52003SC1051

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op aanneming van een verordening betreffende detergentia /* SEC/2003/1051 def. - COD 2002/0216 */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op aanneming van een verordening betreffende detergentia

2002/0216 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op aanneming van een verordening betreffende detergentia

1. CHRONOLOGISCH OVERZICHT

Indiening voorstel bij het EP en de Raad (document COM(2002) 485 definitief - 2002/0216 COD): // 4.9.2002

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: // 26.2.2003

Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: // 10.4.2003

Indiening gewijzigd voorstel: // 6.6.2003

Vaststelling van het politiek akkoord (met gekwalificeerde meerderheid): // 19.5.2003

Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt: // 6.11.2003

2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Doel van dit voorstel is het vrije verkeer van detergentia binnen de interne markt te waarborgen en tegelijkertijd een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid van de mens en voor het milieu te bieden. Het voorstel wil deze doelstellingen bereiken door het moderniseren van de richtlijnen waarin de voorschriften zijn vastgelegd inzake de biologische afbreekbaarheid van oppervlakteactieve stoffen die in detergentia worden gebruikt en door het opnemen en uitbreiden van de etiketteringsvoorschriften die zijn vastgelegd in Aanbeveling 89/542 van de Commissie. De modernisering bestaat in nieuwe tests voor biologische afbreekbaarheid die een hoger beschermingsniveau voor het aquatisch milieucompartiment zullen waarborgen. Bovendien wordt het bereik van de tests uitgebreid tot alle klassen van oppervlakteactieve stoffen, zodat ook de 10% oppervlakteactieve stoffen worden bestreken die buiten de huidige wetgeving vallen. De etiketteringsvoorschriften worden uitgebreid tot de bestanddelen van geurstoffen die allergieën kunnen veroorzaken en de fabrikanten worden verplicht een volledige lijst van bestanddelen over te leggen aan artsen die patiënten behandelen die aan allergieën lijden. Er wordt een verordening voorgesteld om te verzekeren dat de nieuwe voorschriften, en bijgevolg de aanpassingen daarvan aan de technische vooruitgang, tegelijkertijd in alle lidstaten van toepassing zijn, zonder dat de lange technische bijlagen in 25 verschillende nationale wetgevingen moeten worden omgezet.

3. OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

3.1 Algemeen

Het gemeenschappelijk standpunt volgt de grote lijnen van het gewijzigd voorstel van de Commissie.

3.2 De amendementen

3.2.1 Amendementen die in het gewijzigd voorstel en het gemeenschappelijk standpunt zijn overgenomen

De amendementen 2, 4, 8, 17 en 53 zijn overgenomen zoals zij door het Parlement zijn voorgesteld.

De amendementen 3, 18, 27, 34, 35, 36, 37, 45, 46, 52, 55 en 57 zijn gedeeltelijk of in principe overgenomen. De formulering van die amendementen is gewijzigd of er zijn elementen aan toegevoegd, zoals hieronder uitvoerig is beschreven.

3.2.1.1 Amendement 3 (overweging 14)

De vermelding van een aanvullende risicobeoordeling in het amendement van het Parlement is in principe aanvaard. Daar de aanvullende risicobeoordeling echter een nieuw element in de wetgeving is, kan niet worden gezegd dat zij behouden wordt. Daarom heeft de Commissie een herformulering voorgesteld die door de Raad is aanvaard.

3.2.1.2 Amendement 18 (artikel 2)

De Commissie heeft in principe een bijkomende definitie in artikel 2 voor detergentia voor industrieel en institutioneel gebruik ondersteund. Wanneer de definitie wordt opgenomen, moet zij echter ook worden gebruikt. Dit gebeurt in artikel 4, zoals beschreven onder amendement 55, met betrekking tot ontheffingen.

3.2.1.3 Amendement 27 (artikel 9, lid 3)

De Commissie heeft in principe het gedeelte van het amendement betreffende medisch personeel dat aan het beroepsgeheim gebonden is, aanvaard als nuttige aanvullende eis om de geheimhouding van gegevens inzake ingrediënten te waarborgen. In overeenstemming met amendement 8, dat de Commissie aanvaardt, wordt in de herformulering van de Commissie de term "medisch personeel" gebruikt. Bovendien werd het nuttig geacht "medisch personeel" vollediger te definiëren in artikel 2, met inbegrip van de noodzaak van geheimhouding.

3.2.1.4 De amendementen 34, 35, 36, 37 (bijlage II, punten A, B, C en D)

De Commissie heeft de toevoeging van een verwijzing naar specifieke analytische methoden aanvaard. Dit zou echter gedeeltelijk het voordeel tenietdoen dat deze methoden kunnen opleveren wanneer zij worden beperkt tot de oppervlakteactieve stoffen die niet reageren op de bij die methoden gebruikte reagentia, namelijk MBAS enz. De Commissie heeft de formulering van het amendement van het Parlement daarom gewijzigd. De Raad heeft de herformulering aanvaard.

3.2.1.5 Amendement 45 (bijlage VIII, punt B, lid 1, tweede streepje)

De Commissie en de Raad hebben het amendement van het Parlement in principe aanvaard omdat het voor de consument nuttige bijkomende informatie toevoegt voor de twee verschillende categorieën detergentia. De voor beide categorieën gewoonlijk gebruikte termen zijn evenwel "wasmiddelen voor witte was" en "wasmiddelen voor fijne was", evenals elders in de tekst van de bijlage. De formulering van het amendement van het Parlement is daarom gewijzigd.

3.2.1.6 Amendement 46 (artikel 2, punt 6)

De Commissie en de Raad hebben het amendement van het Parlement in principe aanvaard, waardoor een oppervlakteactieve stof uitsluitend door middel van een uitgebreide lijst van eigenschappen wordt geformuleerd, zonder dat de bedoeling van de fabrikant wordt vermeld. De lijst is enigszins anders geformuleerd om het cumulatieve karakter ervan duidelijker te maken.

3.2.1.7 Amendement 52 (overweging 16)

De Commissie en de Raad hebben in principe het amendement van het Parlement aanvaard omdat de criteria voor het weigeren van ontheffingen in artikel 6 en niet in de bijlagen zijn opgenomen. De ontheffingscriteria zullen dan ook onder de medebeslissingsprodecure blijven vallen.

3.2.1.8 Amendement 55 (artikel 4, lid 1, nu veranderd in artikel 4, lid 2)

Het gedeelte van het amendement dat de grenzen voor de test voor biologische afbreekbaarheid in artikel 4 in plaats van in bijlage III opneemt, is niet aanvaard omdat deze grenzen specifiek naar de in die bijlage vermelde testmethode verwijzen. Indien de grenzen in de bijlage worden opgenomen, kunnen zij bij toekomstige veranderingen in de testmethode parallel worden aangepast, bijvoorbeeld naar boven worden herzien: de grens en de testmethode horen bij elkaar.

Ten behoeve van de consistentie met de invoering in amendement 18 van een definitie van de term "detergens voor industrieel en institutioneel gebruik", wordt deze term hier gebruikt om duidelijker te maken dat ontheffingen alleen worden overwogen voor deze weinig volumineuze speciale producten en niet voor wasmiddelen. Zonder deze toevoeging zou de definitie nergens anders in het voorstel worden gebruikt.

De toevoeging in het amendement van het Parlement van een vermelding van de handeling die uit een verzoek om ontheffing volgt, is in principe aanvaard. Daar artikel 6 echter betrekking heeft op de weigering van ontheffing en niet op de verlening van ontheffing, heeft de Raad de formulering enigszins gewijzigd.

3.2.1.9 Amendement 57 (artikel 5, leden 2 tot en met 5)

De Commissie heeft gedeelten van het amendement van het Parlement betreffende de leden 2, 3 (behalve de laatste zin) en 4 aanvaard omdat zij nuttige verduidelijkingen omtrent de tenuitvoerlegging van de bepalingen opleveren.

De gedeelten van het amendement die betrekking hebben op artikel 5, leden 2 en 3, betreffende respectievelijk bijlage IV en teststrategieën, zijn niet aanvaard omdat de in bijlage IV genoemde tests bedoeld zijn om aan te tonen dat de oppervlakteactieve stof niet giftig is voor het milieu, ook wanneer de test voor totale biologische afbreekbaarheid onvoldoende resultaat oplevert, en de reeks in bijlage IV gespecificeerde tests werd beschouwd als het vereiste minimum om dit te waarborgen. In het gemeenschappelijk standpunt is echter op initiatief van de Raad een trapsgewijze benadering opgenomen; zie punt 3.3.12.

Het gedeelte van het amendement dat betrekking heeft op artikel 5, lid 3, betreffende een tijdschema is in principe aanvaard. Voorkomen moet worden dat fabrikanten voor onbepaalde tijd producten in de handel blijven brengen waarvoor een ontheffing vereist is. Daarom moet ook worden vermeld dat artikel 6, lid 2, niet langer van toepassing is indien de informatie niet binnen het bepaalde tijdschema beschikbaar is gesteld. De periode waarbinnen fabrikanten informatie mogen verstrekken, zou twaalf maanden moeten zijn, zodat een fabrikant voldoende tijd heeft wanneer hij de uitvoering van bijkomende tests aan een derde moet uitbesteden.

Het gedeelte van het amendement betreffende artikel 5, lid 4, waarbij de tekst "Op basis van de evaluatie van de lidstaten" wordt opgenomen, is niet aanvaard omdat de Commissie het recht moet behouden om op te treden in gevallen waarin lidstaten met een evaluatie talmen. Het gedeelte van het amendement betreffende artikel 5, lid 4, waarbij het woord "zal" wordt toegevoegd, is voor de Commissie aanvaardbaar omdat het een logische aanvulling vormt op de voorafgaande woorden "zo nodig".

Het gedeelte van het amendement betreffende artikel 5, lid 5, is niet aanvaard. Ontheffingen worden toegestaan op basis van risicobeoordelingen die door de lidstaten worden geëvalueerd en waarmee wordt aangetoond dat er geen gevaar voor het milieu bestaat. Er zullen daarom geen ontheffingen worden toegestaan voor oppervlakteactieve stoffen die een dergelijk gevaar inhouden. Er is geen rechtvaardiging voor maatregelen die zouden leiden tot de vervanging van een oppervlakteactieve stof die geen gevaar voor het milieu oplevert. Er is geen veiliger alternatief voor een stof die geen risico oplevert.

De Commissie heeft daarom de formulering van de leden 2-5 gewijzigd en de herformulering is door de Raad aanvaard.

3.2.2 Amendementen die wel in het gewijzigd voorstel maar niet in het gemeenschappelijk standpunt zijn overgenomen

3.2.2.1 Amendement 17 (artikel 2, punt 2, definitie van "wassen")

In plaats van de lijst in de definitie van "wassen" met de in het amendement van het Parlement genoemde specifieke aspecten ("vloeren, ramen of sanitair") uit te breiden, heeft de Raad gekozen voor "en andere harde oppervlakken". De Commissie steunt deze wijziging aangezien deze het amendement van het Parlement omvat en de definitie ruimer maakt.

3.3 Nieuwe bepalingen die de Raad heeft toegevoegd

3.3.1 Overweging 21 (verwijzingen naar andere horizontale wetgeving)

De lijst van andere horizontale wetgeving die van toepassing is op detergentia is uitgebreid met de richtlijnen inzake biociden, goede laboratoriumpraktijken en de bescherming van dieren.

De Commissie en de Raad hebben deze wijzigingen aanvaard omdat zij het verband tussen de diverse wetgevingsinstrumenten duidelijker maken. De verwijzing naar Richtlijn 86/609/EEG komt overeen met amendement 13 van het Parlement.

3.3.2 Overweging 25 (gegevensbladen over bestanddelen)

Er is een bepaling toegevoegd dat het gegevensblad over de bestanddelen aan instanties van de lidstaten en aan medisch personeel ter beschikking gesteld moet worden. De Commissie heeft deze wijziging, die overeenstemt met amendement 27, betreffende artikel 9, lid 3, van het Parlement, aanvaard.

3.3.3 Overweging 30 (testnormen - goede laboratoriumpraktijken)

De normen voor goede laboratoriumpraktijken zijn opgenomen als alternatief voor de EN/ISO/IEC-testnormen.

De Commissie heeft deze wijziging aanvaard omdat hiermee de keuzevrijheid voor testnormen wordt vergroot zonder dat de kwaliteit van de testresultaten in gevaar wordt gebracht.

3.3.4 Overweging 31 (fosfaten)

De tekst is gewijzigd om duidelijk te maken dat onder meer fosfaten van het toepassingsgebied van de verordening zijn uitgesloten.

Hoewel de Commissie deze wijziging heeft aanvaard, zou zij liever hebben gehad dat aspecten als fosfaten wel binnen het toepassingsgebied van deze verordening zouden vallen. Toekomstige maatregelen in verband met deze aspecten moeten nu in een afzonderlijk wetgevingsinstrument worden geregeld.

3.3.5 Artikel 1, lid 2 (toepassingsgebied van de verordening)

Het toepassingsgebied is explicieter gemaakt om het te beperken tot biologische afbreekbaarheid en etikettering.

De Commissie kan deze wijziging aanvaarden, maar zou liever een breder toepassingsgebied hebben gehad zodat alle toekomstige vraagstukken in verband met detergentia in één wetgevingsinstrument zouden kunnen worden geregeld. Het tweede streepje stemt gedeeltelijk overeen met amendement 15 van het Parlement.

3.3.6 Artikel 2, punt 1 (definitie van "detergentia")

De producten in bijlage I, onder A, die een aanvulling op de definitie van detergentia in artikel 2, punt 1, vormden, zijn nu in artikel 2, punt 1, opgenomen. De verwijzing naar wasprocédés op basis van water is geschrapt: detergentia op basis van organische oplosmiddelen vallen nu binnen het toepassingsgebied van deze verordening.

De Commissie kan deze wijzigingen aanvaarden. De verplaatsing van de tekst van bijlage I, onder A, naar artikel 1 stemt overeen met amendement 29 van het Parlement waarmee geprobeerd werd bijlage I, onder A, uit te sluiten van aanpassingen aan de vooruitgang van de techniek. De uitbreiding van het toepassingsgebied tot andere detergentia dan die op waterbasis, die overeenstemt met amendement 16 van het Parlement, zal naar verwachting in de praktijk weinig verschil maken omdat het in het aquatische milieucompartiment brengen van deze preparaten in elk geval door andere wetgeving, namelijk Richtlijn 2000/60/EG, wordt gecontroleerd.

3.3.7 Artikel 2, punt 10 (definitie van "fabrikant")

De definitie is uitgebreid om de verantwoordelijkheden van alle economische operatoren in de toeleveringsketen expliciet aan te geven.

De Commissie aanvaardt deze wijzigingen. De verantwoordelijkheden van alle ondernemers in de toeleveringsketen worden erdoor verduidelijkt. Zo valt een supermarkt die een detergens met haar eigen etiket verkoopt nu binnen de definitie van fabrikant, maar een gewone detailhandelaar niet.

3.3.8 Artikel 2, punt 11 (definitie van "medisch personeel")

De Commissie aanvaardt de nieuwe definitie van "medisch personeel". In combinatie met artikel 9, lid 3, wordt duidelijk gemaakt dat het gegevensblad over de bestanddelen uitsluitend met het oog op de zorg voor de patiënt wordt verstrekt.

3.3.9 Artikel 3, lid 1 (voorwaarden voor het in de handel brengen)

Er is een bepaling toegevoegd betreffende de richtlijn inzake biociden.

De Commissie aanvaardt deze wijziging omdat de behandeling van detergentia die biociden bevatten en van detergentia die oppervlakteactieve stoffen met eigenschappen van biociden bevatten erdoor worden verduidelijkt. Met de tekst wordt beoogd te waarborgen dat er geen ontsnappingsmogelijkheden zijn en dubbele tests worden vermeden.

3.3.10 Artikel 4, lid 1 (nieuw) (beperkingen op het in de handel brengen)

De titel is gewijzigd en een nieuw lid 1 is toegevoegd om het toepassingsgebied te beperken tot de biologische afbreekbaarheid van oppervlakteactieve stoffen.

De Commissie kan deze wijziging aanvaarden omdat in de formulering expliciet duidelijk wordt gemaakt dat fabrikanten gerechtigd zijn om hun producten in de handel te brengen, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

3.3.11 Artikel 5, lid 1 (verlening van ontheffing)

De lidstaten kunnen de betaling van een retributie eisen.

De Commissie aanvaardt deze wijziging. De vergoedingen die de verwerkingskosten van aanvragen dekken, mogen niet leiden tot een buitensporige verhoging van de kosten van het ontheffingsproces.

3.3.12 Artikel 5, lid 2 (verlening van ontheffing)

Er wordt een trapsgewijze benadering voor tests ingevoerd.

De Commissie aanvaardt deze wijziging, die overeenstemt met amendement 57 van het Parlement.

3.3.13 Artikel 6, lid 1, tweede streepje (weigering van ontheffing)

De vermelding van detergentia voor industrieel en institutioneel gebruik is geschrapt.

De Commissie aanvaardt deze wijziging omdat artikel 4, lid 2, dienovereenkomstig is gewijzigd (zie punt 3.2.1.8) en nu bepaalt dat uitsluitend detergentia voor industrieel en institutioneel gebruik voor ontheffing in aanmerking komen, wat een herhaling in artikel 6 overbodig maakt.

3.3.14 Artikel 6, lid 3 (nieuw) en lid 4 (nieuw) (weigering van ontheffing)

De Commissie aanvaardt de wijziging betreffende lid 3. Het is belangrijk dat, analoog aan de termijn in artikel 5 voor de verlening van een ontheffing, een uiterste termijn wordt vastgesteld waarbinnen een besluit over de weigering van een ontheffing moet worden genomen.

De Commissie aanvaardt de wijziging betreffende lid 4. De nieuwe tekst vervangt een soortgelijke tekst in artikel 7, lid 2, die nu is geschrapt.

3.3.15 Artikel 7, lid 1 (uitvoering van tests voor oppervlakteactieve stoffen)

Er zijn aanvullende testnormen opgenomen.

De Commissie aanvaardt deze wijzigingen omdat de flexibiliteit erdoor wordt vergroot en tegelijkertijd de vereiste normen worden gehandhaafd.

3.3.16 Artikel 7, leden 2 en 3, en bijlage VII (lijst van verboden oppervlakteactieve stoffen)

Artikel 7, leden 2 en 3, en bijlage VII zijn geschrapt.

De Commissie aanvaardt de wijziging van artikel 7, lid 2, waarvan de bepalingen zijn verplaatst naar artikel 6, lid 4. Ook het schrappen van artikel 7, lid 3, en bijlage VII wordt aanvaard, omdat het volstaat dat de oppervlakteactieve stoffen die uit hoofde van Richtlijn 76/769/EEG verboden zijn in die richtlijn worden vermeld en omdat deze informatie reeds gemakkelijker te raadplegen is op de website van de Commissie.

3.3.17 Artikel 8, leden 2 en 3 (kennisgeving van laboratoria)

Als alternatief kan ook kennis worden gegeven van laboratoria die zich houden aan de beginselen van goede laboratoriumpraktijken.

De Commissie aanvaardt deze wijzigingen omdat de flexibiliteit erdoor wordt vergroot en tegelijkertijd de vereiste normen worden gehandhaafd.

3.3.18 Artikel 9, lid 3 (gegevensblad)

In de bepalingen wordt verduidelijkt wie gerechtigd is het gegevensblad te ontvangen en voor welke doeleinden.

De Commissie aanvaardt deze wijziging omdat de doelstelling van de verstrekking van het gegevensblad wordt verduidelijkt en omdat de wijziging overeenstemt met amendement 27 van het Parlement.

3.3.19 Artikel 11, lid 2 (etikettering)

Aanvullende etiketteringsinformatie is verplicht gesteld.

De Commissie aanvaardt deze wijziging die nuttig is voor de consument.

3.3.20 Artikel 11, lid 3 (etikettering)

Deze bepaling schrijft nu aanvullende etikettering voor betreffende het beoogde doel van het detergens.

De Commissie aanvaardt deze wijziging die in het bijzonder nuttig is voor gebruikers van gespecialiseerde detergentia.

3.3.21 Artikel 11, lid 5 (etikettering)

De lidstaten hoeven de Commissie niet meer te informeren over nationale taalvoorschriften.

De Commissie aanvaardt deze wijziging; deze bepaling was uitsluitend bedoeld om de Commissie in staat te stellen fabrikanten die daarom verzoeken informatie te kunnen geven over de diverse taalvoorschriften in de lidstaten.

3.3.22 Artikel 11, lid 6 (nieuw) (etikettering)

De Commissie aanvaardt deze wijziging die Portugal in staat stelt zijn bestaande nationale wetgeving terzake te handhaven.

3.3.23 Artikel 13 (aanpassing van de bijlagen)

Alle bijlagen kunnen nu volgens de comitéprocedure worden aangepast.

De Commissie aanvaardt deze wijziging na de verplaatsing van de tekst van bijlage I, onder A, naar artikel 1 en de uitbreiding van het toepassingsgebied van de verordening tot detergentia op basis van organische oplosmiddelen.

3.3.24 Artikel 14 (vrij verkeer van goederen)

De nieuwe formulering beperkt de harmonisering van de interne markt tot vraagstukken waarop deze verordening betrekking heeft.

De Commissie aanvaardt deze wijziging, die in verband staat met het toepassingsgebied van de verordening, maar zij zou liever alle aspecten van de interne markt op het gebied van detergentia harmoniseren door middel van een breder toepassingsgebied in artikel 1, lid 2 (zie punt 3.3.5).

3.3.25 Artikel 16, lid 4 (nieuw) (te vervangen wetgeving)

De nieuwe formulering bepaalt dat de lidstaten hun nationale wetgeving intrekken.

De Commissie aanvaardt deze wijziging waarmee wordt voorkomen dat oude nationale wetgeving gelijktijdig met de nieuwe verordening van kracht kan zijn.

3.3.26 Bijlage I (normen inzake accreditering)

Bijlage I, onder A, wordt geschrapt en de inhoud ervan wordt opgenomen in artikel 1. Bijlage I, onder B, wordt bijlage I en wordt uitgebreid met normen inzake goede laboratoriumpraktijken en inzake de behandeling van dieren bij laboratoriumproeven.

De Commissie aanvaardt deze wijziging omdat de flexibiliteit erdoor wordt vergroot en tegelijkertijd het voor deze verordening passende niveau voor testnormen wordt behouden. De vermelding van Richtlijn 86/609/EEG stemt overeen met amendement 13 van het Parlement.

3.3.27 Bijlage IV (aanvullende risicobeoordeling)

De tekst van de vierde en vijfde alinea wordt vervangen door bepalingen betreffende een trapsgewijze benadering.

De Commissie aanvaardt deze wijziging, die overeenstemt met een van de aspecten van amendement 57 van het Parlement.

3.3.28 Bijlage IV, punt 4.2.2 (effecten op organismen)

Toxiciteitstests moeten worden uitgevoerd volgens de normen voor goede laboratoriumpraktijken.

De Commissie aanvaardt deze wijziging.

3.3.29 Bijlage VII (lijst van stoffen die uit hoofde van andere wetgeving verboden zijn)

Deze bijlage wordt geschrapt.

De Commissie aanvaardt deze wijziging. De bijlage zou geen rechtsgevolgen hebben en actualisering in gedrukte vorm zou moeilijk zijn. Deze informatie is reeds beschikbaar op de website van de Commissie.

3.3.30 Bijlage VIII, onder A (etikettering van gehalten)

De grenswaarden voor allergene geurstoffen zijn in overeenstemming gebracht met die van de cosmeticarichtlijn voor uit te spoelen producten, totdat op risicoanalyse gebaseerde concentratielimieten worden vastgesteld.

De Commissie aanvaardt deze wijziging omdat het gebruik van op risicoanalyse gebaseerde grenswaarden zal waarborgen dat er een solide wetenschappelijke basis voor deze bepalingen is. Dit stemt overeen met amendement 43 van het Parlement.

4. CONCLUSIE

De Commissie steunt het gemeenschappelijk standpunt van de Raad omdat het de grote lijnen van het gewijzigd voorstel volgt.

5. VERKLARINGEN

I. Allergene geurstoffen

De Commissie erkent het belang van allergische reacties bij consumenten. Daarom moeten alle nodige maatregelen worden genomen om te waarborgen dat detergentia van passende etikettering worden voorzien, zodat consumenten die op de hoogte zijn van hun allergie specifieke bestanddelen kunnen vermijden.

Daarom zal de Commissie het Wetenschappelijk comité voor cosmetische producten en niet-voedingsproducten verzoeken zijn werkzaamheden betreffende de vaststelling van individuele op risicoanalyse gebaseerde grenswaarden voor allergene geurstoffen voort te zetten, en zo mogelijk te versnellen, met bijzondere aandacht voor detergentia.

De Commissie streeft ernaar deze grenswaarden spoedig na de inwerkingtreding van de verordening inzake detergentia vast te stellen en goed te keuren volgens de comitéprocedure.

II. Publicatie van normen

De Commissie erkent dat enkele van de genormaliseerde testmethoden tamelijk oud zijn en zouden moeten worden aangepast. Bovendien betreft het in enkele gevallen nationale normen, die slechts in de oorspronkelijke taal beschikbaar zijn.

Het is wenselijk dat deze situatie wordt verbeterd door de vaststelling van Europese normen die in de plaats komen van de nationale normen en in de talen van het CEN-stelsel beschikbaar zijn.

De Commissie zal het CEN daarom verzoeken de bestaande nationale normen te beoordelen en zo mogelijk equivalente Europese normen goed te keuren. Zodra die normen beschikbaar zijn, zal de Commissie voorstellen ze volgens de comitéprocedure in de verordening op te nemen.