20.9.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 231/55


Advies van het Comité van de Regio's over de „Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake de gereguleerde binnenkomst in de EU van personen die internationale bescherming behoeven en de versterking van de beschermingscapaciteit van de regio's van herkomst — Verbetering van de toegang tot duurzame oplossingen”

(2005/C 231/07)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

Gezien de Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake de gereguleerde binnenkomst in de EU van personen die internationale bescherming behoeven en de versterking van de beschermingscapaciteit van de regio's van herkomst: „Verbetering van de toegang tot duurzame oplossingen” (COM (2004) 410 def.);

Gezien het besluit van de Commissie van 25 augustus 2004 om het Comité hierover overeenkomstig artikel 265, lid 1, van het EG-Verdrag te raadplegen;

Gezien het besluit van zijn voorzitter van 5 april 2004 om de commissie „Externe betrekkingen” met het opstellen van een advies over dit onderwerp te belasten;

Gezien het EG-Verdrag, met name artikel 63, lid 2, sub b);

Gezien het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa, met name de artikelen II-61, II-78, II-79 en III-266, III-267 en III-268,

Gezien het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, als aangevuld bij het Protocol van New York van 31 januari 1967,

Gezien de conclusies van het voorzitterschap over het Haags Programma: Versterking van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie, en met name het Asiel-, migratie- en grenzenbeleid (par. 1.2) en de Externe dimensie van asiel en migratie (par.1.6);

Gezien zijn advies over de „Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over immigratie, integratie en werkgelegenheid” (COM(2003) 336 def., CDR 223/2003 fin (1))

Gezien zijn overige adviezen over vluchtelingenbeleid (CDR 90/2001 fin (2); CDR 214/2001 fin (3); CDR 93/2002 fin (4); CDR 249/2003 fin (5));

Gezien het door de commissie „Externe betrekkingen” op 7 februari 2005 goedgekeurde ontwerpadvies (CDR 338/2004 rev. 1) (rapporteur: de heer Sértő-Radics, burgemeester van de gemeente Uszka (HU/ELDR));

1)

overwegende dat duurzame oplossingen pas mogelijk zijn als de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten ten aanzien van de gereguleerde binnenkomst in de EU van personen die internationale bescherming behoeven, beter verdeeld worden en als de beschermingscapaciteit van de landen van herkomst wordt versterkt, met het oog op de uitwerking en toepassing van een gemeenschappelijk asielbeleid in alle lidstaten;

2)

overwegende dat het voor de verwezenlijking van deze doelstelling noodzakelijk is de betrokken lidstaten en regio's, inclusief de herkomst- of transitlanden en –regio's, te voorzien van toereikende middelen, met name gelet op de uitbreiding van de EU en de behoeften van de nieuwe lidstaten;

heeft tijdens zijn op 13 en 14 april 2005 gehouden 59e zitting (vergadering van 14 april) het volgende advies goedgekeurd:

1.   Standpunten van het Comité van de Regio's

1.1

Het Comité stemt in met het voorstel van de Europese Commissie. Het steunt met name de voorgestelde regionale beschermingsprogramma's van de EU, ter verbetering van de beschermingscapaciteit van de landen in de regio's van herkomst (naburige en transitlanden).

1.2

Het wijst erop dat gevolg moet worden gegeven aan de aanbevelingen van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties over seksespecifieke vervolging als grond voor toekenning van de vluchtelingenstatus.

1.3

Het waardeert de rol die de Commissie in de regeling inzake personen die internationale bescherming behoeven ook aan de transitlanden wenst toe te kennen. Het meent evenwel dat de rol van de transitlanden en -regio's en de hun te verlenen steun meer nadruk verdienen.

1.4

Het tekent aan dat de opvang van personen die internationale bescherming behoeven vooral op lokaal niveau gevolgen heeft, nl. in de gemeenschappen die deze personen ontvangen; daarom verzoekt het met klem dat de lokale en regionale overheden bij de besluitvorming omtrent de opvang en integratie van asielzoekers en vluchtelingen betrokken worden.

1.5

Het benadrukt in het bijzonder dat de lokale en regionale actoren een belangrijke rol vervullen als verantwoordelijken voor de opvang van personen die internationale bescherming behoeven en voor integratiemaatregelen; het betreurt derhalve dat de Commissie in haar voorstel niet heeft voorzien in brede raadpleging van de lokale en regionale overheden tijdens de planning van de uitvoering van het programma en de besluitvorming over de financiering. Het voorstel is voor lokale en regionale actoren geen waarborg dat zij kunnen deelnemen aan de ontwikkeling van goede praktijken voor communautaire acties.

1.6

Het acht het in dit verband van belang dat de doelstellingen, instrumenten en procedures van het interne en externe beleid beter op elkaar worden afgestemd en meer samenhang gaan vertonen, vooral wanneer het gaat om problemen die van grensoverschrijdende aard zijn.

1.7

Het onderstreept dat het voor de regularisatie van personen die internationale bescherming behoeven belangrijk is dat de betrokken regio's en lokale overheden, inclusief die van opvanglanden welke tot de EU behoren, herkomst- en transitoregio's, elkaar helpen en gezamenlijke acties ondernemen.

1.8

Het meent dat meer onderzoek nodig is naar de te verwachten sociale en met name arbeidsmarktgevolgen van de hervestigingregeling van de EU voor de bevolking in gebieden in de betrokken lidstaten die met een ontwikkelingsachterstand en nog werkloosheid te kampen hebben.

1.9

Het erkent het belang van een EU-beleid dat de bevolking in arme onderontwikkelde landen en regio's steunt; anderzijds vestigt het de aandacht op het belang van een billijke behandeling voor alle EU-burgers, zodat maatregelen die in het kader van de hervestigingregeling worden genomen op bredere steun van de burgers in de lidstaten kunnen rekenen.

1.10

Het stelt voor dat de Commissie in samenwerking met ngo's en andere betrokkenen aanvullende juridische analyses verricht om objectieve en coherente criteria waarmee kan worden bepaald in welke gevallen personen die internationale bescherming behoeven voor hervestiging in aanmerking komen. Zo moet ervoor gezorgd worden dat de mensenrechten worden gerespecteerd, dat niemand wordt gediscrimineerd en dat de landen en regio's van opvang de vereiste juridische steun kunnen genieten. Van nog groter belang acht het CvdR het dat de in de lidstaten gearriveerde vluchtelingen in het kader van de hervestigingregeling gegarandeerd in de arbeidsmarkt geïntegreerd worden zodat alle EU-burgers dezelfde rechten genieten.

2.   Aanbevelingen van het Comité van de Regio's

2.1

Het onderschrijft de Mededeling van de Commissie als een goed uitgangspunt voor verdere evaluatie, maar met name met het oog op de EU-hervestigingregeling meent het dat nadere analyse en onderzoek geboden is; het beveelt daarom aan om de uiterste termijn voor de indiening bij de Raad van het voorstel inzake de hervestigingregeling te verlengen zodat zij een beter doordacht voorstel kan formuleren.

2.2

Het meent dat de lokale en regionale overheden meer betrokken moeten worden bij de uitwerking van concepten en de uitvoering van maatregelen op immigratie- en asielgebied; gepaste financiële steun moet hun daarbij gewaarborgd worden.

2.3

Daarom en ter wille van de financiering van deze acties kan er gedacht worden aan uitbreiding van het toepassingsgebied van doelstelling 3 (territoriale samenwerking en het nieuwe nabuurschapbeleid) van de Structuurfondsen voor de periode 2007-2013. Het zou graag zien dat er voor doeltreffende coördinatie wordt gezorgd tussen de gemeenschappelijke multilaterale programma's die in het kader van deze doelstelling ten uitvoer worden gelegd en de bilaterale actieplannen die onder het nabuurschapsbeleid vallen.

2.4

Gezien de omvang van de migratie in het Middellandse-Zeegebied zou in oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van programma's voor het beheer van migratiestromen, zoals het AENEAS-programma, voortaan prioriteit moeten worden verleend aan projecten die op maatregelen in het Middellandse-Zeegebied zijn gericht.

2.5

Het bepleit een implementatie van de EU-hervestigingregeling die garandeert dat vluchtelingen die in de lidstaten moeten worden ondergebracht op dezelfde wijze worden behandeld als alle EU-burgers.

2.6

Het stemt in met de tenuitvoerlegging van de conclusies van het voorzitterschap betreffende het Haags Programma en acht het wenselijk om alle lokale en regionale overheden uit te nodigen tot een interculturele dialoog tussen alle geledingen in de maatschappij. Dit dient te gebeuren d.m.v. forums en activiteiten om het wederzijds begrip van alle beleidsgebieden die met integratie samenhangen te verbeteren.

Brussel, 14 april 2005

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Peter STRAUB


(1)  PB C 109 van 30-4-2004, blz. 46-49

(2)  PB C 19 van 22-1-2002, blz. 20-22

(3)  PB C 107 van 3-5-2002, blz. 85-88

(4)  PB C 278 van 14-11-2002, blz. 44-48

(5)  PB C 23 van 27-1-2004, blz. 30-32