16.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 309/78


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees systeem van geïntegreerde statistieken voor de sociale bescherming (ESSOBS)

(COM(2006) 11 final — 2006/0004 (COD))

(2006/C 309/17)

De Raad heeft op 10 februari 2006 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 262 van het EG-Verdrag te raadplegen over bovengenoemd voorstel.

De gespecialiseerde afdeling Werkgelegenheid, sociale zaken, burgerschap, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 2 juni 2006 goedgekeurd. Rapporteur was mevrouw Sciberras.

Het Comité heeft tijdens zijn op 5 en 6 gehouden 428e zitting (vergadering van 5 juli) het volgende advies uitgebracht, dat met 162 stemmen vóór (bij 5 onthoudingen), is goedgekeurd.

1.   Aanbevelingen

1.1

De sociale dimensie van de Lissabonstrategie zal versterkt worden als de lidstaten via het nieuwe kader meer politiek gewicht toekennen aan modernisering en verbetering van de sociale bescherming. De sociale dimensie is essentieel om de problemen die samenhangen met globalisering en vergrijzing aan te pakken. De verschillende oogmerken van de Lissabonstrategie, te weten duurzame economische groei, meer en betere banen en meer sociale cohesie, dienen in gelijke mate gesteund en nagestreefd te worden (1).

1.2

Het Europees systeem van geïntegreerde statistieken voor de sociale bescherming (ESSOBS) is van belang met het oog op het gebruik van de open coördinatiemethode op het gebied van sociale integratie en pensioenen.

1.3

Er moet worden uitgegaan van een analytische benadering op basis van betrouwbare en vergelijkbare indicatoren. Alleen dan kan een betrouwbaar beeld worden gevormd van de vorderingen of resultaten anderszins die bij het nastreven van de doelstellingen worden geboekt. Naast stroomlijning op statistiek gebied is het volgens het EESC ook noodzakelijk dat er kwalitatieve indicatoren worden ontwikkeld.

1.4

Het kan moeilijk zijn voor een lidstaat om het opstellen van statistieken te bekostigen. Daarom moet rekening gehouden worden met het vermogen van de lidstaten om de gegevens te verzamelen. Bovendien zou er vooraf een schatting moeten worden gemaakt van de kosten voor elke lidstaat van een dergelijke ongefinancierde opdracht, ook al zijn deze minimaal. Het EESC is ingenomen met de financiële steun die de Commissie van plan is uit te trekken voor de lidstaten om het bestaande systeem te ontwikkelen.

1.5

Het is eveneens van belang dat de keuze van indicatoren mede wordt ingegeven door niet-monetaire criteria zoals toegang, kwaliteit en participatie, uitgaande van de menselijke behoeften. (2) Een nauwkeurige verzameling van statistische gegevens is ook belangrijk voor DE

1.6

de regeringen van de lidstaten om hun socialezekerheidsstelsel aan te kunnen passen aan de behoeften in hun land en om in te kunnen spelen op de behoeften van die onderdelen van de samenleving die niet onder de huidige socialebeschermingsregelingen vallen.

1.7

Zo wint ook het besef terrein dat er speciale programma's ten behoeve kwetsbare en marginale groepen in de samenleving bestaan, die met name zijn gericht op bestrijding van de armoede onder kinderen.

1.8

De beleidsmatige samenwerking tussen alle lidstaten inzake sociale bescherming is de afgelopen jaren flink opgevoerd. Het doel van de voorgestelde maatregel — harmonisatie van statistische gegevens inzake sociale bescherming — kan alleen door de Gemeenschap en niet door de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt.

1.9

De resultaten van de Lissabonstrategie kunnen worden beoordeeld m.b.v. de indicatoren en door de economische prestaties en het programma voor groei en werkgelegenheid te evalueren. Deze indicatoren dienen gekoppeld te worden aan de indicatoren inzake sociale bescherming. Dit is de beste manier om de resultaten van de Lissabonstrategie als geheel te evalueren.

2.   Inleiding

2.1

Om de Lissabondoelstellingen te kunnen realiseren moet de sociale bescherming geanalyseerd worden en moeten de verschillende doelen en onderdelen ervan zichtbaar en vergelijkbaar gemaakt worden. Het nieuwe kader van de Commissie voor de open coördinatie van het beleid inzake sociale bescherming is een instrument waarvan de lidstaten en de EU in dit verband gebruik kunnen maken. Zoals het Comité in zijn advies over de strategie voor open coördinatie inzake sociale bescherming (3) al stelde is het noodzakelijk dat er adequate indicatoren voor dit instrument worden uitgewerkt.

2.2

Het socialezekerheidsstelsel heeft zich ontwikkeld onder invloed van de geschiedenis en specifieke omstandigheden van ieder land, waardoor het stelsel nu van lidstaat tot lidstaat verschilt.

2.3

Onder „sociale bescherming” wordt verstaan: maatregelen van openbare of particuliere instellingen met het doel de lasten van huishoudens en personen ten gevolge van een vastgestelde reeks risico's en behoeften te verlichten. (4)

2.4

De sociale bescherming is aanzienlijk verder ontwikkeld sinds het begin van de jaren 90, toen door twee aanbevelingen van de Raad verwarring ontstond. De eerste daarvan (92/442) betrof harmonisatie van de doelstellingen en het beleid op het vlak van sociale bescherming; de tweede (92/441) het bepalen van gemeenschappelijke criteria met betrekking tot toereikende inkomsten in de stelsels van sociale bescherming van alle EU-lidstaten. (5)

2.5

Met een aantal latere mededelingen over sociale bescherming is dit onderwerp hoger op de Europese agenda gezet en is positief bijgedragen aan een gemeenschappelijk begrip van de sociale bescherming in Europa (de la Porte 1999 a) (6).

2.6

Hierdoor is behoefte ontstaan aan adequate benchmarking, op basis van (de bestaande) samenwerking en coördinatie, wat hoofdzakelijk neerkomt op de uitwisseling van standpunten en aanbevelingen aan de hand van best practices.

2.7

Het gevoeligste punt was het vaststellen van gemeenschappelijke indicatoren. Bestaande systemen voor vergelijkende statistieken moesten herzien worden. Er moest een analyse van de kenmerken, oorzaken en ontwikkeling van sociale uitsluiting worden uitgevoerd en de kwaliteit van de gegevens moest worden verbeterd.

2.8

De resultaten van de Lissabonstrategie kunnen worden beoordeeld m.b.v. de indicatoren en door de economische prestaties en het programma voor groei en werkgelegenheid te evalueren. Deze indicatoren dienen gekoppeld te worden aan de indicatoren inzake sociale bescherming. Dit is de beste manier om de resultaten van de Lissabonstrategie als geheel te evalueren.

3.   Samenvatting van het Commissiedocument

3.1

De socialezekerheidsstelsels in de EU zijn sterk ontwikkeld. De opzet en financiering van de stelsels is een zaak van de lidstaten.

3.2

De EU heeft de specifieke taak om ervoor te zorgen dat burgers in elke lidstaat en burgers die naar een andere lidstaat gaan beschermd zijn op basis van EU-wetgeving ter coördinatie van de nationale socialezekerheidsstelsels.

3.3

Het is dan ook van essentieel belang dat er een reeks gemeenschappelijke indicatoren wordt vastgesteld. Dit vereist dat de lidstaten zich ertoe verbinden belangrijke instrumenten, zoals ESSOBS, te ontwikkelen. Een rechtskader voor ESSOBS „zal de bruikbaarheid van de huidige gegevensverzamelingen verbeteren wat actualiteit, dekking en vergelijkbaarheid betreft”, zoals in het Commissiedocument staat.

3.4

Tijdens de Europese Raad van oktober 2003 (7) werd overeengekomen dat een jaarlijks gezamenlijk verslag inzake sociale integratie en sociale bescherming het belangrijkste rapportage-instrument voor stroomlijning van de open coördinatiemethode zou uitmaken. (8)

3.5

In haar mededeling Een nieuw kader voor de open coördinatie van het beleid inzake sociale bescherming en integratie in de Europese Unie wijst de Commissie erop dat er een nieuw kader vastgesteld moet worden om de open coördinatiemethode te versterken en meer zichtbaarheid te geven (9).

3.6

In haar voorstel voor een verordening betreffende ESSOBS wijst de Commissie erop dat de sociale dimensie een van de pijlers van de Lissabonstrategie uitmaakt.

3.7

Doel van de verordening is een kader voor de verzameling van gegevens over sociale bescherming door de lidstaten vast te stellen. Iedere lidstaat doet dit nu namelijk op zijn eigen manier en hanteert daarbij zijn eigen definities, waardoor de gegevens onmogelijk met elkaar te vergelijken zijn en dus minder goed gebruikt kunnen worden om de socialebeschermingsregelingen in de EU te analyseren.

3.8

De doelstellingen van het Commissievoorstel zullen gemakkelijker gerealiseerd kunnen worden indien de statistieken op EU-niveau worden opgesteld en geanalyseerd op basis van een geharmoniseerde wijze van gegevensverzameling in de lidstaten.

3.9

Het EESC is het ermee eens dat een rechtskader voor ESSOBS zal bijdragen tot verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabonstrategie op het gebied van concurrentievermogen, werkgelegenheid en sociale integratie en daarmee tot verbetering van de socialebeschermingsregelingen in de verschillende lidstaten.

3.10

De beschikbaarheid van vergelijkbare en betrouwbare statistieken inzake het sociaal beleid is een voorwaarde voor de open coördinatiemethode, die het werk op het vlak van sociale bescherming zal vereenvoudigen (10).

3.11

De belangrijkste onderdelen van de verordening zijn:

het ESSOBS-kernsysteem, dat de financiële stromen van uitgaven en ontvangsten inzake sociale bescherming dekt;

aanvullende modules over pensioengerechtigden en netto sociale uitkeringen.

4.   ESSOBS-methode

4.1

De ESSOBS-methode werd eind jaren 70 ontwikkeld omdat er behoefte bestond aan een speciaal instrument om de sociale bescherming in de EU-lidstaten met behulp van statistieken in het oog te houden (11).

4.2

Met het ESSPROS Manual van 1996 werd een uitermate gedetailleerd systeem voor classificatie van sociale uitkeringen ingevoerd.

4.3

De herziene methode biedt meer flexibiliteit, iets wat bij het opstellen van statistieken door Eurostat in zekere mate ontbreekt.

4.4

De flexibiliteit wordt onder meer vergroot doordat wordt overgestapt op een kernsysteem plus modules (12).

4.5

Het kernsysteem komt overeen met de standaardgegevens over uitgaven en ontvangsten op het gebied van sociale bescherming die jaarlijks door Eurostat wordt gepubliceerd.

4.6

De modules hebben betrekking op aanvullende statistische gegevens over bepaalde aspecten van de sociale bescherming. Welke thema's onder de modules vallen, hangt af van de eisen van de Commissie en de lidstaten (13).

4.7

De doelstellingen van ESSOBS geven een uitgebreide beschrijving van sociale bescherming in de EU-lidstaten, maar de ESSOBS-methode omvat geen statistische gegevens over belangrijke kwesties als gezondheidszorg, huisvesting, armoede, sociale uitsluiting en immigratie. Eurostat verzamelt een aanzienlijke hoeveelheid gegevens op deze gebieden en er bestaat een grootschalige uitwisseling van informatie over sociale bescherming tussen de lidstaten op basis van MISSOC (14). Een rechtskader voor ESSOBS zou echter een uitgebreidere en realistischere beschrijving van de sociale bescherming in de lidstaten opleveren.

5.   Tendensen op het gebied van sociale bescherming

5.1   Huisvesting

5.1.1

De betaalbaarheid van woonruimte is iets wat aandacht verdient. Om na te gaan hoe betaalbaar huisvesting werkelijk is moeten uitgebreide metingen worden gedaan.

5.1.2

Door dit soort kwesties wordt nog eens benadrukt hoe belangrijk het is dat de lidstaten statistische gegevens op sociaal en economisch gebied verzamelen ten behoeve van de bevolking. Duurzaamheidsindicatoren moeten zonodig als waarschuwingssignaal fungeren.

5.2   Pensioenen

5.2.1

Veel lidstaten houden statistieken over pensioenen bij.

5.2.2

Het inschatten van demografische veranderingen wordt echter bemoeilijkt doordat het aantal immigranten lastig te voorspellen is. Het kan belangrijk zijn om ook naar de verwachte immigratie en het verwachte effect op de betaalbaarheid van de publieke pensioenregelingen te kijken. Hoe accurater de gegevens over immigratiestromen, hoe beter de statistieken aan de feitelijke besluitvorming kunnen bijdragen.

Brussel, 5 juli 2006

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Anne-Marie SIGMUND


(1)  EESC-advies van 20.04.2006 over de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Samenwerken, beter werken: Een nieuw kader voor de open coördinatie van het beleid inzake sociale bescherming en integratie in de Europese Unie; rapporteur: dhr. Olsson (PB C 185 van 8.8.2006).

(2)  zie voetnoot 1

(3)  ziet voetnoot 1

(4)  Social Benchmarking policy making, Caroline de la Porte.

(5)  Definitie uit het ESSPROS MANUAL (1996).

(6)  Zie voetnoot 4.

(7)  Europese Raad van 16 en 17 oktober 2006 te Brussel, conclusies van het Voorzitterschap

(8)  COM(2006) 11 final, 2006/2004 (COD)

(9)  COM(2005) 706 final.

(10)  COM(2003) 261 final.

(11)  COM(2003) 261 final.

(12)  ESSPROS Manual 1996.

(13)  ESSPROS Manual 1996.

(14)  MISSOC 2004 Manual.