Brussel, 5.4.2005

COM(2005) 126 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen op basis van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Op 18 december 2003 heeft de Commissie een onderzoek geopend naar aanleiding van het vervallen van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van furfuraldehyde uit de Volksrepubliek China. Zij deed dat na ontvangst van een verzoek van een EG-producent die aanvoerde dat, indien de maatregelen zouden vervallen, dit waarschijnlijk zou leiden tot een voortzetting of herhaling van schadeveroorzakende dumping.

Bijgaand voorstel voor een verordening van de Raad is gebaseerd op de bevinding dat de schadeveroorzakende dumping waarschijnlijk wordt voortgezet als de maatregelen ten aanzien van het betrokken land worden ingetrokken, hetgeen bevestigt dat de verlenging van de antidumpingmaatregelen niet tegen het belang van de Gemeenschap indruist.

Derhalve wordt voorgesteld dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan bijgevoegd voorstel voor een verordening waarbij de geldigheidsduur van de bestaande maatregelen wordt verlengd.

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen op basis van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1] (hierna de “basisverordening” genoemd), met name op artikel 11, lid 2,

Gelet op het voorstel dat door de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité werd ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

1. Geldende maatregelen

(1) In januari 1995 stelde de Raad bij Verordening (EG) nr. 95/95[2] definitieve antidumpingmaatregelen in in de vorm van een specifiek recht op de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China. Het specifiek recht bedroeg 352 euro per ton. Na een tussentijds onderzoek, dat in mei 1997 op verzoek van een Chinese exporteur was ingesteld, werden de maatregelen bij Verordening (EG) nr. 2722/1999[3] van de Raad met vier jaar verlengd.

2. Inleiden van een herzieningsonderzoek bij het vervallen van de maatregelen

(2) Na de publicatie in maart 2003 van het bericht van het naderende vervallen van de antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China[4], ontving de Commissie op 19 september 2003 een verzoek om een herzieningsonderzoek op basis van artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

(3) Dat verzoek was ingediend door Furfural Español SA (hierna “de aanvrager” genoemd), dat verantwoordelijk is voor een groot deel, namelijk meer dan 25%, van de totale EG-productie van furfuraldehyde. Het verzoek werd ondersteund door de andere producent in de Gemeenschap, Lenzing AG. De twee producenten vertegenwoordigen 100% van de EG-productie van furfuraldehyde. De reden voor dit verzoek was dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting dan wel herhaling van de dumping en schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

(4) Na, in overleg met het Raadgevend Comité, te hebben vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal was om een herzieningsonderzoek bij het vervallen van de maatregelen en een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, maakte de Commissie een bericht van inleiding van dit herzieningsonderzoek bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie[5] .

3. Bij het onderzoek betrokken partijen

(5) De Commissie heeft de autoriteiten van de Volksrepubliek China, de producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, de producenten in het voorgestelde referentieland, namelijk Argentinië, de betrokken producenten, importeurs/handelaars en industriële gebruikers in de Gemeenschap, voor zover deze bij haar bekend zijn, op de hoogte gesteld van het inleiden van de herzieningsprocedure. De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken om te worden gehoord.

(6) Alle partijen die officieel op de hoogte waren gesteld van de herzieningsprocedure en al degenen die binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn daartoe een verzoek hadden ingediend, kregen een vragenlijst.

(7) Antwoorden op de vragenlijst werden ingestuurd door beide EG-producenten, één importeur/handelaar, één industriële gebruiker en één producent in het referentieland, Argentinië.

(8) De Commissie heeft alle gegevens verzameld en geverifieerd die zij nodig had om te bepalen of de betrokken invoer met dumping zou kunnen worden voortgezet of herhaald, waardoor opnieuw schade zou ontstaan, alsmede alle gegevens over het belang van de Gemeenschap. Bij de volgende bedrijven werd een controlebezoek afgelegd:

a) Producent in het referentieland

- Indunor SA, Buenos Aires, Argentinië

b) Producent in de Gemeenschap

- Furfural Español SA, Alcantarilla, Spanje

c) Niet-verbonden importeur

- International Furan Chemicals B.V., Rotterdam, Nederland

(9) Het onderzoek naar de mogelijke voortzetting of herhaling van dumping en schade had betrekking op de periode van 1 oktober 2002 tot en met 30 september 2003 (het “onderzoektijdvak”). Het onderzoek naar de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling of het waarschijnlijk is dat de schade zal voortduren of opnieuw zal optreden, had betrekking op de periode van 1 januari 2000 tot het einde van het onderzoektijdvak (de “beoordelingsperiode”).

B. BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

1. Betrokken product

(10) Het betrokken product is hetzelfde als in het oorspronkelijke onderzoek, namelijk furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China, vallende onder GN-code 2932 12 00. Furfuraldehyde wordt ook wel 2-furaldehyde of furfural genoemd.

(11) Furfuraldehyde is een lichtgele vloeistof met een karakteristieke doordringende geur, die wordt verkregen door de verwerking van verschillende soorten landbouwafval. Furfuraldehyde heeft twee belangrijke toepassingen: als selectief oplosmiddel bij de raffinage van aardolie voor de productie van smeeroliën en als ruwe grondstof voor de verwerking tot furfurylalcohol, die wordt gebruikt voor de aanmaak van kunsthars voor gietvormen.

2. Soortgelijk product

(12) Evenals de voorgaande onderzoeken, toont ook dit onderzoek aan dat de in de Volksrepubliek China geproduceerde en naar de Gemeenschap uitgevoerde furfuraldehyde, de op de binnenlandse markt van het referentieland Argentinië geproduceerde en verkochte furfuraldehyde en de furfuraldehyde die in de Gemeenschap door EG-producenten wordt geproduceerd en verkocht, alle dezelfde fysieke en chemische basiseigenschappen en dezelfde basistoepassingen hebben. Derhalve worden deze producten geacht soortgelijke producten te zijn in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

C. AARSCHIJNLIJKHEID VAN VOORTZETTING VAN DE DUMPING

(13) Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening werd onderzocht of er op dit moment sprake was van dumping en, zo ja, of verlenging van de maatregelen zou leiden tot voortzetting van de dumping.

1. Voorafgaande opmerkingen

(14) Van de 24 Chinese producenten/exporteurs die in de klacht worden genoemd, heeft er niet een medewerking verleend aan het onderzoek of informatie ingediend. Aangezien de Chinese producenten/exporteurs geen medewerking verleenden, moesten de hierna genoemde bevindingen inzake de dumping worden gebaseerd op de beschikbare feiten, met name gegevens en informatie van Eurostat die waren verstrekt in het verzoek om een herzieningsprocedure. In dit verband moet worden opgemerkt dat Eurostat tijdens het onderzoektijdvak slechts invoer constateert voor actieve veredeling.

2. Referentieland

(15) Aangezien de Volksrepubliek China een economie in een overgangsfase is, moest de normale waarde, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening, gebaseerd worden op informatie verkregen in een geschikt derde land met een markteconomie.

(16) Evenals in het oorspronkelijke onderzoek, werd in het bericht van inleiding voorgesteld bij de vaststelling van de normale waarde Argentinië te hanteren als referentieland. Naar aanleiding van de publicatie van het bericht van inleiding werden geen opmerkingen ontvangen betreffende de keuze van het referentieland.

(17) Een producent van furfuraldehyde in Argentinië verleende zijn medewerking aan het onderzoek door een vragenlijst in te vullen en te verklaren dat hij akkoord ging met verificatie ter plaatse van de daarin verstrekte antwoorden. Uit het onderzoek kwam naar voren dat Argentinië een concurrerende markt heeft voor furfuraldehyde, waarbij de lokale productie ongeveer 72% voor zijn rekening neemt van de markt en de rest afkomstig is van invoer uit derde landen. Het productievolume in Argentinië is meer dan 60% van het volume van de Chinese export van het betrokken product naar de Gemeenschap voor actieve veredeling. De Argentijnse markt werd derhalve geacht in voldoende mate representatief te zijn voor de vaststelling van de normale waarde voor de Volksrepubliek China.

(18) Derhalve luidde de conclusie, evenals in het oorspronkelijke onderzoek, dat Argentinië een geschikt referentieland is, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening.

3. Normale waarde

(19) Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening werd de normale waarde vastgesteld aan de hand van de gecontroleerde gegevens die de medewerkende producent in het referentieland had verstrekt, dat wil zeggen aan de hand van de op de binnenlandse markt van Argentinië door niet-verbonden afnemers betaalde of te betalen prijzen in het kader van normale handelstransacties.

(20) De normale waarde was dus de gewogen gemiddelde binnenlandse verkoopprijs van de medewerkende producent in Argentinië bij levering aan niet-verbonden afnemers.

4. Exportprijs

(21) Aangezien geen van de Chinese exporteurs naar de Gemeenschap medewerking heeft verleend aan het onderzoek, werden de exportprijzen vastgesteld aan de hand van de beschikbare feiten. Het meest geschikt daarvoor waren de gegevens van Eurostat over de invoer in de Gemeenschap van het betrokken product. Hoewel deze invoer plaatsvond onder de regeling actieve veredeling (verwerking van Chinese furfuraldehyde tot furfurylalcohol voor de export), was er geen reden om aan te nemen dat de invoer geen redelijke basis was voor de vaststelling van de exportprijzen. Verder heeft het controlebezoek aan de medewerkende importeur bevestigd dat de gegevens van Eurostat overeenkwamen met de geverifieerde gegevens. De exportprijs werd derhalve vastgesteld aan de hand van de gegevens van Eurostat over de Chinese invoer voor actieve veredeling.

5. Vergelijking

(22) Om een billijke vergelijking te kunnen maken tussen de normale waarde en de exportprijs, zijn overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening enkele correcties toegepast voor bepaalde verschillen met betrekking tot vervoer en verzekering die van invloed waren op de prijzen en hun vergelijkbaarheid.

6. Dumpingmarge

(23) Overeenkomstig artikel 2, lid 11, van de basisverordening werd de dumpingmarge vastgesteld door vergelijking van de gewogen gemiddelde normale waarde met de gewogen gemiddelde exportprijs in hetzelfde handelsstadium. Bij deze vergelijking bleek dat er in aanzienlijke mate sprake was van dumping. De dumpingmarge in het onderzoektijdvak is zelfs hoger dan de dumpingmarge van 62,6% die in het oorspronkelijke onderzoek en bij de voorgaande herziening was vastgesteld.

7. Ontwikkeling van de uitvoer indien de maatregelen zouden worden ingetrokken

a) Uitvoer

(24) Uit het onderzoek kwam naar voren dat de hoeveelheden die voor actieve veredeling werden uitgevoerd van de Volksrepubliek China naar de Gemeenschap, van 2000 tot het onderzoektijdvak aanzienlijk zijn toegenomen (zie overweging 33). Indien de maatregelen worden ingetrokken, mag worden verwacht dat de uitvoer van de Volksrepubliek China, ook buiten de regeling actieve veredeling, aanzienlijk zal toenemen, dit gezien het grote prijsverschil tussen furfuraldehyde van de Chinese producent en furfuraldehyde van de EG-producent en de in overweging 26 bedoelde onbenutte capaciteit.

b) Onbenutte capaciteit in de Volksrepubliek China

(25) Aangezien er weinig openbare informatie beschikbaar is over de Chinese bedrijfstak van furfuraldehyde, berusten de onderstaande conclusies voornamelijk op de in het verzoek om een herzieningsprocedure vervatte informatie.

(26) Volgens het verzoek om een herzieningsonderzoek, bedraagt de totale Chinese productie van furfuraldehyde ongeveer 180 000 ton per jaar, oftewel meer dan viermaal de totale EG-consumptie van furfuraldehyde. De benuttingsgraad van de Chinese capaciteit bedraagt naar verluidt circa 70%, hetgeen betekent dat de onbenutte capaciteit in de Volksrepubliek China circa 50 à 60 000 ton per jaar bedraagt, oftewel meer dan de totale consumptie in de Gemeenschap. Volgens de EG-producenten past de Chinese productie zich continu aan aan de behoeften. Sommige fabrieken worden bijvoorbeeld tijdelijk gesloten en opnieuw geopend als daar behoefte aan is. Meer dan tachtig furfuraldehydefabrieken zijn naar verluidt momenteel actief, voornamelijk in het noordoosten van de Volksrepubliek China.

(27) Uit de grote productiecapaciteit in de Volksrepubliek China en de flexibiliteit wat het opnieuw openen van fabrieken betreft blijkt dan ook dat producenten hun productie snel kunnen verhogen en naar ongeacht welke exportmarkt uit kunnen voeren, dus ook, als de maatregelen zouden worden ingetrokken, naar de Gemeenschap.

c) Export met het oog op actieve veredeling

(28) Er moet op worden gewezen dat het betrokken product in het onderzoektijdvak van de Volksrepubliek China naar de Gemeenschap werd uitgevoerd met het oog op actieve veredeling. De Chinese furfuraldehyde werd verwerkt tot furfurylalcohol, die vervolgens werd uitgevoerd. Redelijkerwijs mag worden aangenomen dat intrekking van de maatregelen zal resulteren in hervatting van de uitvoer van de Volksrepubliek China naar de Gemeenschap buiten de regeling actieve veredeling. Die extra uitvoer zal naar alle waarschijnlijkheid ook voor een aanzienlijk deel worden gedumpt. De exportprijzen die momenteel betaald worden in het kader van actieve veredeling worden niet beïnvloed door de antidumpingrechten, aangezien die op dergelijke uitvoer uiteraard niet worden geheven. De EG-producenten en de Chinese exporteurs concurreerden voor deze verkoop alsof er geen rechten werden geheven. Redelijkerwijs mag dan ook worden aangenomen dat dergelijke prijzen een indicatie geven van de toekomstige prijsniveaus, mochten de maatregelen worden ingetrokken. Voorts wordt erop gewezen dat de Chinese exportprijzen onder de regeling actieve veredeling in het onderzoektijdvak 44% onder de prijzen van de EG-producenten lagen en dat, zelfs als zij niet onder de EG-prijzen lagen, de dumping gewoon door zou gaan.

8. Conclusie over de waarschijnlijkheid van voortzetting van de dumping

(29) Aangezien de Volksrepubliek China in aanzienlijke mate beschikt over onbenutte productiecapaciteit en op dit moment alleen naar de Gemeenschap exporteert met het oog op actieve veredeling, mag redelijkerwijs worden aangenomen dat, indien de maatregelen zouden worden ingetrokken, de export van het product naar de EG-markt aanzienlijk zal toenemen.

(30) Uit het onderzoek blijkt dat de export van de Volksrepubliek China nog steeds tegen dumpingprijzen plaatsvindt en dat de dumpingmarge in het onderzoektijdvak nog hoger lag dan de dumpingmarge die bij de voorgaande herziening was vastgesteld. Gezien deze omstandigheden mag redelijkerwijs worden aangenomen dat de dumping in de toekomst waarschijnlijk zal worden voortgezet.

D. DEFINITIE VAN DE BEDRIJFSTAK VAN DE GEMEENSCHAP

(31) Er zijn twee EG-producenten van het betrokken product. Ten eerste de aanvrager en ten tweede Lenzing AG (“de andere EG-producent”), die het verzoek om herziening ondersteunde. In het onderzoektijdvak vertegenwoordigden de twee producenten de volledige EG-productie van furfuraldehyde. Beide ondernemingen vulden de vragenlijst in en werkten volledig mee aan het onderzoek. Op deze basis worden de twee EG-producenten geacht de bedrijfstak van de Gemeenschap te vormen in de zin van artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de basisverordening. Om redenen van vertrouwelijkheid worden de gegevens over de resultaten van de bedrijfstak van de Gemeenschap slechts in geïndexeerde vorm verstrekt.

E. SITUATIE OP DE MARKT VAN DE GEMEENSCHAP

1. Verbruik in de Gemeenschap

Tabel 1 Verbruik in de Gemeenschap

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Ton | 38 699 | 45 005 | 38 007 | 41 513 |

Index | 100 | 116 | 98 | 107 |

Ontwikkeling op jaarbasis | 16 | -16 | 9 |

(32) Het verbruik in de Gemeenschap was gebaseerd op het gecombineerde volume van de verkoop van de EG-bedrijfstak in de Gemeenschap en de invoer uit de Volksrepubliek China onder de regeling actieve veredeling en de invoer uit andere derde landen. Het verbruik van furfuraldehyde in de Gemeenschap nam in 2000 en 2001 aanzienlijk toe. In 2002 viel het verbruik van furfuraldehyde in de Gemeenschap terug naar ongeveer hetzelfde niveau als in 2000. Tussen 2000 en het onderzoektijdvak daalde het verbruik van furfuraldehyde in de Gemeenschap met 9%. De ontwikkeling van het verbruik houdt verband met het feit dat furfuraldehyde ook wordt gebruikt voor de productie van furfurylalcohol. De productie en verkoop van furfurylalcohol is in 2001 gestegen, maar in 2002 aanzienlijk gedaald en daardoor is ook het verbruik van furfuraldehyde afgenomen. In het onderzoektijdvak herstelden de verkoop en productie van furfurylalcohol en ook het verbruik van furfuraldehyde zich.

2. Invoer uit de Volksrepubliek China

a) Omvang, marktaandeel en prijzen

(33) Volgens de gegevens van Eurostat had de invoer uit de Volksrepubliek China vanaf 2001 uitsluitend plaats onder de regeling actieve veredeling. Die praktijk was al in 2000 begonnen, toen circa 75% van de Chinese invoer plaatshad onder de regeling actieve veredeling. De invoer uit de Volksrepubliek China nam in deze periode in omvang toe van 3 198 ton tot 5 167 ton, oftewel een stijging van 61,6% tussen 2000 en het onderzoektijdvak. Opgemerkt moet worden dat de verkoop van furfurylalcohol in 2002 sterk is gedaald. Hierop volgde echter een stijging in het onderzoektijdvak. Het marktaandeel van de Chinese invoer is in de beoordelingsperiode toegenomen van 8,2% tot 12,4%. De schommelingen in de Chinese import van furfuraldehyde zijn tot op zekere hoogte terug te voeren op schommelingen in de productie van furfurylalcohol, maar dit vormt geen verklaring voor de sterke stijging van de omvang van de invoer, met name in het onderzoektijdvak, of van het marktaandeel. De gemiddelde prijs van de Chinese invoer daalde van 648,68 euro per ton in 2000 tot 508,65 euro per ton in het onderzoektijdvak, oftewel een afname van 21,6% in de beoordelingsperiode. Bij vergelijking van de eenheidsprijzen voor furfuraldehyde van de Chinese en EG-producenten is ook een trend waarneembaar van steeds lagere prijzen. Aan het begin van de beoordelingsperiode, in 2000, lagen de Chinese prijzen 4,4% onder die van de EG-producenten. In het onderzoektijdvak zaten zij daar 44,1% onder.

Tabel 2 Invoer uit de Volksrepubliek China onder de regeling actieve veredeling

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Omvang, ton | 3 198 | 4 143 | 2 450 | 5 167 |

Geïndexeerd | 100 | 130 | 77 | 162 |

Marktaandeel | 8,3% | 9,2% | 6,4% | 12,4% |

Prijs, €/ton | 648,68 | 678,48 | 540,06 | 508,65 |

Geïndexeerd | 100 | 104,6 | 83,3 | 78,4 |

3. Economische situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap

a) Productie

Tabel 3 Productie van de Gemeenschap

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 94 | 87 | 85 |

Ontwikkeling op jaarbasis | -5,8 | -7,3 | -2,2 |

(34) De productie van de bedrijfstak van de Gemeenschap is in de beoordelingsperiode elk jaar afgenomen en daardoor in het onderzoektijdvak 15% lager dan in 2000. Een van de EG-producenten is in 2000 in één van zijn fabrieken gestopt met de productie van furfuraldehyde.

b) Productiecapaciteit en bezettingsgraad

Tabel 4 Capaciteit van de Gemeenschap

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 104 | 100 | 99 |

Ontwikkeling op jaarbasis | 3,9 | -3,4 | -1,2 |

(35) De productiecapaciteit is in de beoordelingsperiode licht afgenomen, na een stijging met 3,9% in 2001 ten opzichte van 2000. De beëindiging van de furfuraldehydeproductie in een van de fabrieken in 2000 is niet af te lezen in de bovenstaande capaciteitscijfers, omdat de onderneming deze fabriek nog steeds beschouwt als onderdeel van de productiecapaciteit, d.w.z. dat de productie binnen vrij korte tijd opnieuw kan worden gestart als dat noodzakelijk is.

Tabel 5 Bezettingsgraad

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 91 | 87 | 86 |

(36) Uit bovenstaande tabel blijkt dat de bezettingsgraad in de beoordelingsperiode elk jaar is afgenomen, en daardoor in het onderzoektijdvak 14% lager is dan in 2000.

c) Verkoop in de Gemeenschap

Tabel 6 Omvang van de verkoop

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 96 | 87 | 87 |

Ontwikkeling op jaarbasis | -4,4 | -9,4 | 0,3 |

(37) De verkoop van de bedrijfstak van de Gemeenschap aan niet-verbonden afnemers in de Gemeenschap daalde tussen 2000 en het onderzoektijdvak met 13%. De daling was bijzonder fors tussen 2000 en 2002, omdat de bedrijfstak de prijzen verhoogde ter compensatie van de drastisch gestegen kosten van grondstoffen. In het onderzoektijdvak kon deze trend een halt worden toegeroepen, doordat de bedrijfstak van de Gemeenschap de prijzen verlaagde om een verdere daling van de verkoopcijfers te voorkomen.

d) Prijzen

Tabel 7 Verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 127 | 135 | 134 |

Ontwikkeling op jaarbasis | 27,2 | 6,0 | -0,6 |

(38) De gemiddelde verkoopprijzen van furfuraldehyde stegen in de periode tussen 2000 en 2002, toen de bedrijfstak van de Gemeenschap de drastisch gestegen kosten van grondstoffen trachtte te compenseren door de verkoopprijzen te verhogen, met 35%.

e) Marktaandeel

Tabel 8 Marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 82 | 88 | 81 |

(39) Het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap daalde tussen 2000 en het onderzoektijdvak met 19%. De grootste daling van het marktaandeel van de EG-producenten deed zich voor tussen 2000 en 2001. Het EG-verbruik van furfuraldehyde nam fors af in 2002, voornamelijk als gevolg van de teruggelopen productie van furfurylalcohol. De verkoop van furfuraldehyde door de bedrijfstak van de Gemeenschap nam ook af in 2002. De daling van de verkoop door de bedrijfstak van de Gemeenschap was relatief gezien echter kleiner dan de afname van het verbruik van furfuraldehyde in 2002. Het marktaandeel van bedrijfstak van de Gemeenschap nam in 2002 dan ook toe. In het onderzoektijdvak namen zowel het verbruik van furfuraldehyde als de invoer uit China toe, terwijl de verkoop van de bedrijfstak van de Gemeenschap zich ongeveer op hetzelfde niveau handhaafde als het voorgaande jaar. Als gevolg daarvan nam het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap af.

f) Voorraden

Tabel 9 Voorraden

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 103 | 128 | 122 |

Ontwikkeling op jaarbasis | 3,5 | 23,3 | -4,1 |

(40) Uit voorgaande tabel blijkt dat de voorraden van de bedrijfstak van de Gemeenschap in de beoordelingsperiode met 22% zijn gestegen. De stijging van de voorraden was met 24% bijzonder sterk tussen 2001 en 2002. De voorraden vertegenwoordigden 9,4% van de EU-verkoop van de bedrijfstak van de Gemeenschap in 2000, maar stegen in het onderzoektijdvak tot 13,3% van de EU-verkoop.

g) Winstgevendheid

Tabel 10 Winstgevendheid

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 235 | 133 | 146 |

Ontwikkeling op jaarbasis | 135,1 | -43,5 | 9,3 |

(41) De totale winstgevendheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap bleef in de beoordelingsperiode redelijk op peil. De voornaamste reden daarvoor is echter dat de EG-producent die de klacht mede ondersteunt, in alle betrokken jaren buitengewoon winstgevend was, terwijl de winstgevendheid van de aanvrager in dezelfde periode drastisch afnam (8,2 procentpunten). De andere EG-producent verkrijgt furfuraldehyde als bijproduct bij de productie van viscosepulp, terwijl de aanvrager amandelschalen gebruikt als voornaamste grondstof voor de productie van furfuraldehyde. De prijs van amandelschalen is tussen 2000 en 2002 fors gestegen (met 51%), waardoor de winstmarge van de aanvrager aanzienlijk verslechterde, terwijl de kosten van grondstoffen voor de andere EG-producent slechts matig stegen. De stijging van de verkoops-, algemene en administratieve uitgaven van de aanvrager was in absolute zin matig, namelijk 5,5% van 2000 tot het onderzoektijdvak. De afname van de winstgevendheid werd dan ook voornamelijk veroorzaakt door de gestegen kosten van grondstoffen. De poging om de hogere kosten van grondstoffen te compenseren door hogere verkoopprijzen van furfuraldehyde leidde tot een daling van de verkoop.

h) Cashflow

Tabel 11 Cashflow

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 141 | 104 | 107 |

Ontwikkeling op jaarbasis | 41,1 | -26,0 | 2,5 |

(42) Voor de cashflow was dezelfde trend waarneembaar als voor de winstgevendheid, dat wil zeggen een forse toename tussen 2000 en 2001, maar een verslechtering in de volgende jaren. Net als voor de winstgevendheid gold voor de EG-producent die de klacht mede ondersteunt, dat de cashflow buitengewoon gunstig was in de beoordelingsperiode, terwijl de aanvrager in dezelfde periode juist te maken had met een opvallende daling van de cashflow (-42,7%).

i) Investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken

Tabel 12 Investeringen

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 93 | 63 | 98 |

Ontwikkeling op jaarbasis | -6,8 | -32,8 | 55,9 |

(43) De investeringen namen fors af tussen 2000 en 2002, maar trokken in het onderzoektijdvak opnieuw aan, toen de andere EG-producent aanzienlijk investeerde in de productielijn voor viscosepulp (furfuraldehyde is een bijproduct van de pulpproductie). De investeringen van de aanvrager daalden in de beoordelingsperiode met 80%. Uit het onderzoek bleek dat de exploitatiewinst op investeringen in de beoordelingsperiode net als de winstgevendheid is gedaald.

Tabel 13 Rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 207 | 38 | 34 |

Ontwikkeling op jaarbasis | 107,4 | -81,7 | -11,0 |

(44) Bovenstaande cijfers over het rendement van investeringen hebben uitsluitend betrekking op de aanvrager. Uit deze tabel blijkt dat het rendement van de investeringen in de beoordelingsperiode sterk is verslechterd. Net als de andere EG-producent, die de klacht mede ondersteunt, behoort de aanvrager tot een groep van ondernemingen die zich vooral richt op andere producten dan furfuraldehyde. Furfuraldehyde is een klein bijproduct van een van zijn voornaamste productieprocessen. Om die reden kan het bedrijf geen significant rendement opgeven voor de investeringen in furfuraldehyde. Door de verslechtering van de winstgevendheid en de cashflow is het vermogen van de aanvrager om kapitaal aan te trekken in de beoordelingsperiode sterk verzwakt. Dat is ook duidelijk te merken aan de investeringen van de aanvrager, die in de beoordelingsperiode met 80% zijn afgenomen.

j) Werkgelegenheid, productiviteit en lonen

Tabel 14 Werkgelegenheid

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 75 | 84 | 82 |

Ontwikkeling op jaarbasis | -25,0 | 12,1 | -2,7 |

(45) In bovenstaande tabel is te zien dat de werkgelegenheid in de beoordelingsperiode met 18% is gedaald. De daling van de werkgelegenheid in 2000 en 2001 hangt nauw samen met de beëindiging van de productie van furfuraldehyde in één van de fabrieken.

(46) De productiviteit is in de beoordelingsperiode met 4% gestegen, zoals te zien is in de onderstaande tabel:

Tabel 15 Productiviteit

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 126 | 104 | 104 |

Ontwikkeling op jaarbasis | 25,6 | -17,4 | 0,5 |

(47) In de beoordelingsperiode zijn de gemiddelde lonen van de werknemers in de bedrijfstak van de Gemeenschap met 6% gestegen, oftewel minder dan het gemiddelde inflatiepercentage in de Gemeenschap.

Tabel 16 Lonen

2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Index | 100 | 99 | 97 | 106 |

Ontwikkeling op jaarbasis | -0,8 | -1,9 | 8,7 |

k) Hoogte van de dumpingmarge en gevolgen van eerdere dumping of subsidiëring

(48) Aangezien de dumping op hetzelfde niveau, of zelfs hoger dan dat, is voortgezet als bij eerdere onderzoeken was geconstateerd (zie overweging 1), kon de impact op de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap van de hoogte van de dumpingmarge niet anders luiden dan eerder al was vastgesteld in de onderzoeken.

l) Groei

(49) Terwijl het verbruik van de Gemeenschap in de beoordelingsperiode met 7% steeg, namen de productie van de bedrijfstak van de Gemeenschap, de verkoopcijfers en het marktaandeel in dezelfde periode af. Tegelijkertijd stegen omvang en marktaandeel van de invoer uit de Volksrepubliek China aanzienlijk. Dit betekende dat de bedrijfstak van de Gemeenschap niet volledig kon profiteren van de groei van de markt in de beoordelingsperiode.

4. Gevolgen van andere factoren

a) Grondstofprijzen

(50) De forse stijging van de prijzen van de grondstoffen die de aanvrager gebruikt in 2001 en 2002 had uiteraard een negatieve impact op zijn winstgevendheid in die jaren. De situatie veranderde echter in het onderzoektijdvak, toen de grondstofprijzen daalden. Hoewel schommelingen van de grondstofprijzen kunnen hebben bijgedragen tot de precaire situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap in de beoordelingsperiode, waren deze ook weer niet zo groot dat daardoor in het onderzoektijdvak schade is geleden.

b) Uitvoer door de bedrijfstak van de Gemeenschap

(51) Volgens de gegevens van Eurostat was de totale uitvoer van de Gemeenschap in de beoordelingsperiode verwaarloosbaar, dat wil zeggen een à twee ton per jaar. De uitvoer door de bedrijfstak van de Gemeenschap kan derhalve niet hebben bijgedragen tot eventuele schade in de beoordelingsperiode.

c) Omvang van de invoer uit andere derde landen en prijzen

(52) Volgens Eurostat ontwikkelden de invoer van furfuraldehyde in de Gemeenschap uit andere landen dan de Volksrepubliek China en de gemiddelde prijzen daarvan zich als volgt:

Tabel 17 Invoer in de Gemeenschap uit andere derde landen (hoeveelheid)

Ton | 2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Thailand | 167 | 551 | 1 481 | 888 |

Slovenië | 1 227 | 1 290 | 1 204 | 1 410 |

Zuid-Afrika | 4 183 | 7 852 | 2 601 | 3 706 |

Dominicaanse Republiek | 24 017 | 25 509 | 25 157 | 25 213 |

Totaal | 29 594 | 35 202 | 30 443 | 31 217 |

Tabel 18 Invoer in de Gemeenschap uit andere derde landen (gemiddelde prijs)

Euro per ton | 2000 | 2001 | 2002 | Onderzoektijdvak |

Thailand | 2 150 | 1 849 | 5 271 | 635 |

Slovenië | 694 | 618 | 647 | 635 |

Zuid-Afrika | 1 158 | 1 558 | 543 | 832 |

Dominicaanse Republiek | 543 | 1 235 | 541 | 452 |

Gemiddeld | 645 | 1 294 | 775 | 510 |

(53) De omvang van de invoer van furfuraldehyde uit andere derde landen dan de Volksrepubliek China was in de beoordelingsperiode relatief stabiel, behalve in 2001, toen de invoer uit met name Zuid-Afrika en de Dominicaanse Republiek steeg als gevolg van het toegenomen verbruik van furfuraldehyde voor de productie van furfurylalcohol. Er moet op worden gewezen dat het bij de invoer uit de Dominicaanse Republiek, evenals in het oorspronkelijke onderzoek, volledig om zendingen gaat van moederonderneming naar Europese dochteronderneming voor de productie van furfurylalcohol. De voor deze transacties gehanteerde prijzen zijn transferprijzen tussen verbonden ondernemingen en geven dus zeker geen beeld van de reële marktprijzen. Er moet op worden gewezen dat furfuraldehyde uit de Dominicaanse Republiek niet beschikbaar is op de vrije markt van de Gemeenschap. Er zijn dan ook geen aanwijzingen gevonden dat deze invoer zou hebben bijgedragen tot de precaire situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap. De invoer uit Zuid-Afrika, de op één na grootste uitvoerder, is in de beoordelingsperiode met 11% afgenomen. In het onderzoektijdvak was de gemiddelde prijs van de invoer uit alle derde landen, met uitzondering van de Dominicaanse Republiek, beduidend hoger dan de prijs van de invoer onder de regeling actieve veredeling uit de Volksrepubliek China. Derhalve luidt de conclusie dat, hoewel de andere invoer bijgedragen kan hebben aan de precaire situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap, omvang en prijs van die invoer zodanig zijn dat de gevolgen daarvan niet als wezenlijk mogen worden beschouwd.

5. Conclusie in verband met de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(54) Na de instelling van antidumpingmaatregelen heeft de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap zich gestabiliseerd, al is deze fragiel gebleven. Productie, productiecapaciteit en verkoop zijn afgenomen, net als de verkoopprijzen en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap. De investeringen, het rendement van de investeringen en de werkgelegenheid zijn eveneens gedaald, terwijl de voorraden zijn toegenomen, vooral tussen 2001 en 2002, in dezelfde mate als verkoop en marktaandeel zijn afgenomen. De winstgevendheid en de cashflow zijn in de beoordelingsperiode gemiddeld verbeterd, maar sinds 2001 toch teruggelopen. Op basis van de indicatoren voor de schade kan derhalve niet worden geconcludeerd dat er duidelijk sprake is van schade. Verder moet worden benadrukt dat de situatie van de twee EG-producenten aanzienlijk verschillend is, daar de situatie van de aanvrager veel meer precair is dan die van de andere EG-producent, die de klacht mede ondersteunt. Voor de eerste producent is de schade mogelijk gedeeltelijk ontstaan door de grondstofprijzen. In deze omstandigheden, en met name gezien het feit dat de invoer uit de Volksrepubliek China plaatsvond onder de regeling actieve veredeling, kon niet worden vastgesteld dat in deze situatie sprake was van voortzetting van schade veroorzaakt door invoer met dumping. Derhalve werd onderzocht of de schade zich zou herhalen als de maatregelen kwamen te vervallen.

F. MOGELIJKE HERHALING VAN DE SCHADE

(55) Er wordt aan herinnerd dat in de overwegingen 29 en 30 werd geconcludeerd dat het vervallen van de maatregelen mogelijk zou kunnen leiden tot een sterke toename van de uitvoer met dumping van de Volksrepubliek China naar de Gemeenschap.

(56) De omvang van de invoer met dumping onder de regeling actieve veredeling is in de beoordelingsperiode namelijk fors toegenomen. Zoals hierboven werd vermeld, is het mogelijk dat, als de antidumpingmaatregelen er niet waren geweest, nog meer zendingen voor zeer lage prijzen waren ingevoerd in de Gemeenschap, waardoor de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap zwaar onder vuur hadden kunnen komen liggen. Op dit moment bedraagt het prijsverschil van de Chinese invoer en de productie van de bedrijfstak van de Gemeenschap meer dan 40%.

(57) Als gezegd in overweging 26, is de onbenutte capaciteit in de Volksrepubliek China naar schatting voldoende om te voorzien in de volledige vraag naar furfuraldehyde in de Gemeenschap. Indien de huidige maatregelen komen te vervallen, is er een reële dreiging dat een aanzienlijk deel van de onbenutte productiecapaciteit in de Volksrepubliek China gebruikt zal worden om de markt van de Gemeenschap te overspoelen met furfuraldehyde. Het lijkt erop dat er geen andere markten zijn die de Chinese capaciteit kunnen absorberen.

(58) Bij onderzoek van de impact van die extra laaggeprijsde invoer op de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap kan worden vastgesteld dat de plotse aanwezigheid van een grote hoeveelheid gedumpte invoerproducten onmiddellijk een forse daling zou veroorzaken van de prijzen op de markt van de Gemeenschap, omdat aannemelijk is dat de bedrijfstak van de Gemeenschap eerst zal proberen zijn marktaandeel en productie te handhaven. Deze situatie zal op haar beurt leiden tot een verslechtering van de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap, en mogelijk tot verliezen. Het is duidelijk dat de producenten van de Gemeenschap in dit scenario materiële schade lijden, veroorzaakt door de invoer met dumping, en zelfs het risico lopen dat zij deze situatie niet te boven komen.

(59) Op basis van het voorgaande luidt de conclusie dat intrekking van de maatregelen naar alle waarschijnlijkheid zal leiden tot een herhaling van de schade als gevolg van de invoer met dumping uit de Volksrepubliek China.

G. BELANG VAN DE GEMEENSCHAP

1. Inleidende opmerkingen

(60) Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening werd onderzocht of verlenging van de bestaande antidumpingmaatregelen zou indruisen tegen het belang van de Gemeenschap als geheel. Het belang van de Gemeenschap werd beoordeeld aan de hand van de belangen van alle betrokkenen, dat wil zeggen de bedrijfstak van de Gemeenschap, de importeurs/handelaars van het betrokken product, de bedrijven die het betrokken product gebruiken en de leveranciers.

(61) In de vorige onderzoeken werd het niet in strijd geacht met het belang van de Gemeenschap om antidumpingmaatregelen te nemen. Dit onderzoek is een onderzoek in verband met het vervallen van antidumpingmaatregelen, hetgeen betekent dat een situatie wordt geanalyseerd waarin sprake is van antidumpingmaatregelen.

(62) Op deze basis werd onderzocht of er, ondanks de conclusie dat het waarschijnlijk is dat de dumping wordt voortgezet en de schade zich dus herhaalt, dwingende redenen zijn die tot de conclusie leiden dat het in dit bijzondere geval niet in het belang van de Gemeenschap is de maatregelen te handhaven.

2. Belang van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(63) De bedrijfstak van de Gemeenschap heeft bewezen een levensvatbare bedrijfstak te zijn die zich aan de gewijzigde omstandigheden op de markt kan aanpassen. Dat werd met name bevestigd toen de situatie van deze bedrijfstak zich positief ontwikkelde en stabiliseerde op een moment dat er opnieuw sprake was van effectieve concurrentie na instelling van antidumpingmaatregelen op de invoer uit de Volksrepubliek China. De bedrijfstak van de Gemeenschap moet in staat worden geacht zich dankzij de verkoopprijzen verder te blijven herstellen van de stijging van de grondstoffenprijzen. Er mag echter wel worden geconcludeerd dat, als de antidumpingmaatregelen niet worden verlengd, de situatie van deze bedrijfstak naar alle waarschijnlijkheid ernstig zal verslechteren, waarbij ook heel duidelijk de mogelijkheid bestaat van nog meer sluitingen van fabrieken.

3. Belang van niet-verbonden importeurs/handelaars

(64) De Commissie zond zeven niet-verbonden importeurs/handelaren vragenlijsten. Slechts één importeur/handelaar werkte mee aan het onderzoek. In het antwoord op de vragenlijst verklaarde de importeur/handelaar dat intrekking van de maatregelen zou betekenen dat hij dan een grotere keuze zou hebben uit leveranciers, omdat hij dan ook Chinese furfuraldehyde zou kunnen verkopen op de markt van de Gemeenschap. Antidumpingmaatregelen zijn niet bedoeld om de invoer uit de Volksrepubliek China te belemmeren, maar moeten ervoor zorgen dat deze niet tegen schadeveroorzakende dumpingprijzen plaatsvindt. Ook zijn er talloze andere toeleveringsbronnen op de markt beschikbaar. Verder wordt erop gewezen dat voortzetting van de maatregelen geen ernstige impact zal hebben op het bedrijf van deze importeur/handelaar en dat dit bedrijf in de beoordelingsperiode elk jaar winst heeft gemaakt.

(65) Gezien de beperkte medewerking van de EG-importeurs en –handelaren en gezien de opmerkingen van de medewerkende importeur/handelaar, moet de conclusie luiden dat de geldende maatregelen de activiteiten van de importeurs en/of handelaren niet verstoren en voortzetting van de maatregelen derhalve hetzelfde resultaat zou hebben.

4. Belang van de gebruikers

(66) De Commissie zond zestien industriële gebruikers van furfuraldehyde een vragenlijst. Slechts één gebruiker werkte mee aan het onderzoek. In het antwoord op de vragenlijst verklaarde het bedrijf dat het overgrote deel van de furfuraldehyde die door het bedrijf gebruikt werd als grondstof voor de productie van furfurylalcohol, geleverd werd door het moederbedrijf in de Dominicaanse Republiek. Alleen een tekort bij deze leveringen zou het bedrijf nopen andere leveranciers te vinden. Volgens het bedrijf zelf zouden de bestaande EG-producenten de eersten zijn tot wie het zich bij een tekort zou wenden.

(67) Gezien de geringe respons op de vragenlijsten en de opmerkingen van de enige medewerkende gebruiker, wordt geconcludeerd dat verlenging van de maatregelen geen significante gevolgen zal hebben voor de gebruikers.

5. Mededingingsaspecten

(68) Afgezien van de twee EG-producenten is op de markt van de Gemeenschap sprake van invoer uit Thailand, Slovenië (destijds nog geen lid van de Europese Gemeenschap), Zuid-Afrika en de Dominicaanse Republiek. Komen de bestaande maatregelen te vervallen, dan is het niet waarschijnlijk dat de mededingingssituatie op de markt van de Gemeenschap zich zal verbeteren. Integendeel, het risico bestaat dan dat de EG-producenten, in elk geval een aantal van hen, van de markt worden gevaagd, omdat zij grote moeilijkheden zullen ondervinden om op het prijsniveau te opereren dat op dit moment gehanteerd wordt voor Chinese furfuraldehyde. Andere leveranciers zullen het ook moeilijk vinden om te concurreren met het product uit China. Bijgevolg zijn er geen aanwijzingen dat voortzetting van de maatregelen een negatief effect zal hebben op de mededingingssituatie van de markt van de Gemeenschap.

6. Conclusie in verband met het belang van de Gemeenschap

(69) Gezien het bovenstaande wordt geconcludeerd dat er uit hoofde van het belang van de Gemeenschap geen dwingende redenen zijn de antidumpingmaatregelen niet te verlengen.

H. SLOTBEPALING

(70) Alle betrokken partijen werden op de hoogte gebracht van de fundamentele feiten en overwegingen op basis waarvan de Commissie voornemens is handhaving van het bestaande antidumpingrecht aan te bevelen ten aanzien van de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China. Er werden geen opmerkingen ontvangen binnen de termijn die daarvoor na de bekendmaking was gesteld en die tot een andere conclusie hadden kunnen leiden.

(71) Uit het bovenstaande volgt dat de thans geldende antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China, dat wil zeggen een specifiek recht van 352 euro per ton, moeten worden gehandhaafd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van 2-furaldehyde (ook bekend als furfuraldehyde of furfural) dat momenteel wordt ingedeeld onder GN code 2932 12 00, van oorsprong uit Volksrepubliek China.

2. Het recht bedraagt 352 euro per ton.

3. Wanneer de goederen, vóór ze in het vrije verkeer worden gebracht, werden beschadigd waardoor de werkelijk betaalde of te betalen prijs voor de vaststelling van de douanewaarde, overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie, verhoudingsgewijs werd verlaagd, wordt het bedrag van het overeenkomstig lid 2 berekende antidumpingrecht eveneens verlaagd met een percentage dat met de verlaging van de betaalde of te betalen prijs overeenstemt.

4. De bepalingen inzake de douanerechten zijn van toepassing, tenzij anders vermeld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

[2] PB L 15 van 21.1.1995, blz. 11.

[3] PB L 328 van 22 december 1999, blz. 1.

[4] PB C 72 van 26 maart 2003, blz. 2.

[5] PB C 308 van 18 december 2003, blz. 2.