Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen /* COM/2003/0350 def. - COD 2003/0122 */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen (door de Commissie ingediend) TOELICHTING 1. Doel van het voorstel Richtlijn 92/24/EEG is een van de bijzondere richtlijnen in het kader van de typegoedkeuring van motorvoertuigen en heeft betrekking op snelheidsbegrenzers of soortgelijke ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen (vrachtwagens en bussen). Doel van het voorstel is de werkingssfeer van deze richtlijn uit te breiden tot lichtere bedrijfsvoertuigen zoals kleine bussen en voertuigen voor goederenvervoer met een maximummassa van meer dan 3,5 ton. 2. Rechtsgrond Het voorstel is gebaseerd op artikel 95 van het EG-Verdrag. De maatregelen maken deel uit van het Europese typegoedkeuringssysteem en zullen, na een overgangsperiode, door de nationale instanties bij het verlenen van nieuwe EG-typegoedkeuringen moeten worden nageleefd. 3. Achtergrond Richtlijn 92/24/EEG bevat momenteel de technische voorschriften voor de typegoedkeuring van snelheidsbegrenzers en is van toepassing op motorvoertuigen van de categorieën N2 (middelzware vrachtwagens) en M3 (bussen en toerbussen) met een maximummassa van meer dan 10 ton en op motorvoertuigen van categorie N3 (zware vrachtwagens). Deze richtlijn is gekoppeld aan Richtlijn 92/6/EEG betreffende de installatie en het gebruik van snelheidsbegrenzers in dezelfde voertuigcategorieën. Op grond van de positieve ervaring en met als doel de verkeersveiligheid en de milieubescherming verder te bevorderen, hebben het Europees Parlement en de Raad onlangs Richtlijn 2002/85/EG betreffende de installatie en het gebruik van snelheidsbegrenzers vastgesteld. Deze richtlijn breidt de werkingssfeer van Richtlijn 92/6/EEG uit en stelt snelheidsbegrenzers verplicht voor alle voertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, die worden gebruikt voor het vervoer van passagiers (de categorieën M2 en M3), en voor alle voertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton, die worden gebruikt voor het vervoer van goederen (de categorieën N2 en N3). Ten behoeve van de typegoedkeuring van alle voertuigen en snelheidsbegrenzers die onder deze wijziging vallen, dient de werkingssfeer van typegoedkeuringsrichtlijn 92/24/EEG betreffende de constructievoorschriften voor snelheidsbegrenzers dienovereenkomstig te worden uitgebreid. 4. Inhoud van het voorstel Voorgesteld wordt de werkingssfeer van Richtlijn 92/24/EEG uit te breiden tot alle motorvoertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3. Daartoe dienen artikel 1 en bijlage I, punt 1.1, met betrekking tot de werkingssfeer van deze richtlijn te worden gewijzigd. De technische voorschriften en de bestuursrechtelijke typegoedkeuringsbepalingen blijven ongewijzigd. 5. Conclusie Met dit voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad zullen de geharmoniseerde voorschriften voor snelheidsbegrenzers of soortgelijke ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen worden uitgebreid tot alle, voor het vervoer van passagiers bestemde voertuigen van de categorieën M2 en M3. 2003/0122 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met name op artikel 95, Gezien het voorstel van de Commissie [1], [1] PB C van , blz. . Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [2], [2] PB C van , blz. . Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag, Overwegende hetgeen volgt: (1) Er moeten maatregelen worden genomen om de vlotte werking van de interne markt te waarborgen. (2) Richtlijn 92/24/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen is een van de bijzondere richtlijnen van de communautaire goedkeuringsprocedure die is ingesteld bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan. De in Richtlijn 70/156/EEG vastgestelde bepalingen en definities betreffende voertuigen, voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden zijn derhalve op deze richtlijn van toepassing. (3) Gebleken is dat snelheidsbegrenzers in voertuigen voor personen- en goederenvervoer met een maximummassa van meer dan 10 ton een positieve invloed hebben op de verkeersveiligheid, de ernst van de verwondingen bij ongevallen reduceren en minder luchtvervuiling en een lager brandstofverbruik tot gevolg hebben. (4) Richtlijn 92/6/EEG van de Raad betreffende de installatie en het gebruik van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen is uitgebreid tot lichtere motorvoertuigen van de categorieën M2 en N2. Het toepassingsgebied van Richtlijn 92/24/EEG, waarin de constructievoorschriften voor snelheidsbegrenzers zijn vastgesteld, moet derhalve op overeenkomstige wijze tot dezelfde categorieën motorvoertuigen worden uitgebreid. Richtlijn 92/24/EEG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Richtlijn 92/24/EEG wordt als volgt gewijzigd: 1. Artikel 1 wordt vervangen door: - onder "voertuig" wordt verstaan ieder voor deelneming aan het wegverkeer bestemd motorvoertuig van de categorieën M2, M3, N2 of N3, zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG, met ten minste vier wielen en een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur; - onder "snelheidsbegrenzer" wordt verstaan een snelheidsbegrenzende voorziening, bestemd voor gebruik in een voertuig dat onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt, waarvoor goedkeuring als technische eenheid in de zin van artikel 9 bis van Richtlijn 70/156/EEG kan worden verleend. Ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen die van meet af aan in het ontwerp van voertuigen zijn geïntegreerd, moeten aan dezelfde eisen voldoen als snelheidsbegrenzers. 2. In bijlage I, punt 1.1, derde alinea, wordt de eerste zin vervangen door: Het doel van deze richtlijn is de maximumsnelheid van tot de categorieën N2 en N3 behorende voertuigen voor het vervoer van goederen en van tot de categorieën M2 en M3 behorende voertuigen voor het vervoer van personen tot een vastgestelde grenswaarde te beperken. Artikel 2 1. Met ingang van ..... [3] mogen de lidstaten, om redenen die verband houden met snelheidsbegrenzers of soortgelijke systemen, [3] Negen maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn. - de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring van een voertuig, een snelheidsbegrenzer of een ingebouwd snelheidsbegrenzingssysteem, - de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van een voertuig, dan wel de verkoop of het in het verkeer brengen van een snelheidsbegrenzer of een ingebouwd snelheidsbegrenzingssysteem niet weigeren als de voertuigen, snelheidsbegrenzers of ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen aan de voorschriften van Richtlijn 92/24/EEG, gewijzigd bij deze richtlijn, voldoen. 2. Met ingang van ..... [4] verbieden de lidstaten, om redenen die verband houden met snelheidsbegrenzers of ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen, de verkoop, de registratie of het in het verkeer brengen van voertuigen, snelheidsbegrenzers of ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen die niet aan de voorschriften van Richtlijn 92/24/EEG, gewijzigd bij deze richtlijn, voldoen. [4] De eerste dag van de maand die volgt op het einde van het tweede jaar na de inwerkingtreding van de wijziging van Richtlijn 92/6/EEG (COM(2001)318 definitief). Artikel 3 1. De bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen, worden uiterlijk op ..... [5] door de lidstaten goedgekeurd en bekendgemaakt. De lidstaten stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe vanaf ...... [6]. [5] Negen maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn. [6] De dag volgende op de periode van negen maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn. 2. Wanneer de lidstaten deze bepalingen goedkeuren, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 3. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de voornaamste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 4 Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 5 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor de Raad De Voorzitter De Voorzitter