Advies van het Adviescomité voor concentraties, uitgebracht op de 68e bijeenkomst van 15 september 1999 betreffende een voorontwerp van beschikking in zaak IV/M.1383 - Exxon/Mobil

(2004/C 102/11)

(Voor de EER relevante tekst)

(Zie Beschikking 2004/284/EG van de Commissie - PB L 103 van 7.4.2004)

1. Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde operatie:

a) een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de concentratieverordening, en

b) dat zij een communautaire dimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 2, van die verordening.

2. Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat, aangezien de concentratie geen machtspositie in het leven zal roepen of versterken op de markten voor:

a) exploratie, ontginning, productie en afzet van aardolie en aardgas;

b) "gas to liquid", en

c) chemische additieven en smeermiddelen (met uitsluiting van vliegtuigsmeermiddelen),

het niet nodig is de precieze omvang van de relevante markten voor deze sectoren af te bakenen.

3. Een meerderheid binnen het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de relevante productmarkten die zijn voor:

a) het grootschalig transport van aardgas;

b) het grootschalig transport van aardgas over lange afstand;

c) ondergrondse opslaginstallaties voor aardgas;

d) groep I basisoliën;

e) vliegtuigsmeermiddelen;

f) detailverkoop van motorbrandstoffen;

g) detailverkoop van motorbrandstoffen langs de snelweg, en

h) vliegtuigbrandstoffen.

Een minderheid is van mening dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen laag- en hoogcalorisch gas op de markt voor grootschalig transport over lange afstand.

4. Een meerderheid binnen het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de relevante geografische markten voor de in punt 3 opgesomde productmarkten zijn:

a) Nederland voor het grootschalig transport van aardgas;

b) Duitsland (nationaal of regionaal) voor het grootschalig transport van aardgas over lange afstand;

c) het zuiden van Duitsland voor ondergrondse opslaginstallaties voor aardgas;

d) de EER voor groep I basisoliën;

e) de wereldmarkt voor vliegtuigsmeermiddelen;

f) Oostenrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk voor detailverkoop van motorbrandstoffen;

g) Frankrijk voor de detailverkoop van motorbrandstoffen langs de snelweg, en

h) Gatwick Airport voor vliegtuigbrandstoffen.

Een minderheid is van oordeel dat, wat de punten f) en g) betreft, de markten enger zijn dan nationaal.

5. Een meerderheid binnen het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde operatie een machtspositie op elk van de in punt 4 genoemde markten in het leven zou roepen of zou versterken. Een minderheid onthoudt zich.

6. Een meerderheid binnen het Adviescomité is het met de Commissie eens dat, mits marktonderzoek plaatsvindt, de door de Commissie geëiste aanpassingen worden aangebracht en de thans voorgestelde toezeggingen verder worden gedetailleerd, deze toezeggingen de mededingingsbezwaren zullen wegnemen die de aangemelde concentratie voor elk van de in punt 4 genoemde markten oproept. Een minderheid is van oordeel dat zij niet in staat is een advies uit te brengen.

7. Een minderheid binnen het Adviescomité is het met de Commissie eens dat, met inachtneming van de punten waarop onder 6 voorbehoud werd gemaakt, de aangemelde operatie verenigbaar moet worden verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst, mits de toezeggingen volledig worden nageleefd. Een minderheid is van oordeel dat zij niet in staat is een advies uit te brengen.

8. Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

9. Het Adviescomité verzoekt de Commissie rekening te houden met alle opmerkingen die tijdens de discussie zijn gemaakt.