52006PC0647

Voorstel voor een Verordening (EG, Euratom) van de Raad tot aanpassing, met ingang van 1 januari 2007, van de vergoeding van dienstreizen in Bulgarije en Roemenië voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen /* COM/2006/0647 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 31.10.2006

COM(2006)647 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING (EG, EURATOM) VAN DE RAAD

tot aanpassing, met ingang van 1 januari 2007, van de vergoeding van dienstreizen in Bulgarije en Roemenië voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

(door de Commissie ingediend)

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

Motivering en doel van het voorstel Overeenkomstig artikel 71 van het Statuut hebben de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen recht op vergoeding van de bij de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. |

Algemene context De bedragen van de kostenvergoeding in geval van dienstreizen in Bulgarije en Roemenië zijn vastgesteld volgens de voor derde landen geldende voorwaarden; deze bedragen zijn sinds 2001 niet gewijzigd, terwijl zij voor de 25 lidstaten van de Europese Unie in 2006 zijn aangepast. Bovendien zijn de bedragen voor de twee landen in kwestie vastgesteld volgens andere berekeningswijzen dan bij de aanpassing van 2006. |

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Volgens artikel 13 van bijlage VII van het Statuut betreffende de voorschriften voor de bezoldiging en de kostenvergoeding worden de aan de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen overgemaakte bedragen voor de vergoeding van dienstreizen in de lidstaten in principe regelmatig herzien. |

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Over het voorstel is met de vertegenwoordigers van het personeel overleg gepleegd volgens de geldende procedures. |

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Het voorstel houdt rekening met de adviezen van de geraadpleegde partijen. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

Effectbeoordeling - Het voorstel strekt tot aanpassing van de dagvergoeding en de maximale vergoeding van hotelkosten bij dienstreizen overeenkomstig de geldende wetgeving. - De geldende regelgeving laat geen ruimte voor alternatieven. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Wegens de voorziene toetreding van Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2007 valt de kostenvergoeding in geval van dienstreizen in genoemde landen voor ambtenaren en andere personeelsleden vanaf dat tijdstip onder de juridische regeling van artikel 13 van bijlage VII van het Statuut. Naar aanleiding van de aanpassing waartoe in 2006 voor de andere lidstaten is besloten, moeten de voor deze twee landen vastgestelde tarieven ook aangepast worden gezien de prijsontwikkeling sinds 2001 en om een discrepantie te vermijden tussen de methoden voor het vaststellen van vergoedingen voor dienstreizen in deze beide landen en die in de bestaande lidstaten. |

Rechtsgrondslag De rechtsgrondslag is artikel 13 van bijlage VII van het Statuut. |

Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: |

- In bijlage VII van het Statuut is bepaald dat, om de vergoeding te wijzigen, de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid besluit. |

- De financiële last is het rechtstreekse gevolg van het doorvoeren van de aanpassing waarin het Statuut voorziet. |

Keuze van instrumenten |

Voorgesteld(e) instrument(en): verordening. |

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: - Artikel 13 van bijlage VII van het Statuut voorziet in een verordening van de Raad. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

De gevolgen van de aanpassing van de vergoeding van dienstreizen voor de administratieve uitgaven zijn uiteengezet in bijgevoegd financieel memorandum (gemiddelde verlaging van de dagvergoeding met 15 %, wat neerkomt op een jaarlijkse kostenverlaging van 0,08 miljoen EUR voor alle instellingen samen, waarvan 0,06 miljoen EUR voor de Commissie). |

1. Voorstel voor een

VERORDENING (EG, EURATOM) VAN DE RAAD

tot aanpassing, met ingang van 1 januari 2007, van de vergoeding van dienstreizen in Bulgarije en Roemenië[1] voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, inzonderheid op artikel 2 van het Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68[2] en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. ….[3], en met name op artikel 13 van bijlage VII van voornoemd Statuut,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Wegens de toetreding van Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2007 valt de vergoeding van de kosten van dienstreizen in genoemde landen voor ambtenaren en andere personeelsleden voortaan onder de juridische regeling van artikel 13 van bijlage VII van het Statuut,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 13, lid 2, van bijlage VII van het Statuut opgenomen bedragen voor de vergoeding van dienstreizen worden vervangen door de bedragen in onderstaande tabel.

Bestemming | Maximum hotel | Dagvergoeding |

België Bulgarije Tsjechische Republiek Denemarken Duitsland Estland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk | 140 169 155 150 115 110 140 125 150 150 135 145 145 115 145 150 115 170 130 145 120 170 110 125 140 160 175 | 92 58 75 120 93 71 82 87 95 104 95 93 66 68 92 72 90 93 95 72 84 52 70 80 104 97 101 |

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Zij is met ingang van 1 januari 2007 van toepassing.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Verordening (EG, EURATOM) van de Raad tot aanpassing, met ingang van 1 januari 2007, van de vergoeding van dienstreizen in Bulgarije en Roemenië voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.

2. ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

Betreft potentieel alle gebieden en activiteiten.

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)), inclusief omschrijving:

Uitgaven Commissie: | XX.010211 (Algemene toewijzing) |

XX.0104yy, voor de toepasselijke XX en yy |

XX.010503 (Onderzoek), voor de toepasselijke XX |

24.010600 (OLAF) |

25.010203 (Bijzondere adviseurs) |

25.010213 (Leden van de Commissie) |

25.010901 (Publicatiebureau) |

26.012x00 (Administratieve bureaus), voor de toepasselijke x |

26.015002 (ADMIN – deelname aan jury’s) |

26.015006 (ADMIN - terbeschikkingstelling van ambtenaren en stages) |

06.xxxxxx (lijnen xxxxxx ter dekking van de kosten van dienstreizen van de nucleaire inspecteurs) |

11.xxxxxx (idem visserij-inspecteurs) |

17.xxxxxx (idem veterinaire en fytosanitaire inspecteurs) |

Uitgaven andere instellingen: | Artikel 130 (EP, Raad, HvJ, Rekenkamer) |

Artikel 104 (leden HvJ, Rekenkamer) |

3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

Onbepaald

3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

Begrotings-onderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruit-zichten |

Zie punt 3.1 | NVU | NGK[4] | NEE | NEE | NEE | Nr. [5] |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Soort uitgave | Punt nr. | Jaar n | n +1 | N + 2 | n +3 | n +4 | n + 5 e.v. | Totaal |

Beleidsuitgaven[5]: niet van toepassing |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[6]: niet van toepassing |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG: niet van toepassing |

Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen[7] |

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK)[8] | 8.2.6 | e | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | n.b. |

Totale indicatieve kosten van de maatregel

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | n.b. |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | n.b. |

De personeels- en administratieve uitgaven van de Commissie zullen in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure ten laste worden gebracht van de begroting van het beherende DG.

Medefinanciering

Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[9] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

Opmerking: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.

4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financieel memorandum de volgende aanvullende informatie:

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Statutaire verplichting

5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

niet van toepassing

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het GPA

niet van toepassing

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)[10]

( Gecentraliseerd beheer

X rechtstreeks door de Commissie: PMO

- ( gedelegeerd aan:

- ( uitvoerende agentschappen

- ( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

- ( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbare dienstverleningstaak

( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

- ( met lidstaten

- ( met derde landen

( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen:

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

niet van toepassing

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

niet van toepassing

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

niet van toepassing

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Evalutie om de twee jaar.

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

niet van toepassing

8. MIDDELEN

8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel: niet van toepassing

8.2. Administratieve uitgaven

8.2.1. Aantal en soort personeelsleden: niet van toepassing

8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel

(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

- ( Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

- ( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

- ( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

- ( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

- ( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag XX 01 04/05 –Uitgaven voor administratief beheer

8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL |

XX 01 02 11 01 – Dienstreizen[11] | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | - 0.08 (- 0,06) | n.b. |

XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen |

XX 01 02 11 03 – Comités[12] |

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen |

XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen |

2. Totaal andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) |

3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) |

Totaal andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen |

Berekening – Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen Het voorstel voor een verordening heeft betrekking op twee aspecten van de vergoeding van de kosten van dienstreizen: (1) de maximale vergoeding van hotelkosten en (2) de dagvergoeding.

Voor de hotelkosten wordt voorgesteld de maximumbedragen van de hotelkosten zodanig aan te passen dat, voor Bulgarije en Roemenië, 90% van de feitelijke hotelrekeningen die tussen 1 april 2005 en 30 maart 2006 aan EU-ambtenaren werden vergoed onder het genoemde maximumbedrag liggen. Door deze aanpak zal voor slechts 10% van de dienstreizen om een uitzondering moeten worden verzocht wegens overschrijding van het maximumbedrag. Voor de vaststelling van de maximumbedragen geldt de methode die nu voor dienstreizen in andere EU-lidstaten wordt toegepast. De beoogde aanpassing van de maximale vergoeding van logies heeft geen gevolgen voor de jaarlijkse begroting omdat de voorgestelde maxima gebaseerd zijn op de kosten die effectief zijn vastgesteld.

Wat de dagvergoedingen betreft wordt voorgesteld het bedrag ervan op basis van de dagvergoeding voor België (d.w.z. 92 EUR) vast te stellen, en de voor Bulgarije en Roemenië geldende aanpassingscoëfficiënten (zonder logieskosten) daarop toe te passen. Deze methode is dezelfde als die welke wordt gebruikt voor de vaststelling van de dagvergoeding in de 25 lidstaten.

Door het voorstel tot aanpassing van de dagvergoedingen dalen deze kosten gemiddeld met 15%, wat – herleid tot de uitgaven van alle instellingen tezamen – op een verlaging van 0,08 miljoen EUR per jaar neerkomt, waarvan 0,06 miljoen EUR voor de Commissie.

[1] Dit voorstel is gebaseerd op de hypothese dat Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2007 toetreden. Mocht hierin verandering komen dan zal het voorstel dienovereenkomstig worden veranderd.

[2] PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

[3] PB […] van […], blz. 1.

[4] Niet-gesplitste kredieten.

[5] Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

[6] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

[7] Uitgaven in het kader van hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05.

[8] Het cijfer tussen haakjes komt overeen met de budgettaire gevolgen van de hervorming voor de Commissie alleen.

[9] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[10] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

[11] Het cijfer tussen haakjes komt overeen met de budgettaire gevolgen van de hervorming voor de Commissie alleen.

[12] Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.