22.9.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 229/34


Advies van het Comité van de Regio's over de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's „Een nieuwe kaderstrategie voor meertaligheid”

(2006/C 229/05)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

gezien de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende een nieuwe kaderstrategie voor meertaligheid (COM(2005) 56 final),

gezien het besluit van zijn voorzitter van 24 januari 2006 om de commissie Cultuur, onderwijs en onderzoek te belasten met het opstellen van een advies hierover,

gezien het besluit van de Europese Commissie van 30 september 2005 om het CvdR, overeenkomstig artikel 265, eerste alinea, van het EG-Verdrag, hierover te raadplegen,

gezien het CvdR-advies over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Cultuur 2007 (2007-2013) (COM(2004) 469 final, CdR 259/2004 fin), (1)

gezien het CvdR-advies over de Mededeling betreffende het leren van talen en de taalverscheidenheid bevorderen: actieplan 2004-2006 (CdR 248/2003 fin), (2)

gezien het CvdR-advies over de bevordering en bescherming van regionale en minderheidstalen (CdR 86/2001 fin), (3)

gezien het op 4 april 2006 goedgekeurde ontwerpadvies van de CvdR-commissie Cultuur, onderwijs en onderzoek (CdR 33/2006 rev.2; rapporteur: de heer Murray, lid van de graafschapsraad van Meath en lid van de regioraad „Mid East”, IE/UEN-EA),

heeft tijdens zijn op 14 en 15 juni 2006 gehouden 65e zitting (vergadering van 14 juni) het volgende advies goedgekeurd.

1.   Algemene opmerkingen

1.1

Het CvdR is ingenomen met de nieuwe kaderstrategie, omdat die bijdraagt aan de bevordering van taalverscheidenheid en een aanvulling vormt op de bestaande initiatieven van de Commissie ter verbetering van haar communicatie met de burgers.

1.2

Het kan zich vinden in de voornaamste doelstellingen van het Commissievoorstel: (1) het leren van talen en de taalverscheidenheid in de samenleving bevorderen; (2) een gezonde meertalige economie stimuleren; en (3) de wetgeving, procedures en informatie van de Europese Unie voor de burgers in hun eigen taal toegankelijk maken.

1.3

Het is echter van mening dat voor dergelijke belangrijke doelstellingen onvoldoende middelen worden uitgetrokken.

1.4

De verantwoordelijkheid voor de bevordering van meertaligheid ligt voor het grootste deel bij de lidstaten en de lokale en regionale overheden, maar concrete ondersteuning door de Commissie is nodig om hen bewust te maken van dit thema en de samenhang van de maatregelen die in de hele EU op verschillende niveaus worden genomen, te vergroten.

1.5

De lokale en regionale overheden spelen een belangrijke rol bij de tenuitvoerlegging van het beleid ter bevordering van meertaligheid. Die rol moet in de mededeling dan ook meer aandacht krijgen.

1.6

Er moet meer erkenning komen voor de betekenis van stedenbanden (jumelages) voor het leren van talen en culturele uitwisselingen. Stedenbanden zorgen op lokaal en regionaal niveau voor een duidelijke Europese dimensie waarmee de kloof tussen de EU en haar burgers kan worden verkleind.

1.7

Een belangrijke stap vooruit om de EU en veel van haar burgers dichter bij elkaar te brengen, is gezet met de laatste wijziging van Verordening 1/1958, op grond waarvan het Iers vanaf 1 januari 2007 als officiële werktaal van de EU-instellingen geldt, en met de conclusies van de Raad van 13 juni 2005, op grond waarvan EU-instellingen en -organen en lidstaten administratieve akkoorden kunnen sluiten waarmee het mogelijk wordt om als officiële taal ook talen te gebruiken die een grondwettelijk erkende status hebben op (een deel van) het grondgebied van een lidstaat, en waarvan het gebruik als nationale taal bij wet is toegestaan.

1.8

Sectorale programma's als Socrates, Jeugd en Leonardo en het geïntegreerde programma voor levenslang leren leveren een belangrijke bijdrage aan de bevordering van het leren van talen in de EU. Ze omvatten goede voorbeelden van maatregelen waarmee het ontstaan van een meertalige samenleving kan worden gestimuleerd. Het CvdR benadrukt dat de Commissie wat dit betreft meer kan ondernemen.

1.9

In dit verband juicht het CvdR toe dat de Commissie in het huidige voorstel inzake het geïntegreerde programma voor levenslang leren geen onderscheid maakt tussen de verschillende Europese talen; tot dusverre deed ze dit wel, zodat momenteel alleen in de officiële werktalen van de EU-instellingen aan dit programma kan worden deelgenomen.

1.10

Migranten zouden alle mogelijke kansen moeten krijgen om hun eigen taal te „onderhouden” en de taal of talen van hun gastland te leren. De vestiging van migranten uit derde landen in de EU leidt tot een enorme culturele en taalverscheidenheid, hetgeen explicieter zou moeten worden erkend. Er zou voor een minimaal programma aan onderwijs in de talen van deze migranten moeten worden gezorgd. Daarnaast zijn er meer gespecialiseerde opleidingen voor tolken nodig, teneinde de communicatie tussen allochtonen en autochtonen te vergemakkelijken.

Specifieke opmerkingen over de kaderstrategie

Acties voor een meertalige samenleving — Het leren van talen en de taalverscheidenheid in de samenleving bevorderen

1.11

De leerplannen en structuren voor het onderwijzen van een vreemde taal moeten inderdaad, zoals de Commissie schrijft, beantwoorden aan de veranderende eisen die aan leerlingen en studenten worden gesteld. Het CvdR kijkt daarom uit naar aanbevelingen van de Commissie over de vraag hoe de opleidingen van leraren vreemde talen en de technologische hulpmiddelen voor het leren van talen kunnen worden gemoderniseerd.

1.12

Het CvdR steunt de ontwikkeling van het academisch thema meertaligheid en interculturaliteit in de Europese samenleving. Het is ingenomen met het voorstel van de Commissie om onderzoek naar taalverscheidenheid aan te vullen met netwerken van leerstoelen, naar het voorbeeld van de succesvolle Jean Monnet-actie.

1.13

Het CvdR is zich ervan bewust dat het leren van talen op jonge leeftijd veel voordelen heeft, mits de leraren die zich daarmee bezighouden specifiek zijn opgeleid. Het stemt daarom tot tevredenheid dat de Commissie binnenkort een studie publiceert over „beste praktijken” op dit gebied. Het vindt wel dat die ook een regionale invalshoek moet bevatten en hoopt dat rekening zal worden gehouden met de jarenlange ervaring die terzake op regionaal niveau is opgedaan.

1.14

De instellingen voor hoger onderwijs zouden kunnen worden aangemoedigd een actievere rol te spelen bij de bevordering van meertaligheid onder studenten en personeel. Meer projecten zoals het European Network for the promotion of Languages Among All Undergraduates (ENLU) zouden welkom zijn (netwerk voor de bevordering van de talenkennis van studenten).

1.15

Daarnaast zouden de instellingen voor hoger onderwijs een actievere rol kunnen spelen bij de bevordering van een multiculturele samenleving door contacten te leggen met lokale en regionale overheden en het plaatselijke bedrijfsleven.

1.16

Net als de Commissie is het CvdR van mening dat de trend in niet-Engelstalige landen om in het Engels in plaats van in de nationale of regionale taal te onderwijzen onvoorziene gevolgen kan hebben voor de vitaliteit van deze talen. Aan deze ontwikkeling moet dringend wat worden gedaan en het CvdR is dan ook blij dat de Commissie van plan is dit fenomeen grondiger te bestuderen.

1.17

Het CvdR staat achter het idee om de lidstaten aan te moedigen nationale plannen op te stellen om structuur, samenhang en richting te geven aan acties ter bevordering van meertaligheid. Die plannen moeten volgens hem duidelijke doelstellingen bevatten voor het taalonderwijs in de verschillende onderwijsstadia. Tegelijkertijd moet het culturele belang van taalverscheidenheid permanent onder de aandacht worden gebracht. De lokale en regionale overheden zouden bij de uitwerking en implementatie van de nationale plannen moeten worden betrokken.

1.18

Door minderheids- (minder gebruikte) en regionale talen te beschermen en het gebruik ervan te bevorderen, wordt de regionale identiteit versterkt. Het CvdR staat positief tegenover de bestaande steun voor dit soort talen, maar vindt dat extra aandacht moet worden besteed aan onderzoek naar andere manieren om de toekomst van deze talen veilig te stellen, omdat minderheidstalen nu eenmaal kwetsbaarder zijn.

1.19

De Commissie heeft „kennis van vreemde talen” opgenomen onder de kernvaardigheden die alle Europese burgers in hun leven nodig hebben. Het CvdR is het hiermee eens en verzoekt de Commissie in dit verband documenten op te stellen om hieraan in de maatschappelijke praktijk concreet invulling te geven.

Acties voor een meertalige economie

1.20

Betere taalvaardigheden zullen leiden tot meer handelsmogelijkheden voor het Europese bedrijfsleven. Het CvdR staat dan ook positief tegenover de door de Commissie voor 2006 aangekondigde studie over de gevolgen van het gebrek aan taalvaardigheden voor de Europese economie. Daarin zou echter wel bijzondere aandacht moeten worden besteed aan regionale verschillen in taalvaardigheden en de aanbevelingen uit deze studie zouden op grote schaal moeten worden verspreid. Het CvdR kijkt tevens uit naar de voor 2006 op stapel staande publicatie op internet van een lijst van alle soorten taaldiploma's in de EU.

1.21

De mogelijkheden om meertaligheid en beroepsopleiding te combineren moeten worden verruimd om de transnationale mobiliteit van werknemers te verbeteren, hetgeen een instrument is om het communautaire werkgelegenheidsbeleid ten uitvoer te leggen.

1.22

In de Engelstalige EU-lidstaten neemt het aantal talenstudenten af. Een van de oorzaken daarvan is dat onder personen met Engels als moedertaal de opvatting leeft dat kennis van andere talen niet veel oplevert op de arbeidsmarkt en van weinig nut is voor hun beroep: het beheersen van een moderne vreemde taal beschouwen zij niet altijd als een noodzakelijke vaardigheid om verder te kunnen studeren of carrière te kunnen maken. De Commissie mag dan wel spreken over manieren waarop een meertalige economie kan worden gecreëerd, het CvdR benadrukt dat meer actie moet worden ondernomen om mensen ervan te doordringen dat het leren van talen economisch gezien voordelen oplevert.

1.23

Het is zeer belangrijk dat mensen informatie in een vreemde taal kunnen raadplegen en gebruiken. Het CvdR is daarom ingenomen met de geplande creatie van een „gemeenschappelijke Europese informatieruimte”, die in verschillende talen en ten aanzien van verschillende culturen inhoud en digitale diensten biedt.

1.24

Het ondertitelen van films en televisieprogramma's biedt potentieel veel mogelijkheden om het leren van talen te bevorderen. Het CvdR is om die reden voorstander van verder onderzoek om na te gaan of meer van ondertiteling gebruik kan worden gemaakt.

1.25

De opleidingsprogramma's in het hoger onderwijs en elders moeten voortdurend worden gemoderniseerd. Het loont dus zeer de moeite om in 2006 een conferentie te organiseren over vertaalopleidingen aan universiteiten.

1.26

Het CvdR staat achter de lancering — in het kader van i2010 — van een baanbrekend initiatief op het gebied van digitale bibliotheken en ondersteunt initiatieven om de werkzaamheden van Europese onderzoeksteams op het gebied van taaltechnologie, computervertalingen en de ontwikkeling van taalhulpmiddelen te coördineren.

Acties voor meertaligheid in de communicatie tussen de Commissie en de burgers

1.27

Het is het CvdR bekend dat de Commissie de afgelopen tien jaar verschillende meertalige initiatieven heeft genomen om de burgers voor te lichten hoe de Europese wetgeving hun leven beïnvloedt, en het staat positief tegenover de voorstellen om op deze initiatieven voort te bouwen. Niettemin vindt het dat de Commissie een krachtige impuls moet geven aan haar voorlichtingscampagnes om de Europese burgers bewuster te maken van de taalverscheidenheid, de culturele diversiteit en het literair en artistiek erfgoed in de EU als gemeenschappelijke grondwaarden. Bewustwordingsinitiatieven zijn essentieel om de kennis van de burgers over hun erfgoed te vergroten en moeten óók specifiek worden gericht op de jongere generaties Europeanen, in alle stadia van zowel formeel als informeel onderwijs.

1.28

Het CvdR is er zeer tevreden over dat de Commissie op haar website (Europa) en in haar publicaties meertaligheid blijft propageren. Het is tevens ingenomen met de geplande creatie op de Europa-website van een portaalsite over talen met informatie over meertaligheid in de EU en met ruimte voor nieuwe portaalsites voor taalleraren en iedereen die talen leert. Ook positief is dat de Commissie een intern netwerk zal opzetten om te waarborgen dat alle diensten haar meertaligheidsbeleid coherent uitvoeren.

1.29

Alle Europese instellingen worden verzocht om er in hun beleid inzake communicatie met de burgers, en met name op de portaalsite over talen, rekening mee te houden dat er in EU-lidstaten naast de officiële werktalen van de EU-instellingen ook andere talen bestaan waarvan de officiële juridische status grondwettelijk is verankerd. De Commissie zou in haar communicatiebeleid ook plaats voor deze talen moeten inruimen.

1.30

Verder is het een goed initiatief om de vertaalantennes van de Commissie in de lidstaten een grotere rol toe te kennen bij de bevordering van meertaligheid, vooral door de informatie van de Commissie aan de plaatselijke doelgroepen aan te passen.

1.31

Mensen moeten ervan doordrongen raken dat taalverscheidenheid zeer waardevol is en daarom steunt het CvdR eveneens de organisatie in de lidstaten van seminars over meertaligheid voor journalisten en andere opiniemakers.

1.32

De organisatie van een internationale vertaalwedstrijd tussen scholen in de lidstaten is beslist een goed initiatief, omdat daarmee de ontwikkeling van soortgelijke meertalige benchmarking en wedijver op het niveau van de lokale en regionale overheden in de EU wordt gestimuleerd.

1.33

Tot slot is het CvdR ingenomen met het voorstel van de Commissie om een werkgroep Meertaligheid op te richten en een ministerconferentie over meertaligheid te organiseren. Aan die conferentie zou het graag willen deelnemen.

2.   Aanbevelingen van het Comité van de Regio's

2.1

De lokale en regionale overheden spelen een belangrijke rol bij de bevordering van taal en cultuur en daarom zou de grote bijdrage die zij aan meertaligheid leveren duidelijker in de mededeling naar voren moeten komen.

2.2

Er zou meer erkenning moeten komen voor de betekenis op lokaal niveau van initiatieven als stedenbanden (jumelages) en de activiteiten van de euroregio's voor het leren van talen en culturele uitwisselingen.

2.3

De Commissie zou de burgers meer moeten doordringen van het belang van meertaligheid en de samenhang moeten vergroten van de maatregelen die in de hele EU op verschillende niveaus worden genomen om meertaligheid te stimuleren. Hierbij moet gebruik worden gemaakt van het feit dat „kennis van vreemde talen” is opgenomen onder de kernvaardigheden waarover alle Europese burgers dienen te beschikken.

2.4

De Commissie zou sectorale programma's als Socrates, Jeugd en Leonardo en het geïntegreerde programma voor levenslang leren meer moeten betrekken bij de bevordering van het leren van talen in de EU. Met name zou zij de mobiliteit van studenten — speerpunt van het Erasmusprogramma — moeten stimuleren.

2.5

Andere Europese instellingen zouden de positieve ervaringen van het CvdR met het gebruik van andere officiële nationale talen dan de gebruikelijke kunnen benutten om te overwegen die talen ook zelf te gaan gebruiken.

2.6

Het zou een goede zaak zijn als er ook voor lokale en regionale overheden zelf initiatieven zouden worden ontplooid om hun personeelsleden vreemde talen te laten leren en hun taalkennis te verdiepen en te vervolmaken, gelet op de rol die zij spelen in de bevordering van de Europese integratie en het samenwerkingsbeleid. Lokale en regionale overheden die bevoegd zijn voor onderwijs, zouden taalvaardigheid in hun desbetreffende programma's en projecten moeten opnemen.

2.7

Migrantengroepen zouden meer steun moeten krijgen om niet alleen de taal van hun gastland te leren, maar ook hun eigen talen en culturen in stand te houden. Wanneer het gaat over de talen van migranten, zou ook explicieter moeten worden verwezen naar beleidsmaatregelen die ten uitvoer kunnen worden gelegd in samenwerking met lokale overheden, universiteiten en het bedrijfsleven.

2.8

Voorts zijn meer gespecialiseerde opleidingen voor tolken nodig, teneinde de communicatie tussen allochtonen en autochtonen te vergemakkelijken.

Specifieke opmerkingen over de kaderstrategie

Acties voor een meertalige samenleving — Het leren van talen en de taalverscheidenheid in de samenleving bevorderen

2.9

De opleiding van leraren vreemde talen zou een prioriteit moeten worden en de Commissie zou in haar actieplan gedetailleerder moeten ingaan op de scholing van taalleraren op alle niveaus.

2.10

De Commissie zou daarnaast dieper moeten ingaan op de verdeling van leerstoelen meertaligheid en interculturaliteit over de lidstaten.

2.11

De Commissie zou meer projecten moeten promoten die contacten stimuleren tussen de instellingen voor hoger onderwijs en de samenleving, waaronder de lokale en regionale overheden en het plaatselijke bedrijfsleven.

2.12

De Commissie zou in het hoger onderwijs meertaligheid moeten bevorderen via projecten zoals het European Network for the promotion of Languages Among All Undergraduates (ENLU; netwerk voor de bevordering van de talenkennis van studenten).

2.13

De lidstaten zouden de aanbeveling van de Commissie om te komen met nationale plannen voor meertaligheid en culturele diversiteit, moeten opvolgen.

2.14

De Commissie zou de lidstaten een duidelijke reeks richtsnoeren moeten verstrekken voor het opstellen van dergelijke plannen.

2.15

In de mededeling zou duidelijker naar voren moeten komen dat regionale en minderheidstalen een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van een meertalig Europa.

Acties voor een meertalige economie

2.16

In de studie over de gevolgen van het gebrek aan taalvaardigheden voor de Europese economie zouden ook de regionale verschillen in taalvaardigheden aan de orde moeten komen. De aanbevelingen n.a.v. deze studie zouden op grote schaal moeten worden verspreid.

2.17

De Commissie zou haar voorlichtingscampagnes over de economische en culturele voordelen van het leren van talen moeten intensiveren.

Acties voor meertaligheid in de communicatie tussen de Commissie en de burgers

2.18

De Commissie zou een extra impuls moeten geven aan haar voorlichtings- en informatiecampagnes over de Europese taalverscheidenheid en culturele diversiteit, het Europese literaire en artistieke erfgoed en de Europese gemeenschappelijke grondwaarden, en die in het bijzonder moeten richten op de jongere generaties Europeanen. Tevens zou er meer ondersteuning moeten komen voor onderwijs in de taal van en het professionele taalgebruik in het gastland, bijvoorbeeld t.b.v. Europese burgers die in een andere lidstaat werken.

2.19

Het is van groot belang dat opiniemakers ervan doordrongen raken dat taalverscheidenheid zeer waardevol is en daarom zou de Commissie haar op deze doelgroep gerichte voorlichtingscampagnes over meertaligheid moeten opvoeren.

Brussel, 14 juni 2006

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Michel DELEBARRE


(1)  PB C 164 van 5 juli 2005, blz. 65

(2)  PB C 73 van 23 maart 2004, blz. 33

(3)  PB C 357 van 14 december 2001, blz. 33