22.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 71/55


Advies van het Comité van de Regio's over de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „Snelle verbindingen voor Europa: Nationale breedbandstrategieën”

(2005/C 71/13)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

GEZIEN de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „Snelle verbindingen voor Europa: Nationale breedbandstrategieën” (COM(2004) 369 def.),

GEZIEN het besluit van de Europese Commissie van 13 mei 2004 om het CvdR overeenkomstig artikel 265 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap daarover te raadplegen,

GEZIEN het besluit van het bureau van het CvdR van 20 april 2004 om de CvdR-commissie „Cultuur en opleiding” met de voorbereiding van een advies terzake te belasten,

GEZIEN de doelstelling uit de Lissabonstrategie om van de Europese Unie tegen 2010 „de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te maken die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang”,

GEZIEN de oproep van de Europese Raad van Barcelona aan de Commissie om een eEurope-actieplan op te stellen met de nadruk op „de ruime beschikbaarheid en het ruime gebruik van breedbandnetwerken in de gehele Unie voor 2005 en de ontwikkeling van internetprotocol IPv6 en de veiligheid van netwerken en informatie, e-overheid, e-leren, e-gezondheid en e-handel” (1),

GEZIEN het op basis daarvan in mei 2002 goedgekeurde actieplan eEurope 2005, waarvan het stimuleren van het gebruik en het creëren van nieuwe diensten de nieuwe, door de Europese Raad van Sevilla bekrachtigde centrale doelstellingen zijn (2). Uiteindelijk moet dit plan er tegen eind 2005 in het algemeen toe leiden dat Europa beschikt over moderne on line overheidsdiensten (e-overheid, e-leren, e-gezondheid) evenals over een dynamische e-business-omgeving, en dat alles dankzij een ruime beschikbaarheid van breedbandtoegang tegen concurrerende prijzen en een veilige informatie-infrastructuur,

GEZIEN het voorontwerp van advies (3) van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de Mededeling van de Commissie „Snelle verbindingen voor Europa: recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie” (COM(2004) 61 def.),

GEZIEN de Mededeling van de Commissie over de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (COM(2003) 406 def. - 2003/0147 COD),

GEZIEN het CvdR-advies (4) over de Evaluatie van het IDA-programma en een tweede fase van het IDA-programma (CdR 44/98 fin),

GEZIEN het op 22 september 2004 goedgekeurde ontwerpadvies (CdR 257/2004 rev. 2) van de CvdR-commissie „Cultuur en opleiding” (rapporteur de heer Štebe, burgemeester van Mengeš, SI/EVP),

overwegende hetgeen volgt:

1.

ambitieuze snelle verbindingen - met gelijke rechten voor iedereen, waarbij niet wordt gediscrimineerd en digitale mogelijkheden worden geboden in een Europa-wijde informatie-infrastructuur - moeten de belangrijkste rol spelen bij de vergroting van de samenhang in heel Europa, tussen de EU-lidstaten en alle toekomstige kandidaat-lidstaten, d.w.z. tussen de steden, plattelandsgemeenschappen, ondernemingen en burgers van die landen;

2.

het is van cruciaal belang een effectieve en moderne informatie-infrastructuur op te zetten voor nieuwe en bestaande ondernemingen en gemoderniseerde overheidsdiensten;

3.

het recht op gelijke kansen in de informatiemaatschappij moet deel uitmaken van de rechten van de Europese burger inzake connectiviteit en dienstverlening, waarbij het type gebruiker, sociale status en woonplaats geen rol mogen spelen;

4.

aan informatie-infrastructuur moet evenveel belang worden toegekend als aan de water- en elektriciteitsvoorziening en de voorzieningen in dat verband moeten op dezelfde manier worden beheerd;

heeft tijdens zijn op 17 en 18 november 2004 gehouden 57e zitting (vergadering van 18 november) onderstaand advies goedgekeurd.

1.   Standpunt van het Comité van de Regio's

1.1

Het CvdR is ingenomen met de bondige en heldere analyse en conclusies die de Commissie in haar Mededeling „Snelle verbindingen voor Europa: Nationale breedbandstrategieën” heeft geformuleerd. Deze Mededeling houdt nauw verband met de eerder verschenen Mededeling „Snelle verbindingen voor Europa: recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie”  (5), de analyses en aanbevelingen daaruit, en de maatregelen die werden voorgesteld in het document „Actieplan eEurope 2005: Herziening”.

1.2

Het CvdR ziet in dat breedbandverbindingen zeer grote sociaal-economische voordelen hebben. Eerdere ervaringen met aanzienlijke toenames van het aanbod en de benutting van breedbandverbindingen zijn zeer bemoedigend. Het aantal breedbandaansluitingen in de EU-15 is in 2003 verdubbeld. Er bestaat echter nog steeds een kloof tussen het aantal breedbandaansluitingen en de betreffende doelstelling uit het eEurope-actieplan als niet wordt gekeken naar stedelijke gebieden en instellingen, maar vooral naar landelijke en achtergebleven of minder bedeelde gebieden.

1.3

De herziening van het eEurope-actieplan en de na de toetreding van de tien nieuwe lidstaten uitgebreide High Speed nationale breedbandstrategieën moeten een stimulans zijn voor de totstandkoming van een zeer geavanceerde, betrouwbare en meteen toegankelijke Europese informatie-infrastructuur (EII) voor overheid, bedrijfsleven en burgers.

1.4

Strategieën en activiteiten op het vlak van de informatie-infrastructuur, m.n. de opbouw van essentiële communicatielijnen (breedbandsnelwegen in steden en plattelandsgemeenten) en de ontwikkeling van ondersteunende infrastructuur voor e-diensten, moeten getuigen van een grote ambitie, waarbij rekening moet worden gehouden met technologische en commerciële belangen. Bovendien moeten ze net als (rijks)wegen, snelwegen en andere basisinfrastructuurvoorzieningen met lokaal, nationaal en Europees overheidsgeld worden gefinancierd.

1.5

De Commissie moet blijven optreden tegen de overtredingen van „stille regelgevers” die niet doeltreffend genoeg of niet binnen een redelijk tijdsbestek maatregelen nemen tegen dominante netwerkaanbieders of dienstverleners. Daardoor krijgen namelijk niet alle betrokkenen gelijke kansen en is de concurrentie op de nationale en lokale informatie-infrastructuurmarkt niet effectief.

1.6

Het CvdR is positief over het Europese groei-initiatief, dat in december 2003 door de Europese Raad werd goedgekeurd. Daarin wordt gewezen op de mogelijkheid om met overheidsgeld, m.i.v. de Structuurfondsen, te zorgen voor een ruime beschikbaarheid van breedband, zoals reeds werd voorgesteld in het eEurope 2005-initiatief (6). Dankzij nieuwe „snelstartprojecten op het gebied van de digitale kloof” zal het breedbandaanbod in economisch achtergebleven, voor de commercie niet interessante gebieden snel toenemen.

1.7

Het CvdR kan zich vinden in de voorstellen van de Commissie om de Structuurfondsen te gebruiken ter ondersteuning van de sector elektronische communicatie in landelijke of achtergebleven stedelijke gebieden (7).

1.8

Het beleid van de Commissie t.a.v. informatiemaatschappij en informatie-infrastructuur zou de ontwikkeling van innovatieve diensten en procedures bevorderen en steunen. Dergelijke diensten en procedures zouden in de plaats moeten komen van verouderde technologieën en moeten leiden tot de introductie van nieuwe, concurrerende en geavanceerde commerciële en publieke e-diensten voor bedrijfsleven, burgers en overheden.

1.9

Het CvdR is ermee ingenomen dat de Commissie werk maakt van de aanpak van een aantal lastige vraagstukken die de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden in de weg staan, zoals de juridische aspecten van het hergebruik van met succes ontwikkelde technieken, de eigendom van de systemen en het verband daarvan met openbare aanbestedingsprocedures, en de procedures voor de tenuitvoerlegging van publiek-private partnerschappen (8).

1.10

Het CvdR staat achter beleid om het grote publiek te leren omgaan met en aan te moedigen om gebruik te maken van nieuwe diensten en technologieën. Breedband moet worden benut om de burgers nieuwe en betere vormen van dienstverlening te verschaffen.

1.11

Het CvdR kan zich vinden in overheidsinterventie t.a.v. de opbouw en ontwikkeling van een Europese informatie-infrastructuur die de concurrentiepositie van Europa op het vlak van commerciële en op grote schaal beschikbare publieke diensten ten goede komt. E-diensten die met overheidsgeld zijn ontwikkeld, zouden bij commerciële investeringen een belangrijke aanvullende rol moeten spelen, het particulieren gemakkelijker moeten maken om initiatieven te nemen en Europese bedrijven moeten helpen om wereldwijd te concurreren.

1.12

Het is goed dat de Commissie veel belang hecht aan de totstandbrenging van een veilige informatie-infrastructuur en de oprichting van een Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA).

1.13

De term „breedband” zou (opnieuw) moeten worden gedefinieerd, overeenkomstig de in dit advies beschreven ambitieuze benadering van informatie-infrastructuur. In aansluiting daarop zouden bestaande activiteiten en programma's (eEurope, IST, IDA, eTEN, DRM, IPR (9) enz.) adequaat moeten worden verduidelijkt, vereenvoudigd, opnieuw omschreven en aangevuld.

1.14

De definitie van de term „breedband” in de Commissiemededeling biedt een goed uitgangspunt. Die definitie luidt: „een brede waaier van technologieën die zijn ontwikkeld voor de overdracht van innovatieve interactieve diensten, die permanent beschikbaar zijn, een hoge bandbreedte bieden die zich nog zal ontwikkelen met de tijd, en waarbij gelijktijdige overdracht van zowel spraak- als datadiensten mogelijk is”.

1.15

Het CvdR stelt voor de definitie van „breedband”, als ondersteunende infrastructuur en netwerk voor snelle communicatie, uit te breiden met de elementen nutsvoorziening en belangrijk instrument/mechanisme (ondersteunend EII-dienstenplatform) ter ondersteuning van e-diensten voor on line, veilige, betrouwbare en realtime uitwisseling van gegevens.

1.16

Het CvdR is voorstander van aanvullende verplichte specificaties voor snelle internet- of breedbandverbindingen, bijv. t.a.v. vertraging en fault recovery.

1.17

Het CvdR stelt een nieuw initiatief voor: informatietechnologie als digitale kans (DOIT). In dit voor alle regio's bestemde initiatief zou vooral aandacht moeten worden besteed aan minder ontwikkelde gebieden. Het zou moeten zijn gericht op de uitbouw van de informatie-infrastructuur en de ondersteuning van bestaande of ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten via de financiering van educatie, promotie en informatie-infrastructuur.

1.18

Het CvdR moedigt lokale overheden aan om bij de (her)aanleg van straten en wegen in de concept-planning de aanleg van ondergrondse communicatiekabels mee te nemen en daar uitvoering aan te geven of om die kabels samen met andere leidingen en kabels (voor bijv. straatverlichting of elektriciteit) als lange-termijninvestering aan te leggen.

1.19

Het CvdR roept de lokale overheden en de Commissie op om de praktijk waarin één bedrijf (of lokale overheid/overheden) informatie-infrastructuur aanlegt, beheert en onderhoudt, kritisch te bekijken. Veel verschillende aanbieders zouden nl. in die configuratie de kans moeten krijgen onder dezelfde voorwaarden van de infrastructuur gebruik te maken. Achterliggende gedachte is de concurrentie tussen aanbieders t.a.v. prijs en kwaliteit te bevorderen door hen allemaal exact dezelfde, niet discriminatoire mogelijkheden te geven om hun klanten te bereiken.

1.20

Het CvdR is er voorstander van de afgifte van de voor het gebruik van infrastructuur en frequenties noodzakelijke vergunningen te vereenvoudigen en te versnellen, waardoor er meer concurrentie komt.

1.21

Het CvdR is tevens voorstander van standaarden en basistoepassingen (gemeenschappelijke e-diensten) met gemeenschappelijke (compatibele) gegevensmodellen en data attributes, bijv.: GIS-, 3D- en VR-visualisatietechnologieën voor ruimtelijke ordening en herstel/openbare ruimte, onroerend goed en beheer van de gemeentelijke infrastructuur; geregistreerde toegang tot verspreid opgeslagen openbare databanken, bijwerking; overheidsdiensten aan huis of op de werkplek; en verkeersmanagement (congestie, tolsystemen, systemen voor draadloze betaling met 'slimme' identificatie zonder contact, bijv. via de mobiele telefoon).

1.22

Het CvdR pleit voor meer ambitieuze EII-doelstellingen t.a.v. communicatie/connectiviteit/ verwerkingscapaciteit/beschikbaarheid/betaalbaarheid:

a)

glasvezelverbindingen van minimaal 10 Mbps voor elk type Europese eindgebruiker, communicatie in twee richtingen behalve wanneer om economische redenen en vanuit het oogpunt van optimale communicatie (geografie, behoeften van gebruikers) andere oplossingen zijn vereist, bijv. (snelle) koperkabels, vaste draadloze toegang (FWA) of satelliettransmissie:

 

25 % eind 2006;

 

70 % eind 2010;

b)

zodanige bandbreedte en beschikbaarheid dat zwervende gebruikers IP-telefonie kan worden gegarandeerd: eind 2006;

c)

een redelijke prijs voor de maandelijkse kosten van een breedbandverbinding van 10 Mbps, veilig internet, betrouwbare transacties, multimedia IP-telefonie, digitale RTV-uitzendingen (multimedia; digitale rechten niet in de prijs inbegrepen): eind 2006.

1.23

Het CvdR pleit voor de volgende EII-strategieën:

a)

strategie voor on line, betrouwbare, veilige en authentieke uitwisseling van multimediabestanden: eind 2006;

b)

strategie voor verspreide, interoperationele, complexe en hiërarchische toegang tot en bijwerking van gegevens: eind 2007;

c)

strategie voor virtuele/gesimuleerde en reële toegang tot en beheersing van processen in realtime: eind 2008.

1.24

Het CvdR pleit voor een platform van EII-diensten:

a)

interoperabiliteit van de identificatie- en authentificatiesystemen die in de EU worden gebruikt;

b)

e-betalingstransacties tegen een zeer redelijke prijs en dito managementkosten;

c)

telegeneeskunde (e-gezondheid) en e-leren;

d)

wired up community: telemetriek, procesbeheersing en -opbouw, voorzieningenbeheer.

1.25

Het CvdR vreest dat communicatie via koperkabels, samen met de meeste vormen van traditionele telefonie, verouderd raakt of te maken krijgt met zeer zware concurrentie (ontbundeling van aansluitnetwerken). Nationale regeringen voeren niet de noodzakelijke herstructureringen door en treden discriminerend op waardoor de invoering van moderne informatie-infrastructuur wordt afgeremd.

2.   Aanbevelingen van het Comité van de Regio's

2.1

De Commissie zou op de volgende manier de tenuitvoerlegging van de regelgeving moeten afdwingen:

a)

toezicht en handhaving van de concurrentie t.a.v. gedeelde infrastructuur op een niet-discriminerende basis met gelijke kosten voor alle exploitanten en aanbieders;

b)

oprichting van NRI's (nationale regelgevingsinstanties), die frequenties voor FWA moeten selecteren en de kosten voor de afgifte van vergunningen voor landelijke of achtergebleven gebieden moeten verlagen.

2.2

De Commissie zou de financiering van een EII moeten ondersteunen en daarbij prioriteit moeten geven aan:

a)

de aanleg van ondergrondse kabels;

b)

de oprichting van een platform voor diensten;

c)

de aanleg van kabels en netwerkvoorzieningen in landelijke en achtergebleven gebieden;

d)

de oprichting van NRI's, die de kosten voor de afgifte van vergunningen voor achtergebleven gebieden zouden moeten verlagen.

2.3

De Commissie zou in het in oktober 2004 te verschijnen document over strategieën voor snelle communicatie (voor de EU m.i.v. de nieuwe lidstaten) moeten wijzen op het belang van ambitieuze en verstrekkende technologische vooruitgang in de Europese informatie-infrastructuur.

Brussel, 18 november 2004

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Peter STRAUB


(1)  Europese Raad van Barcelona, conclusies van de voorzitter, par. 40,

http://europa.eu.int/en/Info/eurocouncil/index.htm.

(2)  COM(2002) 263 def. eEurope 2005: Een informatiemaatschappij voor iedereen.

(3)  R/CESE 880/2004 - TEN/189

(4)  PB C 251 van 10 augustus 1998, blz. 1.

(5)  „De ruimtevaart, een nieuwe Europese grens voor een uitbreidende Unie - Een actieplan voor de uitvoering van het Europese ruimtevaartbeleid” (COM(2003) 673 def.) en „Snelle verbindingen voor Europa: recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie” (COM(2004) 61 def.).

(6)  COM(2003) 65 def. „De weg naar de kenniseconomie” en COM(2003) 690 def. „Een Europees groei-initiatief”.

(7)  „Richtsnoeren met betrekking tot de toepassingscriteria en -modaliteiten voor de Structuurfondsen ter ondersteuning van de sector elektronische communicatie”, SEC(2003) 895.

http://europa.eu.int/comm/regional_policy/sources/docoffic/working/doc/telecom_en.pdf

(8)  

N.B. De Commissie werkt aan een groenboek over publiek-private partnerschappen in de EU.

(9)  COM(2004) 261 def. „Het beheer van auteursrechten en naburige rechten in de interne markt”.