52004PC0145

Voorstel voor verordening van de Raad inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte /* COM/2004/0145 def. */


Voorstel voor VERORDENING VAN DE RAAD inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Overeenkomstig artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte, stelt de Raad, op voorstel van de Commissie, de voorwaarden vast waaronder de rechtsvoorschriften van de EU gelden ten aanzien van de grens tussen de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent en de gebieden waarover die regering niet feitelijk het gezag uitoefent (hierna de "grens" te noemen).

Overeenkomstig artikel 1 van Protocol nr. 10 wordt de toepassing van het acquis in het noordelijke deel van Cyprus geschorst in afwachting van een regeling voor de kwestie-Cyprus. Aangezien de grens geen buitengrens is, hoeven er geen bijzondere regels te worden vastgesteld voor het grensoverschrijdend verkeer van personen, goederen en diensten.

Bij de opstelling van de ontwerptekst is rekening gehouden met het bijzondere karakter van de situatie en de politieke gevoeligheden op het eiland. De tekst heeft, onder andere, betrekking op vraagstukken als de preventie van illegale immigratie, douane, voedselveiligheid, belasting, en reisfaciliteiten. Er diende een evenwicht te worden gevonden tussen, enerzijds, de noodzaak om een duidelijk wetgevingskader vast te stellen en, anderzijds, de eis dat de geschilpunten niet mochten worden verdiept.

Zelfs indien de kwestie vóór de toetreding wordt geregeld, kan het noodzakelijk zijn dat de verordening voor een overgangsperiode in werking treedt, omdat het acquis op 1 mei 2004 niet noodzakelijkerwijze geheel tot het noordelijke deel zal worden uitgebreid. Er wordt momenteel gewerkt aan een tweede ontwerp-verordening die alle besluiten bevat die de Raad moet nemen indien de kwestie voor de toetreding wordt geregeld. Dit ontwerp kan echter slechts worden voltooid wanneer alle voorwaarden van de regeling bekend zijn.

Voorstel voor VERORDENING VAN DE RAAD inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Protocol nr. 10 over Cyprus van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, met name op artikel 2 daarvan,

Gelet op Protocol nr. 3 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, met name op artikel 6 daarvan,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ... van ..., blz. ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Europese Raad heeft herhaaldelijk gewezen op zijn sterke voorkeur voor toetreding van een herenigd Cyprus. Helaas is er nog geen omvattende regeling tot stand gekomen.

(2) In afwachting van een regeling, is de invoering van het acquis opgeschort in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, zulks overeenkomstig artikel 1, lid 1, van Protocol nr. 10.

(3) Deze opschorting betekent dat de voorwaarden vastgesteld dienen te worden waaronder de relevante rechtsvoorschriften van de EU gelden ten aanzien van de grens tussen de bovengenoemde gebieden en de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent. Om de doeltreffendheid van deze regels te garanderen dient de toepassing daarvan te worden uitgebreid tot de grenslijn tussen de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en de oostelijke Sovereign Base Area van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland.

(4) Aangezien de bovengenoemde grens geen buitengrens van de EU is, ligt de hoofdverantwoordelijkheid om te bepalen welke personen, goederen en diensten de grens mogen overschrijden, bij de Republiek Cyprus. Aangezien de bovenbedoelde gebieden zich echter tijdelijk buiten het douane- en belastinggebied van de Gemeenschap en de ruimte van vrijheid, rechtvaardigheid en veiligheid bevinden, dienen speciale regels te worden toegepast ten aanzien van de grens. Deze regels dienen te voorzien in een niveau van bescherming van de veiligheid dat gelijkwaardig is aan het niveau in de EU wat illegale immigratie, gevaren voor de openbare veiligheid en economische belangen in verband met het grensoverschrijdend verkeer van goederen betreft.

(5) Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 10 vormt de opschorting van het acquis in geen enkel opzicht een beletsel voor maatregelen ter bevordering van de economische ontwikkeling in het noordelijke deel van Cyprus.

(6) Wat het verkeer van personen betreft, mogen, overeenkomstig het beleid van de regering van de Republiek Cyprus, alle burgers van de Republiek Cyprus, EU-burgers en onderdanen van derde landen die legaal in het noordelijk deel van Cyprus verblijven, alsmede alle EU-burgers en onderdanen van derde landen die het eiland via de door de regering gecontroleerde gebieden zijn binnengekomen, de grens overschrijden.

(7) Ongeacht het beleid van de regering van de Republiek Cyprus is het noodzakelijk minimumregels vast te stellen voor het verrichten van controles op personen aan de grens en een doeltreffend toezicht daarop, ter voorkoming van de illegale immigratie van onderdanen van derde landen, alsmede ter voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid en het overheidsbeleid. Tevens dienen de voorwaarden te worden vastgesteld waaronder onderdanen van derde landen de grens mogen overschrijden.

(8) Wat de controle van personen betreft, doet deze verordening geen afbreuk aan de bepalingen van Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte.

(9) Wat goederen betreft, is, overeenkomstig het beleid van de regering van de Republiek Cyprus, in principe uitsluitend het grensoverschrijdend verkeer van goederen die geheel en al zijn verkregen in het noordelijke deel van Cyprus, toegestaan. In deze omstandigheden is de toepassing van vereenvoudigde controles en formaliteiten mogelijk en kunnen heffingen tot een minimum worden beperkt.

(10) Deze verordening is niet van invloed op het mandaat van de Verenigde Naties in de bufferzone.

(11) Aangezien veranderingen in het beleid van Cyprus met betrekking tot de grens aanleiding kunnen geven tot problemen met de verenigbaarheid met de door deze verordening vastgestelde regels, dienen dergelijke veranderingen, vóór hun inwerkingtreding, aangemeld te worden bij de Commissie, zodat deze passende maatregelen kan nemen om inconsistenties te voorkomen.

(12) De Commissie wordt tevens gemachtigd de bijlagen I, II en III bij deze verordening te wijzigen, indien zich veranderingen voordoen en onmiddellijke maatregelen noodzakelijk zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. "grens":

a) voor de doeleinden van de controles op personen, als gedefinieerd in artikel 2, de grens tussen de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent en de gebieden waarover die regering niet feitelijk het gezag uitoefent;

b) voor de doeleinden van de controles op goederen, als gedefinieerd in artikel 4, de grens tussen enerzijds de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en anderzijds de gebieden waarover die regering feitelijk het gezag uitoefent en de oostelijke Sovereign Base Area van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland;

2. "onderdaan van een derde land": elke persoon die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 17, lid 1, van het EG-verdrag.

TITEL II GRENSOVERSCHRIJDEND VERKEER VAN PERSONEN

Artikel 2 Controles op personen

1. De Republiek Cyprus verricht controles op alle personen die de grens overschrijden, zulks ter voorkoming van illegale immigratie van onderdanen van derde landen, alsmede ter voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid en het overheidsbeleid. Deze controles worden tevens verricht op voertuigen en voorwerpen die in het bezit zijn van personen die de grens overschrijden.

2. Alle personen worden aan tenminste één controle onderworpen om hun identiteit vast te stellen.

3. Onderdanen van derde landen mogen de grens uitsluitend overschrijden indien zij:

a) in het bezit zijn van een verblijfsvergunning die is afgegeven door de Republiek Cyprus of een geldig reisdocument en, voor zover vereist, een geldig visum voor de Republiek Cyprus, en

b) geen gevaar vormen voor het overheidsbeleid of de openbare veiligheid.

4. De grens mag uitsluitend worden overschreden via de door de bevoegde autoriteiten van de Republiek Cyprus erkende grensovergangen. Een lijst van deze grensovergangen is opgenomen in bijlage I.

5. Controles op personen aan de grens tussen de oostelijke Sovereign Base Area en de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, worden verricht overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte.

Artikel 3 Toezicht op de grens

Door de Republiek Cyprus wordt over de gehele lengte van de grens op een zodanige wijze toezicht uitgeoefend dat personen worden ontmoedigd om de controles aan de in artikel 2, lid 4, bedoelde grensovergangen te omzeilen.

TITEL III GRENSOVERSCHRIJDEND VERKEER VAN GOEDEREN

Artikel 4 Behandeling van goederen die afkomstig zijn uit gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent

1. Onverminderd artikel 6, mogen uitsluitend de in bijlage II vermelde goederen de gebieden worden binnengebracht waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent zonder dat daarvoor douanerechten of heffingen van gelijke werking gelden of een douaneaangifte moet worden gedaan, op voorwaarde dat zij geheel en al zijn verkregen in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, in de zin van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad [2].

[2] PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

2. Deze goederen mogen de grens uitsluitend overschrijden via de in bijlage I genoemde grensovergangen en de onder het gezag van de oostelijke Sovereign Base Area vallende grensovergangen Pergamos en Strovilia.

3. Voor zover de EG-wetgeving zulks vereist, ondergaan de goederen de in bijlage III genoemde controles.

4. De goederen dienen vergezeld te gaan van een document dat is afgegeven door de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel, die daartoe door de regering van de Republiek Cyprus is gemachtigd.

5. Nadat de goederen de grens met de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent, hebben overschreden, controleren de bevoegde autoriteiten van de Republiek Cyprus het in lid 4 bedoelde document op zijn echtheid en gaan zij na of het met de goederen overeenstemt.

6. De Republiek Cyprus behandelt de in lid 1 bedoelde goederen als niet-ingevoerde goederen in de zin van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad [3] en artikel 5 van Richtlijn 92/12/EEG van de Raad [4], mits de goederen bestemd zijn voor gebruik in de Republiek Cyprus.

[3] PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1.

[4] PB L 76 van 23.3.1992, blz. 1.

7. Lid 6 heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen uit de BTW.

8. Het grensoverschrijdend verkeer van levende dieren en dierlijke producten is verboden.

9. De autoriteiten van de oostelijke Sovereign Base Area mogen de traditionele levering aan de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla van goederen uit de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, handhaven. Zij oefenen streng toezicht uit op de hoeveelheid en de aard van de goederen met inachtneming van hun bestemming.

10. Goederen die aan de in lid 1 tot en met 9 genoemde voorwaarden voldoen, worden beschouwd als communautaire goederen in de zin van artikel 4, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad.

Artikel 5 Verzending van goederen naar gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent

1. Voor goederen die de grens mogen overschrijden, gelden geen uitvoerformaliteiten. De autoriteiten van de Republiek Cyprus dienen echter op verzoek de noodzakelijke gelijkwaardige documenten te verstrekken.

2. Voor landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten wordt bij het overschrijden van de grens geen uitvoerrestitutie uitbetaald.

3. Voor de levering van goederen geldt geen vrijstelling als bedoeld in artikel 15, lid 1 en 2, van Richtlijn 77/388/EEG.

4. Het verkeer van goederen waarvan de verzending of uitvoer naar een plaats buiten het douanegebied van de Gemeenschap op grond van het Gemeenschapsrecht verboden is of onderworpen aan een vergunningsplicht, restricties, rechten of andere uitvoerheffingen, is verboden.

Artikel 6 Reisfaciliteiten

Richtlijn 69/169/EEG van de Raad [5] is niet van toepassing, maar goederen die zich in de persoonlijke bagage van reizigers bevinden, met inbegrip van maximaal 200 sigaretten en 1 liter alcoholhoudende drank, zijn vrijgesteld van omzetbelasting en accijns, mits zij geen commercieel karakter hebben en hun totale waarde niet meer bedraagt dan 30 euro per persoon. De Republiek Cyprus kan ten aanzien van alcoholhoudende dranken en tabaksproducten aanvullende kwantitatieve beperkingen opleggen aan reizigers jonger dan 15 jaar.

[5] PB L 133 van 4.6.1969, blz. 6.

TITEL IV DIENSTEN

Artikel 7 Belastingen

Wanneer grensoverschrijdende diensten worden verleend aan of door personen van wie het vaste adres of de gebruikelijke woonplaats gelegen is in de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, worden voor de toepassing van de BTW deze diensten geacht te zijn verleend of ontvangen door personen van wie het vaste adres of de gebruikelijke woonplaats gelegen is in de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent.

TITEL V SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Toepassing

De autoriteiten van de Republiek Cyprus en de autoriteiten van de oostelijke Sovereign Base Area in Cyprus nemen passende maatregelen om naleving van de bepalingen van deze verordening te waarborgen en ontduiking te voorkomen.

Artikel 9 Aanpassing van de bijlagen

De Commissie mag, op verzoek van de regering van de Republiek Cyprus, de bijlagen I, II en III wijzigen.

Artikel 10 Wijziging van het beleid

Wijzigingen van het beleid van de Republiek Cyprus inzake het grensoverschrijdend verkeer van personen of goederen treden niet eerder in werking dan nadat de Commissie in kennis is gesteld van de voorgenomen wijzigingen en daartegen niet binnen een maand bezwaar heeft aangetekend. Zo nodig mag de Commissie voorstellen doen tot wijziging van deze verordening teneinde te voorzien in verenigbaarheid van de nationale en EU-regelgeving betreffende de grens.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de datum van toetreding van de Republiek Cyprus tot de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE I

Lijst van grensovergangen bedoeld in artikel 2, lid 4, van de verordening

- Ledra Palace

- Agios Dhometios

BIJLAGE II

Lijst van goederen bedoeld in artikel 4, lid 1, van de verordening

- citrusvruchten (vallende onder GS-rubriek 0805): vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., en kruisingen daarvan

- terra umbra (vallende onder GS-rubriek ex2530)

BIJLAGE III

Lijst van controles bedoeld in artikel 4, lid 3, van de verordening

- fytosanitaire controle: citrusvruchten worden, alvorens zij de grens overschrijden met als bestemming de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent, onderworpen aan fytosanitaire controle door daartoe gemachtigde deskundigen, teneinde vast te stellen dat de bepalingen van de fytosanitaire wetgeving van de EU (Richtlijn 2000/29/EG van de Raad) zijn nageleefd.