15.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 305/48 |
Verkennend advies van het Comité van de Regio's over de „Migrantenvrouwen in de Europese Unie”
(2007/C 305/10)
— |
Gezien de betekenis van de vrouw voor de ontwikkeling van de maatschappij benadrukt het Comité van de Regio's het belang van de optimale integratie van migrantenmannen en -vrouwen, mede vanwege hun opvoedende rol: dat is een doorslaggevende factor, ook voor de daadwerkelijke inburgering van de tweede en derde generatie allochtonen. |
— |
Bij integratie gaat het zowel om het nakomen van verplichtingen als om het eerbiedigen van fundamentele mensenrechten, die de basis vormen van het Europees juridisch erfgoed. |
— |
Openbare instanties, vooral op lokaal en regionaal niveau, spelen hierbij een cruciale rol en zijn ertoe uitgerust om de verschillende diensten via netwerken te verbinden met gemeenten, organisaties van migrantenvrouwen en vrijwilligersorganisaties. |
— |
Zorgwekkend zijn de slechte schoolresultaten en het hoge aantal voortijdige schoolverlaters onder allochtone meisjes, die — soms ook onder druk van hun familie — in hun opleidings- en carrièrekeuzen worden achtergesteld als gevolg van culturele vooroordelen of benarde economische omstandigheden. Gelijkheid van behandeling voor allochtone meisjes (en jongens) vooronderstelt dat de ouders vertrouwd worden gemaakt met het onderwijssysteem en zo in staat worden gesteld om, met kennis van zaken en achterlating van seksestereotypen, beslissingen over de opleiding van hun kinderen (en vooral dochters) te nemen waarmee recht wordt gedaan aan het potentieel en de wensen van ieder kind. Er zouden daarom ook maatregelen moeten worden genomen om bij alle betrokkenen meer bewustzijn en betrokkenheid te creëren, zodat gelijkheid van kansen echt binnen handbereik komt. |
Rapporteur |
: |
Sonia MASINI, voorzitster van het provinciebestuur van Reggio Emilia |
Beleidsaanbevelingen
1. |
Het Comité vindt het verheugend dat de Commissie hem om een verkennend advies over dit onderwerp heeft gevraagd, te meer daar 2007 het Europees jaar van gelijke kansen voor iedereen is en 2008 in het teken zal staan van de interculturele dialoog. |
2. |
Het wijst nogmaals op de noodzaak van een solide Europees migratiebeleid dat voorziet in een tussen de nationale, regionale en lokale overheden afgestemd pakket van instrumenten en samenhangende maatregelen op het gebied van legale immigratie, waarmee migranten die zich aan de wetten van het gastland houden, gemakkelijker kunnen integreren en waarmee illegale immigratie en onwettigheid nog beter kunnen worden bestreden. |
3. |
In haar Mededeling „Een gemeenschappelijke agenda voor integratie” stelt de Commissie dat „in alle relevante acties het aspect van gelijkheid van mannen en vrouwen zou moeten worden geïntegreerd en bijzondere aandacht zou moeten worden besteed aan de situatie van migrerende jongeren en kinderen”. |
4. |
Gezien de betekenis van de vrouw voor de ontwikkeling van de maatschappij is het van cruciaal belang dat migrantenmannen en -vrouwen optimaal integreren, mede vanwege hun opvoedende rol. Dat is een doorslaggevende factor, ook om ervoor te zorgen dat de tweede en derde generatie allochtonen helemaal inburgeren. |
5. |
De lokale en regionale overheden hebben in het advies over „Het beleidsplan legale immigratie” al eens aandacht gevraagd voor de genderdimensie, omdat vrouwen niet alleen worden gediscrimineerd vanwege hun vrouwzijn, maar ook vanwege etnische afkomst, geografische herkomst of andere in artikel 13 van het EG-Verdrag vermelde gronden voor discriminatie. |
6. |
Het Comité pleit voor een doeltreffende wettelijke bescherming tegen discriminatie, voor verdere maatregelen om het huidige rechtskader te vervolledigen, voor mainstreaming van non-discriminatie en gelijke kansen in het EU-beleid, voor het bevorderen van innovatie en goede praktijken, voor samenwerking met en bewustmaking van de betrokkenen (en van de samenleving van het gastland) en voor het bestrijden van discriminatie en maatschappelijke uitsluiting van veel achtergestelde etnische minderheden. |
7. |
Integratie is een proces dat van twee kanten komt: de gemeenschap van het gastland is verantwoordelijk voor goede opvang, maar ook de migranten(vrouwen) zelf, als individu en als lid van een nationale gemeenschap, dienen hun bijdrage te leveren. Bewustmaking is dan ook nodig voor zowel de migranten(vrouwen) als de gemeenschap van het gastland. |
8. |
Het is belangrijk te beseffen dat het bij integratie zowel gaat om het nakomen van plichten als om het eerbiedigen van de fundamentele mensenrechten, die de basis vormen van het Europees juridisch erfgoed, zijn vastgelegd bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en zijn verankerd in de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten. |
9. |
Met name migrantenvrouwen kunnen te maken krijgen met situaties waarin de verschillende categorieën van de rechten van het individu en het recht op culturele en religieuze identiteit met elkaar botsen. Deze identiteit dient te worden beschermd, op voorwaarde dat het daaruit voortvloeiende gedrag een vrije en bewuste keuze is, niet indruist tegen onvervreemdbare fundamentele rechten en niet wordt opgelegd door de familie of de gemeenschap in het moeder- of gastland. |
10. |
De lokale en regionale overheden kunnen bogen op ruime ervaring met beleidsmaatregelen voor migrantenvrouwen op het gebied van opvang, bemiddeling, werk, bijstand en de strijd tegen geweld en uitbuiting, hetgeen van nut kan zijn bij de uitwerking van nieuwe Europese strategieën en programma's. Om succesvolle strategieën en programma's te kunnen uitwerken, is het dringend noodzakelijk dat vertegenwoordigsters van migrantenvrouwenorganisaties en andere vertegenwoordigsters van groepen migrantenvrouwen meepraten in een vaste dialoog met de lokale en regionale overheden of dat zij als spreekbuis voor die groepen werkzaam zijn in de administratie. |
11. |
Het Comité roept, net als het Europees Parlement, de lidstaten en de EU er dan ook toe op om dergelijke initiatieven met financiële en personele middelen te ondersteunen en om bij te dragen aan de uitwisseling van ideeën en voorbeelden van goede praktijken. |
12. |
Het juicht de goedkeuring van het kaderprogramma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” ten zeerste toe en is vooral ook ingenomen met de instelling van een Europees fonds voor de integratie, aangezien er hierdoor meer aandacht zal komen voor de genderdimensie en de geslaagde integratie van vrouwen van alle leeftijden, jongeren en migrantenkinderen. |
13. |
Het Comité herhaalt de in zijn advies over „Het beleidsplan legale immigratie” uitgesproken wens dat er bij het beheer van het Europees fonds voor de integratie rekening wordt gehouden met de eisen van de lokale en regionale overheden en dat diezelfde overheden actief en constructief kunnen deelnemen aan de onderhandelingen over de nationale programma's en operationele plannen. |
14. |
Organisaties van migrantenvrouwen en NGO's leveren een fundamentele bijdrage aan de aanpak van de problematiek rondom migrantenvrouwen. |
15. |
Met het oog op de bescherming van vrouwenrechten is het belangrijk dat maatregelen in overleg met het moederland worden getroffen. Het verzoek aan de Commissie en de lidstaten is dan ook om de lokale en regionale overheden in het moeder- en het gastland daarbij te ondersteunen, teneinde adequate indicatoren vast te leggen. |
16. |
Van groot belang is ook dat het taalgebruik seksegevoelig is. |
Statistisch kader
17. |
Er zijn nog steeds geen precieze statistische gegevens over de immigratie in de EU. Zo ontbreken er met name gegevens over de illegale immigratie en over alle mogelijke vormen van ongeregeldheden op de werkplek. |
18. |
Het is van groot belang dat het er bij het verzamelen van gegevens ook rekening wordt gehouden met niet-bindende seksevariabelen en dat er indicatoren voor sekseongelijkheid worden opgesteld. |
19. |
Voor de analyse kan gebruik worden gemaakt van de gegevens die de lokale en regionale overheden verzamelen om decentraal beleid te kunnen uitvoeren en de migratiestromen in goede banen te kunnen leiden. |
Sociale voorzieningen en gezondheidszorg
20. |
Het eerste contact van migrantenvrouwen met de overheidsdiensten en regelgeving van het gastland verloopt vaak via de sociale en medische voorzieningen. Daarom is het noodzakelijk dat alle vormen van discriminatie die in de praktijk kunnen voorkomen, worden bestreden en dat ongelijkheid in de gezondheidszorg wordt uitgebannen. |
21. |
De hele migrantenbevolking moet worden betrokken bij de gezondheidscontroles en preventieve acties van de desbetreffende zorgdiensten. Ook zouden er speciale sociale en medische programma's moeten worden opgezet voor de bestrijding van ziekten die onder migranten veel voorkomen (objectief onderzoek naar specifieke gezondheidsproblemen moet dit uitwijzen), en het is belangrijk om daarvoor voldoende middelen uit te trekken. |
22. |
Er moet meer gezondheidsvoorlichting en -toelichting komen voor met name vrouwelijke allochtonen, en hulpverleners zouden zich meer moeten richten op de individuele behoeften en de specifieke culturele achtergrond van de migrant. Daarvoor zou gebruik kunnen worden gemaakt van vertaling/vertolking, culturele bemiddeling, persoonlijke gesprekken met migranten of dialogen met groepen of organisaties. Respect voor culturele diversiteit moet gebaseerd zijn op het fundamentele recht van de vrouw op gezondheidszorg en op haar zelfbeschikkingsrecht, in het bijzonder op medisch en seksueel gebied. |
23. |
Het Comité staat daarom achter de maatregelen die op het gebied van voorlichting, preventie, steun en bewustmaking worden getroffen om alle mogelijke discriminerende en/of vernederende praktijken en gewoonten uit te bannen en om de verschillende lidstaten en de lokale en regionale overheden werkzame en kwalitatief hoogwaardige preventieve en stimulerende instrumenten aan te reiken waarmee op multidisciplinaire wijze en langs de weg van de dialoog transculturele bruggen kunnen worden geslagen (voorbeelden daarvan zijn vertaling/vertolking, culturele bemiddeling, cursussen voor bevallingsbegeleiding, initiatieven om migrantenvrouwen te helpen inburgeren en intercultureel beraad). |
24. |
Openbare instanties, vooral op lokaal en regionaal niveau (bijvoorbeeld op gebieden als dat van de consultatiebureaus), spelen hierbij een cruciale rol en zijn ertoe uitgerust om de verschillende diensten via netwerken te verbinden met gemeenten, organisaties van migrantenvrouwen, vrijwilligersorganisaties en de tertiaire sector. |
25. |
Het is belangrijk om goede praktijkvoorbeelden op sociaal en medisch gebied onder de aandacht te brengen door een heus Europees register in te stellen van succesvolle beleidsmaatregelen en initiatieven op dit gebied. |
Onderwijs, jeugdbeleid en cultuur
26. |
Het hangt af van de jongeren of de kloof wordt gedicht tussen de maatschappij waarin zij opgroeien en het gezin waaruit zij voortkomen. Mede om die reden is de jongere generatie de doorslaggevende factor voor het welslagen van de inburgering in Europa. |
27. |
Er moeten gerichte maatregelen worden genomen om migranten volledig te laten deelnemen aan het onderwijs in het gastland (in de eerste plaats het taalonderwijs), vooral voor de beginperiode van hun verblijf. |
28. |
Bij de ontwikkeling van onderwijsprogramma's moet rekening worden gehouden met de diversiteit van de leerlingen. |
29. |
In zijn advies over „Het beleidsplan legale immigratie” heeft het Comité er reeds op gewezen dat het aantal voortijdige schoolverlaters onder allochtonen in veel landen hoog is. Om dit probleem het hoofd te bieden, stelt het Comité voor om financiële middelen ter beschikking te stellen en speciale beleidsinstrumenten te ontwikkelen. Het is met name belangrijk ervoor te zorgen dat jongeren hun vermogens ten volle kunnen benutten en hun ambities kunnen waarmaken. Daarbij moet de aandacht vooral uitgaan naar de schoolprestaties van en opleidingsmogelijkheden voor meisjes. Door veelvuldige contacten tussen leerkrachten en ouders en uitputtende informatie over het onderwijsbestel moet ervoor worden gezorgd dat het potentieel van ieder meisje wordt onderkend en — naar haar eigen wens en behoefte — wordt benut. |
30. |
Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar de speciale situatie van migrantenvrouwen van alle leeftijden, maar vooral van allochtone meisjes, die soms verscheurd zijn tussen de traditionele identiteit van thuis en de nieuwe identiteit van de samenleving waarin ze opgroeien en waartoe ze zich aangetrokken voelen. Het is immers heel goed mogelijk dat zij een belangrijke pijler zullen vormen van het nieuwe Europa. |
31. |
Het Comité is bezorgd over de slechte schoolresultaten en het hoge aantal voortijdige schoolverlaters onder allochtone meisjes, die — soms ook onder druk van hun familie — in hun opleidings- en carrièrekeuzen worden achtergesteld als gevolg van culturele vooroordelen of benarde economische omstandigheden. Gelijkheid van behandeling voor allochtone meisjes (en jongens) vooronderstelt dat de ouders vertrouwd worden gemaakt met het onderwijssysteem en zo in staat worden gesteld om, met kennis van zaken en achterlating van seksestereotypen, beslissingen over de opleiding van hun kinderen (en vooral dochters) te nemen waarmee recht wordt gedaan aan het potentieel en de wensen van ieder kind. Er zouden daarom ook maatregelen moeten worden genomen om bij alle belanghebbenden meer bewustzijn en betrokkenheid te creëren, zodat gelijkheid van kansen ook echt binnen handbereik komt. |
32. |
Het Comité steunt het voorstel van het Europees Parlement in diens resolutie over de immigratie van vrouwen om de deelname van jonge allochtonen aan het geïntegreerde actieprogramma op het gebied van levenslang leren (2007-2013) te bevorderen. |
33. |
Bij maatregelen die in het kader van jeugdbeleid worden ontwikkeld, dient rekening te worden gehouden met het genderaspect en de culturele diversiteit van jonge allochtonen die heel goed zouden kunnen worden ingezet als bemiddelaars tussen de verschillende culturen. Ook zou er moeten worden gedacht aan het creëren van fora voor culturele uitwisseling en het oprichten van vrouwenorganisaties. |
34. |
Communicatie, in het bijzonder via de media, is van doorslaggevende betekenis voor de integratie van migrantenvrouwen. Het Comité pleit er dan ook voor om de mogelijkheden die hier liggen, aan te grijpen en om de media door middel van gerichte initiatieven ertoe te bewegen zowel de allochtone als de autochtone gemeenschap veel meer te informeren en negatieve vooroordelen en stereotypen uit de wereld te helpen. |
35. |
Hierbij zij gewezen op het advies over de Commissiemededeling „Een gemeenschappelijke agenda voor integratie” waarin het Comité al eens heeft gepleit voor samenwerking met de media (opstelling van een vrijwillige gedragscode voor journalisten). |
Economische integratie
36. |
Het Comité pleit voor een betere toegang van migrantenvrouwen tot beroepsopleidingen en de arbeidsmarkt, onder meer via positieve discriminatie en maatregelen om de obstakels te overwinnen die de gelijkheid van kansen in de weg staan. |
37. |
Migrantenvrouwen zijn veelal actief in het grijze of zwarte circuit waar ze tijdelijk, slecht betaald en laag gekwalificeerd werk verrichten. Het verzoek aan de Commissie is dan ook om dit probleem nader te onderzoeken en om hiervoor oplossingen aan te dragen. |
38. |
Het is belangrijk dat wordt gewerkt aan de erkenning van de professionele vaardigheden die migrantenvrouwen in hun eigen land hebben opgedaan, alsook van de door hen verworven praktijkkennis en behaalde diploma's. |
39. |
Het is een goede zaak dat de Commissie plannen heeft voor een algemene kaderrichtlijn inzake de rechten van burgers uit niet-EU-landen die legaal werkzaam zijn in de EU, en dat de Commissie daarin het probleem van de erkenning van diploma's en professionele vaardigheden aan de orde wil stellen. |
40. |
Het Comité constateert dat migrantenvrouwen, vooral in bepaalde lidstaten, op grote schaal werkzaam zijn in de (thuis)zorg, met alle gevolgen van dien voor de sociale zekerheid in Europa. De Commissie zou dit verschijnsel nader moeten onderzoeken en haar gedachten moeten laten gaan over de ontwikkeling van specifieke instrumenten. |
41. |
Ook op economisch gebied zouden de autonomie en ondernemerszin van migrantenvrouwen, zowel in het moederland als in het gastland, door middel van gerichte maatregelen, (bijvoorbeeld het verschaffen van microkredieten) moeten worden bevorderd. |
42. |
Het is goed dat er in de tweede uitgave van het handboek over integratie aandacht wordt besteed aan ondersteuningsmaatregelen voor immigranten met ondernemerszin. Aangezien dergelijke initiatieven (bv. in de vorm van een beroepsopleiding en talenonderwijs in het moederland) een essentiële bijdrage kunnen leveren aan de onafhankelijkheid van migrantenvrouwen, dringt het Comité er bij de Commissie op aan om ook hieraan steun te verlenen. |
43. |
Omdat migrantenvrouwen specifieke problemen kunnen ondervinden als het erom gaat werk en gezinstaken te combineren, zijn er passende maatregelen nodig. Daarbij is het belangrijk dat de desbetreffende initiatieven op lokaal en regionaal niveau, evt. in samenwerking met vrouwen- of vrijwilligersorganisaties, ten uitvoer worden gebracht en door de Commissie worden ondersteund. |
44. |
Vaak worden de rechten van migrantenvrouwen, mede als gevolg van de heersende tradities binnen de eigen gemeenschap, ondermijnd doordat zij zich niet probleemloos kunnen verplaatsen. Het Comité roept de Commissie en de lidstaten dan ook op om steun te verlenen aan maatregelen die hen mobieler moeten maken (bv. door rijlessen). |
45. |
Zwartwerk kan gemakkelijk leiden tot uitbuiting van vrouwen. Daarom is het goed dat er maatregelen worden genomen om dit soort werk te legaliseren of te bestrijden. |
46. |
Om zwartwerk te bestrijden, is een gerichte aanpak nodig, waarin ook wordt gezorgd voor een rechtvaardige behandeling van de slachtoffers. Het Comité wijst in dit verband op het recente voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake de harmonisering van sancties voor werkgevers die migrantenvrouwen of -mannen zonder verblijfsvergunning in dienst hebben of die legaal in een lidstaat verblijvende migrantenvrouwen of -mannen zwart werk laten doen. |
47. |
In aansluiting op zijn advies over „Het beleidsplan legale immigratie” verzoekt het Comité de Commissie en de lidstaten om er beleidsmatig voor te zorgen dat immigranten hun inkomsten naar het moederland kunnen overmaken en om te stimuleren dat die daar aan productieve projecten worden besteed. |
Bescherming tegen geweld en uitbuiting en recht op inspraak
48. |
Het Comité is het eens met het Europees Parlement dat cultuur of godsdienst nooit een reden mogen zijn om uitbuiting, schending van grondrechten of lichamelijke en geestelijke dwang, waarvan sommige migrantenvrouwen gemakkelijk het slachtoffer kunnen worden, te rechtvaardigen of te tolereren. |
49. |
Het is dan ook een goede zaak dat het Europees Parlement de lidstaten ertoe heeft opgeroepen om, op basis van de nationale wet- en regelgeving en de Europese en internationale voorschriften, alle mogelijke vormen van geweld tegen vrouwen onmiddellijk op doeltreffende wijze te bestrijden. Ook is van cruciaal belang dat uitgebreid voorlichting over die voorschriften en bepalingen wordt gegeven, zodat ook migrantenvrouwen en -mannen van hun bestaan afweten. |
50. |
Het Comité verzoekt de Commissie om de daartoe genomen maatregelen alsook de dienovereenkomstige inspanningen van de lokale en regionale overheden te steunen. |
51. |
Tevens zou de Commissie moeten onderzoeken hoe het toenemende huiselijk geweld het beste kan worden aangepakt en voorkomen en zou zij op korte termijn maatregelen moeten voorstellen die in de Europese wetgeving kunnen worden opgenomen. Eerwraak is een speciale vorm van door familie gepleegd geweld waaraan bijzondere aandacht moet worden geschonken. |
52. |
Gemengde huwelijken (of relaties die de facto als zodanig moeten worden opgevat) zijn „kweekvijvers” voor positieve integratie, waar verschillende culturen, gevoeligheden, religies en wetgevingen elkaar ontmoeten. Ofschoon iedere burger het recht heeft om te trouwen met wie hij of zij wil, moeten de fundamentele rechten van vrouwen en minderjarige meisjes worden losgekoppeld van de vraag of de desbetreffende wettelijke regelingen al dan niet wederkerig zijn. |
53. |
Gezinshereniging is een steeds vaker voorkomend verschijnsel dat de integratie bevordert en van cruciaal belang is voor de waarborging van het recht op gezinsleven. Net als het Europees Parlement wijst het Comité erop dat nog niet alle lidstaten Richtlijn 2003/86/EG naar behoren toepassen. |
54. |
Bij gezinshereniging moeten de mensenrechten van alle leden van het kerngezin worden gerespecteerd en moet de garantie worden geboden dat de vrouwen onder hen de vrije keus is gelaten. |
55. |
Het Comité veroordeelt gedwongen huwelijken en andere praktijken die in strijd zijn met de Europese wetten (bijvoorbeeld infibulatie of polygamie). Het roept de lidstaten ertoe op om er onverwijld voor te zorgen dat de wetten die dergelijke praktijken verbieden, onverkort worden uitgevoerd. |
56. |
Geheel in lijn met zijn advies over de bestrijding van illegale immigratie pleit het Comité ervoor dat zo snel mogelijk alles in het werk wordt gesteld om via de juiste wet- en regelgeving en gerichte actieprogramma's een einde te maken aan mensenhandel (waarvan vooral vrouwen het slachtoffer zijn), de daarvoor verantwoordelijke criminele organisaties op te rollen en alle vormen van slavernij, zeker ook van kinderen en jongeren, een halt toe te roepen. Ook als de slachtoffers daarvan geen verblijfsvergunning hebben, moeten zij als speciale gevallen worden behandeld en moet er rekening mee worden gehouden dat zij bij uitzetting naar hun land van herkomst aan extreem geweld kunnen worden blootgesteld of zelfs kunnen worden vermoord. |
57. |
Het Europees Parlement heeft de lidstaten er in zijn resolutie over de immigratie van vrouwen terecht toe opgeroepen om, overeenkomstig hun nationale wetgeving, vooral aandacht te schenken aan de bevordering van de betrokkenheid van migrantenvrouwen bij het maatschappelijk leven en de politiek. |
Brussel, 11 oktober 2007.
De voorzitter
van het Comité van de Regio's
M. DELEBARRE