30.6.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 159/15 |
Inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van bepaalde kunststof zakken uit Maleisië en Thailand
(2005/C 159/06)
Op grond van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 2026/97 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), werd bij de Commissie de klacht ingediend dat kunststof zakken die vanuit Maleisië en Thailand in de EU worden ingevoerd worden gesubsidieerd en dat EU-producenten hierdoor aanmerkelijke schade lijden.
1. Indieners van de klacht
De klacht werd op 18 mei 2005 ingediend door 30 EU-producenten van bepaalde kunststof zakken namens producenten die goed zijn voor een groot deel, namelijk meer dan 25 %, van de totale productie van deze zakken in de EU.
2. Product
De klacht heeft betrekking op zakken van kunststof bestaande uit ten minste 20 % polyethyleen en met een dikte van niet meer dan 100 micrometer, welke zakken doorgaans worden ingedeeld onder GN-code ex 3923 21 00, ex 3923 29 10 of ex 3923 29 90 (hierna „het betrokken product” genoemd). De GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.
3. Subsidiëring
De indieners van de klacht beweren dat de Maleisische producenten van het betrokken product voordeel hebben gehad van een aantal regelingen van de Maleisische overheid, namelijk subsidies voor startende ondernemingen, vrijstelling van invoerrechten en omzetbelasting, de herfinanciering van exportkredieten, aftrek voor bedrijfsgebouwen, dubbele aftrek ter bevordering van de uitvoer en investeringsaftrek.
Aangevoerd wordt dat bovenvermelde regelingen subsidies zijn aangezien de Maleisische overheid een financiële bijdrage levert waardoor de ontvangers, namelijk de producenten/exporteurs van kunststof zakken, een voordeel verkrijgen. De subsidies zouden afhankelijk zijn van exportprestaties of beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen en derhalve specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven.
De Thaise producenten van het betrokken product zouden voor een aantal regelingen van de Thaise overheid in aanmerking zijn gekomen, namelijk een vrijstelling of verlaging van invoerrechten op machines, een vrijstelling van vennootschapsbelasting, een vrijstelling van invoerrechten op grondstoffen en basismaterialen, de levering van elektriciteit tegen een minder dan toereikende vergoeding en een dubbele aftrek van de vennootschapsbelasting voor vervoer- en energiekosten.
Bovenvermelde regelingen zouden subsidies zijn daar de Thaise overheid een financiële bijdrage levert en de ontvangers, namelijk de producenten/exporteurs van kunststof zakken, een voordeel verkrijgen. De subsidies zouden afhankelijk zijn van exportprestaties of beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen en derhalve specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven.
4. Schade
De indieners van de klacht hebben bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product uit Maleisië en Thailand zowel absoluut als in termen van marktaandeel is gestegen.
De hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het betrokken product uit deze landen wordt ingevoerd zouden, onder meer, een ongunstige invloed hebben gehad op de prijzen van het betrokken product in de EU en het marktaandeel en het verkoopvolume van de EU-producenten, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd.
5. Procedure
Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de klacht door of namens de bedrijfstak van de EU is ingediend en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden. De Commissie opent derhalve een onderzoek overeenkomstig artikel 10 van de basisverordening.
5.1. Procedure voor de vaststelling van subsidiëring en schade
Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het betrokken product uit Maleisië en Thailand wordt gesubsidieerd en of hierdoor schade is ontstaan.
(a) Steekproeven
Daar kennelijk een groot aantal bedrijven bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening, van steekproeven gebruik maken.
(i) Steekproef van producenten/exporteurs in Maleisië en Thailand
Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn en op de onder punt 7 vermelde wijze contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te vestrekken:
— |
naam, adres, e-mail adres, telefoon- en faxnummers en naam van een contactpersoon; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in 2004 naar de EU werd uitgevoerd en de waarde van deze export in plaatselijke valuta; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in 2004 op de binnenlandse markt werd verkocht en de waarde van deze verkoop in plaatselijke valuta; |
— |
of om de vaststelling van een individuele subsidiemarge zal worden verzocht (alleen producenten kunnen dit aanvragen); |
— |
een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken product; |
— |
de namen en nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (2) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (in binnen- en buitenland) van het betrokken product; |
— |
alle andere relevante inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn; |
— |
of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. |
Teneinde de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van exporteurs/producenten nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de exportlanden en met de haar bekende organisaties van exporteurs/producenten in die landen.
(ii) Steekproef van importeurs
Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn en op de onder punt 7 vermelde wijze contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en naam van een contactpersoon; |
— |
de totale omzet van het bedrijf in euro in 2004; |
— |
het totale aantal werknemers; |
— |
een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met het betrokken product; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product uit Maleisië en Thailand die in 2004 is ingevoerd en verkocht en de waarde van die verkoop in euro; |
— |
de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product; |
— |
alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn; |
— |
of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. |
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig heeft zal de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende organisaties van importeurs.
(iii) Steekproef van EU-producenten
Gezien het grote aantal EU-producenten dat de klacht steunt is de Commissie voornemens bij het onderzoek naar schade gebruik te maken van een steekproef.
In verband hiermee verzoekt de Commissie de EU-producenten haar binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te doen toekomen:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en naam van een contactpersoon; |
— |
de totale omzet van het bedrijf in euro in 2004; |
— |
een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken prouct; |
— |
de waarde van de verkoop van het betrokken product (in euro) in de EU in 2004; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in 2004 in de EU werd verkocht; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in 2004 werd geproduceerd; |
— |
de namen en nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product; |
— |
alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn; |
— |
of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. |
(iv) Definitieve samenstelling van de steekproef
Op- of aanmerkingen over het samenstellen van de steekproef moeten binnen de onder punt 6 b) ii) vermelde termijn worden toegezonden.
Alvorens de steekproef definitief samen te stellen zal de Commissie de bedrijven raadplegen die zich bereid hebben verklaard daarin te worden opgenomen.
De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijnen een vragenlijst beantwoorden en medewerking verlenen bij het onderzoek.
Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, zal de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 27, lid 4, en artikel 28 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren. Zoals vermeld onder punt 8 kunnen op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen voor de betrokkene minder gunstig zijn.
b) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen EU-producenten en organisaties van EU-producenten, aan in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs in Maleisië en Thailand en organisaties van producenten/exporteurs in die landen, aan de in de steekproef opgenomen importeurs en organisaties van importeurs die in de klacht zijn genoemd en aan de autoriteiten van de betrokken exportlanden.
Exporteurs/producenten in Maleisië en Thailand die om een individuele behandeling verzoeken met het oog op de toepassing van artikel 27, lid 3, en artikel 15, lid 3, van de basisverordening dienen een vragenlijst te beantwoorden binnen de onder punt 6 a) ii) genoemde termijn. Zij dienen derhalve een vragenlijst aan te vragen binnen de onder punt 6 a) i) genoemde termijn. Indien de Commissie van een steekproef van producenten/exporteurs gebruik maakt, kan zij evenwel besluiten geen individuele subsidiemarges te berekenen omdat individuele onderzoeken bij een groot aantal producenten/exporteurs een zo grote werklast kunnen vormen dat zij een tijdige voltooiing van het onderzoek in de weg staan.
(c) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen
Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de onder punt 6 a) ii) vermelde termijn door de Commissie zijn ontvangen.
Voorts zal de Commissie de partijen horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn worden ingediend.
5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de EU
Overeenkomstig artikel 31 van de basisverordening zal worden onderzocht of het niet tegen het belang van de EU is compenserende maatregelen te nemen indien subsidiëring en schade worden aangetoond. EU-producenten, importeurs en representatieve organisaties van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en de consument die kunnen aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de onder punt 6 a) ii) genoemde algemene termijn contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn ook een mondeling onderhoud aanvragen onder opgave van de bijzondere redenen waarom zij gehoord wensen te worden. Met informatie die op grond van artikel 31 wordt verstrekt wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
6. Termijnen
(a) Algemene termijnen
(i) Om een vragenlijst aan te vragen
Alle belanghebbenden dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, een vragenlijst aan te vragen.
(ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.
In een steekproef opgenomen bedrijven moeten de antwoorden op de vragenlijst doen toekomen binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijn.
(iii) Om een mondeling onderhoud aan te vragen
Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook verzoeken door de Commissie te worden gehoord.
(b) Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef
(i) |
De onder de punten 5.1 a) i), ii) en iii) bedoelde gegevens dienen binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie te zijn ontvangen, daar deze voornemens is de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te raadplegen over de definitieve samenstelling van de steekproef. |
(ii) |
Alle andere gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, als bedoeld in punt 5.1 a) iv), moeten de Commissie bereiken binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(iii) |
De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen 37 dagen nadat deze bedrijven van hun opname in de steekproef in kennis werden gesteld door de Commissie zijn ontvangen. |
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (3) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 29, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat B |
Kamer: J-79 5/16 |
B-1049 Brussel |
Fax en telex (32-2) 295 65 05. |
8. Medewerking
Indien belanghebbenden de nodige gegevens niet binnen de gestelde termijn verstrekken, geen toegang daartoe geven of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken zowel in positieve als in negatieve zin.
Indien een belanghebbende onjuiste of misleidende gegevens heeft verstrekt, zullen deze buiten beschouwing worden gelaten en zal gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijke medewerking verleent en de bevindingen derhalve gebaseerd worden op de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening kan het resultaat voor hem minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
9. Tijdschema
Overeenkomstig artikel 11, lid 9, van de basisverordening zal het onderzoek binnen 13 maanden na bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten. Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van de basisverordening kunnen binnen 9 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden genomen.
(1) PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12),
(2) Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming” zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).
(3) Dit betekent dat de documenten slechts voor intern gebruik zijn bestemd en beschermd zijn in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze documenten zijn vertrouwelijk op grond van artikel 29 van de basisverordening en artikel 12 van de WTO-Overeenkomst inzake Subsidies en Compenserende maatregelen.