18.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 148/1


CONCLUSIES VAN DE RAAD

van 13 juni 2005

betreffende het officiële gebruik van nog andere talen in de Raad en eventueel andere instellingen en organen van de Europese Unie

(2005/C 148/01)

1.

Deze conclusies hebben betrekking op andere talen dan die welke in Verordening nr. 1/1958 van de Raad zijn bedoeld, waarvan het statuut door de grondwet van een lidstaat op zijn gehele grondgebied of een deel daarvan is erkend of waarvan het gebruik als nationale taal bij wet is toegestaan.

2.

De Raad is van oordeel dat er in het kader van de inspanningen om de Unie dichter bij al haar burgers te brengen, meer rekening moet worden gehouden met de rijkdom van haar taalkundige verscheidenheid.

3.

De Raad meent dat de burgers zich veel beter met het politieke project van de Europese Unie kunnen vereenzelvigen indien zij in hun betrekkingen met de instellingen nog andere talen kunnen gebruiken.

4.

Het officiële gebruik van de in punt 1 bedoelde talen zal in de Raad worden toegestaan op grond van een bestuurlijke regeling die tussen de Raad en de verzoekende lidstaat wordt gesloten, en eventueel door een andere instelling of een ander orgaan van de Unie op grond van een soortgelijke bestuurlijke regeling.

5.

Deze regelingen worden gesloten in overeenstemming met het Verdrag en met de toepassingsbepalingen ervan, en zij moeten voldoen aan de hierna vermelde voorwaarden. De directe of indirecte kosten in verband met de uitvoering van deze bestuurlijke regelingen door de instellingen en de organen van de Unie, komen ten laste van de verzoekende lidstaat.

a)   Bekendmaking van via de medebeslissingsprocedure door het Europees Parlement en de Raad aangenomen besluiten

De regering van een lidstaat kan van de via de medebeslissingsprocedure aangenomen besluiten een gewaarmerkte vertaling in één van de in punt 1 bedoelde talen toezenden aan het Europees Parlement en de Raad. De Raad bewaart deze vertaling in zijn archieven en levert hiervan op verzoek een kopie af. De Raad zorgt voor de bekendmaking van deze vertalingen op zijn internetsite. In beide gevallen wordt erop gewezen dat de betrokken vertalingen geen juridische waarde hebben.

b)   Mondelinge bijdragen tijdens een zitting van de Raad en eventueel een vergadering van andere instellingen of organen van de Unie

In voorkomend geval kan de regering van een lidstaat de Raad en eventueel andere instellingen of organen (Europees Parlement of Comité van de Regio's) verzoeken om één van de in punt 1 bedoelde talen te mogen gebruiken tijdens de mondelinge bijdragen (passieve vertolking) van één van de leden van de betrokken instelling of het betrokken orgaan in een vergadering. Wat de Raad betreft, zal in beginsel aan dit verzoek worden voldaan, op voorwaarde dat het binnen een redelijke termijn vóór de vergadering wordt ingediend en zowel de materiële als de personele middelen beschikbaar zijn.

c)   Schriftelijke berichten aan de instellingen en organen van de Unie

De lidstaten kunnen een rechtsbesluit aannemen waarin is bepaald dat wanneer één van hun burgers zich tot een instelling of orgaan van de Unie wenst te richten in één van de in punt 1 bedoelde talen, hij zich richt tot een door de regering van deze lidstaat aangewezen instantie. Deze instantie doet de tekst toekomen aan de instelling of het orgaan waarvoor het bericht is bestemd, met een vertaling ervan in de in Verordening nr. 1/1958 van de Raad bedoelde taal van de lidstaat. Dezelfde procedure is van overeenkomstige toepassing op het antwoord van de betrokken instelling of het betrokken orgaan.

Wanneer de instellingen en organen beschikken over een antwoordtermijn, begint die termijn te lopen vanaf de datum waarop de betrokken instelling of het betrokken orgaan de vertaling in één van de in Verordening nr. 1/1958 van de Raad bedoelde talen ontvangt van de lidstaat. De termijn loopt af op de datum waarop de instelling of het orgaan van de Unie het antwoord in laatstgenoemde taal toezendt aan de bevoegde instantie van de lidstaat.

De Raad verzoekt de andere instellingen op deze basis bestuurlijke regelingen te treffen.