52006PC0306

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan /* COM/2006/0306 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 14.6.2006

COM(2006) 306 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

In 2000 hebben de visserijstaten van het zuidelijk deel van de Indische Oceaan samen met de FAO het proces ingezet dat moet leiden tot de oprichting van een nieuwe regionale visserijorganisatie (de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan). In november 2000 kreeg de Commissie van de Raad het mandaat om namens de Gemeenschap deel te nemen aan de onderhandelingen over deze overeenkomst.

Op de vijfde intergouvernementele conferentie die in april 2005 in Mombassa, Kenia, plaatsvond, kwamen de betrokken partijen tot een voorlopige overeenkomst over een ontwerptekst. Intussen is deze tekst door een redactieteam herzien. De definitieve tekst zou in het eerste semester van 2006 klaar moeten zijn en zal vervolgens ter ondertekening voorliggen op een diplomatieke conferentie, die kort daarop zal worden gehouden.

De Europese Gemeenschap heeft visserijbelangen in de Zuid-Indische Oceaan en is ook kuststaat namens het eiland RĂ©union. Bijgevolg moet de Gemeenschap krachtens het VN-zeerechtverdrag met de andere betrokken partijen samenwerken bij het beheer en de instandhouding van de bestanden in die regio.

De Gemeenschap heeft van bij het begin aan dit proces deelgenomen en heeft een actieve en constructieve rol gespeeld. Zij heeft sinds 2004 het voorzitterschap van de intergouvernementele conferentie waargenomen en was actief betrokken bij de opstelling van de overeenkomst.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Gemeenschap is bevoegd om instandhoudings- en beheersmaatregelen voor de visbestanden vast te stellen en overeenkomsten met andere landen en internationale organisaties te sluiten.

(2) De Gemeenschap is partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, krachtens hetwelk alle leden van de internationale gemeenschap de plicht hebben samen te werken bij het beheer en de instandhouding van de levende rijkdommen van de zee.

(3) De Gemeenschap en haar lidstaten hebben de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden, ondertekend en geratificeerd.

(4) De vijfde intergouvernementele conferentie van de partijen die belang hebben bij de toekomstige visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan, heeft een ontwerpovereenkomst voorgelegd.

(5) De Gemeenschap bevist bestanden in de betrokken zone en het is in haar belang een effectieve rol te spelen bij de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Bijgevolg dient de overeenkomst te worden ondertekend,

BESLUIT:

Artikel 1

De ondertekening van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van die overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

[1] PB C [...] van [...], blz. [...].