19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/54


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en –bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

(2006/C 312/10)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-12

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Centrum

INLEIDING

1.

Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (hierna het „Centrum” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1). Hoofdtaak van het Centrum is informatie te verzamelen en te verspreiden betreffende de preventie en bestrijding van ziekten bij de mens en daarover wetenschappelijke adviezen te verstrekken. Het Centrum moet ook Europese netwerken coördineren die op dit gebied werkzaam zijn. Het Centrum is sinds de tweede helft van 2005 zelfstandig (2).

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Centrum. Essentiële gegevens uit de door het Centrum opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (3) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Centrum.

4.

De rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (4) werden overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 851/2004 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005 wordt gekenmerkt door een laag vastleggingspercentage (84 %) en een hoog percentage overdrachten, dat over het geheel genomen 35 % en bij de beleidsuitgaven vrijwel 90 % bedraagt. Deze situatie is ten dele te wijten aan problemen die inherent zijn aan de aanloopperiode van het Centrum. Het Centrum dient voortaan bedacht te zijn op het risico dat het zijn middelen nodeloos mobiliseert, en moet met name zijn activiteiten strikt programmeren.

8.

De Rekenkamer constateert dat niet werd overgeschakeld op activiteitengeoriënteerd management, hoewel het financieel reglement van het Centrum de invoering daarvan voorschrijft zoals dat is gedaan voor de algemene begroting teneinde de prestaties beter te kunnen volgen. In dit verband mag de verwezenlijking van de doelstellingen van het Centrum niet worden gereduceerd tot het uitvoeren van een reeks taken, maar moet deze worden afgemeten aan de bijdrage tot de in zijn basisverordening genoemde streefdoelen. Het werkprogramma van het Centrum moet in principe deze bijdrage uitdrukken in operationele en meetbare termen.

9.

De bij de Commissie ingediende verzoeken om betaling van subsidies moeten worden onderbouwd met een raming van de kasmiddelenbehoeften (5). Het Centrum beschikt niet over een systeem waarmee dergelijke ramingen kunnen worden opgesteld.

10.

Het financieel reglement van het Centrum bepaalt dat de ordonnateur een vastlegging in de begroting moet verrichten alvorens ten aanzien van derden een juridische verbintenis aan te gaan. Voor de uitgaven van het Centrum in 2005 is echter geen vastlegging in de begroting vóór de juridische verbintenis verricht. In dezelfde periode zijn alle betalingen van het Centrum door de rekenplichtige verricht zonder dat de ordonnateur betalingsopdrachten had gegeven (6).

11.

In strijd met de regelgeving is de boekhouding van het Centrum in 2005 niet dubbel gevoerd, waardoor het risico bestaat dat er fouten zijn gemaakt.

12.

De documentatie van de procedures voor de selectie van het personeel vertoont lacunes: de besluiten betreffende de benoeming en de samenstelling van de selectiecomités en het eindrapport van de selectiecomités over hun werkzaamheden zijn niet geformaliseerd. Het Centrum zou in een periode waarin het zijn basispersoneel in dienst neemt bijzonder moeten letten op de striktheid van zijn selectieprocedures.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  De betaling van de salarissen moet nog steeds door de Commissie worden verzekerd, op basis van een door de directeur verleende delegatie van bevoegdheden.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  Deze rekeningen werden op 29 juni 2006 opgesteld en zijn op 4 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(5)  Artikel 50 van het financieel reglement van het Centrum.

(6)  Artikel 66 van het financieel reglement van het Centrum.


Tabel 1

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 851/2004

Organisatie

Ter beschikking van het Centrum gestelde middelen

In 2005 geleverde producten en diensten

Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd. Het optreden van de Gemeenschap, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs.

(Artikel 152 van het Verdrag)

Doelstellingen

Het versterken van de afweer tegen besmettelijke ziekten in Europa; meer bepaald het opsporen, beoordelen en meedelen van reeds aanwezige en zich ontwikkelende risico's voor de menselijke gezondheid als gevolg van overdraagbare ziekten.

Hiertoe beheert het Centrum gespecialiseerde surveillancenetwerken, geeft het wetenschappelijke adviezen, beheert het het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen en voorziet het in wetenschappelijke en technische bijstand en opleiding.

Taken

Beheer van de gespecialiseerde surveillancenetwerken voor ziekten en stimuleren van netwerkactiviteiten. Het Centrum moet een specifieke rol spelen bij het verzamelen, valideren, analyseren en verspreiden van de gegevens.

Adviezen van erkende experts en adviezen en wetenschappelijke studies op het gebied van overdraagbare ziekten verstrekken.

Beheer van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen. Opzetten van procedures voor de opsporing van nieuwe bedreigingen voor de gezondheid.

Versterken van de capaciteit van de lidstaten inzake planning van voorbereiding en opleiding.

De bevolking en de belanghebbenden informeren over zijn werkzaamheden.

1) Raad van bestuur

Een door elke lidstaat benoemd lid, twee door het Europees Parlement aangewezen leden en drie leden die de Commissie vertegenwoordigen.

De Raad stelt het jaarprogramma en de jaarbegroting van het Centrum vast en ziet toe op de uitvoering ervan.

2) Directeur

Benoemd door de Raad van bestuur op basis van een lijst van door de Commissie voorgedragen kandidaten.

3) Adviesforum

Een vertegenwoordiger van elke lidstaat en drie vertegenwoordigers van de Commissie zonder stemrecht.

Het forum heeft tot taak, het hoge wetenschappelijke niveau en de onafhankelijkheid van de werkzaamheden en adviezen van het Centrum te waarborgen.

4) Externe controle

Rekenkamer

5) Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting voor 2005

4,85 miljoen euro, waarvan 98 % communautaire subsidie.

Personeelsbestand

Posten in de lijst van het aantal ambten: 29

waarvan bezet: 22

plus 20 andere dienstverbanden.

Totaal aantal werknemers: 42

waarvan er

–17 uitvoerende en

–25 administratieve taken verrichten.

Opstellen van protocollen voor de evaluatie van netwerken;

opstellen van een document voor de planning van de toekomstige strategie betreffende de surveillanceactiviteiten in Europa;

oprichten van wetenschappelijke groepen voor elk van de zes groepen ziekten waarvan de lijst is opgenomen in Besluit nr. 2119/98/EG;

uitbrengen van adviezen van experts en richtlijnen over vogelgriep;

verantwoordelijkheid voor het systeem van vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (102 gevallen betreffende de volksgezondheid gesignaleerd en onderzocht);

opstellen van protocollen en richtsnoeren voor de inzet van hulpteams in geval van een epidemie;

uitvoeren van twee interventies bij epidemie;

opstellen en invoeren van een procedure voor de coördinatie in geval van gevaar voor de volksgezondheid (Commissie, lidstaten, WHO);

verspreiden van 21 wekelijkse epidemiologische verslagen via de krant Eurosurveillance.

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.

EUROPEES CENTRUM VOOR ZIEKTEPREVENTIE EN -BESTRIJDING

Bron: Gegevens van het Centrum — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies (1)

4 852

3 402

Titel I

Personeel

2 531

2 282

1 895

362

274

 

 

 

Titel II

Administratie

1 238

1 174

638

535

65

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

1 083

610

70

541

472

Totaal

4 852

3 402

Totaal

4 852

4 066

2 603

1 438

811


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

2 646

Overige subsidies/ontvangsten

0

Totaal (a)

2 646

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

171

Administratieve uitgaven

1 185

Beleidsuitgaven

326

Totaal (b)

1 682

Exploitatieresultaat (c = a – b)

964

Overige opbrengsten (d)

0

Overige kosten (e)

11

Economisch resultaat (f = c + d – e)

953


Tabel 4

Balans per 31 december 2005

(1000 EUR)

 

2005

Activa

Vaste activa

245

Vorderingen

320

Kasmiddelen

2 059

Totaal

2 624

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

953

Schulden op korte termijn

1 671

Totaal

2 624


(1)  Inclusief de onder verantwoordelijkheid van de Commissie beheerde kredieten.


ANTWOORD VAN HET CENTRUM

7.

De redenen voor de relatief lage begrotingsuitvoering en het hoge percentage overdrachten hielden voornamelijk verband met de aanloopfase van het Centrum. Het ECDC boekt snel vorderingen en concentreert zich op zijn planning voor een optimale besteding van de hem toegekende middelen in 2006.

8.

In de tweede helft van 2005 is de basis gelegd voor een activiteitengeoriënteerde planning. In 2006 voert het Centrum geleidelijk aan de noodzakelijke systemen en processen in teneinde een betrouwbare en transparante activiteitengeoriënteerde verslaglegging te garanderen.

9.

Het Centrum beschikte in 2005 niet over een adequaat systeem voor het volgen van de kasmiddelenbehoeften omdat het zich nog in de aanloopfase bevond. In februari 2006 werd begonnen met elementaire ramingen van de kasmiddelenbehoeften, en naarmate het Centrum zijn verslagleggingssystemen verder ontwikkelt, zullen deze ramingen verder worden verfijnd.

10.

De door de Rekenkamer beschreven situatie was aanvankelijk toe te schrijven aan het ontbreken van de juiste IC-tools bij het Centrum. In 2005 werd een financieel systeem opgezet dat begin 2006 volledig operationeel werd. Er konden in 2005 geen automatische betalingsopdrachten worden gegeven omdat er geen geautomatiseerd begrotingssysteem was. Niettemin werden er pas betalingen verricht nadat de verzekering was ontvangen dat de desbetreffende informatie, machtigingen en handtekeningen voorhanden waren. Sinds 2006 worden alle betalingsopdrachten systematisch verwerkt en goedgekeurd.

11.

In de aanloopperiode in 2005 beschikte het Centrum niet over een geautomatiseerd boekhoudsysteem. In de loop van 2006 heeft het Centrum alle noodzakelijke software geïnstalleerd en werkt het nu met een volledig geautomatiseerd boekhoudsysteem.

12.

In aansluiting op de opmerking van de Rekenkamer worden de aanwervingsprocessen nu uitgebreider gedocumenteerd en consequent geformaliseerd. Voorrang wordt gegeven aan een solide capaciteit voor de werving van personeel, teneinde ervoor te zorgen dat het aanwervingsproces in de opbouwfase van het Centrum transparant en rigoureus is.