30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 121/15


Advies van het Comité van de Regio's over het „Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019”

(2004/C 121/04)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 (COM(2003) 700 def. — 2003/0274(COD));

Gezien het besluit van de Raad van 3 december 2003 om het Comité, overeenkomstig art. 151, lid 5, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, over dit onderwerp te raadplegen;

Gezien het besluit van zijn voorzitter van 6 november 2004 om de commissie „Cultuur en opleiding” met de voorbereiding van een advies over dit onderwerp te belasten;

Gezien het ontwerprapport van de EP-commissie „Cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport” over doc. COM(2003) 700 def.;

Gezien Besluit 1419/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019;

Gezien zijn advies over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair initiatief ten behoeve van het evenement „Cultuurstad van Europa” (CDR 448/1997 fin) (1);

Gezien zijn ontwerpadvies (CDR 393/2003 rev. 1) dat door de commissie „Cultuur en opleiding” op 19 februari 2004 is goedgekeurd (rapporteur: mevrouw McNamara, gemeenteraadslid van Cork en lid van de South West Regional Authority (IRL-ALE));

heeft tijdens zijn 54e zitting van 21 en 22 april 2004 (vergadering van 21 april) het volgende advies met algemene stemmen goedgekeurd.

1.   Standpunten van het Comité van de Regio's

Over de Culturele Hoofdstad van Europa

Het Comité van de Regio's,

1.1

is van mening dat de Culturele Hoofdstad van Europa een ideaal platform is om het bredere culturele perspectief dat met de uitbreiding van de Unie zal ontstaan, voor het voetlicht te brengen, te ondersteunen, te verrijken en te beleven;

1.2

wijst erop dat de aanwijzing als Culturele Hoofdstad van Europa voor de betrokken steden niet alleen op cultureel gebied enorme voordelen en een blijvend resultaat oplevert.

Over het wijzigingsvoorstel van de Europese Commissie

Het Comité van de Regio's,

1.3

verheugt zich erover dat met het wijzigingsvoorstel van de Europese Commissie ernaar wordt gestreefd de nieuwe lidstaten bij de eerstvolgende gelegenheid aan het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” te laten deelnemen, zodat zij niet hoeven te wachten tot 2020 wanneer een nieuwe chronologische volgorde van lidstaten zal worden vastgelegd;

1.4

erkent tevens dat dit voorstel het resultaat is van een proces van raadpleging van de huidige en de toekomstige lidstaten;

1.5

onderschrijft weliswaar de doelstelling van het voorstel maar onderstreept tevens dat alle lidstaten, ongeacht de datum van hun toetreding tot de Unie, op gelijke voet moeten worden behandeld en dat de voorgestelde wijzigingen van Besluit 1419/1999 niet mogen worden beschouwd als een poging om onderscheid te maken tussen de lidstaten en evenmin met dat doel mogen worden gebruikt;

1.6

is evenwel van mening dat de Europese Commissie in haar wijzigingsvoorstellen m.b.t. Besluit 1419/1999/EG meer belang had moeten hechten aan het selectieproces en de wijze waarop dit concreet in zijn werk gaat;

1.7

is zich ervan bewust dat met het aanwijzen van twee Europese Culturele Hoofdsteden per jaar vanaf 2009, het prestige van dit evenement enigszins wordt afgezwakt, maar vindt bij nader inzien dat dit voorstel de beste oplossing biedt om steden van de nieuwe lidstaten zo spoedig mogelijk aan het evenement te laten deelnemen en de overeengekomen chronologische lijst van lidstaten die een stad mogen voordragen (Bijlage I bij Besluit 1419/1999/EG) te handhaven; sommige van deze steden treffen immers misschien nu reeds voorbereidselen om hiervoor in aanmerking te kunnen komen;

1.8

is voorts van mening dat met het aanwijzen van twee Culturele Hoofdsteden meer recht wordt gedaan aan de rijkdom en verscheidenheid van de Europese culturen, met name in een uitgebreide Unie;

1.9

betreurt dat in de aangepaste bijlage met lidstaten die een stad mogen voordragen, geen gewag wordt gemaakt van mogelijke verdere uitbreidingen van de Unie en verzoekt de Europese Commissie de huidige kandidaat-lidstaten hierover duidelijkheid te verschaffen;

1.10

is van mening dat de bevordering van synergieën tussen culturele programma's en evenementen i.v.m. de twee Culturele Hoofdsteden een waardevolle bijdrage kan leveren om integratie te bespoedigen, wederzijds begrip te stimuleren, een Europese identiteit te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat de burgers van de Unie elkaar beter leren kennen (zie artikel 1 van Besluit 1419/1999/EC). Bovendien wordt met twee Culturele Hoofdsteden een element van competitie geïntroduceerd dat voor de nodige stimulansen kan zorgen om de kwaliteit van de culturele programma's en de artistieke productie van de steden te verhogen. Het Comité onderstreept dan ook dat de ontwikkeling van synergieën tussen de twee steden een criterium in het selectieproces moet worden;

1.11

wijst erop dat wanneer er per jaar twee steden tot Europese Culturele Hoofdstad zullen worden uitgeroepen, hiervoor ook extra begrotingsmiddelen zullen moeten worden uitgetrokken om te verzekeren dat het niveau en de kwaliteit van de culturele programma's en evenementen niet lager komen te liggen ten gevolge van een vermindering van de financiële ondersteuning van de aangewezen steden.

Over de selectieprocedure

Het Comité van de Regio's,

1.12

is van mening dat er, gelet op de voorgestelde wijzigingen van Besluit 1419/1999/EC, ook een aantal opmerkingen moeten worden geformuleerd m.b.t. het selectieproces voor de Culturele Hoofdstad van Europa;

1.13

blijft ervan overtuigd dat de in Besluit 1419/1999/EG vastgestelde selectieprocedure en -structuur in principe deugdelijk is, daar een onafhankelijke jury kan oordelen over de voordrachten en op basis van transparante criteria, interviews met vertegenwoordigers van en bezoeken aan de voorgedragen steden, aanbevelingen kan formuleren;

1.14

maakt zich evenwel zorgen over de toepassing van deze selectieprocedure en met name de aanpak die een aantal lidstaten hebben gehanteerd bij het voordragen van steden;

1.15

onderstreept het belang van de Europese dimensie van het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa”. Dit is volgens het Comité immers niet altijd het belangrijkste aspect van de voordrachtdossiers daar lidstaten bij het voordragen van een stad soms meer rekening houden met nationale overwegingen. Het CvdR vindt dan ook dat er bij de selectie meer naar moet worden gekeken of de voordracht strookt met de doelstellingen en kenmerken van het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa”;

1.16

verzoekt alle (zowel huidige als toekomstige nieuwe) lidstaten, indien mogelijk, meer dan één stad voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor te dragen, zodat via de selectieprocedure van Besluit 1419/1999/EG en op basis van de vastgestelde criteria de meest geschikte stad kan worden gekozen. In het andere geval wordt de selectieprocedure waarbij een representatieve jury verslag moet uitbrengen, volgens het Comité in feite overbodig en wordt mogelijk ook de Europese dimensie van het evenement uitgehold;

1.17

verheugt zich erover dat het van de jury deel uitmaakt maar betreurt dat van deze jury tot dusver onvoldoende gebruik is gemaakt. Het Comité wijst er evenwel op dat het terecht hierbij betrokken wordt en dat het voornemens is in de toekomst een betekenisvolle rol te blijven spelen in het selectieproces.

2.   Aanbevelingen van het Comité van de Regio's

Het Comité van de Regio's,

2.1

verzoekt met klem actief deel te nemen aan de discussie die de Europese Commissie op gang wil brengen over de procedures en methodes die voor de selectie van de Europese Culturele Hoofdstad worden gehanteerd en dringt er bij de Europese Commissie op aan dringend werk te maken van dit overleg;

2.2

verzoekt alle (zowel huidige als toekomstige nieuwe) lidstaten, indien mogelijk, meer dan één stad voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor te dragen.

Artikel 2, lid 1

COM(2003) 700 def.

Door de Commissie voorgestelde tekst

Artikel 2, lid 1, COM(2003) 700 def.

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Steden in de lidstaten worden bij toerbeurt als Culturele Hoofdstad van Europa aangewezen volgens de volgorde van de lijst in bijlage I. Tot en met 2008 wordt een stad aangewezen in de lidstaat die volgens de lijst aan de beurt is. Vanaf 2009 wordt een stad aangewezen in elk van de lidstaten die volgens de lijst aan de beurt zijn. In onderlinge overeenstemming kunnen de betrokken lidstaten deze chronologische volgorde wijzigen. Elke lidstaat die aan de beurt is, draagt uiterlijk vier jaar voor de aanvang van het evenement één of meer steden voor aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en het Comité van de Regio's. Eventueel gaat deze voordracht vergezeld van een aanbeveling van de betrokken lidstaat.

Steden in de lidstaten worden bij toerbeurt als Culturele Hoofdstad van Europa aangewezen volgens de volgorde van de lijst in bijlage I. Tot en met 2008 wordt een stad aangewezen in de lidstaat die volgens de lijst aan de beurt is. Vanaf 2009 wordt een stad aangewezen in elk van de lidstaten die volgens de lijst aan de beurt zijn. In onderlinge overeenstemming kunnen de betrokken lidstaten deze chronologische volgorde wijzigen. Elke lidstaat die aan de beurt is, draagt uiterlijk vier jaar voor de aanvang van het evenement ten minste twee één of meer steden voor aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en het Comité van de Regio's. Eventueel gaant deze voordrachten vergezeld van een aanbeveling van de betrokken lidstaat.

2.3

zou graag zien dat er in het selectieproces rekening wordt gehouden met een criterium dat erop gericht is synergieën tussen de culturele programma's en de evenementen van de twee Culturele Hoofdsteden te doen ontstaan.

Artikel 2, lid 2

Besluit 1419/1999/EG

Door de Commissie voorgestelde tekst

Artikel 2, lid 2, Besluit 1419/1999/EG

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De Commissie stelt elk jaar een jury samen die aan de hand van de doelstellingen en kenmerken van deze actie over de voorgedragen stad of steden verslag moet uitbrengen. Deze jury bestaat uit zeven onafhankelijke prominenten uit de culturele sector, waarvan er twee door het Europees Parlement worden aangewezen, twee door de Raad, twee door de Commissie en één door het Comité van de Regio's. De jury brengt verslag uit aan de Commissie, het Parlement en de Raad.

De Commissie stelt elk jaar een jury samen die aan de hand van de doelstellingen en kenmerken van deze actie over de voorgedragen stad of steden verslag moet uitbrengen en aanbevelingen moet formuleren over de wijze waarop de aangewezen steden synergieën tussen hun respectieve culturele programma's kunnen ontwikkelen. Deze jury bestaat uit zeven onafhankelijke prominenten uit de culturele sector, waarvan er twee door het Europees Parlement worden aangewezen, twee door de Raad, twee door de Commissie en één door het Comité van de Regio's. De jury brengt verslag uit aan de Commissie, het Parlement en de Raad.

Brussel, 21 april 2004.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Peter STRAUB


(1)  PB C 180 van 11.6.1998, blz. 70.