23.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 261/8 |
Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van gekweekte zalm uit Noorwegen
(2004/C 261/06)
De Commissie heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), volgens welke producenten in de Gemeenschap aanmerkelijke schade lijden door de invoer met dumping van gekweekte zalm uit Noorwegen.
1. Klacht
De klacht werd op 8 september 2004 ingediend door de „EU Salmon Producers Group” namens producenten die goed zijn voor een groot deel van de productie van gekweekte zalm in de Gemeenschap.
2. Product
De klacht heeft betrekking op gekweekte (andere dan wilde) zalm, al dan niet in filets, vers, gekoeld of bevroren, gewoonlijk aangegeven onder de GN-codes ex 0302 12 00, ex 0303 11 00, ex 0303 19 00, ex 0303 22 00, ex 0304 10 13 en ex 0304 20 13 („het betrokken product”), uit Noorwegen. De GN-codes zijn slechts ter informatie vermeld.
3. Dumping
De bewering dat het betrokken product met dumping uit Noorwegen wordt ingevoerd is gebaseerd, in afwezigheid van een voldoende verkoop op de binnenlandse markt, op een vergelijking van de geconstrueerde normale waarde van dit product met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.
De aldus vastgestelde dumpingmarge is aanzienlijk.
4. Schade
De indiener van de klacht heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product uit Noorwegen, zowel absoluut als in termen van marktaandeel, aanzienlijk is gestegen.
De hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het betrokken product uit Noorwegen wordt ingevoerd zouden, onder meer, een ongunstige invloed hebben gehad op de prijzen van het betrokken product in de Gemeenschap en het marktaandeel van de producenten in de Gemeenschap, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd.
5. Procedure
Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de klacht door of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap is ingediend en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden. De Commissie opent derhalve een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.
5.1. Procedure voor de vaststelling van dumping en schade
Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het betrokken product uit Noorwegen met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade is ontstaan.
a) Steekproef
Daar kennelijk een groot aantal bedrijven bij deze procedure is betrokken, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening, besluiten van steekproeven gebruik te maken.
i) Steekproef van producenten/exporteurs in Noorwegen
Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de in punt 6, onder b), i), vermelde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer en naam van een contactpersoon, |
— |
de hoeveelheid (in kg) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004 naar de Gemeenschap werd uitgevoerd en de waarde van deze export in plaatselijke valuta, |
— |
de hoeveelheid (in kg) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van die verkoop in plaatselijke valuta, |
— |
of om de vaststelling van een individuele dumpingmarge zal worden verzocht (2) (alleen producenten kunnen hierom verzoeken), |
— |
een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken product, |
— |
de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven (3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (in binnen- en buitenland) van het betrokken product; |
— |
alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, |
— |
of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. |
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de Noorse autoriteiten en met de haar bekende organisaties van producenten/exporteurs.
ii) Steekproef van importeurs
Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de in punt 6, onder b), i), vermelde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer en naam van een contactpersoon, |
— |
de totale omzet van het bedrijf in euro in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004, |
— |
het aantal werknemers, |
— |
een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met het betrokken product, |
— |
de hoeveelheid (in kg) van het betrokken product uit Noorwegen die in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004 in de Gemeenschap is ingevoerd en verkocht en de waarde van die verkoop in euro, |
— |
de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven (3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product, |
— |
alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, |
— |
of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. |
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende organisaties van importeurs.
iii) Steekproef van EG-producenten
Gezien het grote aantal EG-producenten dat de klacht steunt is de Commissie voornemens de schade die deze producenten hebben geleden aan de hand van een steekproef te onderzoeken.
Om de steekproef te kunnen samenstellen verzoekt de Commissie de EG-producenten haar binnen de in punt 6, onder b), i), vermelde termijn de volgende gegevens te verstrekken over hun bedrijf of bedrijven:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer en naam van een contactpersoon, |
— |
de totale omzet van het bedrijf in euro in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004, |
— |
een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken product, |
— |
de waarde van de verkoop van het betrokken product op de EG-markt in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004, in euro, |
— |
de hoeveelheid (in kg) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004 op de EG-markt is verkocht, |
— |
de hoeveelheid (in kg) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004 is geproduceerd, |
— |
de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven (3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product, |
— |
alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, |
— |
of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. |
iv) Definitieve samenstelling van de steekproef
Op- of aanmerkingen over het samenstellen van de steekproef moeten binnen de in punt 6, onder b), ii), vermelde termijn worden toegezonden.
Alvorens de steekproef definitief samen te stellen, zal de Commissie de bedrijven raadplegen die zich bereid hebben verklaard daarin te worden opgenomen.
De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de in punt 6, onder b), iii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking verlenen bij het onderzoek.
Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, zal de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokkene minder gunstig zijn, zoals vermeld in punt 8.
b) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen EG-producenten, organisaties van EG-producenten, de in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs in Noorwegen, organisaties van producenten/exporteurs in Noorwegen, de in de steekproef opgenomen importeurs en organisaties van importeurs die in de klacht zijn genoemd alsook aan de Noorse autoriteiten.
Producenten/exporteurs in Noorwegen die, met het oog op de toepassing van artikel 17, lid 3, en artikel 9, lid 6, van de basisverordening, om de vaststelling van een individuele dumpingmarge verzoeken, moeten binnen de in punt 6, onder a), ii), vermelde termijn een volledig ingevulde vragenlijst inzenden. Deze vragenlijst moet binnen de in punt 6, onder a), i), vermelde termijn worden aangevraagd. Indien de Commissie van een steekproef van producenten/exporteurs gebruikmaakt, kan zij evenwel besluiten geen individuele dumpingmarges te berekenen omdat individuele onderzoeken bij een groot aantal producenten/exporteurs een zo grote werklast kunnen vormen dat zij een tijdige voltooiing van het onderzoek in de weg staan.
c) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen
Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6, onder a), ii), vermelde termijn door de Commissie zijn ontvangen.
Voorts zal de Commissie de partijen horen die dit aanvragen en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Deze aanvraag moet binnen de in punt 6, onder a), iii), vermelde termijn worden ingediend.
5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap
Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening zal worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is antidumpingmaatregelen te nemen indien dumping en schade worden aangetoond. Producenten in de Gemeenschap, importeurs en representatieve organisaties van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en de consument die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de in punt 6, onder a), ii), genoemde algemene termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de in punt 6, onder a), iii), vermelde termijn ook een mondeling onderhoud aanvragen onder opgave van de bijzondere redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
6. Termijnen
a) Algemene termijn
i) Om een vragenlijst aan te vragen
Vragenlijsten dienen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen tien dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, te worden aangevraagd.
ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en het antwoord op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.
De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten de antwoorden op de vragenlijst doen toekomen binnen de in punt 6, onder b), iii), vermelde termijn.
iii) Om een mondeling onderhoud aan te vragen
Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.
b) Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef
i) |
De in punt 5.1, onder a), i), ii) en iii), bedoelde gegevens dienen door de Commissie te zijn ontvangen uiterlijk 15 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, daar de Commissie voornemens is de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen binnen 21 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te raadplegen over de definitieve samenstelling van de steekproef. |
ii) |
Alle andere gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, als bedoeld in punt 5.1, onder a), iv), moeten de Commissie bereiken binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
iii) |
De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen 37 dagen nadat deze bedrijven is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen. |
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (4) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.
Correspondentieadres van de Commissie
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat B |
Kamer J-79 5/16 |
B-1049 Brussel, België |
Fax (32-2) 295 65 05 |
Telex COMEU B 21877. |
8. Medewerking
Indien belanghebbenden de nodige gegevens niet binnen de gestelde termijnen verstrekken, geen toegang daartoe geven of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.
De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruikmaken. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, en de bevindingen daarom op de beschikbare gegevens worden gebaseerd overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, kan het resultaat voor hem ongunstiger zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
9. Tijdschema
Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen uiterlijk negen maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden genomen.
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).
(2) Niet in de steekproef opgenomen ondernemingen kunnen om de vaststelling van een individuele dumpingmarge verzoeken op grond van artikel 17, lid 3, van de basisverordening.
(3) Voor de betekenis van het begrip „verbonden bedrijf” zie artikel 143 van Verordening (EG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).
(4) Dit betekent dat de documenten slechts voor intern gebruik zijn bestemd en beschermd zijn in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze documenten zijn vertrouwelijk op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 384/96 (PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1) en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst).