52004PC0830

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 /* COM/2004/0830 def. - COD 2004/0284 */


Brussel, 23.12.2004

COM(2004) 830 definitief

2004/0284 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. INLEIDING

De verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en nr. 574/72 zijn bijgewerkt bij Verordening (EG) nr. 118/97[1] en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 631/2004[2] van het Europees Parlement en de Raad.

Het doel van dit voorstel is deze communautaire verordeningen aan te passen aan veranderingen in de nationale wetgevingen, met name in die van de nieuwe lidstaten sinds de afsluiting van de toetredingsonderhandelingen. Verder is het de bedoeling de vereenvoudiging van de procedures voor het ontvangen van medische zorg in het buitenland, waarmee een begin is gemaakt met Verordening (EG) nr. 631/2004[3], te voltooien door enkele van de betreffende wijzigingen uit te breiden tot de overeenkomstige procedures voor uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71

De bijlagen I, II, II bis, III, IV en VI van Verordening (EEG) nr. 1408/71 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage van deze verordening.

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 574/72.

Schrapping van artikel 60, leden 5 en 6

Dit zijn bepalingen betreffende uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten die identiek zijn aan artikel 17, lid 6 en 7, betreffende verstrekkingen bij ziekte; deze leden zijn geschrapt bij Verordening (EG) nr. 631/2004. Eveneens met het oog op vereenvoudiging dienen de overeenkomstige bepalingen betreffende uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten ook geschrapt te worden.

Artikel 60, lid 5, dat bepaalt dat het orgaan van de woonplaats bij opneming in een ziekenhuis het bevoegde orgaan in kennis dient te stellen van de datum van opneming en de vermoedelijke duur van het ziekenhuisverblijf, dient te worden geschrapt. In de praktijk heeft deze kennisgeving weinig nut en zij vindt ook steeds minder vaak plaats.

Eveneens met het oog op vereenvoudiging dient ook lid 6, dat bepaalt dat het orgaan van de woonplaats het bevoegde orgaan in kennis dient te stellen van de toekenning van verstrekkingen van enige omvang, geschrapt te worden.

Wijziging van artikel 62

Deze wijziging houdt in dat het schrappen van artikel 20 en de wijziging van artikel 21 betreffende verstrekkingen bij ziekte door Verordening 631/2004 ook worden toegepast op de parallelle bepaling van artikel 62 betreffende arbeidsongevallen en beroepsziekten: artikel 62, leden 1 tot en met 5, dat alleen betrekking heeft op werknemers in het internationale vervoer, is niet langer noodzakelijk na de invoering van de Europese ziekteverzekeringskaart en de harmonisatie van de rechten op verstrekkingen voor alle verzekerden door Verordening 631/2004. Artikel 62, leden 6 en 7, bepaalt dat de belanghebbende verplicht is aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat hij recht op verstrekkingen heeft. Aangezien de overeenkomstige verplichting met betrekking tot verstrekkingen bij ziekte vervangen is door de mogelijkheid van rechtstreekse toegang tot medische zorg, zonder eerst het orgaan van de verblijfplaats te moeten contacteren, zou hetzelfde moeten gelden voor verstrekkingen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten.

Wijziging van artikel 63, lid 2

Artikel 63, lid 2, zal gewijzigd moeten worden met het oog op de schrapping van de leden 5 en 6 van artikel 60.

Wijziging van artikel 66, lid 1

Artikel 66, lid 1, zal gewijzigd moeten worden met het oog op de schrapping van artikel 20 door Verordening 631/2004.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Aangezien de bepalingen van de in bijlage III genoemde bilaterale overeenkomsten waarbij nieuwe lidstaten betrokken zijn van toepassing blijven en niet worden vervangen door Verordening 1408/71 zodra die van toepassing werd in de nieuwe lidstaten, dienen deze wijzigingen van toepassing te zijn met ingang van de datum van toetreding, 1 mei 2004.

3. COMMENTAAR BIJ DE BIJLAGEN

1. WIJZIGING VAN BIJLAGE I, deel I

Bijlage I, deel I, definieert het begrip "gezinslid" voor de gevallen waarin nationale wetgeving geen duidelijk onderscheid tussen gezinsleden en andere personen mogelijk maakt.

De formulering onder de rubriek "V. SLOWAKIJE" dient te worden aangepast met het oog op de nieuwe Wet nr. 600/2003 Coll. betreffende kinderbijslag en de wijziging van Wet nr. 461/2003 Coll. betreffende sociale verzekering.

2. Wijziging van bijlage II, deel I

Bijlage II, deel I, geeft een lijst van de bijzondere stelsels voor zelfstandigen die van de werkingssfeer van de Verordening zijn uitgesloten krachtens artikel 1, onder j), vierde alinea.

Veranderingen in de betreffende Franse wetgeving hebben ertoe geleid dat het initiatief tot het opzetten van enkele van de momenteel onder "H. FRANKRIJK" genoemde regelingen niet meer bij de betreffende groepen berust, maar bij de nationale wetgever. Dientengevolge voldoen deze regelingen niet langer aan de voorwaarde voor uitsluiting van de werkingssfeer van Verordening 1408/71, als aangegeven in artikel 1, onder j), vierde alinea, maar vallen ze binnen de normale werkingssfeer van de verordening. De vermelding onder de rubriek "H. FRANKRIJK" dient dienovereenkomstig gewijzigd te worden.

3. Wijziging van bijlage II, deel II

Bijlage II, deel II, bevat een lijst van de bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie die zijn uitgesloten van de werkingssfeer van de verordening, ook van de regels betreffende het exporteren van uitkeringen.

De Estlandse wetgeving biedt een gezinsuitkering ineens die bedoeld is ter compensatie van de eenmalige kosten in verband met de adoptie van een kind. Deze uitkering heeft dezelfde doeleinden als de uitkeringen bij adoptie als bedoeld in artikel 1, onder u) i), van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en in bijlage II, deel II. De vermelding in de rubriek "E. ESTLAND" moet worden aangepast om daarmee rekening te houden.

De Letlandse wet is gewijzigd om een nieuwe uitkering bij adoptie van een kind in te voeren; dit is een uitkering ineens voor adoptie van een kind dat daarvoor in een instelling was geplaatst. De vermelding in de rubriek "L. LETLAND" moet worden aangepast om daarmee rekening te houden.

Gezien het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaak Leclere C-43/99 kunnen de Luxemburgse uitkeringen bij geboorte niet langer beschouwd worden als bijzondere uitkeringen bij geboorte die van de werkingssfeer van de Verordening zijn uitgesloten, maar eerder als exporteerbare gezinsbijslagen. Deze uitkeringen dienen daarom geschrapt te worden uit de rubriek "N. LUXEMBURG".

De Poolse wet is gewijzigd om een eenmalige aanvullende gezinsbijslag in te voeren, die bedoeld is om de bijkomende kosten van geboorten te dekken. De vermelding in de rubriek "S. POLEN" moet worden aangepast om daarmee rekening te houden.

4. Wijziging van bijlage II bis

Bijlage II bis bevat de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties die de begunstigden uitsluitend genieten op het grondgebied van de lidstaat waar ze verblijven overeenkomstig artikel 10 bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71.

De Duitse wet is gewijzigd om een basisvoorziening voor werkzoekenden in te voeren, die in de plaats komt van de huidige werkloosheidsuitkering en ten dele ook van de uitkering voor de eerste levensbehoeften van de sociale bijstand. Deze "Werkloosheidsuitkering II" is een gemengde uitkering die elementen van sociale zekerheid en van sociale bijstand omvat en premievrij is, dus door de overheid gefinancierd wordt en daarmee voldoet aan de criteria om beschouwd te worden als een bijzondere niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie. Deze uitkering zou dus vermeld moeten worden onder de rubriek "D. DUITSLAND". Echter, voor personen die tevoren een werkloosheidsuitkering op premiebasis ontvingen, omvat de Werkloosheidsuitkering II voor de eerste 2 jaren een aanvulling, een bepaald percentage van het verschil tussen de werkloosheidsuitkering (op premiebasis) en de Werkloosheidsuitkering II. Door deze aanvulling wordt de uitkering – indirect – aan het vroegere inkomen gekoppeld. Daarom heeft de vermelding onder de rubriek "D. DUITSLAND" geen betrekking op Werkloosheidsuitkering II in gevallen waar een recht op deze aanvulling bestaat.

De Letlandse wet is gewijzigd en de vroegere Socialebijstandswet is vervangen door de Wet Sociale Uitkeringen, om meer duidelijkheid te scheppen. Aangezien dit verder niet van invloed is op de aard van de twee uitkeringen die momenteel in Bijlage II bis worden vermeld, dient de verwijzing onder de rubriek "L. LETLAND" alleen gewijzigd te worden wat de nationale rechtsgrond betreft.

In Polen is de rechtsgrond voor toekenning van het sociale pensioen dat momenteel in bijlage II bis is opgenomen, gewijzigd zonder dat daardoor de aard van de uitkering is veranderd. De vermelding in de rubriek "S. Polen" moet worden aangepast om daarmee rekening te houden.

De Slowaakse wetgever heeft de Wet op de Sociale Zekerheid, waardoor rechten opgebouwd konden worden op bijzondere niet op premiebetaling berustende uitkeringen die in bijlage II bis waren vermeld, ingetrokken en vervangen door een nieuwe wet. Deze nieuwe wet verleent geen nieuwe rechten op uitkeringen, maar in verband met mogelijke aanvragen op basis van onder the oude wet verworven rechten dient de verwijzing onder de rubriek "V. SLOWAKIJE" gewijzigd te worden om rekening te houden met deze verandering van de nationale wetgeving.

5. Wijziging en van bijlage III

In bijlage III zijn bepalingen opgenomen van bestaande bilaterale overeenkomsten die van kracht waren voordat de verordening in de betreffende lidstaat van kracht werd. Deel A noemt de bepalingen van bilaterale overeenkomsten die nog steeds van toepassing zijn, ondanks het feit dat de bepalingen van bilaterale overeenkomsten over het algemeen vervangen zijn door Verordening (EEG) 1408/71, en deel B noemt de bepalingen van bilaterale overeenkomsten die niet van toepassing zijn op alle personen waarop de verordening van toepassing is.

De door het Toetredingsverdrag gewijzigde passages van bijlage III, deel A en B, die aangeven dat er hetzij geen bilaterale overeenkomsten bestaan, hetzij dat geen van de bepalingen daarvan voldoet aan de voorwaarden om in deel A of B te worden opgenomen, dienen te worden geschrapt. Deze vermeldingen zijn niet noodzakelijk voor de toepassing van Verordening 1408/71 en bemoeilijken het lezen van bijlage III. Het schrappen van deze vermeldingen sluit aan bij de voorgestelde aanpassingen van bijlage III, deel A en B, in het voorstel van de Commissie COM(2003) 468 def. betreffende Verordening 1408/71 voorafgaande aan de toetreding. Alle overige vermeldingen dienen vernummerd te worden.

Het vermelden van bepalingen in bijlage III, deel A, is in slechts twee gevallen gerechtvaardigd: als de bepalingen in kwestie positieve gevolgen hebben voor de begunstigden onder de betreffende overeenkomst, zoals bedoeld in de jurisprudentie van het Hof, dan wel als de bepalingen in kwestie beantwoorden aan specifieke, uitzonderlijke en meestal historische omstandigheden, en de gevolgen beperkt zijn in de tijd door de uitputting van de potentiële rechten van de betrokkenen die zich in die specifieke situatie bevinden.

De bilaterale overeenkomsten tussen Tsjechië en Duitsland, tussen Tsjechië en Cyprus, tussen Tsjechië en Luxemburg en tussen Tsjechië en Slowakije, evenals die tussen Duitsland en Slowakije, Luxemburg en Slowakije, en Oostenrijk en Slowakije, bevatten bepalingen die aan deze voorwaarden voldoen. De betreffende rubrieken dienen daarom te worden aangepast.

De vermeldingen in bijlage III, deel B, moeten beperkt blijven tot uitzonderlijke objectieve situaties die een afwijking van artikel 3, lid 1, van de verordening, en van de artikelen 12, 39 en 42 van het Verdrag, kunnen rechtvaardigen.

Bepaalde bepalingen van bilaterale overeenkomsten tussen Tsjechië en Cyprus, en tussen Oostenrijk en Slowakije, voldoen aan dit criterium.

Aangezien deze bepalingen van bilaterale overeenkomsten die op het moment van toetreding golden, van toepassing zullen blijven omdat zij in bijlage III zijn opgenomen, moet de vermelding terugwerkende kracht hebben tot de datum van toetreding.

6. Wijziging van bijlage IV

Bijlage IV, deel A, bevat de lijst van "Wetgevingen als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de verordening volgens welke het bedrag van de invaliditeitsuitkeringen onafhankelijk is van de duur der tijdvakken van verzekering".

In Tsjechië is de hoogte van invaliditeitspensioenen afhankelijk van de duur van het tijdvak van verzekering (type "B"-systeem), met uitzondering van het volledige arbeidsongeschiktheidspensioen voor personen die volledig arbeidsongeschikt worden voor zij 18 jaar oud worden, en die niet voor de vereiste periode verzekerd waren. Deze uitkering valt onder het pensioenverzekeringsstelsel, maar zonder aftrek van verzekeringspremies, en dient dus te worden opgenomen onder de rubriek "B. TSJECHIË".

Bijlage IV, deel C, bevat een lijst van de "gevallen als bedoeld in artikel 46, lid 1, onder b), van de verordening, waarin van de berekening van de uitkering overeenkomstig artikel 46, lid 2, van de verordening kan worden afgezien" aangezien de dubbele pensioenberekening nooit tot een hoger resultaat zal leiden.

Onder de Tsjechische wetgeving kunnen uitkeringen voor nabestaanden niet alleen berekend worden op basis van het invaliditeits- of ouderdomspensioen dat de overledene daadwerkelijk ontving, maar ook op basis van het invaliditeits- of ouderdomspensioen waarop de overledene recht gehad zou hebben op het moment van overlijden. In dat geval kan de prorata-berekening volgens artikel 46, lid 2, van de verordening betreffende het ouderdomspensioen hoger uitvallen dan het bedrag volgens de nationale berekening, waardoor een dubbele berekening noodzakelijk wordt. De huidige vermelding onder de rubriek "B. TSJECHIË" dient te worden gewijzigd.

Onder de Estlandse wetgeving bestaan pensioenen die gebaseerd zijn op tot 31 december 1998 vervulde tijdvakken van verzekering uit twee delen, waarvan er een uit een basisbedrag ineens bestaat. In dergelijke gevallen zal de nationale berekening van een pensioen altijd leiden tot een bedrag dat ten minste even hoog is als dat op basis van een berekening volgens artikel 46, lid 2, van de verordening. Daarom dient de rubriek "E. ESTLAND" dienovereenkomstig gewijzigd te worden.

Bijlage IV, deel D, vermeldt de uitkeringen en overeenkomsten als bedoeld in de bijzondere bepalingen van artikel 46 ter , lid 2, van de verordening betreffende de overlapping van uitkeringen van hetzelfde type in twee of meer lidstaten.

Aangezien de Slowaakse wetgeving gewijzigd is, waardoor het "gedeeltelijke invaliditeitspensioen" is afgeschaft, dient de vermelding in bijlage IV, deel D, onder punt 2) g) dienovereenkomstig aangepast te worden.

7. Wijzigingen van bijlage VI

Bijlage VI bevat de bijzonderheden voor de toepassing van de wetgevingen van bepaalde lidstaten.

Punt 4 (b) onder de rubriek "Q. NEDERLAND" dient te worden gewijzigd om duidelijk te maken dat de beslissende factor bij het bepalen van de vraag of een uitkering berekend dient te worden volgens de Nederlandse arbeidsongeschiktheidsverzekering voor werknemers, dan wel volgens de Nederlandse arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, is of de betrokkene, op het moment dat de arbeidsongeschiktheid zich voordeed, als werknemer of als zelfstandige werkzaam was.

De vermelding onder punt 7 van de rubriek "Q. NEDERLAND" betreffende het bepalen van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving dient te worden gewijzigd om duidelijk te maken dat de Nederlandse Hoge Raad de aanduiding van bepaalde personen als werknemers dan wel zelfstandigen heeft uitgebreid tot andere groepen personen. Dit betreft personen die in Nederland een beroepsactiviteit uitoefenen waarvoor zij, onder de nationale wetgeving, tegelijkertijd bij regelingen voor werknemers en voor zelfstandigen zijn aangesloten.

4. TOEPASSING IN DE LANDEN VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE EN IN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT

Vrij verkeer van personen is één van de doelstellingen en beginselen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER), die op 1 januari 1994 van kracht is geworden[4]. In hoofdstuk 1 van deel drie, dat het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal betreft, zijn de artikelen 28, 29 en 30 gewijd aan het vrije verkeer van werknemers en zelfstandigen. Meer bepaald artikel 29 neemt de beginselen van artikel 42 van het EG-Verdrag over met betrekking tot de sociale zekerheid van personen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Bijgevolg moet dit voorstel voor een verordening, indien het wordt goedgekeurd, op de lidstaten van de EER worden toegepast.

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds, over het vrije verkeer van personen[5], die op 1 juni 2002 van kracht is geworden, bevat een artikel 8 dat de beginselen van artikel 42 van het EG-Verdrag overneemt met betrekking tot de sociale zekerheid van personen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Bijgevolg moet dit voorstel voor een verordening, indien het wordt goedgekeurd, op de Zwitserse Bondsstaat worden toegepast.

2004/0284 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op de artikelen 42 en 308,

Gezien het voorstel van de Commissie[6],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[7],

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[8],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Door de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 631/2004 van het Europees Parlement en van de Raad[9] zijn voor toegang tot verstrekkingen bij ziekte tijdens een tijdelijk verblijf in een andere lidstaat behalve het overleggen van een document geen verdere formaliteiten meer nodig. De aanvullende voorschriften, met name de verplichting om systematisch en vooraf een verklaring over te leggen aan het orgaan van de woonplaats waaruit blijkt dat de betrokkene recht heeft op verstrekkingen, en aanvullende formaliteiten te vervullen bij aankomst op het grondgebied van de andere lidstaat, waren formeel nog van kracht, maar werden in de praktijk niet meer toegepast. Dezelfde formele verplichtingen bestaan nog steeds voor het verkrijgen van uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten gedurende een verblijf in een andere lidstaat, en lijken onnodig beperkend te zijn en een belemmering van het vrije verkeer van personen te vormen. Het is daarom zinvol de toepassing van de vereenvoudigde procedures uit te breiden tot de bepalingen betreffende uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten in Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad[10] en Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad[11].

(2) Om rekening te houden met veranderingen in de wetgeving van bepaalde lidstaten, met name in de nieuwe lidstaten sinds de afsluiting van de toetredingsonderhandelingen, dienen de bijlagen bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 aangepast te worden. Ook zijn enkele wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 574/72 noodzakelijk.

(3) Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4) Met het oog op de rechtszekerheid en om de gerechtvaardigde verwachtingen van de betrokkenen te beschermen, dient ervoor te worden gezorgd dat bepaalde bepalingen tot wijziging van bijlage III van Verordening 1408/71 met terugwerkende kracht gelden vanaf 1 mei 2004.

(5) Het Verdrag voorziet niet in andere bevoegdheden dan die uit hoofde van artikel 308 voor het nemen van passende maatregelen op het terrein van de sociale zekerheid voor andere personen dan werknemers,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I, II, II bis, III, IV en VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 574/72 wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 60 worden de leden 5 en 6 geschrapt.

(2) Artikel 62 wordt vervangen door:

"Artikel 62

Verstrekkingen ingeval de verblijfplaats in een andere lidstaat dan de bevoegde Staat ligt

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen uit hoofde van artikel 55, lid 1, onder a) (i), van de verordening, legt een werknemer of zelfstandige aan de zorgverlener een door het bevoegde orgaan afgegeven document over waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen. Dit document wordt opgesteld overeenkomstig artikel 2. Indien de betrokkene niet in staat is een dergelijk document over te leggen, dient hij zich te richten tot het orgaan van zijn verblijfplaats, dat het bevoegde orgaan verzoekt om een verklaring waaruit blijkt dat de betrokkene recht heeft op verstrekkingen.

Een door het bevoegde orgaan afgegeven document betreffende het recht op verstrekkingen overeenkomstig artikel 55, lid 1, onder a) (i), van de verordening heeft, in ieder individueel geval, dezelfde bewijskracht ten aanzien van de zorgverlener als nationale bewijsstukken betreffende de rechten van personen die verzekerd zijn bij het orgaan van de woonplaats.

2. Artikel 60, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing."

(3) Artikel 63, lid 2, wordt vervangen door:

"2. Artikel 60, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing."

(4) In artikel 66, lid 1, worden de woorden "in de artikelen 20 en 21" vervangen door "in artikel 21".

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de […] dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Punt 5 (a) (ii) tot en met (ix) en punt 5 (b) (ii) en (iv) van de bijlage zijn van toepassing met ingang van 1 mei 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

BIJLAGE

De bijlagen bij Verordening (EG) Nr. 1408/71 worden als volgt gewijzigd:

1. In bijlage I, deel II, wordt de rubriek "V. SLOWAKIJE" vervangen door:

"V. SLOWAKIJE

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk 1 van Titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot en/of een kind ten laste verstaan als gedefinieerd in de Wet betreffende kinderbijslag."

2. In bijlage II, deel I, wordt de rubriek "H. FRANKRIJK" vervangen door:

"H. FRANKRIJK

1. Aanvullende uitkeringsstelsels voor zelfstandigen in handwerks-, industriële of commerciële beroepen of de vrije beroepen, aanvullende ouderdomspensioenregelingen voor zelfstandigen in de vrije beroepen, aanvullende invaliditeits- of overlijdensverzekeringen voor zelfstandigen in de vrije beroepen, en aanvullende ouderdomspensioenregelingen voor artsen en andere werkers in de gezondheids zorg die in dienstverband werkzaam zijn, als respectievelijk bedoeld in de artikelen L 615-20, L 644-1, L 644-2, L 645-1 en L 723-14 van het Wetboek van Sociale Zekerheid.

2. Aanvullende ziekte- en moederschapsverzekeringsregelingen voor zelfstandigen in de landbouw, als bedoeld in artikel L 727-1 van het Agrarisch Wetboek."

3. Bijlage II, deel II, wordt als volgt gewijzigd:

a) De rubriek "E. ESTLAND" wordt vervangen door:

"E. ESTLAND

a) Uitkering bij geboorte

b) Uitkering bij adoptie"

b) De rubriek "L. LETLAND" wordt vervangen door:

"L. LETLAND

a) Geboortetoelage

b) Uitkering bij adoptie van een kind"

c) De rubriek "N. LUXEMBURG" wordt vervangen door:

"N. LUXEMBURG

Geen"

d) De rubriek "S. POLEN" wordt vervangen door:

"S. POLEN

Aanvullende uitkering bij geboorte (Wet van 28 november 2003 betreffende gezinsbijslagen)".

4. Bijlage II bis wordt als volgt gewijzigd:

a) in de rubriek "D. DUITSLAND" wordt de vermelding "Geen" vervangen door:

"Uitkeringen ter dekking van eerste levensbehoeften in het kader van de basisvoorziening voor werkzoekenden, tenzij voor deze uitkeringen voldaan wordt aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tijdelijke aanvullende uitkering na ontvangst van een werkloosheidsuitkering (artikel 24, lid 1, van Deel II van de Sociale Wet)”

b) De rubriek "L. LETLAND" wordt vervangen door:

"L. LETLAND

a) Overheidsprestatie in het kader van de sociale zekerheid (Socialebijstandswet van 1 januari 2003)

b) Uitkering ter compensatie van vervoerskosten van gehandicapten met verminderde mobiliteit (Socialebijstandswet van 1 januari 2003)

c) De rubriek "S. POLEN" wordt vervangen door:

"S. POLEN

Sociaal pensioen (Wet van 27 juni 2003 betreffende sociale pensioenen)"

d) De rubriek "V. SLOWAKIJE" wordt vervangen door:

"V. SLOWAKIJE

Aanpassing van pensioenen die de enige bron van inkomsten vormen uit hoofde van Wet nr. 100/1998 Coll."

5. Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a) Deel A wordt als volgt gewijzigd:

i) De volgende punten worden geschrapt:

De punten 1, 4, 10, 11, 12, 14, 15, 18, 20, 21, 25, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 34, 35, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 45, 46, 47, 49, 55, 56, 57, 59, 60, 63, 65, 66, 70, 76, 77, 78, 81, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 115, 116, 117, 119, 120, 123, 125, 126, 133, 134, 135, 137, 138, 141, 143, 144, 150, 151, 152, 154, 155, 158, 160, 161, 166, 167, 168, 170, 171, 174, 176, 177, 181, 182, 183, 185, 186, 189, 192, 196, 197, 198, 199, 200, 201, 202, 203, 204, 205, 206, 207, 208, 209, 210, 211, 212, 213, 214, 215, 216, 217, 218, 219, 220, 221, 222, 223, 224, 225, 226, 227, 228, 229, 230, 231, 232, 233, 234, 235, 236, 239, 241, 246, 247, 249, 250, 252, 253, 254, 255, 256, 257, 258, 259, 260, 261, 262, 263, 264, 266, 268, 269, 280, 281, 282, 283, 284, 285, 286, 287, 291, 292, 293, 294, 295, 296, 297.

ii) De volgende nummers worden gewijzigd:van de rubriek BELGIË-DUITSLAND van '3' in '1',van de rubriek BELGIË-FRANKRIJK van '7' in '2',van de rubriek TSJECHIË-DUITSLAND van '26' in '3',van de rubriek TSJECHIË-CYPRUS van '33' in '4',van de rubriek TSJECHIË-LUXEMBURG van '36' in '5',van de rubriek TSJECHIË-OOSTENRIJK van '40' in '6',van de rubriek TSJECHIË-SLOWAKIJE van '44' in '7',van de rubriek DENEMARKEN-FINLAND van '67' in '8',van de rubriek DENEMARKEN-ZWEDEN van '68' in '9',van de rubriek DUITSLAND-GRIEKENLAND van '71' in '10',van de rubriek DUITSLAND-SPANJE van '72' in '11',van de rubriek DUITSLAND-FRANKRIJK van '73' in '12',van de rubriek DUITSLAND-LUXEMBURG van '79' in '13',van de rubriek DUITSLAND-HONGARIJE van '80' in '14',van de rubriek DUITSLAND-NEDERLAND van '82' in '15',van de rubriek DUITSLAND-OOSTENRIJK van '83' in '16',van de rubriek DUITSLAND-POLEN van '84' in '17',van de rubriek DUITSLAND-SLOVENIË van '86' in '18',van de rubriek DUITSLAND-SLOWAKIJE van '87' in '19',van de rubriek DUITSLAND-ZWEDEN van '89' in '20',van de rubriek DUITSLAND-VERENIGD KONINKRIJK van '90' in '21',van de rubriek SPANJE-PORTUGAL van '142' in '22',van de rubriek FRANKRIJK-ITALIË van '149' in '23',van de rubriek IERLAND-VERENIGD KONINKRIJK van '180' in '24',van de rubriek ITALIË-SLOVENIË van '191' in '25',van de rubriek LUXEMBURG-SLOWAKIJE van '242' in '26',van de rubriek HONGARIJE-OOSTENRIJK van '248' in '27',van de rubriek HONGARIJE-SLOVENIË van '251' in '28',van de rubriek NEDERLAND-PORTUGAL van '267' in '29',van de rubriek OOSTENRIJK-POLEN van '273' in '30',van de rubriek OOSTENRIJK-SLOVENIË van '275' in '31',van de rubriek OOSTENRIJK-SLOWAKIJE van '276' in '32',van de rubriek PORTUGAL-VERENIGD KONINKRIJK van '290' in '33' en

van de rubriek FINLAND-ZWEDEN van '298' in '34'.

iii) Onder de rubriek "3. TSJECHIË-DUITSLAND", wordt "niet van toepassing" vervangen door:

"Artikel 39, lid 1, onder b) en c), van de Overeenkomst over Sociale Zekerheid van 27 juli 2001;

Punt 14 van het Slotprotocol van de Overeenkomst over Sociale Zekerheid van 27 juli 2001"

iv) Onder de rubriek "4. TSJECHIË-CYPRUS" wordt "geen" vervangen door:

"Artikel 23, lid 4, van de Overeenkomst inzake sociale zekerheid van 19 januari 1999."

v) Onder de rubriek "5. TSJECHIË-LUXEMBURG" wordt "geen" vervangen door:

"Artikel 52, punt 8, van het Algemeen Verdrag van 17 november 2000."

vi) Rubriek "7. TSJECHIË-SLOWAKIJE" wordt vervangen door:

"7. TSJECHIË-SLOWAKIJE

De artikelen 12, 20 en 33 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 29 oktober 1992.

vii) Onder de rubriek "19. DUITSLAND-SLOWAKIJE", wordt "niet van toepassing" vervangen door:

"Artikel 29, lid 1, punt 2 en 3, van de Overeenkomst van 12 september 2002

Paragraaf 9 van het slotprotocol van de Overeenkomst van 12 september 2002"

viii) Onder de rubriek "26. LUXEMBOURG-SLOWAKIJE" wordt "niet van toepassing" vervangen door:

"Artikel 50, lid 5, van het Verdrag over Sociale Zekerheid van 23 mei 2002"

ix) Onder de rubriek "32. OOSTENRIJK-SLOWAKIJE" wordt "niet van toepassing" vervangen door:

"Artikel 34, lid 3, van de Overeenkomst van 21 december 2001 betreffende de sociale zekerheid."

b) Deel B wordt als volgt gewijzigd:

i) De volgende punten worden geschrapt:

Punten 1, 4, 10, 11, 12, 14, 15, 18, 20, 21, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 34, 35, 36, 37, 38, 29, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 49, 55, 56, 57, 59, 60, 63, 65, 66, 70, 76, 77, 78, 81, 84, 87, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 115, 116, 117, 119, 120, 123, 125, 126, 133, 134, 135, 137, 138, 141, 143, 144, 150, 151, 152, 154, 155, 158, 160, 161, 166, 167, 168, 170, 171 174, 176, 177, 181, 182, 183, 185, 186, 189, 192, 196, 197, 198, 199, 200, 201, 202, 203, 204, 205, 206, 207, 208, 209, 210, 211, 212, 213, 214, 215, 216, 217, 218, 219, 220, 221, 222, 223, 224, 225, 226, 227, 228, 229, 230, 231, 232, 233, 234, 235, 236, 239, 241, 242, 246, 247, 249, 250, 252, 253, 254, 255, 256, 257, 258, 259, 260, 261, 262, 263, 264, 266, 268, 269, 280, 281, 282, 283, 284, 285, 286, 287, 291, 292, 293, 294, 295, 296, 297.

ii) De volgende nummers worden gewijzigd:

van de rubriek TSJECHIË-CYPRUS van '33' in '1',

van de rubriek TSJECHIË-OOSTENRIJK van '40' in '2',

van de rubriek DUITSLAND-HONGARIJE van '80' in '3',

van de rubriek DUITSLAND-SLOVENIË van '86' in '4',

van de rubriek ITALIË-SLOVENIË van '191' in '5',

van de rubriek HONGARIJE-OOSTENRIJK van '248' in '6',

van de rubriek HONGARIJE-SLOVENIË van '251' in '7',

van de rubriek OOSTENRIJK-POLAND van '273' in '8',

van de rubriek OOSTENRIJK-SLOVENIË van '275' in '9' en

van de rubriek OOSTENRIJK-SLOWAKIJE van '276' in '10'.

iii) Onder de rubriek "1. TSJECHIË-CYPRUS", wordt "geen" vervangen door:

"Artikel 32, lid 4, van het Verdrag inzake sociale zekerheid van 19 januari 1999"

iv) Onder de rubriek "10. OOSTENRIJK-SLOWAKIJE" wordt "niet van toepassing" vervangen door:

"Artikel 34, lid 3, van het Akkoord van 21 december 2001 betreffende de sociale zekerheid."

6. Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a) In deel A, onder de rubriek "B. TSJECHIË" wordt "geen" vervangen door:

"Volledig arbeidsongeschiktheidspensioen voor personen die volledig arbeidsongeschikt zijn geworden vóór het einde van hun achttiende levensjaar en die niet gedurende de vereiste periode verzekerd waren (Deel 42 van de Pensioenverzekeringswet nr. 155/1995 Coll.)".

b) Deel C wordt als volgt gewijzigd:

i) De rubriek "B. TSJECHIË" wordt vervangen door:

"B. TSJECHIË

Invaliditeits- (volledig en gedeeltelijk) en nabestaanden- (weduwen-, weduwnaars- en wezen-) pensioenen indien die niet gebaseerd zijn op het ouderdomspensioen waarop de overledene op het moment van overlijden aanspraak kon maken".

ii) Onder de rubriek "E. ESTLAND", wordt "geen" vervangen door:

"Alle aanvragen voor invaliditeits-, ouderdoms- en overlevingspensioenen waarvoor:

- tijdvakken van verzekering zijn vervuld in Estland in de periode tot en met 31 december 1998;

- de persoonlijke sociale bijdragen die de aanvrager overeenkomstig de Estlandse wetgeving heeft betaald ten minste gelijk zijn aan de gemiddelde sociale bijdragen voor het betreffende verzekeringsjaar".

c) In Deel D wordt punt 2) g) vervangen door:

"g) De Slowaakse invaliditeitspensieonen en de daarvan afgeleide nabestaandenpensioenen"

7. Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

a) Onder de rubriek "Q. NEDERLAND" wordt punt 4) (b) vervangen door:

"b) Indien een belanghebbende met toepassing van het bepaalde onder a) aanspraak kan maken op een Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt zijn uitkeringsbedrag berekend volgens artikel 46, lid 2, van de verordening:

i) overeenkomstig de bepalingen van en op de voorwaarden gesteld in de WAO, indien belanghebbende, voorafgaande aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid, laatstelijk werkzaamheden heeft verricht als werknemer in de zin van artikel 1, onder a), van de verordening;

ii) overeenkomstig de bepalingen van en op de voorwaarden gesteld in de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ), indien belanghebbende, voorafgaande aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid, laatstelijk werkzaamheden heeft verricht in een andere hoedanigheid dan die van werknemer in de zin van artikel 1, onder a), van de verordening.”

b) Onder de rubriek "Q. NEDERLAND" wordt punt 7 vervangen door:

"7. Voor de toepassing van titel II van de verordening wordt de persoon die als werknemer in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt aangemerkt en op grond daarvan verzekerd is voor de volksverzekeringen, geacht werkzaamheden in loondienst te verrichten."

[1] PB L 28 van 30.1.1997.

[2] PB L 100 van 6.4.2004.

[3] PB L 100 van 6.4.2004.

[4] PB L 1 van 3.1.1994, zoals gewijzigd bij Besluit nr. 7/94 van het Gemengd Comité van de EER van 21.3.1994 (PB L 160 van 28.6.1994).

[5] PB L 114 van 30.4.2002.

[6] PB C […], […], blz. […].

[7] PB C […], […], blz. […].

[8] PB C […], […], blz. […].

[9] PB L 100 van 6.4.2004, blz. 1.

[10] PB L 149 van 5.7.1971, verordening bijgewerkt bij Verordening (EG) nr. 118/97 (PB L 28 van 30.1.1997, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 631/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 100 van 6.4.2004) en ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Uitvoeringsverordening door Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 166 van 30.4.2004).

[11] PB L 74 van 27.3.1997, verordening bijgewerkt bij Verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad (PB L 28 van 30.1.1997, blz. 1) en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 631/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 100 van 6.4.2004).