[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 21.12.2004

COM(2004)819 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

inzake niet-bindende richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van sommige bepalingen van Richtlijn 98/24/EG betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk

SEC(2004)1594

Artikel 12, lid 2, van Richtlijn 98/24/EG[1] bepaalt dat de Commissie niet-bindende praktische richtsnoeren opstelt om de lidstaten voor de uitvoering van deze richtlijn te helpen bij de uitwerking van hun nationaal beleid en de naleving van hun regelgeving inzake de bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers te vergemakkelijken, met name ten aanzien van de in de artikelen 3 tot en met 6 en in bijlage II, punt 1, behandelde onderwerpen.

Om aan deze verplichting te voldoen heeft de Commissie richtsnoeren opgesteld met betrekking tot:

Analysemethoden voor de meting van de indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan de chemische agentia die zijn opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 2000/39/EG van de Commissie[2] tot vaststelling van een eerste lijst van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling ter uitvoering van Richtlijn 98/24/EG;

Opsporing, beoordeling en beheersing van risico’s tengevolge van de aanwezigheid van gevaarlijke chemische agentia op de werkplek;

Algemene beginselen voor de preventie van risico’s in verband met gevaarlijke chemische agentia en specifieke preventie- en beschermingsmaatregelen ter beheersing van deze risico’s;

Medisch toezicht en biologische monitoring van werknemers die aan lood en zijn ionverbindingen zijn blootgesteld.

Bij de opstelling van deze richtsnoeren werd de Commissie bijgestaan door het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats, dat op 28 juni 2004 een gunstig advies heeft uitgebracht.

Het Raadgevend Comité is van oordeel dat de richtsnoeren de in bovengenoemde Richtlijn 98/24/EG aan de orde gestelde fundamentele kwestie adequaat behandelen.

Het is ook van mening dat zij voor de lidstaten een nuttig referentiedocument zullen zijn, dat gebruikt kan worden als hulpmiddel bij de opstelling van hun eigen richtsnoeren, met name voor het midden- en kleinbedrijf.

Overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Richtlijn 98/24/EG verzoekt de Commissie de lidstaten om bij de uitwerking van hun nationaal beleid inzake de bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers zo veel mogelijk met deze richtsnoeren rekening te houden en deze op een zo ruim mogelijke schaal in de betrokken kringen te verspreiden.

[1] PB L 131 van 5.5.1998.

[2] PB L 142 van 16.6.2000.