Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag inzake de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het tweede spoorwegpakket - Met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad en van Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem - Houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag /* COM/2003/0719 def. - COD 2002/0023 */
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag inzake de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het TWEEDE SPOORWEGPAKKET - Met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad en van Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem - Houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag 2002/0023 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag inzake de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het TWEEDE SPOORWEGPAKKET - Met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad en van Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem Op grond van artikel 251, lid 2, onder c), van het EG-Verdrag dient de Commissie advies uit te brengen over de door het Europees Parlement in tweede lezing voorgestelde amendementen. Het advies van de Commissie over de door het Parlement voorgestelde amendementen volgt hieronder. 1. ACHTERGROND Datum van indiening van het voorstel bij het EP en de Raad: [documenten COM(2002) 21 def. - 2002/0022 (COD) COM(2002) 22 def. - 2002/0023 (COD) COM(2002) 23 def. - 2002/0024 (COD) COM(2002) 25 def. - 2002/0025 (COD)] // 24.1.2002 Datum van het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: // 19.9.2002 Datum van het advies van het Europees Parlement in eerste lezing: // 14.1.2003 Datum van indiening van het gewijzigde voorstel: // geen Datum van vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt: // 26.6.2003 Op 23 oktober 2003 heeft het Parlement in tweede lezing een resolutie goedgekeurd waarin het voor de afzonderlijke teksten een aantal amendementen op het gemeenschappelijk standpunt voorstelt: - 28 amendementen op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering; - 4 amendementen op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad en van Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem; - 32 amendementen op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau; - 9 amendementen op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap. 2. DOEL VAN DE VOORSTELLEN Het betreft hier vier onderling verbonden wetgevingsvoorstellen: - een voorstel voor een richtlijn inzake veiligheid op het spoor, ter omschrijving van de essentiële elementen van de veiligheidssystemen voor de infrastructuurbeheerder en voor de spoorwegondernemingen. Beoogd wordt een gemeenschappelijke benadering van de veiligheid te ontwikkelen en een gemeenschappelijk stelsel tot stand te brengen voor de afgifte, inhoud en geldigheid van veiligheidscertificaten. Ten slotte dient, zoals in de andere sectoren, het beginsel van onafhankelijkheid van het technische onderzoek naar ongevallen te worden ingevoerd. - een wijziging van de interoperabiliteitsrichtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG. Niet alleen moeten aanpassingen die voortvloeien uit de vorige voorstellen m.b.t. de interoperabiliteitsrichtlijnen worden aangebracht, maar ook - en voornamelijk - dient ervoor te worden gezorgd dat het toepassingsgebied van het net waarop de toegang wordt opengesteld en dat van het net waarop de interoperabiliteitsvoorschriften moeten worden toegepast, met elkaar in overeenstemming zijn. - een voorstel voor een verordening tot oprichting van een Europees spoorwegbureau voor technische ondersteuning van de werkzaamheden inzake interoperabiliteit en veiligheid. De activiteiten omvatten enerzijds de ontwikkeling van gemeenschappelijke veiligheidsnormen en de ontwikkeling en het beheer van een controlesysteem voor de prestaties op veiligheidsgebied en anderzijds het beheer op lange termijn van het systeem voor de vaststelling, registratie en controle van de technische specificaties voor interoperabiliteit. - een voorstel tot wijziging van Richtlijn 91/440 om de toegangsrechten tot de infrastructuur voor goederenvervoerdiensten per spoor binnen een lidstaat uit te breiden en de openstelling van de markt te bespoedigen. 3. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad en van Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem De Commissie verklaart zich akkoord met alle amendementen die het Parlement bij deze tekst heeft ingediend. Met deze amendementen beoogt het Parlement vooral de doelstelling 'interoperabiliteit' nogmaals te bevestigen (amendementen 1 en 4) en de formulering van de Richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG samenhangender te maken (amendement 3). Voorts dienen de essentiële eisen van de interoperabiliteitsrichtlijnen te worden aangevuld met de verplichting om in de nieuwe treinen een registratieapparaat te installeren (amendementen 2 en 5).