingen van een andere partij;

(4) "financieel deposito": gelddeposito dat wordt aangehouden in naam van de deposant, die rechten behoudt op het deposito, dat moet worden terugbetaald volgens de toepasselijke wettelijke en contractuele voorwaarden;

(5) "rekeningbeheer": het beheer van een geldrekening ten behoeve van een cliënt;

(6) "wisselen van valuta's": dienst waarbij bankbiljetten of munten die gewoonlijk als wettig betaalmiddel worden gebruikt, deposito's of geld op een geldrekening op basis van wisselkoersen tussen nationale valuta's in een andere valuta worden gewisseld;

(7) "contant geld": bankbiljetten en munten die gewoonlijk als wettig betaalmiddel worden gebruikt, of verhandelbare betaalmiddelen;

(8) "levering van effecten": de levering van verhandelbare instrumenten - met uitzondering van instrumenten die goederen of de in artikel 15, lid 2, bedoelde rechten vertegenwoordigen - die een financiële waarde belichamen en tot een of meer van de volgende posities leiden:

a) aandeelhouderschap in een vennootschap of andere entiteit;

b) crediteurschap ter zake van schuldvorderingen;

c) bezit van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in de effecten als bedoeld in de punten a) en b), in andere vrijgestelde financiële instrumenten als bedoeld in artikel 135, lid 1, punten a) tot en met d), of in andere instellingen voor collectieve belegging;

(9) "bemiddeling bij verzekerings- en financiële handelingen": door een derde tussenpersoon verrichte dienst ten behoeve van en tegen betaling door een contractpartij, in de vorm van een afzonderlijke daad van bemiddeling met betrekking tot de in artikel 135, lid 1, punten a) tot en met e), bedoelde verzekerings- of financiële handelingen;

(10) "beleggingsfondsen": instellingen voor collectieve belegging in de vrijgestelde financiële instrumenten als bedoeld in artikel 135, lid 1, punten a) tot en met e), en in onroerende goederen;

(11) "beheer van beleggingsfondsen": activiteiten die ertoe strekken de beleggingsdoelen van het betrokken beleggingsfonds te verwezenlijken.".

(3) In artikel 137, lid 1, wordt punt a) geschrapt.

(4) De volgende artikelen 137 bis en 137 ter worden ingevoegd:

"Artikel 137 bis

1. Met ingang van 1 januari 2012 verlenen de lidstaten de belastingplichtigen het recht om ter zake van de in artikel 135, lid 1, punten a) tot en met g), bedoelde diensten voor belastingheffing te kiezen.

2. De Raad stelt de voor de uitvoering van lid 1 vereiste maatregelen vast overeenkomstig de procedure van artikel 397. Zolang de Raad deze maatregelen niet heeft vastgesteld, kunnen de lidstaten de nadere regels voor de uitoefening van het in lid 1 genoemde keuzerecht bepalen.

Artikel 137 ter

De lidstaten verlenen vrijstelling voor de diensten die samenwerkingsverbanden van belastingplichtigen ten behoeve van hun leden verrichten, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(1) het samenwerkingsverband en alle leden zijn in de Gemeenschap gevestigd of woonachtig;

(2) het samenwerkingsverband verricht een autonome activiteit en treedt op als een onafhankelijke entiteit ten aanzien van zijn leden;

(3) de leden van het samenwerkingsverband verrichten diensten die zijn vrijgesteld krachtens artikel 135, lid 1, punten a) tot en met g), of andere diensten ter zake waarvan zij niet als belastingplichtige worden aangemerkt;

(4) de diensten worden door het samenwerkingsverband uitsluitend ten behoeve van de leden verricht en zijn noodzakelijk om de leden in staat te stellen diensten te verlenen die zijn vrijgesteld krachtens artikel 135, lid 1, punten a) tot en met g);

(5) het samenwerkingsverband vordert van zijn leden slechts de precieze terugbetaling van hun aandeel in de gezamenlijke kosten, met uitsluiting van verrekenprijscorrecties ten behoeve van de directe belastingen.".

(5) In artikel 174, lid 2, wordt punt c) vervangen door:

"c) de omzet met betrekking tot de in artikel 135, lid 1, punten b) tot en met g), bedoelde financiële handelingen die bijkomstig zijn.".

Artikel 2 Omzetting

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2009 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de […] dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De voorzitter

[…]

[1] PB C […] van […], blz. […].

[2] PB C […] van […], blz. […].

[3] PB C […] van […], blz. […].

[4] PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/138/EG (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 92).

[5] COM(1999) 232.