52004XX0428(02)

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in zaak COMP/38.359 — Elektrische en mechanische koolstof- en grafietproducten (overeenkomstig artikel 15 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21)) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. C 102 van 28/04/2004 blz. 0022 - 0022


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in zaak COMP/38.359 - Elektrische en mechanische koolstof- en grafietproducten

(overeenkomstig artikel 15 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21))

(2004/C 102/06)

(Voor de EER relevante tekst)

De ontwerpbeschikking geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen betreffende het recht om te worden gehoord:

Naar aanleiding van de beschuldiging van kartelvorming door Morgan Crucible Company plc, heeft de Commissie op 23 mei 2003 een procedure ingeleid en een mededeling van punten van bezwaar aangenomen ten aanzien van de volgende ondernemingen: C. Conradty Nürnberg GmbH, Hoffmann & Co. Elektrokohle AG, Le Carbone Lorraine SA, Morgan Crucible Company plc, Schunk GmbH en Schunk Kohlenstofftechnik GmbH, hoofdelijk aansprakelijk, en SGL Carbon AG.

Alle partijen hebben binnen de toegestane tijd schriftelijke antwoorden op de bezwaren ingediend. Hierin werden de feiten wezen niet in betwist.

De ondernemingen kregen toegang tot het dossier door middel van cd-rom's.

Op 18 september 2003 vond een mondelinge hoorzitting plaats, waarop Morgan en Conradty niet aanwezig waren.

Gezien de antwoorden die de ondernemingen schriftelijk en tijdens de hoorzitting hebben gegeven, is de duur van de deelname van Hoffmann aan de inbreuk verminderd.

Deze zaak heeft geen aanleiding gegeven dat procedurekwesties in verband met het recht om te worden gehoord. Ik ben tevens van oordeel dat in de ontwerpbeschikking slechts de bezwaren in aanmerking zijn genomen ten aanzien waarvan de betrokkenen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

Gedaan te Brussel, 25 november 2003.

Serge Durande