30.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/11


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de „Mededeling van de Commissie — Een nieuw EU-toerismebeleid: naar een sterker partnerschap voor het Europees toerisme”

(COM(2006) 134 final)

(2006/C 325/04)

De Europese Commissie heeft op 17 maart 2006 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig art. 262 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te raadplegen over het bovengenoemde voorstel.

De gespecialiseerde afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 14 november 2006 goedgekeurd. Rapporteur was de heer MENDOZA CASTRO, co-rapporteur de heer BARROS VALE.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 431e zitting op 13 en 14 december 2006 (vergadering van 14 december) het volgende advies uitgebracht, dat met 75 stemmen vóór en 6 stemmen tegen, bij 14 onthoudingen, werd goedgekeurd:

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Europees Economisch en Sociaal Comité is ingenomen met de „Mededeling van de Commissie — Een nieuw EU-toerismebeleid: naar een sterker partnerschap voor het Europees toerisme” en schaart zich achter het voornemen van de Commissie om de komende jaren duidelijkheid en zekerheid te scheppen omtrent het beleid en de strategie op het vlak van toerisme.

1.2

De Commissie verdient lof voor de wijze waarop ze een groot aantal documenten, standpunten en debatten heeft samengevat. Ze is hiermee zonder meer geslaagd in haar opzet om de samenleving een duidelijk beeld te geven van het vernieuwde toerismebeleid.

1.3

Zowel de binnen de vernieuwde Lissabonstrategie passende uitgangspunten van dit nieuwe beleid als de doelstellingen inzake versterking van het concurrentievermogen en de duurzaamheid getuigen van inzicht.

1.4

Ook kan het Comité zich vinden in de door de Commissie geformuleerde uitdagingen en de wijze waarop zij deze het hoofd wil bieden. Ze staat een participatieve aanpak met verschillende vormen van competitieve samenwerking met alle betrokken partijen voor, en maakt deze aanpak tot de rode draad van het nieuwe toerismebeleid.

1.5

Het is een goede zaak dat de Commissie dit nieuwe beleid wil uitvoeren op basis van samenwerking, steunmaatregelen en coördinatie tussen de actoren, maar het Comité is van mening dat de methodologie en het instrumentarium toch nog verdere uitwerking behoeven. Het DG Ondernemingen zou een actievere rol moeten spelen en het voortouw moeten nemen om meer initiatieven op Europees niveau op gang te brengen.

1.6

Met het oog op deze samenwerking pleit het Comité wederom voor de oprichting van een Europese toerisme-adviesraad en voor het onderzoeken van de mogelijkheden om een Europees agentschap voor toerisme op te zetten.

1.7

Het Comité juicht het toe dat de Commissie de beschikbare financiële middelen beter wil benutten, maar het ontbreekt nog aan een voorstel voor een programma dat specifiek gericht is op de uitdagingen van het toerisme. Op het vlak van sociaal toerisme is er al wel voldoende basis om een grensoverschrijdend proefprojectkarakter te starten.

1.8

Het Comité kijkt vol verwachting uit naar het resultaat van de inspanningen op het vlak van toerisme die momenteel gaande zijn in het kader van Agenda 21 van het toerisme. Dit document zal ongetwijfeld een aanvulling en concretisering zijn van het algemene beleid inzake duurzaamheid en Europees toerisme. De Commissie zou haar steun moeten verlenen aan de opzet van databanken voor goede praktijken, zowel op het gebied van duurzaamheid als wat de kwaliteit, de creativiteit en het mededingingsvermogen van het toerisme betreft.

1.9

Verder stelt het Comité voor om ter bevordering van het statistisch onderzoek een netwerk van Waarnemingsposten voor Toerisme op te richten, die niet alleen meer gegevens ter beschikking kunnen stellen, maar ook een strategische en toekomstverkennende visie kunnen uitwerken.

1.10

Het Comité zal zich blijven inzetten voor het beleidsterrein van toerisme, overeenkomstig de lijnen die zijn uitgezet in de Mededeling van de Commissie, en roept de overige Europese instellingen, de lidstaten, de gemeentes en regio's en al diegenen die werkzaam zijn in de sector — ondernemers en vakbonden — evenals de burgers ertoe op, bij te dragen tot vergroting van de kennis rond en de steun voor toerisme, dat een recht is voor iedereen en dat een strategische bedrijfstak vormt voor de toekomst van Europa.

2.   De Mededeling van de Commissie

Voor alle duidelijkheid wil het Comité hieronder voor alle betrokkenen kort uiteenzetten wat de hoofdpunten zijn uit de boodschap van de Commissie.

2.1   Toerisme en de vernieuwde Lissabonstrategie

2.1.1

De uitdaging van groei en werkgelegenheid. In het 1e deel van haar Mededeling brengt de Commissie het toerismebeleid in verband met de noodzaak om de hernieuwde Lissabonstrategie door te voeren. Zo wordt expliciet erkend dat toerisme momenteel een belangrijke rol speelt voor het instandhouden en scheppen van werkgelegenheid, en wordt er groot vertrouwen uitgesproken in de bijdrage die toerisme kan blijven leveren — in de toekomst wellicht meer nog dan nu — tot volledige werkgelegenheid. Er wordt gekeken naar de samenstelling van de sector en geconstateerd dat er een grote verscheidenheid aan diensten en beroepen bij betrokken is en dat met name de microbedrijven en het MKB de overhand hebben in deze sector. Dankzij de specifieke arbeidsomstandigheden genereert het toerisme veel flexibele werkgelegenheid, maar dit vraagt volgens de Commissie wel om passende maatregelen die werkzekerheid bieden en de kwaliteit van de banen in deze sector garanderen.

Zoals de Commissie aangeeft, speelt toerisme een sleutelrol in de regionale ontwikkeling van Europa. De noodzaak tot duurzaam toerisme heeft een positieve uitwerking op verschillende economische en sociale terreinen. In dat verband biedt het initiatief „Europese Agenda 21 voor het toerisme” waaraan de Commissie momenteel werkt, ongetwijfeld geschikte aanknopingspunten en richtsnoeren om het duurzame karakter van toerisme verder vorm te geven.

Een andere factor die toerisme tot een belangrijke sector in de Lissabonstrategie maakt, is de uitbreiding van de Europese Unie en het positieve effect dat daarvan uitgaat voor ontwikkeling en werkgelegenheid.

Wil dit alles echt uit de verf komen, dan zullen zowel de private als publieke partners op alle niveaus moeten meewerken en de fundamenten leggen voor het nieuwe Europese toerismebeleid.

2.1.2

Uitdagingen voor het toerisme. In de Mededeling worden een aantal globale uitdagingen voor het Europese toerisme opgesomd, die voortkomen uit ingrijpende veranderingen in Europa en in de wereld.

Ten eerste is er de sterk veranderende demografie, waardoor veel meer mensen en met name 50-plussers, meer gaan reizen en de sector zal moeten inspelen op nieuwe behoeften.

Een andere belangrijke uitdaging zijn de wereldwijd opkomende nieuwe bestemmingen, hetgeen Europa dwingt zijn producten en diensten aan te passen aan deze nieuwe marktrealiteit.

En tot slot is bij de ontwikkeling van het toerisme duurzaamheid op economisch, sociaal, cultureel en milieugebied geboden.

De Commissie is van mening dat een en ander kan worden bereikt door het concurrentievermogen te versterken en zo aan te sluiten bij de doelstellingen uit de Lissabonstrategie.

2.1.3

Dialoog en partnerschap. De Commissie hoopt het concurrentievermogen te kunnen verbeteren door middel van dialoog en partnerschap tussen de belanghebbenden op het gebied van het toerisme. Partnerschappen, ongeacht op welk niveau, moeten een centraal onderdeel vormen van de maatregelen.

2.2

Een nieuw Europees toerismebeleid. De Commissie pleit voor een nieuw Europees toerismebeleid. Het belangrijkste doel van dat beleid is om het concurrentievermogen van het Europees toerisme te verbeteren en meer en betere banen te creëren dankzij een duurzame groei van het toerisme in Europa en in de wereld. Dit wil zij bewerkstelligen door middel van dialoog, coördinatie en samenwerking op alle niveaus.

2.2.1

Mainstreaming van de maatregelen die van invloed zijn op het toerisme. De Commissie stelt maatregelen voor op de volgende drie terreinen:

Verbetering van de regelgeving door de criteria voor de effectbeoordelingen uit te breiden, door onderzoek van wetgevingsvoorstellen en door vereenvoudiging van de bestaande wetgeving.

Coördinatie van alle gemeenschapsbeleid dat betrekking heeft op het toerisme, door middel van raadpleging van en dialoog met alle belanghebbenden uit de sector.

Verbetering van de beschikbare Europese financiële instrumenten: het EFRO, het Cohesiefonds, het ESF, het Europees Landbouwfonds en andere die kunnen worden benut voor een duurzame ontwikkeling van het toerisme.

De gespecialiseerde diensten van de Commissie krijgen een aantal belangrijke taken toebedeeld op het vlak van coördinatie van initiatieven die zowel in de publieke als in de privésfeer worden opgezet. Zij worden met name ingezet om het interactieve informatieproces in de sector gaande te houden en de samenwerking tussen de belanghebbenden te stroomlijnen, zodat alle communautaire financiële instrumenten benut kunnen worden ten bate van het toerisme.

2.3

Duurzaam toerisme bevorderen. Een hoofdelement voor de opzet van het nieuwe toerismebeleid is de uitvoering van de Europese Agenda 21 voor het toerisme. Inmiddels is het startschot gegeven voor de daartoe benodigde werkzaamheden, die waarschijnlijk eind 2007 worden afgerond.

In de tussentijd — tot deze strategische activiteiten voltooid zijn — stelt de Commissie een aantal maatregelen voor die onmiddellijke ingang kunnen vinden, waaronder er één met name vermelding verdient, aangezien het Comité er 7 initiatiefadviezen aan heeft gewijd: het bevorderen van de uitwisseling van goede praktijken op het gebied van toerisme met betrekking tot thema's als toegankelijkheid en duurzaamheid, sport, cultuur, economisch herstel, de Europese uitbreiding, publiek-private partnerschappen en het sociaal toerisme in Europa.

2.4

Het inzicht in en de zichtbaarheid van het toerisme verbeteren. De Commissie zet verschillende basislijnen uit om het strategisch belang van toerisme binnen het algehele Europese beleid te vergroten. Ze heeft onder meer het volgende voor ogen:

de verzameling van statistische informatie op het gebied van het toerisme actualiseren, waarbij de satellietrekeningen voor het toerisme speciale vermelding verdienen;

de Europese toeristische bestemmingen op de kaart houden, bijvoorbeeld met behulp van het speciaal daartoe opgezette internetportaal van de Commissie, dat in de toekomst waarschijnlijk een krachtig middel zal blijken om toeristische producten en culturele en sportevenementen onder de aandacht te brengen, en een brede waaier van promotiemogelijkheden zal bieden;

Het verbeteren van de zichtbaarheid van toerisme als gemeenschappelijke doelstelling door middel van verschillende, in samenwerking met de lidstaten te treffen maatregelen, zoals de organisatie van het Europees Forum voor Toerisme dat sinds 2002 wordt gehouden. De Commissie zegt toe zich te zullen inzetten om haar voorstellen, conclusies of gewoon de thema's die voor de sector van belang zijn, onder de aandacht te brengen. Daarnaast zij erop gewezen dat er tijdens elk voorzitterschap van de Raad verschillende activiteiten op poten zijn gezet om de zichtbaarheid van het toerisme in Europa te verbeteren.

2.5   Conclusie van de Mededeling

De Commissie besluit met de constatering dat het zaak is dat alle publieke en private belanghebbenden aan de planning en uitvoering van het Europees beleid en Europese maatregelen op dit gebied meewerken. Samenwerking op alle niveaus is voorwaarde voor de verbetering van het concurrentievermogen dat kan leiden tot een voor de lange termijn duurzaam Europees toerisme. Deze boodschap komt heel duidelijk over in de Mededeling van de Commissie.

3.   Algemene opmerkingen

3.1

In alle Europese instellingen komt het toerismebeleid heel regelmatig terug in zowel beleidsstukken als bij de definiëring van concrete maatregelen, maar die aandacht staat nog altijd niet in verhouding tot het huidige economische belang van toerisme en van zijn toekomstig potentieel op Europees vlak. Dat belang gaat verder dan het zuiver economische belang, en raakt ook aan cultuur, maatschappij, erfgoed en integratie van het Europese burgerschap. Toerisme is dus een dwarsdoorsnijdend thema dat terugkomt in tal van strategieën, beleidsterreinen en communautaire maatregelen.

3.2

Hoewel er voor toerisme nog altijd geen gemeenschappelijk Europees beleid bestaat, moet voor ogen worden gehouden dat verschillende Europese instellingen maatregelen en acties voorstellen die van invloed zijn op het toerisme of dat als uitgangspunt nemen als instrument voor de verwezenlijking van uiteenlopende hoofddoelstellingen van de Europese Unie. In het nieuwe Verdrag voor de Grondwet dat nog goedgekeurd moet worden is wat dat betreft vooruitgang geboekt, omdat enerzijds wordt erkend dat de Europese Unie het beleid in de lidstaten kan aanvullen en coördineren wat de bevordering van het concurrentievermogen van het bedrijfsleven betreft en anderzijds omdat het economische karakter van toerisme wordt erkend.

3.3

Toerisme staat op de agenda van verschillende Europese instellingen:

Het Europees Parlement heeft al verschillende, zeer uiteenlopende resoluties goedgekeurd, over toerisme en de invloed ervan op de werkgelegenheid en de economie. Zo zijn er bijvoorbeeld de resoluties over „Toerisme en ontwikkeling” en over „Nieuwe perspectieven en uitdagingen voor een duurzaam toerisme”.

De Raad van de Europese Unie heeft zich bij verschillende gelegenheden over het vraagstuk gebogen en conclusies en actieplannen aangenomen, hoofdzakelijk ter versterking van de duurzaamheid, het concurrentievermogen en de rol van toerisme als motor voor werkgelegenheid. Er zij met name gewezen op de door de Raad van 7 juli 2006 goedgekeurde aanbevelingen betreffende de Mededeling van de Commissie over het nieuwe toerismebeleid in de EU, waarin steun voor dit beleid wordt uitgesproken en de Commissie wordt opgeroepen een actieve rol te vervullen bij de coördinatie van de verschillende beleidsterreinen.

De Europese Commissie heeft verschillende mededelingen over het onderwerp opgesteld, de aanzet gegeven tot de oprichting, versterking en voortzetting van de Europese Fora voor Toerisme en heeft, naast nog vele andere activiteiten, conferenties georganiseerd over thema's als het sociaal toerisme en Agenda 21 voor het toerisme.

Het Comité van de Regio's heeft onder meer adviezen uitgebracht over de volgende Mededelingen van de Commissie: „Een gezamenlijke aanpak voor de toekomst van het Europese toerisme” en „Basisrichtsnoeren voor een duurzaam Europees toerisme”.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft toerisme altijd hoog op de agenda staan, zoals moge blijken uit de meer dan 11 adviezen die sinds 1999 zijn uitgebracht, uit de actieve deelname aan de verschillende door de Europese Commissie georganiseerde Europese Fora voor Toerisme, de deelname aan en bevordering van Dagen over uiteenlopende aspecten van het toerisme, zoals de viering van de Mondiale Dag van het Toerisme in Brussel in 2005 en in de Spaanse stad León in 2006. Ook geeft het Comité achter de schermen veel steun wanneer andere instellingen activiteiten organiseren op het vlak van toerisme.

3.4

Met het huidige advies wil het Comité verdergaan dan een min of meer kritische lezing van de Mededeling van de Commissie en een weergave van de n.a.v. het debat over deze mededeling geformuleerde aanbevelingen; het Comité wil eveneens de bestaande initiatieven onderzoeken en met nieuwe voorstellen komen. Het kan zich wat dat betreft volledig vinden in de Mededeling van de Commissie. Verder wil het Comité met dit advies de aandacht vestigen op bepaalde aspecten die deel uitmaken van een beleid voor toerisme. Zo spelen er thema's in het huidige Europese toerismebeleid die, hoewel ze niet strikt als toerisme kunnen worden beschouwd, toch van grote invloed zijn op de ontwikkeling ervan, onder andere het vrije verkeer van personen, goederen en diensten, vervoer en het milieu. Om een duurzaam en concurrerend toerismebeleid uit te werken, dienen al deze dimensies in aanmerking te worden genomen.

3.5

Met dit advies wil het Comité de volgende standpunten naar voren brengen:

Toerisme is een recht voor alle burgers, zoals in de mondiale ethische code voor toerisme staat vermeld, dat verantwoordelijkheden rond goede praktijken met zich meebrengt.

Dit recht levert bovendien directe en indirecte rijkdom op, met name voor het MKB, en vormt dus een strategische en aantoonbaar stabiele bedrijfstak in Europa.

De kwaliteit van de dienstverlening in de sector en het verantwoordelijkheidsgevoel van de toeristen jegens de plaatselijke bevolking zijn waarden die behouden moeten blijven als basis voor de voortzetting van deze sector.

Toerisme heeft — idealiter — een positieve uitwerking op lokaal en regionaal niveau op economisch, maatschappelijk, cultureel en milieuvlak en is in dat opzicht een middel om andere culturen en levenswijzen te leren kennen en een stimulans tot interregionale samenwerking.

Toerisme is een dynamische sector die nu al veel werkgelegenheid oplevert, een tendens die zich in de toekomst zal voortzetten, en waarin bovendien betere en stabielere banen kunnen worden gecreëerd, met daaraan verbonden rechten.

Toerisme is een sector die ook te maken heeft met problemen als de toename van het massatoerisme en de seizoensarbeid, die leiden tot verlies van concurrentievermogen.

Agenda 21 is van groot belang voor het Europees toerisme, uitgaand van een duidelijke visie en met ambitieuze doelstellingen.

Een Europees toerismemodel is een interne noodzaak en zou kunnen uitgroeien tot een wereldwijd voorbeeld, niet zozeer door meer regels op te leggen, als wel door het te baseren op door de toeristische bestemmingen en betrokken partijen vrijwillig te aanvaarden waarden als o.m. kwaliteit, duurzaamheid en toegankelijkheid.

Het Europese toerismemodel dient gekenmerkt en verrijkt te worden door de verscheidenheid in bestemmingen, zienswijzen en uitingsvormen.

Het Europese toerismemodel dat wij voorstaan is een goed middel om de vrede en het begrip tussen de volkeren te vergroten.

4.   Bijzondere opmerkingen

4.1

De Commissie zet in haar Mededeling duidelijk uiteen wat de grondslagen, uitdagingen, beleidsterreinen, belangrijkste maatregelen en de algemene methodologie van het nieuwe toerismebeleid voor Europa zijn. Het was ongetwijfeld geen sinecure om in de relatief beknopte Mededeling een samenvatting en analyse te geven van de talrijke documenten, standpunten en debatten. Er moet gezegd worden dat de Commissie erin is geslaagd haar uitgangspunten over te brengen en uit te leggen welke maatregelen haar voor ogen staan in deze complexe bedrijfstak.

4.2

Het lijkt het Comité logisch dat de Commissie haar nieuwe toerismebeleid baseert op de vernieuwde Lissabonstrategie en de twee kernpunten daaruit: groei en werkgelegenheid. Als de overkoepelende communautaire strategie gericht is op het bereiken van die twee doelstellingen, dan is het een goede zaak dat de bijdrage van toerisme ook in dat kader wordt geplaatst en het beleid van meet af aan in de goede richting wordt gestuurd.

4.3

Wellicht had de Commissie ook kunnen bekijken of de rol van toerisme in aanmerking wordt genomen in de grote communautaire verklaringen en in de Europese Grondwet, om na te gaan hoe het huidige toerismebeleid daarin kan worden gepast en welke vorderingen er zijn gemaakt met het nieuwe toerismebeleid. Er mag niet uit het oog worden verloren dat de lidstaten en regio's meermalen hebben aangegeven dat ze de bevoegdheden inzake toerisme niet uit handen willen geven, maar dat ze wel voorstander zijn van een aansturende werking van de Europese Unie ten aanzien van een aantal gemeenschappelijke aspecten, ter verbetering van het concurrentievermogen van de sector. Zo is er overeenstemming over het creëren en bijhouden van een Europees internetportaal ter bevordering van het toerisme in Europa, een initiatief dat momenteel wordt uitgevoerd en al zijn vruchten afwerpt. In tijden als deze, waarin de binnengrenzen vervagen, zijn gemeenschappelijke instrumenten geboden.

4.4

De Commissie heeft de belangrijkste uitdagingen voor de komende decennia op een rijtje gezet. De opsomming zou wellicht nog langer kunnen zijn, maar het hoofdstreven van de verbetering van het concurrentievermogen is zo breed, dat andere belangrijke uitdagingen, zoals de verbetering van de kwaliteit, het vinden van een oplossing voor de seizoensarbeid of de professionalisering van de werknemers in deze sector, daar makkelijk onder kunnen vallen. Van bijzonder belang zijn de beroepsopleiding en de verbetering van de competenties van de werknemers in de toeristische sector binnen het raamwerk van het Integraal programma voor levenslang leren. Dit zal het concurrentievermogen van de sector ten goede komen en een kwalitatief hoogstaande dienstverlening waarborgen.

4.5

In heel de Mededeling weerklinkt de oproep tot samenwerking. Uit de titel blijkt al dat de Commissie een intensievere samenwerking tot de hoeksteen en het kenmerk van het nieuwe toerismebeleid wil maken. Het is zaak dat met name de vakbonden en ondernemersorganisaties worden uitgenodigd voor deelname aan debatten en fora en aan de tenuitvoerlegging van algemene maatregelen ter verbetering van het toerisme. Verder zou het interessant kunnen zijn om een databank van goede praktijken in de sector op te zetten, waardoor succesvolle ervaringen tussen alle betrokkenen kunnen worden uitgewisseld. Ook zouden er stabiele netwerken van steden en toeristische bestemmingen kunnen worden opgezet, dit alles met het oog op de versterking van het concurrentievermogen. Het idee om een prijs voor Europese topbestemmingen toe te kennen verdient bijval. In de beoordeling dient echter wel de kwaliteit van de maatschappelijke en arbeidsverhoudingen te worden meegewogen en de vakbonden en ondernemersorganisaties dienen een stem in het kapittel te hebben ten aanzien van de keuze van de bestemming.

4.6

De Commissie wil dit nieuwe beleid ten uitvoer leggen door middel van samenwerking, specifieke steunmaatregelen en coördinatie van de betrokken partijen, maar wellicht is het zaak dit driesporenbeleid handen en voeten te geven. Het DG ondernemingen heeft volgens het Comité een belangrijke rol te vervullen op het vlak van coördinatie van alle Europese beleid dat direct of indirect met toerisme te maken heeft, maar het is aan de Commissie om te bepalen wie die coördinatie op zich moet nemen. De Commissie zou dan ook proactiever moeten zijn en initiatieven op Europese schaal moeten lanceren. Het Comité heeft bij verschillende gelegenheden al de wenselijkheid van de oprichting van een Europese toerisme-adviesraad, en van een onderzoek naar de voorwaarden voor de oprichting van een Europees agentschap voor toerisme onderstreept.

4.7

De Commissie is in haar Mededeling zeer uitgesproken over de noodzaak tot verbetering van het concurrentievermogen van de toeristische sector. Doordat de sector wereldwijd concurrerender wordt, zien de ondernemers hun winsten dalen. Vandaar dat het van alle betrokken partijen heel wat inspanningen op het vlak van innovatie, kwaliteit, bevordering van de creativiteit en productieverbetering zal vergen, wil Europa koploper blijven in de wereldwijde sector van het toerisme.

4.8

De Commissie heeft niet voldoende aandacht voor de rol die Informatie- en Communicatietechnologie (ITC) in toerisme nieuwe stijl speelt, zowel vanuit het oogpunt van de toeristen als van de ondernemers uit de sector. De Commissie zou het de komende jaren tot een prioriteit moeten maken om de mogelijkheden van deze technologie beter te onderzoeken en te benutten.

4.9

Het Comité is erg ingenomen met de door de Commissie voorgestelde maatregel „Verbetering van de wetgeving”, maar wil er wel op wijzen dat minder regelgeving niet altijd een betere regelgeving betekent. De aanpassing van de arbeidsnormen en -regels voor de sector dient te verlopen via een te versterken proces van collectieve onderhandelingen, waarbij de sociale partners samen de agenda moeten bepalen.

4.10

Het Comité juicht het toe dat de Commissie zich bereid toont concrete maatregelen door te voeren en de beschikbare financiële middelen beter te benutten, maar mist een concrete uitwerking van de voorstellen en een programma aan de hand waarvan de niet geringe uitdagingen in deze sector, die de Commissie zo helder heeft omschreven, het hoofd kunnen worden geboden. Het beklemtoont dat moet worden gestreefd naar een doeltreffende en efficiënte inzet van de middelen voor toerisme.

4.11

De „Agenda 21 voor het toerisme”, die de handvatten zal bieden voor het vormgeven van duurzame strategieën, programma's en maatregelen op het gebied van toerisme, krijgt een belangrijke functie toebedeeld. Het Comité kijkt vol verwachting uit naar deze agenda, die ongetwijfeld een nieuw licht zal werpen op zeer uiteenlopende economische, sociale en ecologische vraagstukken en op het evenwicht op deze terreinen. In dit document dient heel nauwgezet aandacht te worden besteed aan zwaarwegende thema's als grenzen aan de groei, een duurzame toename in het aantal bestemmingen en de bescherming van de kustlijn en van andere gevoelige natuurgebieden. Hiertoe dienen haalbare en duurzame voorstellen te worden geformuleerd.

4.12

De Commissie heeft gelukkig oog voor statistieken inzake toerisme, maar het is raadzaam dat er meer onderzoek wordt uitgevoerd vanuit een duidelijke strategische en toekomstgerichte visie, zodat er tendensen en resultaten in kaart kunnen worden gebracht en maatregelen voor de toekomst kunnen worden gepland. De oprichting van één of meer — binnen een Europees netwerk te structureren — Waarnemingsposten voor het Toerisme zou al een goed antwoord kunnen zijn op deze door de sector gevoelde behoefte. In de statistieken zou meer nadruk moeten worden gelegd op factoren die te maken hebben met de werkgelegenheid.

4.13

De Commissie spreekt over het vergroten van de zichtbaarheid en aanvaarding van en het begrip voor het toerisme in de Europese samenleving. Zoals het Comité al benadrukte in zijn advies over de verklaring van Katowice, evenals in zijn advies over „Toerisme en cultuur: twee motoren voor groei” en in andere EESC-documenten, is het ook van belang dat er voorlichtingscampagnes op poten worden gezet met het doel de Europese bevolking, en met name jongeren, bewust te maken en te motiveren.

Brussel, 14 december 2006

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

D. DIMITRIADIS