52004PC0493

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds /* COM/2004/0493 def. - COD 2004/0165 */


Brussel, 14.7.2004

COM(2004) 493 definitief

2004/0165 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het Europees Sociaal Fonds

( ingediend door de Commissie)

TOELICHTING

Nieuwe uitdagingen voor het toekomstige ESF

Het Europees Sociaal Fonds (ESF) levert een bijdrage aan de verwezenlijking van de in artikel 158 van het EG-Verdrag genoemde doelstelling van economische en sociale samenhang door beleidsmaatregelen en prioriteiten te steunen die zijn gericht op de totstandbrenging van volledige werkgelegenheid, de verbetering van de kwaliteit en de productiviteit op het werk, en de bevordering van sociale integratie en cohesie, overeenkomstig de richtsnoeren en aanbevelingen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie.

Om deze doelstelling te bereiken moet het ESF drie grote uitdagingen aangaan: het probleem van de aanzienlijke onevenwichtigheden op het gebied van de werkgelegenheid, de sociale ongelijkheden, de vaardigheidstekorten en de tekorten aan arbeidskrachten in een uitgebreide Unie; de snellere economische en sociale herstructurering ten gevolge van de globalisering en de ontwikkeling van de kenniseconomie; en de demografische veranderingen waardoor een kleinere en oudere beroepsbevolking is ontstaan.

Bevordering van de koppeling tussen het ESF, de Europese werkgelegenheidsstrategie en de overeengekomen doelstellingen van de Unie met betrekking tot sociale integratie en tot onderwijs en opleiding

De koppeling tussen het financieel instrument van de Gemeenschap en het beleidskader van de Unie moet in de volgende programmeringsperiode worden versterkt zodat beter kan worden bijgedragen tot de verwezenlijking van de werkgelegenheidsdoelstellingen en -streefniveaus van de strategie van Lissabon. Daartoe moet het ESF de beleidsmaatregelen van de lidstaten die nauw aansluiten bij de richtsnoeren en aanbevelingen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie alsmede de overeengekomen doelstellingen van de Unie met betrekking tot sociale integratie en tot onderwijs en opleiding, steunen.

De ontwerp-verordening betreffende het ESF voor 2007-2013 biedt een gericht kader voor ESF-activiteiten in de hele Unie. Het ESF zal in het kader van de doelstellingen “convergentie” en “regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” steun verlenen met de bedoeling op economische en sociale veranderingen te anticiperen en deze veranderingen te beheren. De bijstandsverlening uit het ESF zal worden geconcentreerd op vier belangrijke door de Europese Raad goedgekeurde actiegebieden: vergroting van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen; verbetering van de toegang tot werk, voorkoming van werkloosheid, verlenging van het actieve leven en verhoging van de arbeidsparticipatie; verbetering van de sociale integratie door kansarmen meer mogelijkheden te bieden op de arbeidsmarkt, en bestrijding van discriminatie; bevordering van partnerschappen voor hervormingen op het gebied van werkgelegenheid en integratie.

In de minder welvarende regio’s en lidstaten zullen de Fondsen zich concentreren op de bevordering van structurele aanpassingen, van groei en van het creëren van werkgelegenheid. Daartoe zal het ESF, in het kader van de convergentiedoelstelling, naast de bovengenoemde prioriteiten ook acties steunen die zijn bedoeld om de investeringen in menselijk kapitaal uit te breiden en te verbeteren, in het bijzonder door betere onderwijs- en opleidingssystemen, alsmede acties die zijn bedoeld om de institutionele capaciteit en de doeltreffendheid van overheidsinstellingen, op nationaal, regionaal en lokaal niveau te ontwikkelen.

Verder wordt in het voorstel sterker de nadruk gelegd op de verbintenis die de Unie is aangegaan om een einde te maken aan de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen: specifieke maatregelen ten behoeve van vrouwen worden gecombineerd met een daadkrachtige “gendermainstreaming”, om de participatie en de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt te vergroten.

Voorts zal de bevordering van innovatieve activiteiten en transnationale samenwerking volledig in de werkingssfeer van het ESF worden geïntegreerd en binnen de nationale en regionale operationele programma’s worden “gemainstreamd”. In het kader van de doelstellingen “convergentie” en “regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” zal het ESF prioriteit verlenen aan de financiering van transnationale samenwerking, met inbegrip van de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken in de hele Unie en met inbegrip van gezamenlijke acties, waarbij waar nodig wordt toegezien op de coherentie en complementariteit met andere transnationale programma’s van de Gemeenschap.

Tot slot wordt in het voorstel bijzonder belang gehecht aan de bevordering van goed bestuur. De deelname van de sociale partners is bijzonder belangrijk bij de programmering en de tenuitvoerlegging van de prioriteiten en concrete acties van het Fonds. Met het oog daarop zullen de sociale partners, in het kader van de nieuwe convergentiedoelstelling, worden aangemoedigd om actief deel te nemen aan acties voor capaciteitsopbouw en om gezamenlijke activiteiten te ondernemen op beleidsgebieden waar zij een beslissende rol spelen.

2004/0165 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het Europees Sociaal Fonds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 148,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[2],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[3],

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[4],

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. […] houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en het Cohesiefonds[5] wordt het actiekader voor de Structuurfondsen en het Cohesiefonds vastgelegd en worden, in het bijzonder, de doelstellingen, de beginselen en de voorschriften betreffende partnerschap, programmering, evaluatie en management vastgesteld. Bijgevolg moet de opdracht van het Europees Sociaal Fonds (hierna “ESF” genoemd) worden vastgesteld, uitgaande van de in artikel 146 van het Verdrag omschreven taken en in de context van de werkzaamheden van de lidstaten en de Gemeenschap met betrekking tot de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid als bedoeld in artikel 125 van het Verdrag. Duidelijkheidshalve dient Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds[6] te worden vervangen.

Er dienen specifieke bepalingen te worden vastgesteld met betrekking tot het soort activiteiten dat door het ESF kan worden gefinancierd in het kader van de doelstellingen die zijn bepaald in Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en het Cohesiefonds].

Het ESF dient de beleidsmaatregelen van de lidstaten die nauw aansluiten bij de richtsnoeren en aanbevelingen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie en de overeengekomen doelstellingen van de Gemeenschap met betrekking tot sociale integratie en tot onderwijs en opleiding, te steunen om een betere bijdrage te kunnen leveren aan de verwezenlijking van de tijdens de bijeenkomsten van de Europese Raad te Lissabon en te Göteborg overeengekomen doelstellingen en streefniveaus.

Met het oog op een betere anticipering op veranderingen en een beter beheer ervan in het kader van de doelstelling “regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” moet de steun uit het ESF in het bijzonder worden geconcentreerd op vergroting van het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, verbetering van de toegang tot en de participatie op de arbeidsmarkt, verbetering van de sociale integratie van kansarmen en bestrijding van discriminatie, en bevordering van partnerschappen voor hervorming.

Naast deze prioriteiten moeten, in de minst ontwikkelde regio’s en lidstaten, in het kader van de convergentiedoelstelling en ter versterking van de economische groei, ter verruiming van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor vrouwen en mannen, en ter verbetering van de kwaliteit en de productiviteit van het werk, de investeringen in menselijk kapitaal worden uitgebreid en verbeterd en moet de institutionele, bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit worden versterkt, in het bijzonder om hervormingen voor te bereiden en door te voeren en om toe te zien op de tenuitvoerlegging van het acquis.

De bevordering van innovatieve acties en transnationale samenwerking is een fundamentele dimensie die in de werkingssfeer van het ESF moet worden geïntegreerd.

Het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de actie van het ESF coherent is met de beleidsmaatregelen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie en om de steun uit het ESF te concentreren op de tenuitvoerlegging van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en -aanbevelingen.

Een efficiënte en doeltreffende tenuitvoerlegging van de door het ESF gesteunde actie berust op goed bestuur en partnerschap tussen alle relevante territoriale en sociaal-economische actoren en in het bijzonder de sociale partners en andere belanghebbenden, onder wie die op regionaal en op plaatselijk niveau.

De lidstaten en de Commissie moeten erop toezien dat de tenuitvoerlegging van de prioriteiten die het ESF financiert in het kader van de doelstellingen “convergentie” en “regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, bijdraagt tot de bevordering van de gelijkheid en tot de opheffing van ongelijkheden tussen vrouwen en mannen; “gendermainstreaming” moet worden gecombineerd met specifieke actie om de duurzame arbeidsparticipatie van vrouwen en hun ontwikkelingsmogelijkheden in dat verband te verbeteren.

Het ESF moet tevens technische bijstand verlenen, waarbij bijzondere aandacht moet gaan naar de stimulering van wederzijds leren door uitwisseling van ervaringen en door overdracht van goede praktijken, en waarbij de nadruk moet worden gelegd op de bijdrage van het ESF aan de beleidsdoelstellingen en -prioriteiten van de Gemeenschap ten aanzien van werkgelegenheid en sociale integratie.

In Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en het Cohesiefonds] is bepaald dat de subsidiabiliteit van de uitgaven op nationaal niveau moet worden vastgesteld, met bepaalde uitzonderingen, waarvoor in specifieke bepalingen moet worden voorzien. De uitzonderingen met betrekking tot het ESF dienen derhalve te worden vastgesteld,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden de taken van het Europees Sociaal Fonds ("ESF") en de reikwijdte van de bijstandsverlening uit het ESF met betrekking tot de doelstellingen "convergentie" en "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" als omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. […], alsmede de soorten uitgaven die voor bijstand in aanmerking komen, vastgesteld.

Artikel 2

Opdracht

1. Het ESF versterkt de economische en sociale samenhang door ondersteuning van de beleidsmaatregelen van de lidstaten die gericht zijn op totstandbrenging van volledige werkgelegenheid, op verbetering van de kwaliteit en productiviteit van het werk, en op bevordering van de sociale integratie en de terugdringing van regionale ongelijkheden van de werkgelegenheid.

In het bijzonder steunt het ESF acties die in overeenstemming zijn met de in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie vastgestelde richtsnoeren en aanbevelingen.

2. Bij het vervullen van de in lid 1 bedoelde taken steunt het ESF de prioriteiten van de Gemeenschap met betrekking tot de noodzaak de sociale samenhang te vergroten, de concurrentiekracht te versterken en een uit milieu-oogpunt gezonde economische ontwikkeling te bevorderen. In het bijzonder houdt het ESF rekening met de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van sociale integratie, onderwijs en opleiding, en gelijkheid tussen vrouwen en mannen.

Artikel 3

Reikwijdte van de bijstandsverlening

1. Binnen het kader van de doelstellingen "convergentie” en “regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” steunt het ESF acties met betrekking tot de volgende prioriteiten:

(a) verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, in het bijzonder door de bevordering van:

(i) grotere investeringen in menselijk kapitaal door bedrijven - vooral middelgrote en kleine bedrijven - en werknemers, namelijk door de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van systemen en strategieën voor levenslang leren waardoor opleidingen beter toegankelijk worden voor laaggeschoolde en oudere werknemers, door transparantie op het gebied van kwalificaties en vaardigheden, door de verspreiding van knowhow op het gebied van ICT en management, en door stimulering van de ondernemingsgeest en van innovatie;

(ii) de anticipering op en het positief management van economische veranderingen, namelijk door de ontwikkeling en verspreiding van innovatieve en productievere vormen van arbeidsorganisatie die tot een betere gezondheid en meer veiligheid leiden, door het aangeven van de toekomstige beroeps- en vaardigheidsvereisten, en door de ontwikkeling van specifieke arbeidsbemiddelings-, opleidings- en ondersteunende diensten voor werknemers die worden geconfronteerd met de herstructurering van hun bedrijf of van hun sector.

(b) vergemakkelijking van de toegang tot het arbeidsproces voor werkzoekenden en inactieven, voorkoming van werkloosheid, verlenging van het actieve leven en vergroting van de arbeidsparticipatie van vrouwen en migranten, in het bijzonder door de bevordering van:

(i) de modernisering en versterking van de arbeidsmarktinstellingen, vooral de diensten voor arbeidsvoorziening;

(ii) de tenuitvoerlegging van actieve en preventieve maatregelen die ervoor zorgen dat behoeften in een vroeg stadium worden onderkend en dat gepersonaliseerde steun wordt verleend, die het zoeken naar werk en de arbeidsmobiliteit bevorderen, en aanzetten tot het werken als zelfstandige of het oprichten van bedrijven;

(iii) specifieke acties om de duurzame arbeidsparticipatie van vrouwen en hun ontwikkelingsmogelijkheden binnen het arbeidsproces te vergroten, om gendersegregatie op de arbeidsmarkt te verminderen, waarvoor o.a. de oorzaken van de loonverschillen tussen mannen en vrouwen moeten worden aangepakt, en om het combineren van werk en privéleven te vergemakkelijken, waarvoor o.a. moet worden gezorgd voor uitbreiding van de kinderopvang en verruiming van de voorzieningen voor afhankelijke personen;

(iv) specifieke acties om de sociale integratie van migranten te verbeteren en hun arbeidsparticipatie te vergroten, o.a. via begeleiding, taalonderwijs en validering van in het buitenland verworven kennis en vaardigheden.

(c) verbetering van de sociale integratie van kansarmen en bestrijding van discriminatie, in het bijzonder door de bevordering van:

(i) integratietrajecten voor toetreding tot het arbeidsproces ten behoeve van kansarmen, mensen die het slachtoffer zijn van sociale uitsluiting, vroegtijdige schoolverlaters, minderheden en gehandicapten, via inzetbaarheidsmaatregelen, o.a. op het gebied van de sociale economie, via begeleidende maatregelen en via aangepaste voorzieningen voor sociale ondersteuning en zorg;

(ii) de diversiteit op de werkplek en de bestrijding van discriminatie bij het betreden van de arbeidsmarkt, via bewustmakingactiviteiten en via de participatie van plaatselijke gemeenschappen en bedrijven.

(d) stimulering van hervormingen op het gebied van werkgelegenheid en integratie, in het bijzonder door het ontstaan van partnerschappen en pactente bevorderen via netwerkvorming van de betrokken belanghebbenden op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau.

2. Binnen het kader van de convergentiedoelstelling steunt het ESF ook acties met betrekking tot de volgende prioriteiten:

(a) uitbreiding en verbetering van investeringen in menselijk kapitaal, in het bijzonder door de bevordering van:

(i) de tenuitvoerlegging van hervormingen in onderwijs- en opleidingssystemen, vooral met de bedoeling deze systemen beter te laten aansluiten op de behoeften van een kennismaatschappij, de verbetering van de arbeidsmarktrelevantie van initieel onderwijs en initiële opleiding, en de continue aanpassing van de vaardigheden van onderwijzend en ander personeel;

(ii) een grotere deelname aan onderwijs en opleiding in elke levensfase, o.a. via maatregelen om vroegtijdig schoolverlaten sterk terug te dringen en de toegang tot initieel beroepsonderwijs en tertiair onderwijs te vergemakkelijken;

(iii) de ontwikkeling van menselijk potentieel op het gebied van onderzoek en innovatie, met name via onderwijs en opleiding op postuniversitair niveau voor onderzoekers en via netwerkactiviteiten tussen universiteiten, onderzoekcentra en bedrijven.

(b) versterking van de institutionele capaciteit en de doeltreffendheid van overheidsadministraties en -diensten op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau ter ondersteuning van de hervormingen en van goed bestuur, vooral op economisch, sociaal en justitieel gebied en op het gebied van werkgelegenheid en milieu, in het bijzonder door de bevordering van:

(i) goede concipiëring, controle en evaluatie van beleid en van programma’s, via studies, statistieken en expertise, ondersteuning van de coördinatie tussen de diensten en dialoog tussen de betrokken publieke en particuliere instanties;

(ii) capaciteitsopbouw voor de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en programma’s, onder meer met het oog op de handhaving van de wetgeving, vooral via opleiding van het management en het personeel en via specifieke steun aan essentiële diensten, inspectiediensten en sociaal-economische actoren, met name de sociale partners en de betrokken niet-gouvernementele organisaties.

3. Bij de tenuitvoerlegging van de in de leden 1 en 2 genoemde doelstellingen en prioriteiten steunt het ESF de bevordering en mainstreaming van innovatieve activiteiten alsmede van transnationale en interregionale samenwerking, in het bijzonder via de onderlinge uitwisseling van informatie, ervaringen, resultaten en goede praktijken en via de ontwikkeling van complementaire benaderingen en gecoördineerde of gezamenlijke acties.

4. Bij de tenuitvoerlegging van de in lid 2, onder c, punt (i), genoemde prioriteit van sociale integratie kan de financiering door het ESF van acties binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. […] [EFRO] maximaal 10% van betrokken prioriteit bedragen.

Artikel 4

Cohere ntie en concentratie

1. De lidstaten en de beheersautoriteiten zien erop toe dat de door het ESF gesteunde acties consistent zijn met de Europese werkgelegenheidsstrategie en de tenuitvoerlegging ervan ondersteunen. In het bijzonder zien zij erop toe dat de in het strategisch referentiekader en in de operationele programma’s vastgestelde acties de doelstellingen, prioriteiten en streefniveaus van de strategie in elke lidstaat stimuleren, en concentreren zij de steun voornamelijk op de tenuitvoerlegging van de op grond van artikel 128, lid 4, van het Verdrag geformuleerde aanbevelingen inzake werkgelegenheid en van de relevante doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van sociale integratie.

2. Binnen de operationele programma’s worden de middelen ingezet om in de belangrijkste behoeften te voorzien en worden zij op de beleidsgebieden geconcentreerd waar ESF-steun een wezenlijke bijdrage kan leveren tot het realiseren van de doelstellingen van het programma. Om de doeltreffendheid van de steun van het ESF te maximaliseren houden de operationele programma’s in het bijzonder rekening met de regio’s en plaatsen die met de ernstigste problemen te kampen hebben, waaronder achtergestelde stadswijken alsmede in verval rakende plattelandsgebieden en van de visserij afhankelijke gebieden.

3. De relevante elementen van het jaarlijks verslag van de lidstaten als bedoeld in artikel 19 van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en het Cohesiefonds] worden in de dienovereenkomstige nationale actieplannen voor werkgelegenheid en nationale actieplannen voor sociale integratie geïntegreerd.

4. De gekwantificeerde doelstellingen en de indicatoren voor het toezicht op de tenuitvoerlegging van het nationaal strategisch referentiekader als bedoeld in artikel 18 van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en het Cohesiefonds] zijn die welke worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie en in de context van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van sociale integratie en van onderwijs en opleiding. De indicatoren voor het toezicht op de operationele programma’s dienen in overeenstemming te zijn met deze gekwantificeerde doelstellingen.

5. De evaluaties met betrekking tot de acties van het ESF betreffen ook de bijdrage van de door het ESF gesteunde acties aan de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie en aan de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van sociale integratie en van onderwijs en opleiding in de betrokken lidstaat.

Artikel 5

Goed bestuur en partnerschap

1. Het ESF stimuleert goed bestuur en partnerschap. De steun van het ESF wordt op het passende territoriale niveau opgezet en ten uitvoer gelegd, met bijzondere aandacht voor het regionale en het plaatselijke niveau, overeenkomstig de voor elke lidstaat specifieke institutionele regelingen.

2. De lidstaten en de beheersautoriteit van elk operationeel programma zien toe op de participatie van de sociale partners en op adequaat overleg met niet-gouvernementele belanghebbenden, op het passende territoriale niveau, bij de programmering, tenuitvoerlegging en controle van de ESF-steun.

3. De beheersautoriteiten van de operationele programma’s stimuleren een adequate participatie van de sociale partners in de op grond van artikel 2 van deze verordening gefinancierde activiteiten alsmede hun toegang tot die activiteiten.

In het kader van de convergentiedoelstelling wordt ten minste 2% van de middelen van het ESF uitgetrokken voor capaciteitsopbouw en voor activiteiten die door de sociale partners gezamenlijk worden ondernomen, in het bijzonder met betrekking tot de verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder (a).

4. De beheersautoriteiten van de operationele programma’s stimuleren een adequate participatie van de niet-gouvernementele organisaties in de gefinancierde activiteiten alsmede hun toegang tot die activiteiten, met name op het gebied van sociale integratie en van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen.

5. Als de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging wordt gedelegeerd, kan de steun in het kader van een programma worden verleend via globale subsidies.

Artikel 6

Gelijkheid tussen vrouwen en mannen

De lidstaten en de beheersautoriteiten zien erop toe dat de operationele programma’s een beschrijving bevatten van de manier waarop de gelijkheid tussen vrouwen en mannen wordt gestimuleerd bij de programmering, de tenuitvoerlegging en de controle, met name door specifieke indicatoren, alsmede bij de evaluatie.

Artikel 7

Innovati e

In het kader van elk operationeel programma besteden de lidstaten en de beheersautoriteiten bijzondere aandacht aan de bevordering en de integratie van innovatieve activiteiten. Na raadpleging van het in artikel 47 van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en het Cohesiefonds] bedoelde toezichtcomité kiest de beheersautoriteit de thema’s voor de innovatiefinanciering en stelt zij de passende bepalingen voor de tenuitvoerlegging vast.

Artikel 8

Transnation ale samenwerking

1. De lidstaten en de beheersautoriteiten zien erop toe dat de programmering van activiteiten op het gebied van transnationale en interregionale samenwerking een specifieke prioriteit binnen een operationeel programma of een specifiek operationeel programma vormt.

2. De lidstaten zien met behulp van passende coördinatiemechanismen toe op de coherentie en complementariteit tussen de acties van het Fonds en de via andere transnationale programma’s van de Gemeenschap gefinancierde acties, in het bijzonder op het gebied van onderwijs en opleiding, teneinde het gebruik van de middelen van de Gemeenschap ter ondersteuning van het onderwijs en van het levenslang leren te optimaliseren.

Artikel 9

Techni sche bijstand

De Commissie stimuleert in het bijzonder de uitwisseling van ervaringen, bewustmakingsactiviteiten, seminars, netwerkvorming en intercollegiale toetsing om goede praktijken op te sporen en te verspreiden en om wederzijds leren aan te moedigen ter versterking van de beleidsdimensie en van de bijdrage van het ESF aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van werkgelegenheid en sociale integratie.

Artikel 10

Jaarverslagen en eindverslagen

De jaarverslagen en eindverslagen over de tenuitvoerlegging als bedoeld in artikel 49 van Verordening (EG) nr. […] [houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en het Cohesiefonds] bevatten een samenvattend overzicht van de tenuitvoerlegging van:

(a) gendermainstreaming en genderspecifieke acties;

(b) acties ter versterking van de sociale integratie van en de werkgelegenheid voor migranten;

(c) acties ter verbetering van de sociale integratie van en de werkgelegenheid voor minderheden;

(d) innovatieve activiteiten, met name een motivering van de voor innovatie geselecteerde thema’s, en presentatie van de resultaten ervan en van hun verspreiding en mainstreaming;

(e) activiteiten op het gebied van transnationale en interregionale samenwerking.

Artikel 11

Subsidiabiliteit

1. Het ESF steunt overheidsuitgaven in de vorm van niet-terugvorderbare individuele of globale subsidies, terugvorderbare subsidies, rentesubsidies en microkredieten en de aankoop van goederen en diensten via openbare aanbestedingen.

2. De volgende uitgaven komen niet in aanmerking voor ESF-steun:

(a) terugvorderbare BTW;

(b) debetrente;

(c) aankoop van infrastructuur, afschrijfbare roerende goederen, onroerend goed en grond.

3. In afwijking van lid 2 van dit artikel zijn de subsidiabiliteitsregels die zijn vastgesteld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. […] [betreffende het EFRO], van toepassing op door het ESF medegefinancierde acties die binnen de werkingssfeer van artikel [2] van [Verordening betreffende het EFRO] vallen.

4. In afwijking van de nationale subsidiabiliteitsregels kunnen de uitgaven die voor de door het ESF medegefinancierde operationele programma’s worden gedeclareerd, het volgende omvatten:

(a) de toelagen of salarissen die door een derde partij aan de deelnemers aan een concrete actie zijn betaald en die tegenover de begunstigde zijn gecertificeerd, op voorwaarde dat die betalingen het nationale gedeelte van de overheidsfinanciering van de concrete actie vormen, overeenkomstig de geldende nationale voorschriften;

(b) de indirecte kosten van een concrete actie die op forfaitaire basis zijn vastgesteld, tot 20% van de voor deze concrete actie gedeclareerde directe kosten, volgens het type concrete actie, de context waarin de tenuitvoerlegging plaatsvindt en de plaats van uitvoering.

Artikel 12

Overgangsbepalingen

Deze verordening doet geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gedeeltelijke of volledige intrekking, van maatregelen die door de Raad of de Commissie zijn goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1784/99 en vóór 1 januari 2007 van toepassing waren.

Aanvragen die zijn ingediend in het kader van Verordening (EEG) nr. 1784/99 blijven geldig.

Artikel 13

Intrekking

Verordening (EG) nr. 1784/99 wordt met ingang van 1 januari 2007 ingetrokken.

Verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 1784/99 worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 14

Herzieningsclausule

Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag wordt deze verordening uiterlijk op 31 december 2013 door het Europees Parlement en de Raad opnieuw bezien.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op [….]

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

[…] […]

[1] PB C […] van […], blz. […].

[2] PB C […] van […], blz. […].

[3] PB C […] van […], blz. […].

[4] PB C […] van […], blz. […].

[5] PB L […] van […], blz. […].

[6] PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5.