52005PC0523

Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2005/0523 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 17.10.2005

COM(2005) 523 definitief

2004/0165 (COD)

Gewijzigd voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het Europees Sociaal Fonds

(door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

TOELICHTING

INLEIDING

1. Op 14 juli 2004 heeft de Commissie een voorstel voor een nieuwe verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds goedgekeurd[1]. Dit voorstel is op 15 juli 2004 aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden.

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 9 maart 2005 advies over het voorstel van de Commissie uitgebracht[2].

3. Het Comité van de Regio's heeft op op 23 februari 2005 zijn advies uitgebracht[3].

4. Het Europees Parlement heeft op 6 juli 2005 in eerste lezing advies uitgebracht[4].

Doel van het voorstel

Het Europees Sociaal Fonds (ESF) levert een bijdrage aan de verwezenlijking van de in artikel 158 van het EG-Verdrag genoemde doelstelling van economische en sociale samenhang door beleidsmaatregelen en prioriteiten te steunen die gericht zijn op de totstandbrenging van volledige werkgelegenheid, de verbetering van arbeidskwaliteit en -productiviteit en de bevordering van sociale integratie en cohesie, overeenkomstig de richtsnoeren en aanbevelingen van de Europese werkgelegenheidsstrategie.

Om deze doelstelling te bereiken moet het ESF drie grote uitdagingen aangaan: de onevenwichtigheden op werkgelegenheidsgebied, de sociale ongelijkheden en de tekorten aan vaardigheden en aan arbeidskrachten in een uitgebreide Unie; de economische en sociale herstructurering ten gevolge van de globalisering en de ontwikkeling van de kenniseconomie; en de demografische veranderingen waardoor een kleinere en oudere beroepsbevolking is ontstaan.

De Commissie heeft een vereenvoudigd uitvoeringsmechanisme voor het cohesiebeleid voorgesteld, waarbij evenwel de hoofdbeginselen van programmering, partnerschap, medefinanciering en evaluatie behouden zijn. Een essentieel element van deze hervorming is dat de programmering meer strategisch wordt benaderd, zodat de maatregelen van het Europees Sociaal Fonds beter kunnen worden geconcentreerd en beter kunnen worden afgestemd op de agenda van Lissabon en de Europese werkgelegenheidsstrategie.

Advies van de Commissie over de aangenomen amendementen

Op 6 juli 2005 heeft het Europees Parlement 85 amendementen aangenomen. De Commissie kan geheel of ten dele instemmen met de onderstaande amendementen:

- amendement 3: (vermelding van de beleidsterreinen); zie overweging 7;

- amendement 4: (onderstreept het belang van de huidige en toekomstige uitdagingen voor de Europese Unie); zie nieuwe overweging 4;

- amendement 5: (benadrukt het belang en de hervorming van het Europese sociale model); zie nieuwe overweging 4;

- amendement 6: (beklemtoont het belang van de mainstreaming van de diverse uitgangspunten van het communautair initiatiefprogramma EQUAL); zie nieuwe overweging 6;

- amendement 7: (vermelding van maatregelen die erop gericht zijn beter op veranderingen te anticiperen en deze beter te beheren); zie overweging 9;

- amendement 8: (preventieve aanpak van de relevante dimensies van demografische veranderingen); zie nieuwe overweging 8;

- amendement 9: (verwijzing naar economisch niet-actieven); zie overweging 9;

- amendement 10: (verwijzing naar ultraperifere gebieden); zie artikel 4, lid 2;

- amendement 11: (acties ten behoeve van innovatieve activiteiten); zie overweging 12;

- Amendement 12: (benadrukt het belang van de integratie van transnationale samenwerking als fundamentele dimensie in de werkingssfeer van het ESF); zie overweging 12;

- amendement 84: (concentratie van de beperkte beschikbare middelen, zodat de uitgaven in overeenstemming zijn met andere steun- en beleidsmaatregelen ); zie overweging 13;

- amendement 16: (ESF-steun voor kansarme groepen); zie overweging 15;

- amendement 17: (uitwisseling van ervaringen op het gebied van sociale uitsluiting en discriminatie); zie overweging 16;

- amendement 87: (verduidelijk van de taken van het ESF); zie artikel 2, lid 1;

- amendement 19: (sociale integratie); zie artikel 2, lid 2;

- amendement 21: (benadrukt het belang van ESF-steun voor innovatieve maatregelen in de lidstaten en bij transnationale samenwerking); zie artikel 3, lid 4;

- amendement 23: (voegt elementen toe zoals levenslang leren en het oprichten van bedrijven); zie artikel 3, lid 1, onder a), punt i);

- amendementen 24 en 93: (verduidelijking van de tekst); zie artikel 3, lid 1, onder a), punt ii);

- amendement 25: (ESF-steun voor kansarme groepen); zie artikel 3, lid 1, onder b);

- amendement 26: (versterkt het verband met de Europese werkgelegenheidsstrategie); zie artikel 3, lid 1, onder b), punt i);

- amendement 27: (verduidelijking van de tekst); zie artikel 3, lid 1, onder a), punt i), en artikel 3, lid 1, onder b), punt ii);

- amendement 28: (gendermainstreaming); zie artikel 3, lid 1, onder b), punt iii);

- amendement 29: (specifieke maatregelen om het combineren van werk en privé-leven te vergemakkelijken); zie artikel 3, lid 1, onder b), punt ii);

- amendement 32: (beklemtoont de noodzaak tot bestrijding van sociale uitsluiting en alle vormen van discriminatie); zie artikel 3, lid 1, onder c);

- amendement 33: (ESF-steun voor kansarme groepen); zie artikel 3, lid 1, onder c), punt i);

- amendement 34: (specifieke maatregelen ter verbetering van de sociale integratie van migranten); zie artikel 3, lid 1, onder b), punt iv);

- amendement 35: (maatregelen ter bestrijding van discriminatie op het werk); zie artikel 3, lid 1, onder c), punt ii);

- amendement 38: (maatregelen ter vergemakkelijking van de herintreding op de arbeidsmarkt van kansarme groepen, zoals mensen met een handicap en mantelzorgers); zie artikel 3, lid 1, onder c), punt i);

- amendement 40: (de rol van de sociale partners en niet-gouvernementele organisaties wordt extra benadrukt); zie artikel 3, lid 1, onder e);

- amendement 88: (brengt de voorbereiding en uitvoering van hervormingen van onderwijs- en opleidingssystemen onder bij de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid); zie artikel 3, lid 1, onder d), punt i);

- amendement 89: (steun wordt uitgebreid tot de cohesielanden); zie artikel 3, lid 3;

- amendement 41: (voegt elementen toe zoals levenslang leren en het oprichten van bedrijven); zie artikel 3, lid 1, onder a), punt i), en artikel 3, lid 2, onder a), punt i);

- amendement 42: (voorkomen van segregatie); zie artikel 3, lid 2, onder a), punt ii);

- amendement 46: (verwijzing naar permanente opleiding en vertegenwoordigende beroepsorganisaties); zie artikel 3, lid 2, onder b), punt ii);

- amendement 48: (voorlichtings- en bewustmakingsacties); bepalingen betreffende voorlichtings- en bewustmakingsacties zullen in de uitvoeringsverordening worden opgenomen;

- amendement 49: (technische correctie); zie artikel 3, lid 5;

- amendement 50: (er wordt een verband gelegd met de Europese werkgelegenheidsstrategie en met sociale integratie); zie artikel 4, lid 1;

- amendement 51: (verduidelijking van het soort geografische gebieden waarmee in de operationele programma’s rekening moet worden gehouden); zie artikel 4, lid 2;

- amendement 52: (voegt de dimensie " non-discriminatie " en " gelijkheid tussen man en vrouw " aan de gekwantificeerde doelstellingen en de indicatoren toe); zie artikel 4, lid 4;

- amendement 53: (voegt de dimensie " non-discriminatie " en " gelijkheid tussen man en vrouw " aan de evaluaties van de acties toe); zie artikel 4, lid 5;

- amendement 54: (benadrukt de rol van de sociale partners en van non-gouvernementele organisaties); zie artikel 5, lid 2;

- amendement 55: (voorlichtings- en bewustmakingsacties); bepalingen betreffende voorlichtings- en bewustmakingsacties zullen in de uitvoeringsverordening worden opgenomen;

- amendement 56: (technische correctie); zie artikel 5, lid 3, eerste alinea:

- amendement 62: (uitbreiding van de titel – Gelijkheid tussen man en vrouw en gelijke kansen); artikel 6, titel;

- amendement 63: (versterkt mainstreaming, ook bij de evaluatie vooraf); zie artikel 6;

- amendement 64: (versterkt gendermainstreaming); zie artikel 6;

- amendement 65: (evenwichtige participatie van vrouwen en mannen); zie artikel 6;

- amendement 66: (bepalingen ter bestrijding van discriminatie); zie artikel 6 en overweging 15;

- amendement 71 : (titel – Voortgangsverslagen en uitvoeringsverslagen); artikel 10, titel;

- amendement 73: (bepalingen inzake jaarverslagen); zie artikel 10 in zijn geheel en met name artikel 10, onder d);

- amendement 74: (verslaglegging over migranten en hun toegang tot het arbeidsproces); zie artikel 10, onder b);

- amendement 75: (verslaglegging over steun voor kansarme groepen); zie artikel 10, onder c) en d);

- amendement 76: (verslaglegging over sociale integratie); zie artikel 10, onder d);

- amendement 81 : (stimulering van zelfstandige activiteiten en oprichting van bedrijven); zie artikel 3, lid 1, onder a);

- amendement 82: (coördinatie van het Europees Sociaal Fonds en de Lissabon-strategie); zie artikel 4, lid 3;

- amendement 83: (sociale uitsluiting); zie artikel 10, onder d);

- amendement 92 : (de in nationaal recht omgezette EU-wetgeving is van toepassing); zie artikel 11, lid 1.

CONCLUSIE

Gelet op artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel als volgt.

2004/0165 (COD)

Gewijzigd v Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het Europees Sociaal Fonds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 148,

Gelet op het voorstel van de Commissie [5] ,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [6] ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [7] ,

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [8] ,

Overwegende hetgeen volgt:

5. Bij Verordening (EG) nr. […] houdende algemene bepalingen inzake het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds de Structuurfondsen en het Cohesiefonds[9] wordt het actiekader voor de Structuurfondsen en het Cohesiefonds vastgelegd en worden, in het bijzonder, de doelstellingen, de beginselen en de voorschriften betreffende partnerschap, programmering, evaluatie en management vastgesteld. Bijgevolg moeten de taken opdracht van het Europees Sociaal Fonds (hierna “ESF”genoemd) worden vastgesteld, uitgaande van de in artikel 146 van het Verdrag omschreven bepaalde taken en in de context van de werkzaamheden van de lidstaten en de Gemeenschap , die met betrekking tot de ontwikkeling beogen van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid, overeenkomstig als bedoeld in artikel 125 van het Verdrag. Duidelijkheidshalve dient Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds[10] te worden vervangen .

6. Er dienen specifieke bepalingen te worden vastgesteld met betrekking tot het soort activiteiten dat door het ESF kan worden gefinancierd in het kader van de doelstellingen die zijn bepaald in Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds].

7. Het ESF dient de economische en sociale samenhang te versterken door de arbeidskansen te verbeteren in het kader van de krachtens de artikelen 146 en 159 van het Verdrag aan het ESF toevertrouwde taken, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds].

8. Deze aanpak wint nog aan belang in het licht van de uitdagingen als gevolg van de uitbreiding van de EU en van het verschijnsel van de economische mondialisering. Het belang van het Europese sociale model en van de hervorming ervan moet in dit verband worden erkend.

9. Overeenkomstig de artikelen 99 en 128 van het Verdrag en met het oog op de heroriëntering van de Lissabon-strategie op groei en werkgelegenheid heeft de Raad een geïntegreerd pakket van globale richtsnoeren voor het economische beleid en werkgelegenheidsrichtsnoeren goedgekeurd; in de laatstgenoemde richtsnoeren worden doelstellingen, prioriteiten en streefniveaus vastgesteld. In dit verband heeft de Europese Raad [van 22 en 23 maart 2005] erop aangedrongen alle passende nationale en communautaire middelen, met inbegrip van het cohesiebeleid, aan te wenden.

10. Er zijn nieuwe ervaringen opgedaan met het communautair initiatiefprogramma EQUAL, met name met combinaties van lokale, regionale, nationale en Europese acties. Deze ervaringen moeten in alle steunmaatregelen van het Europees Sociaal Fonds worden geïntegreerd. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de participatie van doelgroepen, de vaststelling van beleidskwesties en de daaropvolgende mainstreaming ervan, innovatie- en experimenteertechnieken, methoden voor transnationale samenwerking, het bereiken van bevolkingsgroepen die op de arbeidsmarkt gemarginaliseerd zijn, de aanpak van de effecten van sociale kwesties op de interne markt, en toegang tot en leiding van projecten van niet-gouvernementele organisaties.

(3)(7) Het ESF dient de beleidsmaatregelen van de lidstaten die nauw aansluiten bij de richtsnoeren en aanbevelingen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie en de overeengekomen doelstellingen van de Gemeenschap met betrekking tot sociale integratie, non-discriminatie, de bevordering van gelijkheid tussen man en vrouw, en onderwijs en opleiding te steunen. In dit verband moet rekening worden gehouden met het programma Onderwijs en opleiding 2010 dat gebaseerd is op brede en coherente nationale strategieën voor levenslang leren en dat het concept levenslang leren zowel binnen als buiten het werk, met bijzondere aandacht voor basisopleiding, toepast. Daarnaast moet het ESF een betere bijdrage te kunnen leveren aan de tijdens de bijeenkomsten van de Europese Raad te Lissabon en Göteborg overeengekomen doelstellingen en streefniveaus, om de voorwaarden te scheppen voor de verbetering van de productiviteit en het concurrentievermogen en voor een grotere sociale samenhang en betere banen.

(8) Het ESF moet ook preventief optreden door op de relevante dimensies en gevolgen van de demografische veranderingen binnen de actieve bevolking in te spelen, met name door middel van levenslange beroepsopleiding.

(4)(9) Met het oog op een betere anticipering op en aansturing van veranderingen in het kader van de doelstelling "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" moet de steun van het ESF in het bijzonder gericht zijn op vergroting van het vermogen van werknemers, en bedrijven en ondernemers zich aan te passen aan de effecten van de mondialisering en bedrijfsherstructureringen; het dient zich bezig te houden met de verbreding van de kwalificaties van de werknemers, het stimuleren van de herintreding van economisch inactieven op de arbeidsmarkt, verbetering van de arbeidsvoorwaarden, het nemen van proactieve maatregelen, zoals outplacement en op de individuele kwalificaties toegesneden trajectbegeleiding om te voorkomen dat ontslag leidt tot langdurige werkloosheid, alsmede op verbetering van de toegang tot en de participatie op de arbeidsmarkt met als doelstelling volledige werkgelegenheid, op verbetering van de sociale integratie van kansarmen en van hun toegang tot werk, op bestrijding van de vormen van discriminatie op de gronden die genoemd worden in artikel 13 van het Verdrag , en op de bevordering van partnerschappen voor hervorming.

(5)(10) Naast deze prioriteiten moeten, in de minst ontwikkelde regio’s en lidstaten, in het kader van de " convergentiedoelstelling " en ter versterking van de economische groei, ter verruiming van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor vrouwen en mannen, en ter verbetering van de kwaliteit en de productiviteit van het werk, de investeringen in menselijk kapitaal worden uitgebreid en verbeterd en moet de institutionele, bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit worden versterkt, in het bijzonder om hervormingen voor te bereiden en door te voeren en om toe te zien op de tenuitvoerlegging van het acquis de communautaire wetgeving .

(11) In het kader van deze prioriteiten dient bij de selectie van ESF-maatregelen flexibel te werk te worden gegaan om aan de specifieke problemen in iedere lidstaat tegemoet te komen, en bij de uit het ESF gefinancierde prioritaire maatregelen dient speelruimte te bestaan om op die problemen te kunnen inspelen.

(6)(12) De bevordering van innovatieve acties en transnationale samenwerking is moet als een fundamentele dimensie die in de werkingssfeer van het ESF worden geïntegreerd, moet worden geïntegreerd zowel met betrekking tot de "convergentiedoelstelling" als tot de doelstelling "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid". Innovatieve ideeën moeten worden gestimuleerd en aan de praktijk worden getoetst in overeenstemming met de Europese richtsnoeren en aanbevelingen van de Europese werkgelegenheidsstrategie en de doelstellingen van de Gemeenschap op het terrein van de sociale integratie .

(7)(13) Het is noodzakelijk er zorg voor te dragen dat de maatregelen van het ESF in overeenstemming zijn met de beleidsmaatregelen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie en de steun van het ESF te concentreren op de tenuitvoerlegging van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en -aanbevelingen, de nationale hervormingsprogramma’s, de doelstellingen van de Gemeenschap en de nationale actieplannen van de lidstaten inzake sociale integratie. Het ESF dient voorts synergie na te streven met de uit de andere Structuurfondsen afkomstige steun, met het oog op een duurzame ontwikkeling op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Steun uit het ESF is ook van essentieel belang voor de verwezenlijking van de streefniveaus op het gebied van sociale integratie en onderwijs en scholing .

(8)(14) Een efficiënte en doeltreffende tenuitvoerlegging van de door het ESF gesteunde actie berust op goed bestuur en partnerschap tussen alle relevante territoriale en sociaal-economische actoren en in het bijzonder de sociale partners en andere belanghebbenden, onder wie die op regionaal en op plaatselijk niveau.

(9)(15) De lidstaten en de Commissie moeten erop toezien dat de tenuitvoerlegging van de prioriteiten die het ESF financiert in het kader van de doelstellingen “convergentie” en “regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, bijdraagt tot de bevordering van de gelijkheid en tot de opheffing van ongelijkheden tussen vrouwen en mannen ; door middel van gendermainstreaming moet worden in combinatie met specifieke activiteiten om de toegang tot werk en de duurzame arbeidsparticipatie van vrouwen en hun ontwikkelingsmogelijkheden in dat verband te verbeteren . De tenuitvoerlegging moet ook bijdragen aan de bevordering van gelijke kansen en het voorkomen van alle vormen van discriminatie, met name die waaronder kansarme groepen, met inbegrip van mensen met een handicap, migranten en minderheden, gebukt gaan.

(10)(16) Het ESF moet tevens technische bijstand verlenen, waarbij bijzondere aandacht moet uitgaan naar de stimulering van wederzijds leren door de uitwisseling van ervaringen, de overdracht verspreiding van goede benaderingen en transnationale en interregionale samenwerking, en waarbij de nadruk moet worden gelegd op waardoor de bijdrage van het ESF aan de beleidsdoelstellingen en -prioriteiten van de Gemeenschap ten aanzien van werkgelegenheid en sociale integratie wordt vergroot en sociale uitsluiting en discriminatie worden bestreden .

(11)(17) In Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds] is bepaald dat de subsidiabiliteit van de uitgaven op nationaal niveau moet worden vastgesteld, met bepaalde uitzonderingen, waarvoor in specifieke bepalingen moet worden voorzien. De uitzonderingen met betrekking tot het ESF dienen derhalve te worden vastgesteld.

(18) Duidelijkheidshalve dient Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds[11] te worden vervangen,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden de taken van het Europees Sociaal Fonds (hierna het "ESF" genoemd) en de reikwijdte van de bijstandsverlening uit het ESF met betrekking tot de doelstellingen "convergentie" en "regionaal concurrentievermogen en regionale werkgelegenheid" als omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. […], alsmede de soorten uitgaven die voor bijstand in aanmerking komen, vastgesteld.

Artikel 2

Opdracht Taken

11. Het ESF levert een bijdrage aan de prioriteiten van de Gemeenschap wat betreft de versterking van de economische en sociale samenhang, hoge werkgelegenheid en meer en betere banen door een verbetering van de arbeidskansen. Dit wordt bereikt door middel van ondersteuning van de beleidsmaatregelen van de lidstaten die gericht zijn op totstandbrenging van volledige werkgelegenheid, door verbetering van de arbeidskwaliteit en –productiviteit, op bevordering van de sociale integratie, ook door kansarme groepen toegang tot werk te geven, en op terugdringing van nationale, regionale en lokale verschillen in werkgelegenheid.

In het bijzonder steunt het ESF acties die in overeenstemming zijn met de in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie vastgestelde richtsnoeren en aanbevelingen.

12. Bij het vervullen van de in lid 1 bedoelde taken steunt het ESF de prioriteiten van de Gemeenschap met betrekking tot de noodzaak de sociale samenhang te vergroten, het concurrentievermogen te versterken en een uit milieu-oogpunt gezonde economische ontwikkeling te bevorderen.

In het bijzonder Hierbij houdt het ESF rekening met de relevante prioriteiten en doelstellingen van de Gemeenschap op het terrein van de sociale integratie, onderwijs en scholing, grotere participatie van de economisch inactieven in de arbeidsmarkt, bestrijding van de sociale uitsluiting - in het bijzonder van kansarme bevolkingsgroepen - en bevordering van de gelijkheid tussen man en vrouw en non-discriminatie.

Artikel 3

Werkingssfeer van de bijstand

13. Binnen het kader van de doelstellingen "convergentie" en "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" steunt het ESF acties met betrekking tot de volgende prioriteiten:

14. vergroting van het aanpassingsvermogen van werknemers, en bedrijven en ondernemers, met het oog op een betere anticipering op en positieve aansturing van economische veranderingen, met name door de bevordering van:

i) levenslang leren en grotere investeringen in menselijk kapitaal door bedrijven - vooral het midden- en kleinbedrijf - en werknemers, door de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van systemen en strategieën, voor levenslang leren met inbegrip van het leerlingwezen, waardoor opleidingen beter toegankelijk worden voor met name laaggeschoolde en oudere werknemers, door transparantie ontwikkeling van kwalificaties en vaardigheden, door de verspreiding van ICT, elektronisch leren ( e-learning), en managementvaardigheden, en door stimulering van de ondernemingsgeest , en innovatie en het oprichten van bedrijven ;

ii) de anticipering op en het positief management van economische veranderingen, namelijk door de ontwikkeling en verspreiding van innovatieve en productievere vormen van arbeidsorganisatie die tot een betere gezondheid en meer veiligheid op het werk leiden, het aangeven van de toekomstige beroeps- en vaardigheidsvereisten, en de ontwikkeling van specifieke arbeidsbemiddelings-, opleidings- en ondersteunende diensten en outplacement voor werknemers die worden geconfronteerd met de herstructurering van hun bedrijf of van hun sector;

15. vergemakkelijking van de toegang tot het arbeidsproces en de duurzame integratie in de arbeidsmarkt voor werkzoekenden en inactieven, voorkoming van werkloosheid, met name langdurige en jongerenwerkloosheid, bevordering van actief ouder worden en verlenging van het actieve leven, en vergroting van de arbeidsparticipatie van vrouwen en migranten, in het bijzonder door de bevordering van:

i) de modernisering en versterking van de arbeidsmarktinstellingen, vooral de diensten voor arbeidsvoorziening en andere relevante initiatieven ter ondersteuning van de op volledige werkgelegenheid gerichte strategieën van de Gemeenschap en haar lidstaten;

ii) de tenuitvoerlegging van actieve en preventieve maatregelen waardoor behoeften in een vroeg stadium kunnen worden onderkend door middel van afzonderlijke actieplannen en gepersonaliseerde begeleiding, het zoeken naar werk, en arbeidsmobiliteit, het werken als zelfstandige en oprichten van bedrijven, met inbegrip van coöperatieve bedrijven, prikkels om arbeidsparticipatie te stimuleren, flexibele mechanismen om oudere werknemers langer in het arbeidsproces te houden en maatregelen om werk en privé-leven te combineren, zoals bevordering van de toegang tot kinderopvang en mantelzorg;

iii) mainstreaming en specifieke activiteiten om de toegang tot de arbeidsmarkt en de duurzame arbeidsparticipatie van vrouwen en hun ontwikkelingsmogelijkheden binnen het arbeidsproces te vergroten, om directe en indirecte gendersegregatie op de arbeidsmarkt op te heffen te verminderen, door o.a. onder andere de oorzaken van de loonverschillen tussen mannen en vrouwen aan te pakken , en om het combineren van werk en privéleven te vergemakkelijken, waarvoor o.a. moet worden gezorgd voor uitbreiding van de kinderopvang en verruiming van de voorzieningen voor afhankelijke personen ;

iv) specifieke maatregelen om de sociale integratie te verbeteren van de arbeidsparticipatie van migranten te vergroten en daardoor hun sociale integratie te bevorderen en de geografische en beroepsmobiliteit van de werknemers en de integratie van grensoverschrijdende arbeidsmarkten te vergemakkelijken, o.a. door middel van begeleiding, taalonderwijs en validering van in het buitenland verworven kennis en vaardigheden;

16. verbetering van de sociale integratie van kansarmen met het oog op hun duurzame participatie in het arbeidsproces en bestrijding van alle vormen van discriminatie op de arbeidsmarkt, in het bijzonder door de bevordering van:

i) integratietrajecten voor toetreding en herintreding in het arbeidsproces ten behoeve van kansarmen, zoals , mensen die het slachtoffer zijn van maatschappelijke uitsluiting, vroegtijdige schoolverlaters, minderheden, en mensen met een handicap en mantelzorgers, door middel van inzetbaarheidsmaatregelen, onder andere op het gebied van de sociale economie, toegang tot beroepsonderwijs en scholing, begeleidende maatregelen en sociale ondersteuning, buurtwerk en zorg waardoor de arbeidskansen worden vergroot;

ii) acceptatie van diversiteit op het werk en de bestrijding van discriminatie bij de toetreding tot en promotie op de arbeidsmarkt , wat onder meer kan worden bereikt door bewustmakingscampagnes en de betrokkenheid van plaatselijke gemeenschappen en bedrijven en de bevordering van lokale werkgelegenheidsinitiatieven;

17. verbetering van het menselijk kapitaal, in het bijzonder door de bevordering van:

i) de planning en invoering van hervormingen in onderwijs- en scholingssystemen om de inzetbaarheid te ontwikkelen, de verbetering van de arbeidsmarktrelevantie van initieel onderwijs en initiële opleiding en beroepsopleiding, en de continue bijscholing van onderwijzend en ander personeel met het oog op de verwezenlijking van een kenniseconomie;

ii) netwerkactiviteiten tussen instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeks- en technologische centra en bedrijven;

d)e) stimulering van hervormingen op het gebied van werkgelegenheid en integratie, in het bijzonder door het oprichten van bedrijven en de verdere ontwikkeling en uitvoering van partnerschappen, en overeenkomsten en initiatieven via netwerkvorming van de betrokken belanghebbenden, zoals sociale partners en niet-gouvernementele organisaties op nationaal, regionaal, en lokaal en transnationaal niveau.

18. Binnen het kader van de "convergentiedoelstelling" steunt het ESF ook acties met betrekking tot de volgende prioriteiten:

19. uitbreiding en verbetering van investeringen in menselijk kapitaal, in het bijzonder door de bevordering van:

i) de tenuitvoerlegging van hervormingen in onderwijs- en opleidingssystemen, vooral met de bedoeling dat mensen meer openstaan voor het oog op een betere aansluiting op de behoeften van de kennismaatschappij en levenslang leren de verbetering van de arbeidsmarktrelevantie van initieel onderwijs en initiële opleiding, en de continu e aanpassing van de vaardigheden van onderwijzend en ander personeel ;

ii) een grotere deelname aan onderwijs en scholing in elke levensfase, onder andere door middel van maatregelen om vroegtijdig schoolverlaten en segregatie sterk terug te dringen en de toegang tot en kwaliteit van onderwijs en scholing op initieel, beroeps- en tertiair niveau te vergemakkelijken;

iii) de ontwikkeling van menselijk potentieel op het gebied van onderzoek en innovatie, met name door middel van onderwijs en scholing op postuniversitair niveau voor onderzoekers; en via netwerkactiviteiten tussen universiteiten, onderzoekcentra en bedrijven;

20. versterking van de institutionele capaciteit en de doeltreffendheid van overheden en overheidsinstanties op nationaal, regionaal en lokaal niveau en, zo nodig, de sociale partners en niet-gouvernementele organisaties met het oog op ter ondersteuning van hervormingen, en van goed bestuur en een betere regelgeving , vooral op economisch, sociaal en justitieel gebied en op het gebied van werkgelegenheid en milieu, in het bijzonder door de bevordering van:

i) mechanismen ter verbetering van goede planning, controle en evaluatie van beleid en van programma’s, waaronder – op basis van studies, statistieken en expertise deskundig advies, – ondersteuning van de coördinatie tussen de diensten en dialoog tussen de betrokken publieke en particuliere instanties;

ii) capaciteitsopbouw voor de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en programma’s op de in aanmerking komende terreinen, onder meer met het oog op de handhaving van de wetgeving, vooral door bij- en nascholing van het management en het personeel en door specifieke steun aan essentiële diensten, inspectiediensten en sociaal-economische actoren, waaronder de sociale partners en de betrokken niet-gouvernementele organisaties, alsmede de vertegenwoordigende beroepsorganisaties.

21. Het ESF kan op het gehele grondgebied van de lidstaten die overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds] in aanmerking komen voor financiële steun uit het Cohesiefonds, de in artikel 3, lid 2, genoemde maatregelen ondersteunen.

3.4. Bij de tenuitvoerlegging van de in de leden 1 en 2 genoemde doelstellingen en prioriteiten steunt het ESF de bevordering en mainstreaming van innovatieve activiteiten in de lidstaten, alsmede van transnationale en interregionale samenwerking, in het bijzonder door middel van onderlinge uitwisseling van informatie, ervaringen, resultaten en goede praktijkoplossingen en door middel van de ontwikkeling van complementaire benaderingen en gecoördineerde of gezamenlijke activiteiten.

4.5. Bij de tenuitvoerlegging van de in lid 21, onder c), punt i), genoemde prioriteit van sociale integratie kan de financiering door het ESF van maatregelen binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. […] [EFRO] maximaal 10% van de betrokken prioriteit bedragen.

Artikel 4

Coherentie en concentratie

22. De lidstaten en de beheersautoriteiten zien erop toe dat de door het ESF gesteunde maatregelen in overeenstemming zijn met de Europese werkgelegenheidsstrategie en de tenuitvoerlegging ervan ondersteunen bijdragen tot de activiteiten ter uitvoering van die strategie . In het bijzonder zien zij erop toe dat de in het nationaal strategisch referentiekader strategisch referentiekader en in de operationele programma's vastgelegde maatregelen de doelstellingen, prioriteiten en streefniveaus in iedere lidstaat in het kader van de nationale hervormingsprogramma’s en nationale actieplannen voor sociale integratie stimuleren. Voorzover het ESF een bijdrage kan leveren aan de beleidsmaatregelen terzake concentreren de lidstaten ook voornamelijk de steun – op de tenuitvoerlegging van de relevante aanbevelingen inzake werkgelegenheid overeenkomstig artikel 128, lid 4, van het Verdrag en van de relevante arbeidsmarktgerichte doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van de sociale integratie, onderwijs en scholing.

23. Binnen de operationele programma’s worden de middelen ingezet om in de belangrijkste behoeften te voorzien en worden zij op de beleidsgebieden geconcentreerd waar ESF-steun een wezenlijke bijdrage kan leveren tot het realiseren van de doelstellingen van het programma. Om de doeltreffendheid van de steun van het ESF te optimaliseren wordt, zo nodig, in de operationele programma’s in het bijzonder rekening gehouden met de regio’s en buurten die met de ernstigste problemen te kampen hebben, zoals waaronder achtergestelde stadswijken, ultraperifere gebieden, alsmede in verval rakende plattelandsgebieden, van de visserij afhankelijke gebieden en regio's die in het bijzonder getroffen worden door het vertrek van ondernemingen.

24. De relevante elementen van het jaarlijks verslag van de lidstaten als bedoeld in artikel 1966 van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds] worden in de dienovereenkomstige nationale actieplannen voor werkgelegenheid hervormingsprogramma’s en nationale actieplannen voor sociale integratie geïntegreerd.

25. De gekwantificeerde doelstellingen en de indicatoren voor het toezicht op de tenuitvoerlegging van het nationaal strategisch referentiekader als bedoeld in artikel 18 van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds] zijn die welke worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie en in de context van de relevante doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van sociale integratie, non-discriminatie, en van onderwijs en opleiding en de bevordering van gelijkheid tussen man en vrouw . De indicatoren voor het toezicht op de operationele programma’s dienen in overeenstemming te zijn met deze gekwantificeerde doelstellingen.

26. De evaluaties met betrekking tot de acties van het ESF omvatten betreffen ook de bijdrage van de door het ESF gesteunde acties aan de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie en aan de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van sociale integratie, non-discriminatie, onderwijs en scholing en de bevordering van gelijkheid tussen man en vrouw in de betrokken lidstaat.

Artikel 5

Goed bestuur en partnerschap

27. Het ESF stimuleert goed bestuur en partnerschap. De steun van het ESF wordt op het passende territoriale niveau opgezet en ten uitvoer gelegd, met bijzondere aandacht voor het regionale en het plaatselijke niveau, overeenkomstig de voor elke lidstaat specifieke institutionele regelingen.

28. De lidstaten en de beheersautoriteit van elk operationeel programma zien toe op de participatie en een adequate toegang van de sociale partners en op adequaat overleg met en de participatie van niet-gouvernementele belanghebbenden, op het passende territoriale niveau, bij de voorbereiding, programmering , tenuitvoerlegging en controle van de ESF-steun.

29. De beheersautoriteiten van de operationele programma’s stimuleren een adequate participatie van de sociale partners in de op grond van artikel 23 van deze verordening gefinancierde activiteiten, alsmede hun toegang tot die activiteiten.

In het kader van de convergentiedoelstelling wordt ten minste 2% van de middelen van het ESF uitgetrokken voor capaciteitsopbouw en voor activiteiten die door de sociale partners gezamenlijk worden ondernomen, in het bijzonder met betrekking tot het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven als bedoeld in artikel 2 3, lid 1, onder a).

30. De beheersautoriteiten van de operationele programma’s stimuleren een adequate participatie toegang van de niet-gouvernementele organisaties tot in de gefinancierde activiteiten alsmede hun participatie daarin toegang tot die activiteiten , met name op het gebied van sociale integratie en van de gelijkheid tussen man en vrouw.

31. Als de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging wordt gedelegeerd, kan de steun in het kader van een programma worden toegekend verleend via globale subsidies.

Artikel 6

Gelijkheid tussen man en vrouw en gelijke kansen

De lidstaten en de beheersautoriteiten zien erop toe dat de operationele programma’s een beschrijving bevatten van de manier waarop de gelijkheid tussen man en vrouw en gelijke kansen worden wordt gestimuleerd bij de voorbereiding, programmering , de tenuitvoerlegging en de controle, ook door middel van specifieke indicatoren, en bij de evaluatie van programma's. De lidstaten stimuleren een evenwichtige deelname van vrouwen en mannen aan het beheer en de uitvoering van de operationele programma's op lokaal, regionaal en nationaal niveau .

Artikel 7

Innovatie

In het kader van elk operationeel programma besteden de lidstaten en de beheersautoriteiten bijzondere aandacht aan de bevordering en de integratie van innovatieve activiteiten. Na raadpleging van het in artikel 47 62 van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds de Structuurfondsen en het Cohesiefonds] bedoelde toezichtscomité kiest de beheersautoriteit in het kader van het partnerschap de thema’s voor de innovatiefinanciering en stelt zij de passende bepalingen regelingen voor de tenuitvoerlegging vast.

Artikel 8

Transnationale samenwerking

32. De lidstaten en de beheersautoriteiten zien erop toe dat de programmering van activiteiten op het gebied van transnationale en interregionale samenwerking een specifieke prioriteit binnen een operationeel programma of een specifiek operationeel programma vormt.

33. De lidstaten zien met behulp van passende coördinatiemechanismen toe op de coherentie van en complementariteit tussen de acties van het ESF Fonds en de uit andere transnationale programma’s van de Gemeenschap gefinancierde activiteiten, in het bijzonder op het gebied van onderwijs en scholing, om het gebruik van de middelen van de Gemeenschap ter ondersteuning van het onderwijs en van het levenslang leren te optimaliseren.

Artikel 9

Technische bijstand

De Commissie stimuleert in het bijzonder de uitwisseling van ervaringen, bewustmakingsactiviteiten, seminars, netwerkvorming en intercollegiale toetsing om goede benaderingen in kaart te brengen en te verspreiden en om wederzijds leren en transnationale en interregionale samenwerking aan te moedigen ter versterking van de beleidsdimensie en van de bijdrage van het ESF aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van werkgelegenheid en sociale integratie.

Artikel 10

Jaarverslag en eindverslag over de uitvoering Voortgangs- en uitvoeringsverslagen

De jaarverslagen en eindverslagen over de tenuitvoerlegging als bedoeld in artikel 4966 van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Europees Sociaal Fonds de Structuurfondsen en het Cohesiefonds] bevatten een samenvattend overzicht van de tenuitvoerlegging van:

a) gendermainstreaming en genderspecifieke activiteiten;

b) activiteiten ter verbetering van de sociale integratie van en de werkgelegenheid voor vergroting van de deelname van migranten aan het arbeidsproces en daardoor aan de verbetering van hun integratie in de samenleving;

c) activiteiten ter verbetering van de sociale integratie van en de werkgelegenheid voor vergroting van de deelname van minderheden aan het arbeidsproces met het oog op hun duurzame integratie op de arbeidsmarkt;

d) activiteiten ter verbetering van de integratie van andere kansarme groepen en van hun sociale integratie, met inbegrip van personen met een handicap;

d)e) innovatieve activiteiten, met name een motivering van de voor innovatie geselecteerde thema’s, en presentatie van de resultaten ervan en van hun verspreiding en mainstreaming;

e)f) activiteiten op het gebied van transnationale en interregionale samenwerking.

Artikel 11

Subsidiabiliteit

34. Het ESF steunt overheidsuitgaven in de vorm van niet-terugvorderbare individuele of globale subsidies, terugvorderbare subsidies, rentesubsidies en microkredieten en de aankoop van goederen en diensten in overeenstemming met de voorschriften inzake overheidsopdrachten via openbare aanbestedingen .

35. De volgende uitgaven komen niet in aanmerking voor ESF-steun:

36. terugvorderbare BTW;

37. debetrente;

38. aankoop van infrastructuur, afschrijfbare roerende goederen, onroerend goed en grond.

39. In afwijking van lid 2 van dit artikel zijn de subsidiabiliteitsregels die zijn vastgesteld in artikel 6 7 van Verordening (EG) nr. […] [betreffende het EFRO], van toepassing op door het ESF medegefinancierde activiteiten die binnen de werkingssfeer van artikel [2] van [de verordening betreffende het EFRO] vallen.

40. In afwijking van de nationale subsidiabiliteitsregels kunnen de uitgaven die voor de door het ESF medegefinancierde operationele programma’s worden gedeclareerd, het volgende omvatten:

41. de toelagen of salarissen die door een derde partij aan de deelnemers aan een concrete actie zijn betaald en die tegenover de begunstigde zijn gecertificeerd, op voorwaarde dat die betalingen het nationale gedeelte van de overheidsfinanciering van de concrete actie vormen, overeenkomstig de geldende nationale voorschriften;

42. de indirecte kosten van een concrete actie die op forfaitaire basis zijn vastgesteld, tot 20% van de voor deze concrete actie gedeclareerde directe kosten, volgens het type concrete actie, de context waarin de tenuitvoerlegging plaatsvindt en de plaats van uitvoering.

Artikel 12

Overgangsbepalingen

Deze verordening doet geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gedeeltelijke of volledige intrekking, van maatregelen die door de Raad of de Commissie zijn goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1784/99 en vóór 1 januari 2007 van toepassing waren.

Aanvragen die zijn ingediend in het kader van Verordening (EEG) nr. 1784/9499 blijven geldig.

Artikel 13

Intrekking

Verordening (EG) nr. 1784/99 wordt met werking op ingang van 1 januari 2007 ingetrokken.

Verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 1784/99 worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 14

Herzieningsclausule

Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag wordt deze verordening uiterlijk op 31 december 2013 door het Europees Parlement en de Raad opnieuw bezien.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

[1] COM (2004) 493 definitief.

[2] PB C […] van […], blz. […].

[3] PB C […] van […], blz. […].

[4] PB C […] van […], blz. […].

[5] PB C [...] van [...], blz. [...].

[6] PB C [...] van [...], blz. [...].

[7] PB C [...] van [...], blz. [...].

[8] PB C [...] van [...], blz. [...].

[9] PB C [...] van [...], blz. [...].

[10] PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5.

[11] PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5.