52006IP0087

Resolutie van het Europees Parlement over het Vierde Wereld Water Forum in Mexico City op 16-22 maart 2006

Publicatieblad Nr. 291 E van 30/11/2006 blz. 0294 - 0296


P6_TA(2006)0087

Vierde Wereld Water Forum

Resolutie van het Europees Parlement over het Vierde Wereld Water Forum in Mexico City op 16- 22 maart 2006

Het Europees Parlement,

- gezien het Vierde Wereld Water Forum dat van 16 t/m 22 maart 2006 in Mexico City zal plaatsvinden,

- gezien de slotverklaringen van de eerste drie Wereld Water Forums in Marrakech (1997), Den Haag (2000) en Kyoto (2003),

- gezien de VN-millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MOD's) en het eindverslag van 2005 van de Millenniumwerkgroep voor water en riolering, getiteld "Gezondheid, waardigheid en ontwikkeling, wat ervoor nodig is",

- gezien het tweede VN-rapport over Wereld Waterontwikkeling, "Water, een gedeelde verantwoordelijkheid",

- gezien het G8-wateractieplan, aangenomen op de Top van Evian in 2003 en bekrachtigd in de G8-verklaring van Gleneagles van 7 juli 2005,

- gezien het tijdens de Wereldtop voor duurzame ontwikkeling te Johannesburg (WSSD) in 2002 gelanceerde EU-waterinitiatief,

- gezien de in 2004 opgezette ACS/EU-waterfaciliteit,

- onder verwijzing naar zijn resolutie van 4 september 2003 over waterbeheer in ontwikkelingslanden [1],

- onder verwijzing naar zijn resolutie van 11 maart 2004 over de internemarktstrategie-prioriteiten 2003-2006 [2], waarin het in paragraaf 5 als zijn mening uitspreekt dat "water een gemeenschapsgoed van de mensheid is en dat het beheer van de watervoorraden derhalve niet mag worden onderworpen aan de regels van de interne markt",

- gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A. overwegende dat de helft van de wereldbevolking de gevolgen ondervindt van ontoereikende rioleringsvoorzieningen en onvoldoende toegang tot drinkwater, en dat er duidelijke voortekenen zijn van een naderende mondiale watercrisis die niet alleen de duurzame ontwikkeling maar ook de vrede en veiligheid in gevaar brengt; overwegende dat miljoenen vrouwen en kinderen in onevenredige mate te lijden hebben onder onvoldoende toegang tot drinkwater en rioleringsvoorzieningen,

B. overwegende dat een van de belangrijkste MOD's erop is gericht het aantal mensen zonder duurzame toegang tot veilig drinkwater en elementaire rioleringsvoorzieningen per 2015 te halveren,

C. overwegende dat het forum in Mexico als belangrijkste thema heeft de "plaatselijke acties voor een mondiale uitdaging", dat de distributie van water inegalitair is, terwijl dit een universele openbare dienst zou moeten zijn, geregeld en beheerd op plaatselijk — namelijk het meest geschikte — niveau; overwegende dat zich rond zulke plaatselijke openbare diensten een gemeenschappelijke innoverende en democratische bestuurlijke vaardigheid kan vormen; overwegende dat de beheersing van de watervoorziening en -kwaliteit onmisbaar is voor de duurzame ontwikkeling van de allerarmste bevolkingsgroepen,

D. overwegende dat de kwaliteit van het water, onontbeerlijk om te kunnen overleven, één van de voornaamste sterfteoorzaken is in de ontwikkelingslanden en miljoenen doden per jaar veroorzaakt, waarvan de helft kinderen, overwegende meer dan een miljard mensen geen toegang tot drinkwater heeft en tweeëneenhalf miljard mensen over geen enkel rioleringssysteem beschikt,

E. overwegende dat de Europese Unie en haar lidstaten ongeveer 1,4 miljard euro per jaar spenderen aan water en riolering in ontwikkelingslanden, zodat de EU in deze sector de grootste hulpverschaffer ter wereld is,

F. overwegende dat de reeds aangehaalde ACS/EU-waterfaciliteit tot doel heeft om binnen het kader van de MOD's en de Johannesburgdoelstellingen, de "duurzame watervoorziening en rioleringsinfrastructuur te stimuleren en de waterhuishouding en het integraal beheer van waterbronnen in de ACS-landen te verbeteren door de financieringskloof te helpen overbruggen",

1. verklaart dat water een gemeenschapsgoed van de mensheid is en de toegang tot water daarom een grondrecht van de mens is; wenst dat alles in het werk wordt gesteld om de armste bevolkingsgroepen tegen 2015 de toegang tot water te garanderen;

2. verlangt dat de Commissie de Europese Unie op het Vierde Wereld Water Forum vertegenwoordigt met als mandaat in de ministeriële slotverklaring te doen opnemen dat de toegang tot drinkwater een fundamenteel mensenrecht is; verlangt in dit verband dat de Europese Unie en haar lidstaten in het kader van de Verenigde Naties voorstellen doen voor de uitwerking van een internationaal verdrag inzake water en het beheer van waterbronnen, waarin het recht op toegang tot drinkwater wordt erkend;

3. betreurt het dat de acties van het Wereld Water Forum maar in geringe mate opgenomen zijn in de werkzaamheden van de Verenigde Naties; herinnert eraan dat er 21 internationale agentschappen zijn die zich vanuit verschillende gezichtshoeken bezighouden met de waterproblematiek en pleit daarom voor de oprichting van een "watercoördinatiebureau" onder directe verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties;

4. benadrukt dat dit "watercoördinatiebureau" van de Verenigde Naties de bescherming van de volksgezondheid en het milieu in het waterbronnenbeheer moet integreren, en tot taak moet hebben strategieën te ontwikkelen ter aanmoediging van een vorm van economische en agrarische ontwikkeling die verenigbaar is met behoud of herstel van een hoog niveau van waterkwaliteit;

5. dringt erop aan dat het beheer van de watervoorraden wordt gebaseerd op een inspraak bevorderende en geïntegreerde aanpak die de gebruikers en beleidsmakers op plaatselijk niveau en op democratische wijze bij de vorming van het waterbeleid betrekt;

6. pleit ervoor dat bij alle watervoorzienings- en rioolaanlegprogramma's specifieke acties worden ondernomen gericht op genderongelijkheden — om te zorgen voor gelijke verdeling van voordelen en van de daaruit voortvloeiende kansen — en dat de rol van de vrouw bij de aanleg, het beheer en het onderhoud van waterbronnen wordt gestimuleerd;

7. verwelkomt de toewijzing van 500 miljoen euro uit het 9e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor de oprichting van de ACS/EU-waterfaciliteit, samen met de eerdere financiering ten bedrage van 475 miljoen euro uit het negende EOF voor watervoorziening en riolering; dringt erop aan dat watervoorziening en rioolaanleg in het 10e EOF afdoende wordt gefinancierd; wenst dat de internationale instellingen het aandeel voor water in hun "actieplannen" vergroten, en dat de schuldenverlichting ook ten goede komt aan investeringen voor water;

8. onderstreept en onderschrijft de reeds aangehaalde bevindingen van de VN-Werkgroep water en riolering, dat de belangrijkste MOD's niet zullen worden gehaald tenzij aan een aantal prealabele voorwaarden wordt voldaan, waaronder de volgende:

- meer ontwikkelingshulp en meer gerichtheid op de minst ontwikkelde landen,

- een herverdeling van de middelen van de ontwikkelingslanden met lage en middelbare inkomens naar de allerarmste ontwikkelingslanden,

- een grotere betrokkenheid van alle betrokken actoren om te komen tot een werkelijk eigen beheer van initiatieven voor water- en rioolvoorziening en meer gerichtheid op mobilisering van gemeenschappen;

9. wenst dat de lokale overheden in de Europese Unie worden aangespoord om een deel van het geld dat de gebruikers betalen voor de levering van water en sanitaire voorzieningen te besteden aan gedecentraliseerde ontwikkelingsacties en dat de Unie de middelen krijgt om dergelijke acties te steunen en te begeleiden, onder meer waar het gaat om coördinatie van informatie en toepassing en verspreiding van resultaten;

10. verzoekt de Commissie en de Raad om de fundamentele rol te erkennen die aan plaatselijke gemeenschappen toekomt bij waterbescherming en waterbeheer, en betreurt het dat de vaardigheden, ervaring en middelen van plaatselijke gemeenschappen in de financieringsprogramma's van de EU te weinig worden ingeroepen, op prijs gesteld en benut, want de plaatselijke gemeenschappen in de Europese Unie zijn immers door hun technische vaardigheden, knowhow en ervaring beter dan wie ook in staat om plaatselijke gemeenschappen in ontwikkelingslanden te helpen;

11. benadrukt dat actie ter verbetering van water- en rioleringsvoorzieningen niet op zichzelf moet staan, maar veeleer deel moet uitmaken van een samenhangende, gezamenlijke ontwikkelingsstrategie die andere beleidsvelden omvat zoals gezondheid en onderwijs, infrastructuur, capaciteitsopbouw en goed bestuur, alsmede duurzame ontwikkelingsstrategieën;

12. hecht nadrukkelijk belang aan het vroegtijdig voorkomen van regionale conflicten over water, met name in gebieden waar meerdere landen op een gemeenschappelijk bekken zijn aangewezen; pleit in dit verband voor verdere inspanningen van de EU en de internationale gemeenschap om de coördinatie van het regionale waterbeleid te verbeteren en de oprichting van regionale instellingen voor waterbeheer te bevorderen;

13. wijst nadrukkelijk op het toenemende gevaar van waterschaarste als gevolg van klimaatverandering; herinnert eraan dat woestijnvorming, smeltende gletsjers, zakkend grondwaterpeil en stijgend zeewater de watervoorraad in vele delen van de wereld bedreigen; vraagt de EU en de lidstaten, alsmede de internationale gemeenschap maatregelen tegen klimaatverandering ten uitvoer te leggen om deze ongunstige ontwikkelingen tegen te houden;

14. pleit voor gedeeld beheer van ecologisch en preventiebeleid om te komen tot een werkelijk gemeenschappelijk waterbeheersbeleid dat in alle externe beleidsterreinen van de EU wordt uitgevoerd, volgens de beginselen van de Kaderrichtlijn Water, die gericht is op behoud van de kwaliteit van de waterbronnen op middellange en langere termijn; meent in dit verband dat alle financiering door de EU van samenwerkingsprojecten en bilaterale inspanningen op gebied van water moet stroken met de algemene, in de milieuwetgeving van de EU gevolgde benadering;

15. begroet en steunt het door de organisaties van het Europese en internationale maatschappelijk middenveld verrichte werk bij het zoeken naar oplossingen voor problemen die verband houden met de toegang tot water voor de armste bevolkingsgroepen; beveelt de deelnemers aan het Vierde Wereld Water Forum aan om, zolang het Forum duurt, belangstelling te tonen voor de activiteiten van organisaties van het maatschappelijk middenveld en serieus aandacht te besteden aan de voorstellen van deze organisaties;

16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de ACS-EU-Raad van ministers, de secretaris-generaal van de VN en het secretariaat-generaal van het Comité voor het wereldwatercontract.

[1] PB C 76 E van 25.3.2004, blz. 430.

[2] PB C 102 E van 28.4.2004, blz. 857.

--------------------------------------------------