52005PC0159(01)

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten /* COM/2005/0159 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 22.04.2005

COM(2005)159 definitief

2005/0059(CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De internationale luchtvaartrelaties tussen lidstaten en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen met betrekking tot luchtdiensten, in bijlagen bij deze overeenkomsten en in aanverwante bilaterale of multilaterale regelingen.

Ingevolge de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaken C-466/98, C-467/98, C-468/98, C-471/98, C-472/98, C-475/98 en C-476/98 heeft de Gemeenschap exclusieve bevoegdheid voor diverse aspecten van het luchtverkeer met derde landen. Het Hof van Justitie heeft ook toelichting gegeven bij het recht van communautaire luchtvaartmaatschappijen om gebruik te maken van het recht van vestiging in de Gemeenschap, inclusief het recht op niet-discriminerende markttoegang.

Lidstaten overtreden de Gemeenschapswetgeving wanneer zij traditionele clausules betreffende de aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen opnemen in hun bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten. Dergelijke clausules verlenen een derde land het recht om de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten wanneer deze maatschappij door een lidstaat is aangewezen, hoewel ze niet substantieel in handen is van en gecontroleerd wordt door deze lidstaat of onderdanen ervan. Dit wordt beschouwd als discriminatie van communautaire luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Dit is in strijd met artikel 43 van het Verdrag, dat onderdanen van een lidstaat die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de ontvangende lidstaat dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat.

Ingevolge de arresten van het Hof van Justitie heeft de Raad de Commissie in juni 2003 gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst[1].

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap onderhandelingen gevoerd met de Republiek Kroatië over een overeenkomst ter vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek Kroatië. Artikel 2 van deze overeenkomst vervangt de traditionele aanwijzingsclausules door een communautaire aanwijzingsclausule, waardoor alle communautaire luchtvaartmaatschappijen gebruik kunnen maken van het vestigingsrecht. De artikelen 4 en 5 van de overeenkomst hebben betrekking op twee types clausules over kwesties die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen. Artikel 4 heeft betrekking op de belasting van vliegtuigbrandstof, een kwestie die geharmoniseerd is bij Richtlijn 2003/96/EG van de Raad tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, en met name artikel 14, lid 2. Bij artikel 5 (Tarieven) worden strijdigheden weggenomen tussen de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten en Verordening (EEG) nr. 2409/92 van de Raad inzake tarieven voor luchtdiensten, die luchtvaartmaatschappijen uit derde landen verbiedt een dominerende rol te spelen bij het vaststellen van de tarieven voor luchtvervoersdiensten die volledig binnen de Gemeenschap plaatsvinden.

De Raad wordt verzocht de besluiten inzake de ondertekening en voorlopige toepassing en inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten goed te keuren en de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie[2],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2) Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Kroatië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3) Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst waarover de Commissie heeft onderhandeld, te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast,

BESLUIT:

Enig artikel

1. Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip wordt de voorzitter van de Raad gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) namens de Europese Gemeenschap de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten te ondertekenen.

2. In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst komen de partijen overeen deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de in artikel 8, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

3. De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

2005/0059(CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie[3],

Gezien het advies van het Europees Parlement[4],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2) Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Kroatië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3) Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend op […], onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit .../…/EG van de Raad van […][5].

(4) Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

1. De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

2. De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

enerzijds, en

DE REPUBLIEK KROATIË,

(hierna "Kroatië" genoemd)

anderzijds,

(hierna "de partijen" genoemd)

VASTSTELLEND dat verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap met Kroatië bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten hebben gesloten die bepalingen bevatten welke in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die kunnen worden opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvervoerders die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap,

ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Kroatië gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap met deze wetgeving in overeenstemming moeten worden gebracht om een degelijke rechtsgrond voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en Kroatië tot stand te brengen en om de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap er in het kader van deze onderhandelingen niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en Kroatië te beïnvloeden, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit Kroatië te wijzigen, noch om te onderhandelen over wijzigingen van de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten inzake verkeersrechten.

VASTSTELLEND dat de meeste bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Kroatië geen capaciteitsbeperkingen bevatten, kan het verkeersvolume aan beide zijden stijgen tot boven het huidige niveau.

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 Algemene bepalingen

1. In deze overeenkomst wordt onder "lidstaten" lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan.

2. Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.

3. Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.

Artikel 2 Aanwijzing door een lidstaat

1. De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvervoerder door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door Kroatië aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.

2. Wanneer Kroatië een aanwijzing door een lidstaat ontvangt, verleent zij zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigingen mits:

i. de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht;

ii. de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld; en

iii. de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is en blijft van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, of van andere in 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen te allen tijde zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder.

3. Kroatië mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken mits:

i. de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht;

ii. de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of

iii. de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen.

Bij de uitoefening van de rechten die haar krachtens dit lid zijn verleend, mag Kroatië geen onderscheid maken tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit.

4. Het verlenen van verkeersrechten gebeurt nog steeds op basis van bilaterale overeenkomsten.

Artikel 3 Rechten met betrekking tot wettelijk toezicht

1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage 2, onder c), vermelde artikelen.

2. Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van Kroatië uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en Kroatië zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.

Artikel 4 Belasting op vliegtuigbrandstof

1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder d), vermelde artikelen.

2. Niettegenstaande eventuele andersluidende bepalingen, beletten de in bijlage 2, onder d), vermelde overeenkomsten op generlei wijze dat de lidstaten belastingen, heffingen, accijnzen, vergoedingen of kosten in rekening brengen voor de brandstof die op hun grondgebied wordt geleverd voor gebruik in een vliegtuig van een aangewezen luchtvervoerder van Kroatië dat een plaats op het grondgebied van die lidstaat verbindt met een andere plaats op het grondgebied van die lidstaat of op het grondgebied van een andere lidstaat.

Artikel 5 Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap

1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage 2, onder e), vermelde artikelen.

2. De tarieven die de luchtvervoerder(s) welke door Kroatië is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage 1 vermelde overeenkomst die een in bijlage 2, onder e), vermelde bepaling bevat, in rekening brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, zijn onderhevig aan de Europese Gemeenschapswetgeving.

Artikel 6 Bijlagen bij de overeenkomst

De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Artikel 7 Herziening of wijziging

De partijen mogen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming wijzigen.

Artikel 8 Inwerkingtreding en voorlopige toepassing

1. Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.

2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste procedures.

3. De overeenkomsten en andere regelingen tussen lidstaten en Kroatië die, op de datum van de ondertekening van deze overeenkomst, nog niet in werking zijn getreden en niet voorlopig worden toegepast, zijn vermeld in bijlage 1, onder b). Zodra deze overeenkomsten en regelingen in werking treden of voorlopig worden toegepast, vallen ze onder de onderhavige overeenkomst.

Artikel 9 Beëindiging

1. Wanneer een in bijlage 1 vermelde overeenkomst wordt stopgezet, worden ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage 1 vermelde overeenkomst tegelijkertijd stopgezet.

2. Wanneer alle in bijlage 1 vermelde overeenkomsten worden stopgezet, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd stopgezet.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te [….] in tweevoud, op [../../….] in de Tsjechische, Deense, Nederlandse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Duitse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Poolse, Portugese, Slowaakse, Sloveense, Spaanse, Zweedse en Kroatische taal. In geval van tegenstrijdigheden tussen de taalversies is de Engelse tekst bindend.

VOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP: VOOR DE REPUBLIEK KROATIË:

Bijlage 1

Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst

a) Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen Kroatië en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast

- Luchtvervoersvereenkomst tussen de regering van Oostenrijk en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend te Wenen op 23 juni 1994, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Oostenrijk" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtvervoer, ondertekend te Zagreb op 12 maart 1996, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en België" genoemd, in bijlage 2;

- laatstelijk gewijzigd bij de briefwisseling van respectievelijk 28 april en 2 mei 2003;

- Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Tsjechië en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend te Praag op 22 januari 1999, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Tsjechië" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk Denemarken en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend te Oslo op 6 maart 1996, hierna de "Overeenkomst tussen Kroatië en Denemarken" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Estland en de regering van de Republiek Kroatië , ondertekend te Zagreb op 31 maart 2004, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Estland" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van de Franse Republiek en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtvervoer, ondertekend te Zagreb op 27 januari 1997, hierna de "Overeenkomst tussen Kroatië en Frankrijk" genoemd, in bijlage 2;

Te lezen in samenhang met de intentieverklaring die op 29 augustus 1996 in Dubrovnik is ondertekend.

- Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Kroatië , geparafeerd en als bijlage 2 gehecht aan de Intentieverklaring die op 23 juli 1997 te Bonn is ondertekend, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Duitsland" genoemd, in bijlage 2:

Laatstelijk aangevuld door de intentieverklaring die op 4 juni 1998 te Dubrovnik is opgesteld.

- Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Helleense Republiek en de regering van de Republiek Kroatië , ondertekend te Zagreb op 27 februari 2001, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Griekenland" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Republiek Hongarije en de regering van de Republiek Kroatië , ondertekend te Wenen op 7 juni 1995, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Hongarije" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Kroatië en de regering van Ierland met betrekking tot luchtvervoer, ondertekend te Dublin op 11 december 1995, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Ierland" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van de Italiaanse Republiek en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend te Rome op 8 juli 1998, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Italië" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Letland en de regering van de Republiek Kroatië , ondertekend te Riga op 18 oktober 1999, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Letland" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van het Groothertogdom Luxemburg en de regering van de Republiek Kroatië , ondertekend te Dubrovnik op 24 juli 1996, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Luxemburg" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van Malta en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden en over de grenzen van deze grondgebieden heen, ondertekend te Valletta op 13 oktober 1995, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Malta" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst voor luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië , ondertekend te Zagreb op 30 april 1996, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Nederland" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Polen en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot civiel luchtvervoer, ondertekend te Warschau op 19 juni 1996, hierna de "Overeenkomst tussen Kroatië en Polen" genoemd, in bijlage 2;

Te lezen in samenhang met de goedgekeurde notulen die op 28 april 1995 in Warschau zijn opgesteld.

- Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de Republiek Kroatië en de Portugese Republiek , geparafeerd en als bijlage 2 gehecht aan de Intentieverklaring die op 27 juni 2002 te Zagreb is opgesteld, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Portugal" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Slowaakse Republiek en de regering van de Republiek Kroatië , ondertekend te Zagreb op 12 februari 1996, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Slowakije" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de Republiek Slovenië en de Republiek Kroatië met betrekking tot regelmatige luchtdiensten, ondertekend te Brdo pri Kranju op 8 juli 1994, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Slovenië" genoemd, in bijlage 2;

- laatstelijk gewijzigd bij de overeengekomen bijlage van 5 juli 1999.

- Overeenkomst voor luchtvervoer tussen het Koninkrijk Spanje en de Republiek Kroatië , ondertekend te Madrid op 21 juli 1997, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Spanje" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk Zweden en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend te Oslo op 6 maart 1996, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Zweden" genoemd, in bijlage 2;

- Overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de regering van de Republiek Kroatië met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend te Zagreb op 21 februari 1996, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en het VK" genoemd, in bijlage 2;

b) Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen Kroatië en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, nog niet van kracht zijn geworden en niet voorlopig worden toegepast

- Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Litouwen en de regering van de Republiek Kroatië , geparafeerd te Zagreb op 4 december 2002, hierna de "overeenkomst tussen Kroatië en Litouwen" genoemd, in bijlage 2;

Bijlage 2

Lijst van de artikelen van de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 5 van onderhavige overeenkomst

a) Aanwijzing door een lidstaat:

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Oostenrijk;

- artikelen 3 en 4 van de Overeenkomst tussen Kroatië en België;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Tsjechië;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Denemarken;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Estland;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Frankrijk;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Griekenland;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Hongarije;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Ierland;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Italië;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Letland;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Litouwen;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Luxemburg;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Malta;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Nederland;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Polen;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Portugal;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Slowakije;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Slovenië;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Spanje;

- artikel 3 van de overeenkomst tussen Kroatië en Zweden;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en het VK;

b) Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen en machtigingen:

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Oostenrijk;

- artikel 5 van de overeenkomst tussen Kroatië en België;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Tsjechië;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Denemarken;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Estland;

- artikel 5 van de overeenkomst tussen Kroatië en Frankrijk;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Griekenland;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Hongarije;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Ierland;

- artikel 5 van de overeenkomst tussen Kroatië en Italië;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Letland;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Litouwen;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Luxemburg;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Malta;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Nederland;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Polen;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Portugal;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Slowakije;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Slovenië;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Spanje;

- artikel 4 van de overeenkomst tussen Kroatië en Zweden;

- artikel 5 van de overeenkomst tussen Kroatië en het VK;

c) Wettelijk toezicht:

- artikel 6 van de overeenkomst tussen Kroatië en Tsjechië;

- artikel 15 van de overeenkomst tussen Kroatië en Estland;

- artikel 12 van de overeenkomst tussen Kroatië en Duitsland;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Griekenland;

- artikel 16 van de overeenkomst tussen Kroatië en Letland;

- artikel 15 van de overeenkomst tussen Kroatië en Litouwen;

- artikel 15 van de overeenkomst tussen Kroatië en Portugal;

d) Belasting op vliegtuigbrandstof:

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Oostenrijk;

- artikel 10 van de overeenkomst tussen Kroatië en België;

- artikel 9 van de overeenkomst tussen Kroatië en Tsjechië;

- artikel 6 van de overeenkomst tussen Kroatië en Denemarken;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Estland;

- artikel 11 van de overeenkomst tussen Kroatië en Frankrijk;

- artikel 6 van de overeenkomst tussen Kroatië en Duitsland;

- artikel 8 van de overeenkomst tussen Kroatië en Griekenland;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Hongarije;

- artikel 13 van de overeenkomst tussen Kroatië en Ierland;

- artikel 6 van de overeenkomst tussen Kroatië en Italië;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Letland;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Litouwen;

- artikel 8 van de overeenkomst tussen Kroatië en Luxemburg;

- artikel 5 van de overeenkomst tussen Kroatië en Malta;

- artikel 9 van de overeenkomst tussen Kroatië en Nederland;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Polen;

- artikel 6 van de overeenkomst tussen Kroatië en Portugal;

- artikel 8 van de overeenkomst tussen Kroatië en Slowakije;

- artikel 6 van de overeenkomst tussen Kroatië en Slovenië;

- artikel 5 van de overeenkomst tussen Kroatië en Spanje;

- artikel 6 van de overeenkomst tussen Kroatië en Zweden;

- artikel 8 van de overeenkomst tussen Kroatië en het VK;

e) Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap:

- artikel 10 van de overeenkomst tussen Kroatië en Oostenrijk;

- artikel 13 van de overeenkomst tussen Kroatië en België;

- artikel 13 van de overeenkomst tussen Kroatië en Tsjechië;

- artikel 11 van de overeenkomst tussen Kroatië en Denemarken;

- artikel 13 van de overeenkomst tussen Kroatië en Estland;

- artikel 17 van de overeenkomst tussen Kroatië en Frankrijk;

- artikel 10 van de overeenkomst tussen Kroatië en Duitsland;

- artikel 14 van de overeenkomst tussen Kroatië en Griekenland;

- artikel 13 van de overeenkomst tussen Kroatië en Hongarije;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Ierland;

- artikel 8 van de overeenkomst tussen Kroatië en Italië;

- artikel 13 van de overeenkomst tussen Kroatië en Letland;

- artikel 13 van de overeenkomst tussen Kroatië en Litouwen;

- artikel 11 van de overeenkomst tussen Kroatië en Luxemburg;

- artikel 10 van de overeenkomst tussen Kroatië en Malta;

- artikel 5 van de overeenkomst tussen Kroatië en Nederland;

- artikel 11 van de overeenkomst tussen Kroatië en Polen;

- artikel 19 van de overeenkomst tussen Kroatië en Portugal;

- artikel 12 van de overeenkomst tussen Kroatië en Slowakije;

- artikel 9 van de overeenkomst tussen Kroatië en Slovenië;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en Spanje;

- artikel 11 van de overeenkomst tussen Kroatië en Zweden;

- artikel 7 van de overeenkomst tussen Kroatië en het VK;

Bijlage 3

Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst

a) De Republiek IJsland (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

b) Het Vorstendom Liechtenstein (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

c) Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

d) De Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat).

[1] Besluit 11323/03 van de Raad van 5 juni 2003 (niet publiek toegankelijk).

[2] PB C […], […], blz. […].

[3] PB C […], […], blz. […].

[4] PB C […], […], blz. […].

[5] PB C […], […], blz. […].