52006PC0235

Gewijzigd voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbeschermingbeleid (2007-2013) - Aanpassing ingevolge het akkoord van 17 mei 2006 over het financieel kader 2007-2013 (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2006/0235 def. - COD 2005/0042 */


NL

Brussel, 24.5.2006

COM(2006) 235 definitief

2005/0042 B (COD)

Gewijzigd voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbeschermingbeleid (2007-2013)

Aanpassing ingevolge het akkoord van 17 mei 2006

over het financieel kader 2007-2013

(door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

TOELICHTING

1. Procedure

De Commissie heeft op 6 april 2005 een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming 2007-2013 [COM(2005) 115] goedgekeurd.

Bedoeld voorstel werd op 13 april 2005 toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 14 februari 2006 zijn advies over het voorstel van de Commissie uitgebracht (CESE 230/2006). Het Comité van de Regio's heeft op 16 februari 2006 zijn advies uitgebracht (CdR 149/2005).

De Conferentie van voorzitters van het Europees Parlement heeft op 30 juni 2005 besloten het voorstel van de Commissie te splitsen teneinde het te kunnen toewijzen aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid èn aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming met het oog op het opstellen van twee afzonderlijke verslagen. Het Europees Parlement heeft in eerste lezing ingestemd met de splitsing van het programma. Het heeft op 23 maart 2006 54 amendementen met betrekking tot een consumentenbeschermingsprogramma aangenomen.

2. Programmafinanciering

Het voorstel van de Commissie maakt deel uit van de financiële vooruitzichten 2007-2013 onder subrubriek 3B – Burgerschap. Het compromis dat begin april 2006 door de trialoog is bereikt, ging minder ver dan het oorspronkelijke Commissievoorstel, dat een verdubbeling van de uitgaven in 2013 ten opzichte van 2006 voor de consumentenbescherming en een verdrievoudiging van de uitgaven voor de volksgezondheid inhield.

De door de Commissie voor het consumentenbeleid uitgetrokken middelen werden noodzakelijk geacht om de actiegebieden van het bestaande consumentenprogramma te consolideren en uit te breiden (Besluit nr. 20/2004/EG) met bijzondere nadruk op de consolidering van de tot dusverre uitgewerkte wettelijke bepalingen, de voltooiing van het onderzoek van het consumentenacquis en de intensivering van de samenwerking bij de handhaving. Voorts waren de middelen noodzakelijk om de activiteiten van de Gemeenschap voor de opbouw van een kennis- en gegevensbestand, consumenteneducatie en capaciteitsopbouw voor consumentenorganisaties aanzienlijk uit te breiden.

3. Herzien voorstel voor een consumentenbeleidsprogramma

Om rekening te houden met het substantiële tekort in de begroting van het programma en de formele standpunten van het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité, heeft de Commissie besloten, wezenlijke veranderingen in haar oorspronkelijke voorstel aan te brengen en twee afzonderlijke voorstellen voor een volksgezondheidsprogramma en een consumentenbeleidsprogramma in te dienen. Deze zijn toegesneden op het beperkte budget.

Het onderhavige voorstel betreft een besluit tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid voor de periode 2007-2013. Daarnaast is er voor eind 2006 een apart beleidsdocument voorzien in de vorm van een Strategie voor het consumentenbeleid 2007-2013.

4. Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het voorstel van 6 april 2005 [COM(2005) 115 ]

4.1. Dekking

In het voorstel wordt een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbescherming vastgesteld. De passages over volksgezondheid en een gezamenlijke aanpak in het volksgezondheids- en consumentenbeschermingsbeleid zijn dan ook geschrapt.

Toch omvat het nieuwe voorstel belangrijke elementen van de gezamenlijke aanpak, zoals betere communicatie met de burgers, integratie van consumentenkwesties in andere beleidsgebieden en internationale samenwerking. Ook is de uitbreiding van het mandaat van het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma tot consumentenbeleid gehandhaafd.

4.2. Doelstellingen en acties (artikel 2 en bijlage 1 bij het gewijzigde voorstel)

De consumentendoelstellingen zijn nauwer vastgesteld rond twee nieuwe doelstellingen:

(1) een hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen, met name door verbeterde kennis, meer overleg en een betere behartiging van de consumentenbelangen;

(2) doeltreffende toepassing van consumentenbeschermingsvoorschriften verzekeren, met name door samenwerking bij de handhaving, informatie, educatie en verhaalsmogelijkheden.

Het aantal acties op consumentengebied is teruggebracht van 20 tot 11. De belangrijkste veranderingen kunnen als volgt worden samengevat:

– verscheidene acties – bijvoorbeeld op het gebied van gegevensverzameling en –beoordeling, doeltreffende toepassing, monitoring van omzetting en uitvoering, informatie en verhaalsmogelijkheden, en educatie – zijn gebundeld ter wille van de samenhang en in verband met de meer beperkte mogelijkheden;

– er zijn acties voor specifieke projecten ten behoeve van consumentenorganisaties geschrapt, maar de capaciteitsopbouw voor consumentenorganisaties door middel van scholing is versterkt;

– de behartiging van consumentenbelangen in internationale normalisatieorganisaties wordt niet meer genoemd. Dit aspect blijft deel uitmaken van het werkprogramma van de Europese normalisatieorganisaties. Er is ook voorzien in acties voor samenwerking bij de handhaving met derde landen;

– sommige gemeenschappelijke gezondheids- en consumentenbeschermingsacties uit het oorspronkelijke voorstel, bijvoorbeeld wat informatie betreft, zijn in het consumentenprogramma opgenomen.

Uit de in dit programma voorziene lijst met acties worden jaarlijks specifieke acties voor het werkprogramma gekozen.

4.3. Wijzen van uitvoering, inclusief programmacomité (artikelen 3-5, 8 en 9 en bijlage 2 bij gewijzigd voorstel)

De bepalingen over financiële bijdragen van de Gemeenschap, met name plafonds en begunstigden, zijn aangepast aan het standpunt van het Europees Parlement en het bestaande consumentenprogramma (Besluit nr. 20/2004/EG) en aan de wijzigingen in sommige acties (schrapping van specifieke projecten; toevoeging van nieuwe acties).

Zoals thans het geval is, moeten de vereiste maatregelen voor de uitvoering van de volgende maatregelen worden vastgesteld volgens de raadplegingsprocedure: jaarlijks werkprogramma, en regelingen voor de uitvoering van gezamenlijke acties met lidstaten, en uitgaven voor het functioneren van Europese consumentenorganisaties en Europese normalisatieorganisaties.

Bijzondere aandacht gaat uit naar de op 1 mei 2004 toegetreden lidstaten alsmede naar toekomstige lidstaten, gezien hun korte traditie van consumentenbeleid. Overeenkomstig de wens van het Europees Parlement zijn de acties ten behoeve van de consumenten van deze landen expliciet genoemd (gevallen van uitzonderlijk nut).

4.4. Financiering (artikel 6)

De financiering van het programma is in overeenstemming gebracht met het resultaat van de financiële vooruitzichten 2007-2013. Het consumentengedeelte van het gezamenlijke voorstel bedroeg ongeveer 234 miljoen euro. Het voorstel voor het consumentenprogramma bedraagt overeenkomstig de uitkomst van de onderhandelingen over de financiële vooruitzichten 156,8 miljoen euro (lopende prijzen), met inbegrip van de bijdrage voor consumentenbescherming aan de kosten van het uitvoerend agentschap.

2005/0042 B (COD)

Gewijzigd voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbeschermingbeleid (2007-2013)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 152 en 153,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [2],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [3],

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [4],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Door acties op het gebied van volksgezondheid en consumentenbescherming kan de Gemeenschap bijdragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burgers.

(2) Daarom is het zinvol een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbeschermingbeleid vast te stellen ter vervanging van Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) [5] en Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 [6]. Dezeit besluiten moeten bijgevolg worden ingetrokken.

(3) In het kader van één geïntegreerd programma, met behoud van de kernelementen en de specifieke kenmerken van de bestaande acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, kunnen de synergieën tussen de doelstellingen maximaal worden benut en kunnen de acties op deze gebieden efficiënter worden beheerd. Het samenvoegen van activiteiten op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming in één programma kan bijdragen tot de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen, namelijk burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen, hen beter in staat stellen met kennis van zaken en in hun eigen belang beslissingen te nemen, en gezondheids- en consumentendoelstellingen in alle communautaire beleidsgebieden en activiteiten integreren. Het samenvoegen van administratieve structuren en systemen kan bijdragen tot een efficiëntere uitvoering van het programma en een optimaal gebruik van de beschikbare communautaire middelen voor gezondheid en consumentenbescherming.

(4) Het gezondheidsbeleid en het consumentenbeleid hebben zowel gemeenschappelijke doelstellingen (burgers beschermen tegen risico's, hen beter in staat stellen beslissingen te nemen en gezondheids- en consumentenbelangen in alle communautaire beleidsgebieden integreren) als gemeenschappelijke instrumenten (zoals communicatie, capaciteitsopbouw voor maatschappelijke organisaties en de bevordering van internationale samenwerking met betrekking tot gezondheids- en consumentenkwesties). Eetgewoonten, zwaarlijvigheid, roken en andere consumptiegerelateerde keuzes die de gezondheid beïnvloeden, zijn voorbeelden van transversale kwesties die zowel met gezondheid als consumentenbescherming te maken hebben.

Door een gezamenlijke aanpak van deze gemeenschappelijke doelstellingen en instrumenten kunnen activiteiten die zowel op gezondheid als consumentenbescherming betrekking hebben, efficiënter en effectiever worden uitgevoerd. Op elk van beide gebieden zijn er ook afzonderlijke doelstellingen, die moeten worden verwezenlijkt met acties en instrumenten die specifiek zijn voor gezondheid of consumentenbescherming.

(35) Hoge prioriteit moet worden gegeven aan de integratie van de consumentenbelangen in elk beleid van de Gemeenschap overeenkomstig artikel 153 van het Verdrag en aan de in dit programma vastgelegde doelstellingen van consumentenbeleid. Coördinatie met andere communautaire beleidsgebieden en programma's vormt een essentieel onderdeel van de gemeenschappelijke doelstelling om in op andere beleidsgebieden volledig rekening te houden met de het gezondheids- en consumentenbeleidbelangen te integreren. Om synergieën te bevorderen en dubbel werk te voorkomen, zal in voorkomend geval gebruik worden gemaakt van moeten andere communautaire middelen en programma’s, zoals de communautaire kaderprogramma's voor onderzoek en de resultaten daarvan, de Structuurfondsen, en het communautair statistisch programma voorzien in financiële steun voor het integreren van de consumentenbelangen in hun respectieve gebieden.

(46) Het is van algemeen Europees belang dat de gezondheid, en de veiligheid van diensten en non-foodproducten, en de economische belangen van de burger, en de belangen van de consument bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten, op communautair niveau worden behartigd. De hoofddoelstellingen van het programma kunnen ook afhangen van het bestaan van gespecialiseerde netwerken die voor hun ontwikkeling en functioneren ook bijdragen van de Gemeenschap nodig hebben. Gezien de specifieke aard van de organisaties in kwestie en in gevallen van uitzonderlijk nut kan bij de verlenging van communautaire steun voor het functioneren van deze organisaties worden afgeweken van het beginsel van geleidelijke degressie van het bedrag van de communautaire steun.

(57) Bij de uitvoering van het programma moet worden voortgebouwd op de bestaande acties en structurele regelingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, waaronder het bij Besluit 2004/858/EG van de Commissie opgerichte Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma [7]. Bij de uitvoering moet ook nauw worden samengewerkt met desbetreffende organisaties en agentschappen, met name met het bij Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding [8]. Het bestaande uitvoerend agentschap dat voor het volksgezondheidsprogramma is opgericht, moet helpen bij de uitvoering van het voorgestelde nieuwe consumentenprogramma. Met het oog op kostenefficiëntie en schaalvoordelen kan dat agentschap ook helpen bij de uitvoering van het consumentenprogramma en bij de uitvoering van voorlichtingsacties over voedselveiligheid. De Commissie is voornemens haar besluit van 15 december 2004 tot oprichting van het uitvoerend agentschap dienovereenkomstig te wijzigen.

(68) De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [9], met inachtneming van de behoefte aan transparantie en een redelijk evenwicht tussen de verschillende doelstellingen van het programma.

(7) Bij de uitvoering van het programma dient ermee rekening te worden gehouden dat de interne markt niet behoorlijk zal functioneren als de consumenten in sommige lidstaten minder goed beschermd worden dan in andere. Het programma moet daarom bijzondere nadruk leggen op de bescherming en het bewustzijn van de consumenten in de op 1 mei 2004 toegetreden lidstaten om gelijke voorwaarden voor alle lidstaten van de Europese Unie te creëren.

(89) De Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd) voorziet in samenwerking op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (hierna “de EVA/EER-landen” genoemd) anderzijds. Ook andere landen moeten aan het programma kunnen deelnemen, met name de nabuurschapslanden, de landen die lidmaatschap aanvragen, de kandidaat-lidstaten en de toetredingslanden, met name rekening houdend met de mogelijke gevolgen in de Gemeenschap van gezondheidsrisico's in andere landen.

(910) Om de doelstellingen van het programma te helpen verwezenlijken, moeten de nodige betrekkingen met derde landen die niet aan het programma deelnemen, Bij de uitvoering van het programma moet samenwerking met derde landen die niet aan het programma deelnemen, worden aangemoedigd, rekening houdend met eventuele overeenkomsten tussen die landen en de Gemeenschap. Daarbij kunnen derde landen op gebieden van gemeenschappelijk belang extra activiteiten uitvoeren als aanvulling op de door dit programma gefinancierde activiteiten, maar daarvoor wordt geen financiële bijdrage uit hoofde van dit programma verleend.

(11) Bij de uitvoering van het programma moet worden samengewerkt met desbetreffende internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en gespecialiseerde VN-agentschappen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling in Europa, met het oog op een maximale effectiviteit en efficiëntie van de acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming op communautair en internationaal niveau, rekening houdend met de specifieke capaciteiten en taken van de verschillende organisaties.

(1112) Ter vergroting van De waarde en de impact van de in het kader van het programma genomen maatregelen moeten regelmatig worden gemonitord en beoordeeld, ook via door onafhankelijke externe evaluaties beoordelaars. Met het oog op de evaluatie van het consumentenbeleid is het wenselijk, voor zover mogelijk, meetbare doelstellingen te formuleren en valabele indicatoren te ontwikkelen.

(1213) Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming door de transnationale aard van de desbetreffende kwesties niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, aangezien communautaire maatregelen de gezondheid, veiligheid en economische belangen van de burgers efficiënter en effectiever kunnen beschermen dan enkel nationale maatregelen, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag maatregelen vaststellen. Communautaire maatregelen kunnen de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burgers namelijk efficiënter en effectiever beschermen dan enkel nationale maatregelen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(1314) De Commissie moet zorgen voor een vlotte overgang tussen dit programma en de twee programma's die het vervangt, met name wat betreft de continuïteit van meerjarige maatregelen en structuren voor administratieve bijstand zoals het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma. Er moet worden gezorgd voor een overgang tussen dit programma en het voorafgaande programma dat het vervangt, met name wat betreft de continuïteit van meerjarige maatregelen en de beoordeling van de resultaten van het vorige programma en van de gebieden die meer aandacht nodig hebben. Vanaf 1 januari 2014 zal de technische en administratieve bijstand zo nodig het beheer verzorgen van acties die eind 2013 nog niet zijn afgesloten.

BESLUITEN:

Artikel 1

Vaststelling van het programma

Voor de periode vanaf de dag van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2013 wordt een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbeschermingbeleid (hierna “het programma” genoemd) vastgesteld.

Artikel 2

Algemeen doel en specifieke doelstellingen

1. Het doel van dit programma zal worden bereikt door een combinatie van acties die naar gelang van de behoeften worden gekozen uit de in bijlage 1 bij dit besluit opgenomen lijst van acties en instrumenten.

2.1. Het programma dient ter aanvulling, en ondersteuning en monitoring van het beleid van de lidstaten en draagt bij tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten en tot de bevordering van hun recht op voorlichting en vorming, en hun recht van vereniging om hun belangen te behartigen.

3.2. Het in lid 21 genoemde doel wordt nagestreefd aan de hand van enerzijds de volgende gemeenschappelijke doelstellingen en anderzijds specifieke doelstellingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming die door middel van de in bijlage 1 bij dit besluit opgenomen acties en instrumenten moeten worden verwezenlijkt:

a) een hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen, met name door verbeterde kennis, meer overleg en een betere behartiging van de consumentenbelangen;

b) doeltreffende toepassing van consumentenbeschermingsvoorschriften verzekeren, met name door samenwerking bij de handhaving, informatie, educatie en verhaalsmogelijkheden.

a) Met de in Bijlage 1 vermelde acties en instrumenten worden de volgende gemeenschappelijke doelstellingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming nagestreefd:

– burgers beschermen tegen risico’s en bedreigingen waarop individuele mensen geen vat hebben;

– burgers beter in staat stellen over hun gezondheids- en consumentenbelangen te beslissen;

– de doelstellingen van het gezondheids- en consumentenbeleid mainstreamen.

b) Met de in Bijlage 2 vermelde acties en instrumenten worden de volgende specifieke doelstellingen op gezondheidsgebied nagestreefd:

– de burgers beschermen tegen gezondheidsbedreigingen;

– beleid bevorderen dat tot een gezondere levenswijze leidt;

– bijdragen tot de vermindering van de incidentie van de voornaamste ziekten;

– de efficiëntie en effectiviteit van de gezondheidsstelsels verbeteren.

c) Met de in Bijlage 3 vermelde acties en instrumenten worden de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van consumentenbescherming nagestreefd:

– een beter begrip van consumenten en markten;

– better consumer protection regulation

– een betere handhaving van de regelgeving, een betere monitoring en betere verhaalsmiddelen;

– beter geïnformeerde, beter onderlegde en verantwoordelijke consumenten.

Artikel 3

Wijzen van uitvoering

1. Voor de uitvoering van de acties ter verwezenlijking van het algemene doel en de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 2 mag gebruik worden gemaakt van alle passende en beschikbare wijzen van uitvoering, waaronder met name directe of indirecte, centraal gestuurde uitvoering door de Commissie.

b) gezamenlijk beheer met internationale organisaties.

Artikel 4

Financiële bijdrage

1.2. Voor de toepassing van lid 1, onder a), bedraagt dDe financiële bijdrage van de Gemeenschap bedraagt maximaal:

a) 60% voor acties die een doelstelling helpen verwezenlijken die deel uitmaakt van het communautaire beleid op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 80% bedraagt; en 50% van de kosten van acties die gemeenschappelijk zijn gefinancierd door de Gemeenschap en één of meer lidstaten, of door de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten van de derde landen die deelnemen overeenkomstig artikel 10, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 70% bedraagt;

b) 85% van de kosten van acties om studieprogramma’s op masterniveau op het gebied van consumentenzaken te ontwikkelen;

bc) 6050% van de functioneringskosten van Europese consumentenorganisaties die een doel van algemeen Europees nut nastreven, voorzover deze steun noodzakelijk is om gezondheids- of consumentenbelangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de gemeenschap maximaal 95% bedraagt. Bij de verlenging van deze financiële bijdragen mag worden afgeweken van het degressiebeginsel;

d) 95% van de functioneringskosten van Europese consumentenorganisaties die de belangen van de consument behartigen bij de ontwikkeling op communautair niveau van normen voor producten en diensten.

3. Voor de toepassing van lid 1, onder a), mag de financiële bijdrage van de Gemeenschap, indien dat gezien de aard van de nagestreefde doelstelling gepast is, gemeenschappelijke financiering door de Gemeenschap en een of meer lidstaten of door de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten van andere deelnemende landen omvatten. In dat geval bedraagt de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 50%, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 70% bedraagt. De bijdragen van de Gemeenschap kunnen worden toegekend aan overheidsinstanties of non-profitorganisaties die door de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit worden aangewezen en door de Commissie worden aanvaard.

2. De financiële bijdrage van de Gemeenschap kan de vorm aannemen van:

a) toekenning van individuele mobiliteitsbeurzen aan docenten en studenten. Het beheer van deze beurzen kan worden uitbesteed aan de nationale Erasmus-agentschappen van het programma voor levenslang leren;

b) reis- en verblijfkostenvergoedingen voor de uitwisseling van handhavingsfunctionarissen.

3. De criteria om te beoordelen of er al dan niet sprake is van uitzonderlijk nut zoals bedoeld in lid 1, onder a), worden vooraf vastgesteld in het in artikel 9, lid 1, onder a), genoemde jaarlijkse werkprogramma. De op basis van deze criteria voorgestelde acties moeten met name ten goede komen aan consumenten uit de op 1 mei 2004 toegetreden lidstaten.

4. Bij de verlenging van deze financiële bijdrage als bedoeld in lid 1, onder c) en d), mag worden afgeweken van het degressiebeginsel.

4.5. Voor de toepassing van lid de leden 1, onder a), en 2 mogen de financiële bijdragen van de Gemeenschap ook in de vorm van een forfaitaire financiering of een forfaitair bedrag ineens worden verstrekt, mits dit gezien de aard van de desbetreffende acties zoals vastgesteld in het in artikel 9 genoemde jaarlijkse werkprogramma gepast is. De maximale percentages als bedoeld in de leden 2 en 3 zijn niet van toepassing op dergelijke de in lid 1 voorziene financiële bijdragen, hoewel cofinanciering nog altijd vereist is. De criteria voor de selectie, monitoring en evaluatie van dergelijke acties worden zo nodig aangepast.

Artikel 5

Begunstigden

1. Bijlage 2 bij dit besluit bevat een definitie van begunstigden van de financiële bijdragen zoals aangegeven in artikel 4.

Artikel 4

Uitvoering van het programma

De Commissie zorgt overeenkomstig artikel 7 voor de uitvoering van het programma.

Artikel 65

Financiering

1. Voor de uitvoering van dit programma in de in artikel 1 bedoelde periode wordt 1 203 156,8 miljoen euro [10] uitgetrokken.

2. De jaarlijkse kredieten worden binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten door de begrotingsautoriteit goedgekeurd.

Artikel 75

Administratieve en technische bijstand

1. De voor dit programma uitgetrokken middelen kunnen ook kosten dekken die samenhangen met voorbereidings-, monitoring-, controle-, doorlichtings- en evaluatie-activiteiten die rechtstreeks zijn vereist voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelen ervan, en met name studies, vergaderingen, informatie- en publicatieacties, uitgaven in verband met informaticanetwerken die zijn gericht op informatie-uitwisseling, samen met alle andere uitgaven aan technische en administratieve bijstand waarop de Commissie een beroep kan doen voor het beheer van het programma.

2. Deze middelen kunnen ook de uitgaven dekken voor noodzakelijke technische en administratieve uitgaven om de overgang tussen dit programma en de maatregelen van Besluit nr. 20/2004/EG soepel te laten verlopen. Zo nodig kunnen er voor de uitvoering van maatregelen die op 31 december 2013 nog niet zijn afgerond, ook voor na 2013 kredieten in de begroting worden opgenomen.

Artikel 86

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité (hierna “het comité” genoemd).

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op twee maanden.

32. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit.

43. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 97

Uitvoeringsmaatregelen

1. De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen die betrekking hebben op de volgende aangelegenheden, worden vastgesteld volgens de beheersprocedure als bedoeld in artikel 86, lid 2:

a) het jaarlijks werkprogramma voor de uitvoering van de acties van het programma, met:

– de prioriteiten en de uit te voeren acties, met inbegrip van de toewijzing van de financiële middelen en de desbetreffende criteria;

– selectie- en toewijzingscriteria en criteria voor het percentage van de financiële bijdrage van de Gemeenschap;

– de mate waarin forfaitaire financiering is gebruikt;

– het geplande tijdschema van de aanbestedingen, de gezamenlijke acties en de oproepen tot het indienen van voorstellen;

b) de regelingen voor de evaluatie van het in artikel 10 bedoelde programma. de regelingen, met inbegrip van selectie- en toewijzingscriteria, voor de uitvoering van de in artikel 4, lid 1, onder a), bedoelde acties.

22. De Commissie stelt eventueel andere voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen vast. Deze worden aan het comité medegedeeld.

Artikel 108

Deelname van derde landen

Aan het programma kan worden deelgenomen door:

a) de EVA/EER-landen overeenkomstig de voorwaarden die worden gesteld in de EER-Overeenkomst;

b) derde landen, met name de nabuurschapslanden die onder het Europees Nabuurschapsbeleid vallen, de landen die lidmaatschap aanvragen, de kandidaat-lidstaten, de toetredingslanden en de landen van de westelijke Balkan die bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken zijn, overeenkomstig de voorwaarden van de respectieve bilaterale of multilaterale overeenkomsten tot vaststelling van de algemene beginselen voor hun deelname aan communautaire programma’s.

Artikel 9

Internationale samenwerking

Gedurende de uitvoering van het programma worden betrekkingen met derde landen die niet aan het programma deelnemen en internationale organisaties aangemoedigd.

Artikel 1110

Monitoring, evaluatie en verspreiding van de resultaten

1. De Commissie houdt in nauwe samenwerking met de lidstaten toezicht op de uitvoering van de acties in het kader van programma met het oog op de doelstellingen van het programma. De Commissie brengt verslag uit aan het in artikel 8 bedoelde comité en houdt de Raad en het Parlement op de hoogte.

2. Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de uitvoering en het effect van het programma.

3. De Commissie zorgt ervoor dat het programma drie jaar na het begin ervan en na afloop ervan wordt geëvalueerd. De Commissie deelt de conclusies van de evaluatie met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s.

4. De Commissie maakt de resultaten van de acties die overeenkomstig dit besluit worden ondernomen, openbaar en zorgt ervoor dat deze resultaten worden verspreid.

Artikel 1211

Intrekking

Besluiten nr. 1786/2002/EG en 20/2004/EG wordent ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 12

Overgangsmaatregelen

De Commissie stelt de nodige maatregelen vast om de overgang tussen de bij de Besluiten nr. 1786/2002/EG en nr. 20/2004/EG vastgestelde maatregelen en de in het kader van het programma uit te voeren maatregelen te regelen.

Artikel 13

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

BIJLAGE 1

Meer synergieën door gemeenschappelijke acties en instrumenten

Doelstellingen

1. Burgers beschermen tegen risico’s en bedreigingen waarop individuele mensen geen vat hebben (bijvoorbeeld gezondheidsbedreigingen die de hele samenleving treffen, onveilige producten en oneerlijke handelspraktijken)

2. Burgers beter in staat stellen over hun gezondheids- en consumentenbelangen te beslissen

3. De doelstellingen van het gezondheids- en consumentenbeleid mainstreamen

Acties en instrumenten

1. Betere communicatie met de EU-burgers over gezondheids- en consumentenkwesties

1.1. Bewustmakingscampagnes

1.2. Enquêtes

1.3. Conferenties, seminars en vergaderingen met deskundigen en belanghebbenden

1.4. Publicaties over kwesties die van belang zijn voor het gezondheids- en consumentenbeleid

1.5. On-line-informatieverstrekking

1.6. Ontwikkeling en gebruik van informatiepunten

2. Een grotere deelname van maatschappelijke organisaties en belanghebbenden aan de beleidsvorming op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming

2.1. Bevordering en versterking van consumenten- en gezondheidsorganisaties op Europees niveau

2.2. Scholing en capaciteitsopbouw voor consumenten- en gezondheidsorganisaties

2.3. Opzetten van netwerken tussen niet-gouvernementele consumenten- en gezondheidsorganisaties en andere belanghebbenden

2.4. Versterking van overlegorganen en -mechanismen op communautair niveau

3. Ontwikkeling van een communautaire aanpak voor de integratie van gezondheids- en consumentenkwesties in andere communautaire beleidsgebieden

3.1. Ontwikkeling en toepassing van methoden voor de beoordeling van het effect van het beleid en de activiteiten van de Gemeenschap op gezondheids- en consumentenbelangen

3.2. Uitwisseling van “best practices” inzake nationaal beleid met de lidstaten

3.3. Studies naar het effect van andere beleidsgebieden op gezondheid en consumentenbescherming

4. Bevordering van internationale samenwerking op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming

4.1. Samenwerking met internationale organisaties

4.2. Samenwerking met derde landen die niet aan het programma deelnemen

4.3. Aanmoediging van overleg met gezondheids- en consumentenorganisaties

5. Verbetering van de vroegtijdige opsporing, de beoordeling en de melding van risico’s door:

5.1. Steun voor wetenschappelijk advies en risicobeoordeling, waaronder de taken van de bij Besluit 2004/210/EG van de Commissie ingestelde onafhankelijke wetenschappelijke comités [11]

5.2. Verzameling en vergelijking van gegevens en opzetten van netwerken tussen deskundigen en instellingen

5.3. Bevordering van de ontwikkeling en harmonisatie van methoden voor risicobeoordeling

5.4. Acties ter verzameling en beoordeling van gegevens over de blootstelling van de bevolking en bevolkingsgroepen aan chemische, biologische en fysische gezondheidsrisico’s

5.5. Vaststelling van mechanismen voor de vroegtijdige opsporing van nieuwe risico’s en maatregelen tegen recentelijk ontdekte risico’s

5.6. Strategieën voor een betere communicatie over risico's

5.7. Scholing in risicobeoordeling

6. Promote the safety of goods and of substances of human origin

6.1. Analyse van ongevallengegevens en ontwikkeling van “best pratices” inzake de veiligheid van consumentenproducten en -diensten

6.2. Ontwikkeling van methoden en beheer van een databank voor de verzameling van ongevallengegevens in verband met de veiligheid van consumentenproducten en -diensten

6.3. Activiteiten ter verbetering van de veiligheid en kwaliteit van organen en stoffen van menselijke oorsprong, waaronder bloed, bloedbestanddelen en en voorlopercellen van bloed

6.4. Bevordering van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van veilige organen en stoffen van menselijke oorsprong van hoge kwaliteit voor medische behandelingen in de hele Gemeenschap

6.5. Technische bijstand bij de analyse van kwesties in verband met de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving

BIJLAGE 2

GEZONDHEID

ACTIES EN ONDERSTEUNENDE MAATREGELEN

Doelstelling 1: burgers beschermen tegen gezondheidsbedreigingen

1. Betere surveillance en beheersing van gezondheidsbedreigingen door:

1.1. Verbetering van het vermogen om overdraagbare ziekten aan te pakken door ondersteuning van de verdere uitvoering van Beschikking nr. 2119/98/EG tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap

1.2. Ontwikkeling van strategieën en mechanismen voor het voorkomen van, het uitwisselen van informatie over en het reageren op dreigende niet-overdraagbare ziekten

1.3. Uitwisseling van informatie over strategieën en ontwikkeling van gezamenlijke strategieën voor het opsporen van en het verkrijgen van betrouwbare informatie over fysische, chemische en biologische bedreigingen voor de gezondheid, waaronder opzettelijke verspreiding, en, waar nodig, ontwikkeling en gebruik van communautaire benaderingen en mechanismen

1.4. Betere samenwerking tussen laboratoria met het oog op een goede diagnosecapaciteit voor ziekteverwekkers in de hele Gemeenschap, met onder andere een communautaire referentielaboratoriumstructuur voor ziekteverwekkers die nauwere communautaire samenwerking vereisen

1.5. Ontwikkeling van nieuwe en betere beleidsmaatregelen, partnerschappen en instrumenten voor preventie, vaccinatie en immunisatie, en monitoring van de immunisatiestatus

1.6. Ontwikkeling en gebruik van bewakingsnetwerken en meldingssystemen voor ongewenste voorvallen bij preventieve gezondheidsmaatregelen en het gebruik van stoffen van menselijke oorsprong

1.7. Technische bijstand bij de analyse van kwesties in verband met de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving

2. Reageren op gezondheidsbedreigingen door:

2.1. Vaststelling van risicobeheerprocedures voor noodsituaties op gezondheidsgebied en verbetering van het vermogen om op gecoördineerde wijze op dergelijke noodsituaties te reageren

2.2. Ontwikkeling en handhaving van het vermogen om de behoeften en lacunes inzake paraatheid en reactievermogen en inzake snelle en betrouwbare communicatie en overleg over tegenmaatregelen in te schatten en aan te pakken

2.3. Ontwikkeling van risicocommunicatiestrategieën en voorlichtings- en adviesinstrumenten voor het grote publiek en gezondheidswerkers, en bewustmaking van en verbetering van de interactie tussen de betrokken actoren

2.4. Ontwikkeling van strategieën en procedures voor het ontwikkelen, testen, evalueren en herzien van algemene rampenplannen en specifieke plannen voor noodsituaties op gezondheidsgebied en de interoperabiliteit daarvan tussen de lidstaten, en strategieën en procedures voor de uitvoering van oefeningen en tests

2.5. Ontwikkeling van strategieën en mechanismen voor de beoordeling en verbetering van de beschikbaarheid en de geschiktheid van en de toegang tot faciliteiten (bijvoorbeeld laboratoria) en uitrusting (bijvoorbeeld detectoren) en van de paraatheid, de piekcapaciteit en de infrastructuur van de gezondheidssector met het oog op een snelle reactie

2.6. Ontwikkeling van strategieën en mechanismen voor de beoordeling van de behoefte aan en de bevordering van gezondheidsvoorzieningen die in noodsituaties snel kunnen worden ingezet, en vaststelling van mechanismen en procedures voor de overdracht van gezondheidsvoorzieningen aan landen en internationale organisaties die daarom vragen

2.7. Vaststelling en handhaving van een geschoolde en permanent beschikbare kerngroep van gezondheidsdeskundigen die snel kan worden ingezet bij grote gezondheidscrises, met mobiele laboratoria, beschermingsuitrusting en isolatiefaciliteiten

Doelstelling 2: promote policies that lead to a healthier way of life

3. Gezondheidsbevordering door het aanpakken van determinanten

Ondersteuning van de voorbereiding, ontwikkeling en uitvoering van activiteiten, strategieën en maatregelen inzake gezondheidsdeterminanten door acties met betrekking tot:

3.1. Gezondheidsdeterminanten met betrekking tot verslaving, met name aan tabak, alcohol, drugs en andere verslavende stoffen

3.2. Gezondheidsdeterminanten in verband met de levenswijze, met name voeding, lichaamsbeweging en seksuele en reproductieve gezondheid

3.3. Sociale en economische gezondheidsdeterminanten, met bijzondere nadruk op ongelijkheden met betrekking tot gezondheid en het effect van sociale en economische factoren op de gezondheid

3.4. Milieu-gezondheidsdeterminanten, met bijzondere nadruk op het effect van milieufactoren op de gezondheid

3.5. De kwaliteit, efficiëntie en kosteneffectiviteit van volksgezondheidsmaatregelen

3.6. Steun voor bewustmaking, scholing en capaciteitsopbouw met betrekking tot bovengenoemde prioriteiten

3.7. Technische bijstand bij de analyse van kwesties in verband met de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving

Doelstelling 3: contribute to reducing the incidence of major diseases

4. Ziekte- en letselpreventie

In coördinatie met de werkzaamheden met betrekking tot gezondheidsdeterminanten zal het programma steun verlenen voor:

4.1. Ontwikkeling en uitvoering van acties met betrekking tot belangrijke ziekten die van bijzonder belang zijn in het licht van de algemene ziektedruk in de Gemeenschap en waarbij de Gemeenschap een belangrijke meerwaarde kan leveren als aanvulling op nationale maatregelen

4.2. Vaststelling en uitvoering van strategieën en maatregelen voor ziektepreventie, met name door de vaststelling van “best practices” en de opstelling van richtsnoeren en aanbevelingen, onder andere voor secundaire preventie, screening en vroegtijdige opsporing

4.3. Uitwisseling van “best practices” en kennis, en coördinatie van strategieën ter bevordering van de geestelijke gezondheid en ter preventie van geestesziekten

4.4. Vaststelling en uitvoering van strategieën en maatregelen voor letselpreventie

4.5. Steun voor uitwisseling van kennis, scholing en capaciteitsopbouw met betrekking tot bovengenoemde ziekten en letselpreventie

Doelstelling 4: De efficiëntie en effectiviteit van de gezondheidsstelsels verbeteren

5. Totstandbrenging van synergieën tussen de nationale gezondheidsstelsels door:

5.1. Vergemakkelijking van de grensoverschrijdende inkoop en levering van gezondheidszorg, onder meer door het verzamelen en uitwisselen van informatie, met het oog op het delen van capaciteit en het gebruik van grensoverschrijdende gezondheidszorg

5.2. Uitwisseling van informatie over en beheer van de gevolgen van de mobiliteit van gezondheidswerkers

5.3. Instelling van een communautair systeem voor samenwerking inzake referentiecentra en andere samenwerkingsstructuren tussen de gezondheidsstelsels van verscheidene lidstaten

5.4. Ontwikkeling van een netwerk voor de verbetering van het vermogen om informatie over en evaluaties van gezondheidstechnologieën en -technieken te ontwikkelen en te delen (evaluatie van gezondheidstechnologie)

5.5. Verstrekking van informatie over gezondheidsstelsels en medische zorg aan patiënten, gezondheidswerkers en beleidsmakers, in samenwerking met algemene gezondheidsvoorlichtingsacties, met mechanismen voor gezamenlijke informatieverspreiding en -uitwisseling met het actieplan voor een Europese e-gezondheidsruimte

5.6. Ontwikkeling van instrumenten voor de beoordeling van het effect van het communautaire beleid op de gezondheidsstelsels

5.7. Ontwikkeling en uitvoering van acties ter bevordering van de veiligheid van patiënten en een gezondheidszorg van hoge kwaliteit

5.8. Ondersteuning van beleidsontwikkeling met betrekking tot de gezondheidsstelsels, met name in verband met de open coördinatiemethode inzake gezondheidszorg en langdurige zorg

Acties die tot alle bovengenoemde doelstellingen bijdragen:

6. Verbetering van de kennis en informatie over gezondheid met het oog op een betere volksgezondheid, door:

6.1. Verdere ontwikkeling van een duurzaam systeem voor gezondheidsbewaking, met bijzondere aandacht voor ongelijkheden op gezondheidsgebied en gegevens over de gezondheidstoestand, gezondheidsdeterminanten, gezondheidsstelsels en letsels; het statistische onderdeel van dit systeem zal verder worden ontwikkeld, waar nodig met behulp van het communautair statistisch programma

6.2. Verstrekking van andere relevante kennis over gezondheid

6.3. Vaststelling van aanvullende indicatoren ter zake

6.4. Ontwikkeling van de nodige meldingssystemen

6.5. Organisatie van de regelmatige verzameling van dergelijke informatie, in samenwerking met het statistisch programma, internationale organisaties en agentschappen en via projecten

6.6. Ondersteuning van de analyse van communautaire gezondheidskwesties door de regelmatige publicatie van communautaire gezondheidsverslagen, het beheer van verspreidingsmechanismen zoals het gezondheidsportaal, steun voor consensusconferenties en gerichte voorlichtingscampagnes met coördinatie tussen de betrokken partijen

6.7. Regelmatige verstrekking van betrouwbare informatie aan burgers, beleidsmakers, patiënten, zorgverstrekkers, gezondheidswerkers en andere betrokken partijen

BIJLAGE 3:

Consumentenbeleid – Acties en ondersteunende maatregelen

BIJLAGE 1:

Acties en instrumenten als bedoeld in artikel 2

Doelstelling I - Een beter begrip van consumenten en markten Een hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen, met name door middel van verbeterde kennis, meer overleg en een betere behartiging van de consumentenbelangen.

Actie 1: Monitoring en evaluatie van marktontwikkelingen met gevolgen voor de economische en overige belangen van de consument, onder andere door prijsenquêtes, inventarisering en analyse van consumentenklachten, analyse van grensoverschrijdende marketing en “business-to-consumer”-aankopen en onderzoek naar veranderingen in de marktstructuur.

Actie 2: Verzameling en uitwisseling van de nodige gegevens en informatie met het oog op de ontwikkeling van het consumentenbeleid en de integratie van consumentenbelangen in andere communautaire beleidsgebieden, onder andere door onderzoek naar de attitudes van consumenten en bedrijven, consumentengerelateerd en ander marktonderzoek op het gebied van financiële diensten, en verzameling en analyse van statistische en andere relevante gegevens; het statistische onderdeel zal waar nodig worden ontwikkeld met behulp van het communautair statistisch programma.

Actie 1: Verzameling, uitwisseling en analyse van gegevens en informatie om de ontwikkeling van het consumentenbeleid en de integratie van de belangen van de consument in ander EU-beleid te onderbouwen, met inbegrip van:

1.1. Monitoring en evaluatie van marktontwikkelingen met gevolgen voor de economische en overige belangen van de consument, onder andere door studies, prijsenquêtes, onderzoek naar veranderingen in de marktstructuur, onderzoek naar consumenten en bedrijven, verzameling en analyse van consumentenklachten, verzameling en analyse van gegevens over grensoverschrijdende “business-to-consumer”-handel en -markten.

1.2 Ontwikkeling en onderhoud van databanken.

1.3. Verzameling en analyse van statistische en andere relevante gegevens; het statistische onderdeel zal waar nodig worden ontwikkeld met behulp van het communautair statistisch programma.

Actie 2: Verzameling, uitwisseling en analyse van gegevens en informatie, en ontwikkeling van evaluatie-instrumenten die wetenschappelijke gegevens leveren over de veiligheid van consumentenproducten en –diensten, met inbegrip van de blootstelling van de consument aan chemische stoffen die vrijkomen uit producten, risico’s en ongevallen in verband met specifieke consumentenproducten en -diensten en technische analyse van kennisgevingen met waarschuwing.

Doelstelling II – Een betere regelgeving inzake consumentenbescherming

Actie 3: Steun voor wetenschappelijk advies en risicobeoordeling, waaronder de taken van de onafhankelijke wetenschappelijke comités die zijn ingesteld bij Besluit 2004/210/EG van de Commissie tot instelling van wetenschappelijke comités op het gebied van de consumentenveiligheid, de volksgezondheid en het milieu [12].

Actie 4: Voorbereiding van wetgevings- en regelgevingsinitiatieven en bevordering van zelfreguleringsinitiatieven, met name:

4.1. Juridische en technische knowhow, met inbegrip van studies, met betrekking tot regelgeving en de gevolgen ervan. Vergelijkende analyse van markten en reguleringssystemen

4.2. Juridische en technische knowhow, met inbegrip van studies, voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid van producten en diensten en de economische belangen van de consumenten.

4.3. Juridische en Ttechnische knowhow, met inbegrip van studies, voor de beoordeling van de behoefte aan normen voor productveiligheid en de opstelling van CEN-normalisatiemandaten voor producten en diensten.

4.4. Juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen met betrekking tot de economische belangen van de consumenten

4.54. Seminars, conferenties, Wworkshops en vergaderingen met belanghebbenden en deskundigen.

Actie 5: Financiële bijdragen aan het functioneren van Europese consumentenorganisaties.

Actie 6: Financiële bijdragen aan het functioneren van Europese consumentenorganisaties die de belangen van de consument behartigen bij de ontwikkeling op communautair niveau van normen voor producten en diensten.

Actie 7: Capaciteitsopbouw van regionale, nationale en Europese consumentenorganisaties, met name door middel van scholing van personeelsleden, in het bijzonder voor consumentenorganisaties in de op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden lidstaten.

Doelstelling III – Betere handhaving, monitoring en verhaalsmiddelen

Doelstelling II - Doeltreffende toepassing van consumentenbeschermingsvoorschriften verzekeren, met name door samenwerking bij de handhaving, informatie, educatie en verhaalsmogelijkheden.

Actie 5: Coördinatie van surveillance- en handhavingsacties in verband met de toepassing van de wetgeving inzake consumentenbescherming, onder andere door:

5.1. Ontwikkeling en beheer van IT-tools (bijvoorbeeld databanken en informatie- en communicatiesystemen)

5.2. Scholing, seminars en conferenties over handhaving

5.3. Planning en ontwikkeling van gezamenlijke handhavingsacties

5.4. Gezamenlijke proefacties met betrekking tot handhaving

5.5. Analyse van handhavingsproblemen en -oplossingen

Actie 68: Financiële bijdragen voor specifieke gezamenlijke surveillance- en handhavingsa Acties ter verbetering van de doeltreffende toepassing van administratieve samenwerking en de samenwerking bij de handhaving van de Europese wetgeving inzake consumentenbescherming, waaronder met name Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid [13] en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming [14], waaronder:

8.1. Acties ter verbetering van de coördinatie van surveillance en handhaving en desamenwerking tussen bevoegde autoriteiten, waaronder ontwikkeling en beheer van IT-tools (bijvoorbeeld databanken en informatie- en communicatiesystemen) en het organiseren van seminars, conferenties, workshops en vergaderingen met belanghebbenden en deskundigen over handhaving, uitwisselingen van handhavingfunctionarissen en scholing, ook voor leden van de rechterlijke macht.

Actiepunt 78.:2. Monitoring en evaluatie van de veiligheid van niet-voedingsproducten en diensten, onder andere verbetering en uitbreiding van de werkingssfeer en het beheer van het RAPEX-waarschuwingssysteem, rekening houdend met ontwikkelingen op het gebied van de informatie-uitwisseling over markttoezicht, en de verdere ontwikkeling van het netwerk voor productveiligheid als bedoeld in Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid.:

7.1. Verbetering en uitbreiding van de werkingssfeer en het beheer van het RAPEX-waarschuwingssysteem, rekening houdend met ontwikkelingen op het gebied van de informatie-uitwisseling over markttoezicht

7.2. Technische analyse van kennisgevingen met waarschuwing

7.3.. Verzameling en analyse van gegevens over de risico’s van specifieke consumptiegoederen en diensten

7.4. Verdere ontwikkeling van het netwerk voor productveiligheid als bedoeld in Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad [15]

8.3 Gezamenlijke surveillance- en handhavingsacties en andere acties ter verbetering van de administratieve samenwerking en de samenwerking bij de handhaving.

8.4. Acties voor administratieve samenwerking en samenwerking bij de handhaving met derde landen die niet aan het programma deelnemen.

Actie 8: Monitoring van het functioneren van alternatieve regelingen voor geschillenbeslechting en beoordeling van het effect ervan op consumenten

Actie 9: Juridische en technische knowhow, met inbegrip van studies, voor de Mmonitoring en beoordeling van de omzetting, en uitvoering en handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming door de lidstaten, met name Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten [16] de richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken, en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming, en van het nationale consumentenbeleid. Dit omvat ook de ontwikkeling en het beheer van openbaar en gemakkelijk toegankelijke databanken over de omzetting en uitvoering van communautaire wetgeving inzake consumentenbescherming.

Actie 10: Acties op het gebied van informatie, advies en verhaalsmiddelen, waaronder

10.1. Monitoring van het functioneren van alternatieve regelingen voor geschillenbeslechting en beoordeling van het effect ervan.

10.2. Financiële bijdrage aan gezamenlijke acties in samenwerking met communautaire netwerken van overheidsinstanties of non-profitorganisaties die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan consumenten om hen te helpen hun rechten uit te oefenen en toegang te krijgen tot geschillenbeslechting (het Europees netwerk van bureaus voor consumentenvoorlichting).

10.3. Acties voor betere communicatie met de EU-burgers over consumentenkwesties, met name in de op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden lidstaten, met inbegrip van publicaties over kwesties die van belang zijn voor het consumentenbeleid, online-informatieverstrekking en voorlichtingsacties over consumentenbeschermingsmaatregelen en consumentenrechten.

Actie 10: Verstrekking van specifieke technische en juridische knowhow aan consumentenorganisaties ter ondersteuning van hun bijdrage tot de handhavings- en surveillanceacties

Doelstelling IV: Beter geïnformeerde, beter onderlegde en verantwoordelijke consumenten

Actie 11: Ontwikkeling en beheer van openbaar en gemakkelijk toegankelijke databanken over de toepassing van en de jurisprudentie over de communautaire wetgeving inzake consumentenbescherming

Actie 12: Voorlichtingsacties over maatregelen ter bescherming van de consument, met name in de nieuwe lidstaten, in samenwerking met de plaatselijke consumentenorganisaties

Actie 1311: Acties op het gebied van Cconsumenteneducatie, waaronder

11.1. Specifieke acties gericht op jonge consumenten, op oudere consumenten en op specifieke groepen van duidelijk minder weerbare consumenten, en de ontwikkeling van interactieve instrumenten voor consumenteneducatie.

11.2. . Financiële bijdrage aan de ontwikkeling van Europese masteropleidingen in consumentenkwesties, met een stelsel van studiebeurzen voor een periode tot zes maanden in een ander land.

Actie 14: Behartiging van de belangen van de EU-consumenten op internationale fora, onder andere internationale normalisatieorganisaties en internationale handelsorganisaties

Actie 15: Scholing van personeelsleden van regionale, nationale en Europese consumentenorganisaties en andere acties inzake capaciteitsopbouw

Actie 16: Financiële bijdrage aan gezamenlijke acties in samenwerking met communautaire netwerken van overheidsinstanties of non-profitorganisaties die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan consumenten om hen te helpen hun rechten uit te oefenen en toegang te krijgen tot geschillenbeslechting (het Europees netwerk van bureaus voor consumentenvoorlichting)

Actie 17: Financiële bijdrage aan het functioneren van communautaire consumentenorganisaties die de belangen van de consument behartigen bij de ontwikkeling op communautair niveau van normen voor producten en diensten

Actie 18: Financiële bijdrage aan het functioneren van communautaire consumentenorganisaties

Actie 19: Verstrekking van specifieke technische en juridische knowhow aan consumentenorganisaties ter ondersteuning van hun deelname aan en hun input in overlegprocessen over wetgevingsinitiatieven en andere beleidsinitiatieven van de Gemeenschap op desbetreffende beleidsgebieden zoals het internemarktbeleid, diensten van algemeen belang en het tienjarenkaderprogramma voor duurzame productie en consumptie

[Actie die tot beide doelstellingen bijdraagt

Actie 20: Financiële bijdrage aan specifieke projecten op communautair of nationaal niveau ter ondersteuning van andere doelstellingen van het consumentenbeleid, met inbegrip van projecten tot bevordering van grensoverschrijdende uitwisseling van informatie en “best practices”.]

BIJLAGE 2:

Begunstigden – Criteria voor de toepassing van artikel 4

1. De financiële bijdragen voor acties als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a), kunnen worden toegekend aan overheidsinstanties of non-profitorganisaties die middels een transparante procedure door de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit worden aangewezen en door de Commissie worden aanvaard.

2. De financiële bijdragen voor de acties als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b), kunnen worden toegekend aan hoger-onderwijsinstellingen van de lidstaten of derde landen die deelnemen overeenkomstig artikel 10 van dit besluit, in de zin van Besluit nr. 2317/2003/EG tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) [17].

3. De financiële bijdragen voor de acties als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder a), kunnen worden toegekend aan studenten en docenten die deelnemen aan masteropleidingen in consumentenkwesties die cofinanciering ontvangen op grond van artikel 4, lid 1, onder b), van dit besluit.

4. De financiële bijdragen voor de acties als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), kunnen worden toegekend aan met de handhaving van de consumentenbescherming belaste ambtenaren in de zin van Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid.

5. De in artikel 4, lid 1, onder c), bedoelde financiële bijdrage kan worden toegekend aan Europese consumentenorganisaties die:

a) niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk zijn, die onafhankelijk van het bedrijfsleven, de handel en het zakenleven zijn en ook geen andere strijdige belangen hebben, en waarvan de belangrijkste doelstellingen en activiteiten betrekking hebben op de bevordering en bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consument in de Gemeenschap;

b) in minstens de helft van de lidstaten de opdracht hebben gekregen van nationale consumentenorganisaties die de consument overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken vertegenwoordigen en regionaal of nationaal actief zijn, om de belangen van de consument in de Gemeenschap te behartigen, en

c) tot tevredenheid van de Commissie rekenschap hebben afgelegd over hun leden, reglement van orde en financieringsbronnen.

6. De in artikel 4, lid 1, onder d), bedoelde financiële bijdrage kan worden toegekend aan Europese consumentenorganisaties die:

a) niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk zijn, die onafhankelijk van het bedrijfsleven, de handel en het zakenleven zijn en ook geen andere strijdige belangen hebben, en waarvan de belangrijkste doelstellingen en activiteiten betrekking hebben op de vertegenwoordiging van de consumentenbelangen bij het normalisatieproces in de Gemeenschap;

b) in ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht hebben gekregen om de consumentenbelangen op communautair niveau te behartigen; die opdracht moet zijn gegeven

– door organen die overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken de nationale consumentenorganisaties in de lidstaten vertegenwoordigen, of

– wanneer dergelijke organen ontbreken, door nationale consumentenorganisaties in de lidstaten die, overeenkomstig de nationale voorschriften of praktijken, de consument vertegenwoordigen en nationaal actief zijn;

c) tot tevredenheid van de Commissie rekenschap hebben afgelegd over hun leden, reglement van orde en financieringsbronnen.

LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT

1. NAME OF THE PROPOSAL:

Consumer policy programme 2007-2013

2. ABM / ABB FRAMEWORK

Policy area: Consumer Protection (SANCO, Title 17)

Activities: Consumer protection

3. BUDGET LINES

3.1. Budget lines (operational lines and related technical and administrative assistance lines (ex- B..A lines)) including headings:

Current budget lines:

ABB 170202 Community action in the field of Health and Consumer protection — Consumer protection

ABB 17010406 Community action in the field of Health and Consumer protection Expenditure on administrative management

ABB 17 01 04 30 : Public health –Operating subsidy to the Executive Agency for the Public Health Programme. This line should to be renamed.

A new budget structure will be defined after approval of the Inter-institutional Agreement on Financial Perspective 2007-2013.

3.2. Duration of the action and of the financial impact:

Total allocation for action: 156.8 € million for commitment in current prices.

Period of application:1 January 2007 – 31 December 2013

3.3. Budgetary characteristics:

Budget lines | Type of expenditure | New | EFTA contribution | Contributions from associated countries | Heading in financial perspectives |

17 01 04 30 | Non-comp | Non-diff [18] | YES | YES | YES | No 3b |

17 02 02 | Non-comp | diff [19] | NO | YES | YES | No 3b |

17 01 04 06 | Non-comp | Non-diff [20] | NO | YES | YES | No 3b |

4. SUMMARY OF RESOURCES

4.1. Financial Resources

4.1.1. Summary of commitment appropriations (CA) and payment appropriations (PA)

EUR million (to 1 decimal places)

Expenditure type | Sec-tion no. | | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 and later | Total |

Operational expenditure | | | | | | | | | |

Commitment Appropriations (CA) | 8.1 | a | 16,2 | 19 | 19,8 | 19,2 | 19,9 | 20,9 | 21,6 | 136,6 |

Payment Appropriations (PA) | | b | 4,9 | 10,6 | 16,5 | 19, | 19,6 | 19,9 | 46,1 | 136,6 |

Administrative expenditure within reference amount |

Expenditure type | Sec-tion no. | | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 and later | Total |

Technical & administrative assistance (NDA), including contribution to EA [21], see table 8.2.4 | 8.2.4 | c | 2,6 | 2,8 | 2,8 | 2,9 | 2,9 | 3,1 | 3,1 | 20,2 |

TOTAL REFERENCE AMOUNT | | | | | | | | |

Expenditure type | Sec-tion no. | | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 and later | Total |

Commitment Appropriations | | a+c | 18,8 | 21,8 | 22,6 | 22,1 | 22,8 | 24 | 24,7 | 156,8 |

Payment Appropriations | | b+c | 7,4 | 13,3 | 19,3 | 21,9 | 22,4 | 23,0 | 49,2 | 156,8 |

Administrative expenditure not included in reference amount |

Expenditure type | Sec-tion no. | | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 and later | Total |

Human resources and associated expenditure (NDA) | 8.2.5 | d | 0,86 | 0,86 | 0,86 | 0,86 | 0,86 | 0,86 | 0,86 | 6,02 |

Administrative costs, other than human resources and associated costs, not included in reference amount (NDA) | 8.2.6 | e | 1,23 | 1,24 | 1,24 | 1,25 | 1,25 | 1,26 | 1,27 | 8,74 |

Total indicative financial cost of intervention

Expenditure type | | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 and later | Total |

TOTAL CA including cost of Human Resources | a+c+d+e | 20,9 | 23,9 | 24,7 | 24,2 | 24,9 | 26,1 | 26,8 | 171,5 |

TOTAL PA including cost of Human Resources | b+c+d+e | 9,6 | 15,5 | 21,4 | 24,0 | 24,6 | 25,2 | 51,3 | 171,5 |

Co-financing details

Not applicable

4.1.2. Compatibility with Financial Programming

X Proposal is compatible with Financial perspective 2007-2013

4.1.3. Financial impact on Revenue

X Proposal has no financial implications on revenue

4.2. Human Resources FTE (including officials, temporary and external staff) – see detail under point 8.2.1.

Annual requirements | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |

Total number of human resources | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 |

5. CHARACTERISTICS AND OBJECTIVES:

5.1. Consumer policy priority areas:

• To ensure a high level of consumer protection, notably through improved evidence, better consultation and better representation of consumers’ interests.

• To ensure the effective application of consumer protection rules notably through enforcement cooperation, information, education and redress.

Actions will contribute to ensure an equally high level of protection for all EU consumers, wherever they live, travel to or buy from in the EU, from risks and threats to their interests. Action covers the safety of goods and services; the fairness of commercial practices and contractual rights for consumers; affordable access to essential services. This also implies a clear role for the representatives of consumers, properly resourced and with sufficient expertise. This should result in reducing the lack of confidence of consumers in the internal market and enabling them to make free and informed choices from an appropriate range of products. This, in turn, will boost competition and make a significant contribution to the competitiveness of EU businesses.

Actions will also contribute to increase the capacity of consumers to promote their own interests, as individuals or though consumer organisations, i.e., helping consumers help themselves. This means equipping consumers with the tools they need to take better and more rational decisions in the internal market. This includes the provision of information to consumers about their rights, protection from rogue traders and access to effective means of redress but also products and the opportunities of the internal market.

5.2. Value added of Community involvement and coherence of the proposal with other financial instruments and possible synergy

The EU, national and regional authorities, citizens, businesses and civil society have a role to play in improving the welfare of European consumers. There are however several shared consumer policy challenges that only action at EU level can tackle. Greater mobility and more communication have benefited consumers but they have also increased the risk of scams and other problems e.g. from bogus lotteries. The complexity of modern life has brought more choice for citizens. But it has also made it harder for them to make the best choices.

The proposed strategy and programme aim to implement article 153 of the Treaty as regards Community action on consumer protection, by complementing national action with value-added measures which cannot be taken at national level.

The modified Consumer programme builds on the existing consumer programmes and maintains its core elements.

5.3. Objectives and expected results of the proposal in the context of the ABM framework

The overall goal of the EU Consumer Policy is to improve the quality of life for EU citizens, in terms of their consumer interests. This will contribute to making Europe’s citizens safer and more confident, providing the means for economic and social inclusion, and thus giving substance to EU citizenship.

Protection and promotion of consumer interests depends on many factors. Citizens themselves, through their own choices, can protect their interests as consumers. But much depends on external factors that public policy needs to address.

5.3.1. Core joint objectives

EU Consumer policies have two main objectives:

(1) To ensure a high level of consumer protection, notably through improved evidence, better consultation and better representation of consumers’ interests.

(2) To ensure effective application of consumer protection rules notably through enforcement cooperation, information, education and redress.

5.3.2. Areas of synergy

There are a number of areas of synergy between EU Consumer policies and other EU policies.

• Improve communication with EU citizens. The aim is to improve the delivery of information citizens need to manage their consumer interests and to listen better to their concerns and feed this into policy-making.

• Increase civil society and stakeholders’ participation in EU policy-making. The aim is to improve consultation to ensure their close participation in policy-making.

• Integrating consumer concerns into other EU policies. Most EU policies that regulate or intervene in markets or which affect citizens’ rights (data protection, copyright, access to justice) have a profound effect on consumer outcomes. The main current areas are competition policy, information society and essential services (or services of general interest), where core universal services need be established and maintained. Issues related to standardisation and developing of information society are also of key importance to consumers.

• Enhance scientific advice and risk assessment. Tackling problems that might impact on health and safety requires good independent scientific advice and thorough risk assessment.

• Promote the safety of products. Activities would include best practice exchange, awareness raising, implementation guidelines, training and networking, joint surveillance and enforcement projects and systematic development of product safety standards

5.3.3. Consumer policy priority areas:

Actions will contribute to ensure an equally high level of protection for all EU consumers, wherever they live, travel to or buy from in the EU, from risks and threats to their interests. Action covers the safety of goods and services; the fairness of commercial practices and contractual rights for consumers; affordable access to essential services, protection from rogue traders and access to effective means of redress. This should result in reducing the lack of confidence of consumers in the internal market and enabling them to make free and informed choices from an appropriate range of products. This, in turn, will boost competition and make a significant contribution to the competitiveness of EU businesses.

Actions will also contribute to increase the capacity of consumers to promote their own interests, as individuals or though consumer organisations, i.e., helping consumers help themselves. This means equipping consumers with the tools they need to take better and more rational decisions in the internal market. This includes the provision of information to consumers about their rights, means of redress but also products and the opportunities of the internal market. This also implies a clear role for the representatives of consumers, properly resourced and with sufficient expertise.

5.4. Method of Implementation (indicative)

Show below the method(s) [22] chosen for the implementation of the action.

X Centralised Management

X Directly by the Commission

ٱ Indirectly by delegation to:

X Executive Agency

ٱ Bodies set up by the Communities as referred to in art. 185 of the Financial Regulation

ٱ National public-sector bodies/bodies with public-service mission

ٱ Shared or decentralised management

ٱ With Member states

ٱ With Third countries

ٱ Joint management with international organisations (relevant organisations in the areas of health and consumers)

6. MONITORING AND EVALUATION

6.1. Monitoring system

The Commission monitors the most pertinent indicators throughout the implementation of the new programme. The indicators hereunder listed are related to the objectives described under part 5.3.

Objectives | Indicators |

To ensure a high level of consumer protection, notably through improved evidence, better consultation and better representation of consumers’ interests. | – Volume of evidence gathered (studies, surveys) – Number of product safety standardisation mandates – Participation of Member States in Rapex measured by the number of notifications. – Number and quality of activities of European consumer organizations designed to influence EU policies, as assessed from their annual activity reports. |

To ensure the effective application of consumer protection rules notably through enforcement cooperation, information, education and redress. | Improvement of the effectiveness of consumer product safety legislation and enforcement as measured (through surveys) by long term trends in the– number of accidents and injuries related to products – Number of cross-border enforcement actions taken on behalf of EU consumers across jurisdictions. – Surveys on effectiveness of information actions – Level of interest in consumer education actions |

The implementation of the Community programme entrusted to the executive agency is subject to the control of the Commission and this control is exerted according to the methods, the conditions, the criteria and the parameters which it lays down in the act of delegation defined by Council Regulation (EC) No 58/2003 laying down the statute for executive agencies to be entrusted with certain tasks in the management of Community programmes [23], Article 6(3).

6.2. Evaluation

6.2.1 Ex-ante evaluation

The programme is designed taking into account in particular the experience gained through the implementation of the Consumer Policy Strategy 2002-2006 and the Consumer Policy Programme 2004-2007.

The Consumer Policy Strategy which was initiated in 2002 brought several major improvements to the functioning of European Consumer policy, in particular with:

– putting into place a mid-term programme (5 years were foreseen from 2002 to 2006);

– being flexible: a rolling plan of actions, revised every 18 months is annexed to the programme;

– putting emphasis on a need for a knowledge-based consumer policy;

– developing capacity building actions in favour of consumer associations;

– developing education actions, in particular towards young consumers;

In addition, the new programme tackles issues mentioned in previous evaluations (see 6.2.2.):

– combine the consumer policy programme or strategy and its related financial framework;

– better match the implementation of the consumer programme or strategy with available human resources with the use of the existing health executive agency;

– improve enforcement: this is one of the major consumer policy objectives of the new programme.

• Added value

There will be no major changes in the objectives compared to the Consumer Policy Strategy 2002-2006. A clear emphasis will be put on two major areas/objectives, namely:

– To ensure a high level of consumer protection, notably through improved evidence, better consultation and better representation of consumers’ interests.

– To ensure the effective application of consumer protection rules notably through enforcement cooperation, information, education and redress

Better added value will also be reached with the leverage effect made possible by the use of the existing executive agency.

• Cost-effectiveness

Therefore, cost-effectiveness of programme benefits from the leverage effect provided by the use of the executive agency. Priority areas remain broadly comparable to the ones of the Consumer Policy Strategy. Now that several pilot actions tested under the Consumer Policy Strategy have proven their interest, it is time to consolidate this effort (eg. education, training).

6.2.2. Measures taken following an intermediate/ex-post evaluation (lessons learned from similar experiences in the past)

Consumer protection policy can build on the lessons taken from former programmes, in particular the Consumer policy action plan 1999-2001 [24] and the Consumer policy Strategy 2002-2006 [25]. Some measures which were recommended in the ex-post evaluation of the Consumer Policy action plan had already been integrated in the Consumer Policy Strategy. Some specific evaluations have been carried out and were taken into account. [26]

An ex-post evaluation [27] of the Consumer policy action plan drew the following recommendations (abstract):

“Definition of the action plan

1. Develop more flexible action plans, capable of reacting to new situations but stable enough to ensure the continuity of the Commission policy strategy.

2. Combine the consumer policy action plan or strategy and its related financial framework into one document, with the objective that they should be of equal duration and that there is good coherence of the planned actions.

Generation of broader impact

3. Make a very clear distinction between a policy document like the action plan - being a sort of declaration of intent - and a management plan - providing information on the progress of outputs and impacts.

4. Better match the implementation of the Commission consumer policy (that has ambitious objectives) with DG SANCO (limited) human and financial resources. For the Commission, this means:

– Define priorities.

– Be clear to consumer organisations on what is the role and what are the priorities of the Commission on consumer policy, in particular regarding the funding of and assistance to consumer organisations.

– Strengthen co-operation with Member States in particular within co-operation on administrative enforcement.

– Build on existing infrastructures and networks created either by other DGs or by Member States.

– Make the other DGs more aware of consumer interests and encourage direct contacts between them and the consumer organisations.

– Increase the budget of DG SANCO.

5. Optimise the complementarities and synergies between the different networks or entities contributing to the implementation of the Commission consumer policy.

6. Reinforce the partnership with field organisations through:

– Reinforced participation of the consumer organisations in the policy-making process.

– More transparent communication to consumer organisations.

– The increased role of the Euroguichets, the EEJ-Net, the International Consumer Protection and Enforcement Network (ICPEN), consumer associations, etc.

7. Reinforce communication with Member States and consumer organisations and between Member States and consumer organisations through exchanges on:

– priorities and consumer needs at European and national/regional level.

– Commission actions and the progress made by the Member States and consumer organisations on the implementation, use and enforcement of the Commission actions and possibly on related best practices.

8. Improve enforcement through:

– Continuing the work initiated during the action plan on co-operation in enforcement.

– Sustaining the development of consumer organisations in the countries lacking effective enforcement, such as in the new Member States.

9. Wherever possible, repeat the well-structured approach used during the revision of the General Product Safety Directive, which was based on the preliminary study of the needs for improvement, good co-operation with the Member States and the consultation of stakeholders.

10. Continue to base the development of actions on informed judgement through the use of the knowledge-base and the making of impact assessments and evaluations (ex-ante and ex-post).

Impact assessment framework

11. Regularly assess the impact assessment framework, for instance every two years, in order that it reflects changing consumer policy objectives, the emergence of new key issues (to be measured to know whether the Commission consumer policy is successful in supporting its objectives) or improvements in data availability.

In its concluding remarks, the Report on the implementation and evaluation of Community activities 2002-2003 in favour of consumers under the general framework as established by Decision No 283/1999/EC underlined the following elements:

"With respect to the previous years, expenditure commitments in 2002 and 2003 were generally more policy-driven than was the case in 1999-2001. This is in large part the result of the Consumer Policy Strategy 2002-2006, which defined clear objectives and a more coherent approach to consumer policy. In particular, actions to build up a knowledge-base for consumer policy have increased in importance with respect to previous years. As they become available, the results feed into policy development and financial programming. This trend was further strengthened with the entry into force of Decision No 20/2004/EC that substitutes Decision No 283/1999/EC. The new framework provides support only for actions that support EU consumer policy.

Efforts to rationalize and improve the efficiency of the European Consumer Centers and Extra-Judicial networks have led to a decision to merge the two into a single structure. The results of evaluations are also prompting efforts to better focus the activities of the network on assistance with cross-border consumer problems. A planned review of the function of the networks within the larger framework of consumer redress instruments, including small claims and injunctions/class actions by consumer organizations, will help to better define consumer needs to which the networks aim to respond.

With respect to European level consumer associations, the experience with AEC has proved that, in spite of the financial support provided from the Community budget, the feasibility of an effective second general consumer organization at EU level is low and that the national consumer associations that are not part of BEUC do not have the means to manage an effective EU-level organization.

Evaluations and critical assessments have provided the basis for a substantial reorientation of information and education actions. The pilots of the new actions will be subject of interim evaluations to measure if they deliver improved impact.

With respect to specific projects, this instrument appears to be more effective as a means of supporting national consumer organizations and other NGO’s than as a policy tool, and its concrete impact on the level of consumer protection in the EU is found to be scarce. In that light, new instruments to support the work of consumer associations, in particular the capacity building actions as introduced by Decision No 20/2004/EC, deserve to be given a higher priority."

6.2.3. Terms and frequency of future evaluation

Details and frequency of planned evaluation:

The Commission will draw up two successive evaluation reports, which will be communicated to the European Parliament, the Council, the Economic and Social Committee and the Committee of the Regions.

Mid-term report: the first evaluation will be undertaken after the mid-point of the programme. The object of this report is to provide an initial assessment of the impact and effectiveness of the programme on the basis of the results obtained. Any changes or adjustments that are deemed necessary will be proposed by the Commission for the second half of the programme.

Final Report: An external evaluation report covering the entire period of operation of the Programme will be carried out, to assess the implementation of the Programme.

Furthermore, the Commission plans to audit beneficiaries in order to check that Community funds are being used properly. The results of audits will form the subject of a written report.

Evaluation of the results obtained:

Information providing a measure of the performance, results and impact of the Programme will be taken from the following sources:

– statistical data compiled on the basis of the information from application dossiers and the monitoring of beneficiaries' contracts;

– audit reports on a sample of programme beneficiaries ;

– use of the results of the executive agency’s evaluations and audits.

7. Anti-fraud measures

All the contracts, conventions and legal undertakings concluded between the Commission and the beneficiaries under the programme foresee the possibility of an audit at the premises of the beneficiary by the Commission’s services or by the Court of Auditors, as well as the possibility of requiring the beneficiaries to provide all relevant documents and data concerning expenses relating to such contracts, conventions or legal undertakings up to 5 years after the contractual period. Beneficiaries are subject to the requirement to provide reports and financial accounts, which are analysed as to the eligibility of the costs and the content, in line with the rules on Community financing and taking account of contractual obligations, economic principles and good financial management.

8. DETAILS OF RESOURCES

8.1. Objectives of the proposal in terms of their financial cost

Commitment appropriations in EUR million (to 1 decimal places)

(Headings of Objectives, actions and outputs should be provided) | Type of output | Av. cost | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 and later | TOTAL |

| | | No. outputs | Total cost | No. outputs | Total cost | No. outputs | Total costs | No. out-puts | Total cost | No. out-puts | Total cost | No. out-puts | Total cost | No. out-puts | Total cost | No. outputs | Total cost |

OPERATIONAL OBJECTIVE: Consumer protection | | | | | | | | | | | | | | | |

Action 1: to ensure a high level of consumer protection | | 1,000 | 6 | 7 | 7 | 7,7 | 8 | 8,4 | 7 | 7,5 | 7 | 7,7 | 8 | 9,4 | 8 | 9,3 | 51 | 57 |

Action 2: effective application of consumer protection | | 1,000 | 9 | 9,2 | 10 | 11,3 | 10 | 11,4 | 10 | 11,7 | 11 | 12,2 | 10 | 11,5 | 10 | 12,3 | 70 | 79,6 |

Sub-total Objective n | | | 15 | 16,2 | 17 | 19 | 18 | 19,8 | 17 | 19,2 | 18 | 19,9 | 18 | 20,9 | 18 | 21,6 | 121 | 136,6 |

TOTAL COST | | | | 16,2 | | 19 | | 19,8 | | 19,2 | | 19,9 | | 20,9 | | 21,6 | | 136,6 |

8.2. Administrative Expenditure

8.2.1. Number and type of human resources

Types of post | | Staff to be assigned to management of the action using existing and/or additional resources (number of posts/FTEs) |

| | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |

Officials or temporary staff [28] (17 01 01) | A*/AD | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 |

| B*, C*/AST | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 |

Staff financed [29] by art. 17 01 02 | | | | | | | |

Other staff [30] financed by art. 17 01 04 | | | | | | | |

TOTAL | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 |

The calculation includes the existing resources devoted to the current programme.

It does not include the executive agency’s staff.

8.2.2. Description of tasks deriving from the action

The programme reinforces and re-focuses the themes of the current programme (high common level of consumer protection; effective enforcement and the proper involvement of consumer organisations). A higher priority is given to information, education, enforcement cooperation and improving the evidence for consumer policy.

The current executive agency will also be extended to deal with Consumer issues. This will enable the Commission to carry out projects which had so far only be done at the pilot project level (e.g. education tools) and to be the necessary scale and visibility to actions meant to strenghthen the evidence for consumer policy making (e.g. price surveys, quality of products) or to develop capacity building actions (training of consumers’ organisations staff, of enforcers from the Member States).

8.2.3. Sources of human resources (statutory)

(When more than one source is stated, please indicate the number of posts originating from each of the sources)

X Posts currently allocated to the management of the programme to be replaced or extended

Posts pre-allocated within the APS/PDB exercise for year n

Posts to be requested in the next APS/PDB procedure

Posts to be redeployed using existing resources within the managing service (internal redeployment)

Posts required for year n although not foreseen in the APS/PDB exercise of the year in question

8.2.4. Other Administrative expenditure included in reference amount (XX 01 04/05 – Expenditure on administrative management)

EUR million (to 2 decimal places)

Budget line(number and heading) | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 and later | TOTAL |

1. Technical and administrative assistance (including related staff costs) | | | | | | | | |

Executive agency | 1,7 | 1,8 | 1,8 | 1,9 | 1,9 | 2 | 2 | 13,1 |

Other technical and administrative assistance | | | | | | | | |

– intra muros | 0,9 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1,1 | 1,1 | 7,1 |

– extra muros | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,0 | 0,00 |

Total Technical and administrative assistance | 2,6 | 2,8 | 2,8 | 2,9 | 2,9 | 3,1 | 3,1 | 20,2 |

These costs include the programme’s contribution to the operating costs of the Health and Consumer Executive agency, and notably the personnel costs to the agency for this programme.

8.2.5. Financial cost of human resources and associated costs not included in the reference amount

EUR million (to 3 decimal places)

Type of human resources | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 and later |

Officials and temporary staff (XX 01 01) | 0,864 | 0,864 | 0,864 | 0,864 | 0,864 | 0,864 | 0,864 |

| | | | | | | |

Staff financed by Art XX 01 02 (auxiliary, END, contract staff, etc.) | | | | | | | |

(specify budget line) | | | | | | | |

Total cost of Human Resources and associated costs (NOT in reference amount) | 0,864 | 0,864 | 0,864 | 0,864 | 0,864 | 0,864 | 0,864 |

Calculation – Officials and Temporary agents

Calculation includes overheads expenses and is based on the average cost in the Commission

Calculation– Staff financed under art. XX 01 02

Calculation includes overheads expenses and is based on the average cost in the Commission

8.2.6. Other administrative expenditure not included in reference amount

| 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | TOTAL |

17 01 02 11 01 – Missions | 0,225 | 0,226 | 0,227 | 0,228 | 0,230 | 0,231 | 0,232 | 1,599 |

17 01 02 11 02 – Meetings & Conferences; Committees | 0,6 | 0,603 | 0,606 | 0,609 | 0,612 | 0,615 | 0,618 | 4,264 |

17 01 02 11 04 – Studies & consultations | 0,180 | 0,181 | 0,182 | 0,183 | 0,184 | 0,185 | 0,185 | 1,279 |

17 01 02 11 05 - Information systems | 0,225 | 0,220 | 0,220 | 0,215 | 0,215 | 0,215 | 0,200 | 1,510 |

2. Total Other Management Expenditure (XX 01 02 11) | 1,230 | 1,236 | 1,242 | 1,249 | 1,255 | 1,261 | 1,267 | 8,740 |

3. Other expenditure of an administrative nature (specify including reference to budget line) | | | | | | | | |

Total Administrative expenditure, other than human resources and associated costs (NOT included in reference amount) | 1,230 | 1,236 | 1,242 | 1,249 | 1,255 | 1,261 | 1,267 | 8,740 |

Calculation - Other administrative expenditure not included in reference amount

The needs for human and administrative resources shall be covered within the allocation granted to the managing Directorate-General in the framework of the annual allocation procedure.

[1] PB C, blz..

[2] PB C 88 van 11.4.2006, blz.1.

[3] PB C, blz..

[4] PB C, blz..

[5] PB L 271 van 9.10.2002, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit nr. 786/2004/EG (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 7).

[6] PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit nr. 786/2004/EG (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 7).

[7] PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73.

[8] PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.

[9] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

[10] 138,8 miljoen euro tegen de prijzen van 2004.

[11] PB L 66 van 4.3.2004, blz. 45.

[12] PB L 66 van 4.3.2004, blz. 45.

[13] PB L 11 van 15.01.2002, blz. 4.

[14] PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.

[15] PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4.

[16] PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22.

[17] PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1.

[18] Non-differentiated appropriations hereafter referred to as NDA.

[19] Differentiated appropriations hereafter referred to as DA.

[20] Non-differentiated appropriations hereafter referred to as NDA.

[21] EA: Executive Agency.

[22] If more than one method is indicated please provide additional details in the "Relevant comments" section of this point.

[23] OJ L 11, 16.1.2003, p. 1.

[24] http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/serv_gen/links/action_plan/ap01_en.pdf.

[25] http://europa.eu.int/eur-lex/pri/en/oj/dat/2002/c_137/c_13720020608en00020023.pdf.

[26] Evaluation of 1995-199 subventions to consumer organisations operating at European level, final report, The evaluation partnership, 16 November 2001; Ex-ante budgetary evaluation of a possible merger of EEJ-Net and the ECC network and assessment of the pilot phase of the EEJ-Net, final report, EPEC, July 2004; Evaluation of the financial support for specific projects Article 2c) of Decision No 283/1999/EC, Yellow Window, final report, 13 October 2004; Intermediate evaluation of European consumer centres’ network (Euroguichets), CIVIC, final report, 10 November 2004.

[27] Ex-post evaluation of the Consumer Policy action plan 1999-2001, final report, Bureau Van Dijk Management Consultants – 16 December 2004.

[28] Cost of which is NOT covered by the reference amount.

[29] Cost of which is NOT covered by the reference amount.

[30] Cost of which is included within the reference amount.

--------------------------------------------------