52006PC0004

Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt (gecodificeerde versie) /* COM/2006/0004 def. - CNS 2006/0003 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 16.01.2006

COM(2006) 4 definitief

2006/0003 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt (gecodificeerde versie)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

2. Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren , waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Verordening (EEG) nr. 845/72 van de Raad van 24 april 1972 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt[3]. De nieuwe verordening vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie , in alle officiële talen, van Verordening (EEG) nr. 845/72 en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage II bij de gecodificeerde verordening.

ê 845/72 (aangepast)

2006/0003 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel Ö 37 Õ ,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement[5],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[6],

Overwegende hetgeen volgt:

ê

1. Verordening (EEG) nr. 845/72 van de Raad van 24 april 1972 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt[7] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd[8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

ê 845/72 overweging 1 (aangepast)

2. In [Verordening (EEG) nr. 827/68 van de Raad] van 28 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor bepaalde in bijlage II van het Verdrag vermelde producten[9] zijn de maatregelen aangegeven die van toepassing zijn op het handelsverkeer in zijderupsen en eieren van zijderupsen, zonder dat evenwel is voorzien in steunmaatregelen binnen de Gemeenschap. De teelt van zijderupsen is belangrijk voor de economie van bepaalde gebieden in de Gemeenschap. Deze activiteit vormt een aanvullende bron van inkomsten voor de landbouwers van die gebieden. Derhalve dienen maatregelen te worden getroffen die ertoe kunnen bijdragen om aan de zijderupsentelers een redelijk inkomen te verzekeren.

ê 845/72 overweging 2

3. Het is daartoe noodzakelijk dat er maatregelen kunnen worden genomen om de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt te vergemakkelijken en dat aan de zijderupsenteelt steun wordt verleend ter vervanging van nationale steunregelingen voor dit product. Het is gezien de kenmerken van deze teelt dienstig de steun te verlenen in de vorm van een forfaitair bedrag per gebruikte doos zijderupseneieren.

ê 845/72 overweging 3

4. De uitgaven van de lidstaten dienen ingevolge de uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende verplichtingen door de Gemeenschap te worden gefinancierd overeenkomstig de bepalingen betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

ê

5. De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[10],

ê 845/72

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

ê 1668/2000 art. 1, punt 1 (aangepast)

Artikel 1

1. Een steunregeling wordt ingevoerd voor in de Gemeenschap geteelde zijderupsen van GN-code Ö 0106 90 00 Õ en eieren van zijderupsen van GN-code Ö 0511 99 90Õ.

2. De steun wordt aan de zijderupsentelers verleend voor de gebruikte dozen eieren van zijderupsen voorzover de dozen een nader te bepalen minimumhoeveelheid eieren bevatten en de rupsenteelt tot een goed einde gebracht is.

3. Het steunbedrag per gebruikte doos zijderupseneieren wordt op 133,26 EUR vastgesteld.

ê 1668/2000 art. 1, punt 2 (aangepast)

Artikel 2

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de Ö in artikel 4, lid 2, bedoelde Õ procedure.

Deze bepalingen betreffen met name de in artikel 1, lid 2, bedoelde minimumhoeveelheid, de door de lidstaten aan de Commissie mee te delen gegevens en alle controlemaatregelen om de financiële belangen van de Gemeenschap tegen fraude en andere onregelmatigheden te beschermen.

ê 845/72

Artikel 3

Het teeltseizoen voor zijderupsen begint ieder jaar op 1 april en eindigt op 31 maart van het daaropvolgende jaar.

ê 1668/2000 art. 1, punt 3 (aangepast)

Artikel 4

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel Ö 10 Õ van Verordening (EG) nr. Ö 1673/2000 Õ van de Raad[11] ingestelde Comité van beheer voor Ö natuurlijke vezels Õ, hierna „het comité” te noemen.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op één maand vastgesteld.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

ê 845/72

Artikel 5

De bepalingen betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn van toepassing op de in artikel 1 bedoelde producten.

ê

Artikel 6

Verordening (EEG) nr. 845/72 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

ê 845/72 (aangepast)

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de Ö twintigste Õ dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Ö Unie Õ.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

é

BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EEG) nr. 845/72 van de Raad | (PB L 100 van 27.4.1972, blz. 1) |

Verordening (EEG) nr. 4005/87 van de Commissie | (PB L 377 van 31.12.1987, blz. 48) |

Verordening (EEG) nr. 2059/92 van de Raad | (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 19) |

Verordening (EG) nr. 1668/2000 van de Raad | (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 6) |

_____________

BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening (EEG) nr. 845/72 | De onderhavige verordening |

Artikel 1 | Artikel 1 |

Artikel 2 | Artikel 2 |

Artikel 3 | Artikel 3 |

Artikel 4 | Artikel 4 |

Artikel 5 | Artikel 5 |

- | Artikel 6 |

Artikel 6 | Artikel 7 |

- | Bijlage I |

- | Bijlage II |

_____________

[1] COM(87) 868 PV.

[2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

[3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 definitief.

[4] Zie bijlage I bij dit voorstel.

[5] PB C […].van […], blz.

[6] PB C […].van […], blz.

[7] PB L 100 van 27.4.1972, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1668/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 6).

[8] Zie bijlage I.

[9] PB L 151 van 30.6.1968, blz. 16. Ö Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97). Õ

[10] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

[11] Ö PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16. Õ.